Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Verordening Sociale Adviesraad Oosterhout

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Sociale Adviesraad Oosterhout
CiteertitelVerordening Sociale Adviesraad Oosterhout
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening Sociale Adviesraad Oosterhout (BI.0170129)

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. wet Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. wet Jeugdwet
  3. wet Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2017Nieuwe regeling

16-05-2017

gmb-2017-91948

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Sociale Adviesraad Oosterhout

De raad van de gemeente Oosterhout;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 april 2017

 

gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

besluit:

 

Vast te stellen de ‘Verordening Sociale Adviesraad Oosterhout’.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Sociale Adviesraad: adviesorgaan dat het college gevraagd en ongevraagd adviseert bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid op het gebied van het Sociaal Domein van de gemeente Oosterhout; verder te noemen adviesraad;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout;

  • c.

    Raad: gemeenteraad van de gemeente Oosterhout;

  • d.

    Ingezetene: ingezetene van gemeente Oosterhout zoals omschreven in artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

  • e.

    Inspraak: het ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoornemens kenbaar maken van een zienswijze en het daarover van gedachten wisselen;

  • f.

    Samenspraak: een werkwijze waarbij gemeente, bewoners en andere belanghebbenden (zoals ondernemers, organisaties, verenigingen) in een zo vroeg mogelijk stadium en vanuit een open houding samenwerken aan het ontwikkelen van gemeentelijk beleid en gemeentelijke plannen;

  • g.

    Sociaal Domein: jeugd, gezin en welzijn, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen;

  • h.

    Verbindend bestuur: samen met inwoners, ondernemers, organisaties en verenigingen vorm en inhoud geven aan (ontwikkelingen binnen) de gemeente. De manier waarop dat gebeurt, kan van situatie tot situatie verschillen;

  • i.

    Uitvoeringsreglement: document waarin werkafspraken en een aantal praktische zaken ten aanzien van het functioneren van de adviesraad zijn vastgelegd;

  • j.

    Participatieproces: de wijze waarop aan de participatie in een concreet geval gestalte wordt gegeven;

  • k

    Adviseren: het uitbrengen van een advies.

Artikel 2. Doel, ambitie en verplichtingen

  • 1.

    De raad beoogt met het instellen van de adviesraad te voldoen aan de wettelijke verplichtingen om ingezetenen te betrekken bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid in het Sociaal Domein.

  • 2.

    Doel van de adviesraad is om ingezetenen te betrekken bij de ontwikkeling van beleid, zodat kennis en kunde uit de samenleving worden benut om het beleid te versterken en om draagvlak voor het beleid te vergroten. Adviesraad en college geven samen vorm aan samenspraak en inspraak in lijn met het beleidskader ‘Verbindend bestuur’.

  • 3.

    College heeft de ambitie om samen met de adviesraad te komen tot voorstellen en adviezen ter bevordering van een integraal, breed gedragen en evenwichtig beleid in het Sociaal Domein, waarin ingezetenen vroegtijdig zijn betrokken bij de beleidsontwikkeling.

Artikel 3. Taak

  • 1.

    De adviesraad heeft tot taak:

    • a.

      het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over voorstellen tot gemeentelijke regelgeving, beleid, plannen en de uitvoering daarvan die worden getroffen op het terrein van het Sociaal Domein, waaronder in ieder geval op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet. Het college stelt de raad in kennis van de adviezen van de adviesraad.

    • b.

      het mede-vormgeven van het participatieproces met het oog op de inbreng van ingezetenen bij de ontwikkeling van beleid.

    • c.

      het college ongevraagd te adviseren over waarnemingen die de adviesraad doet in de leefwereld van de ingezetenen van Oosterhout met betrekking tot het Sociaal Domein. Het college stelt de raad in kennis van de adviezen van de adviesraad.

  • 2.

    Tot de taak van de adviesraad behoort niet de vertegenwoordiging van of behartiging van belangen van individuele personen of rechtspersonen.

  • 3.

    De adviesraad vormt geen controlerend orgaan van het college, maar heeft een adviserende rol zoals omschreven in lid 1.

Artikel 4. Thema’s

  • 1.

    Op basis van beleidsontwikkelingen kan het college thema’s voorstellen om in een adviestraject te behandelen. De adviesraad kan ook zelf thema’s aandragen, om via een participatieproces advies over uit te brengen. Wanneer college en adviesraad voor een thema overeenstemming bereiken over het doorlopen van een adviestraject, dan is er sprake van een gevraagd adviestraject.

  • 2.

    Wanneer college en adviesraad geen overeenstemming bereiken over een op te starten adviestraject, dan kan de adviesraad zelfstandig een adviestraject uitvoeren. In dat geval is er sprake van een ongevraagd advies. Conform verbindend bestuur biedt het college de adviesraad de mogelijkheid tot inspraak.

  • 3.

    Geen adviestrajecten worden gestart:

    • a.

      indien sprake is van projecten met een relatief kortdurend karakter en/of gericht op een klein deel van de ingezetenen/of met een relatief gering effect voor de ingezetenen;

    • b.

      indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid geen sprake is;

    • c.

      indien sprake is van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • d.

      ten aanzien van een beleidsvoornemen dat rechtstreeks voortvloeit uit een beleidsvoornemen waarover al participatie heeft plaatsgehad en dat tijdens deze participatie of inspraak het vervolgbeleidsvoornemen redelijkerwijs te voorzien was;

    • e.

      indien in een eerder stadium al participatie op het beleidsvoornemen heeft plaatsgehad, tenzij de afwijkingen in een later stadium ten opzichte van voornoemd beleidsvoornemen zodanig is dat een geheel ander beleidsvoornemen is ontstaan;

    • f.

      ten aanzien van een beleidsvoornemen dat uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente.

    • g.

      ten aanzien van een beleidsvoornemen dat grotendeels op regioniveau samen met andere gemeenten wordt ontwikkeld en waarvoor op regioniveau participatie wordt ingevuld.

Artikel 5. Samenwerking adviesraad en college

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de beschikbare informatie die nodig is om te kunnen adviseren tijdig aan de adviesraad wordt verstrekt. De gemeente voorziet de adviesraad bij de start van elk adviestraject van een startdocument van informatie. In dit startdocument is opgenomen:

    • a.

      voorstel inrichting participatieproces conform uitgangspunten verbindend bestuur;

    • b.

      voorstel inhoudelijke aandachtspunten op basis van conceptaanpak of -projectopdracht.

  • 2.

    In het startgesprek geeft de adviesraad advies over het participatieproces en eventuele inhoudelijke aandachtspunten om tijdens het participatieproces op in te zoomen.

  • 3.

    Adviesraad ondersteunt het college bij het invulling geven aan het participatieproces, conform aanpak, werkverdeling en afspraken, gemaakt in het startgesprek. Het college is verantwoordelijk voor het participatieproces en zorgt dat de resultaten van het participatieproces in een verslag worden verwerkt.

  • 4.

    Ter afronding van het adviestraject wordt door de adviesraad een advies opgesteld. In het advies aan het college zijn opgenomen:

    • a.

      toelichting op het gevolgde participatieproces;

    • b.

      een weergave van de inbreng van degenen die hebben deelgenomen aan de participatie;

    • c.

      advies van de adviesraad op basis van de inbreng onder b.

  • 5.

    In geval de raad het bevoegde orgaan is, stuurt het college het advies van de adviesraad samen met het raadsvoorstel aan de raad.

  • 6.

    In het geval het college afwijkt van het advies van de adviesraad, wordt dit bij het raadsvoorstel aan de raad vermeld, waarbij tevens is aangegeven waarom en op welke onderdelen van het advies wordt afgeweken.

  • 7.

    Degenen die aan het participatieproces hebben deelgenomen worden indien mogelijk geïnformeerd over het uiteindelijke besluit.

  • 8.

    Het college voert regelmatig doch minimaal twee keer per jaar overleg met de adviesraad. Het college kan in dit overleg worden vertegenwoordigd door één van de wethouders.

Artikel 6. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1.

    De adviesraad bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden, waarvan één in de rol van voorzitter.

  • 2.

    Leden van de adviesraad dienen ingezetene te zijn van de gemeente Oosterhout. Voor het lid dat de rol van voorzitter vervuld geldt deze bepaling niet.

  • 3.

    Leden van de adviesraad mogen geen lid zijn van de gemeenteraad of daar in de afgelopen drie jaar lid van zijn geweest. Leden van de adviesraad mogen geen lid zijn van het college of in de afgelopen drie jaar van het college lid zijn geweest. Leden van de adviesraad mogen niet werkzaam zijn bij de gemeente Oosterhout of een gemeenschappelijke regeling op het terrein van het sociaaldomein waaraan de gemeente Oosterhout deelneemt.

  • 4.

    Leden van de adviesraad mogen niet werkzaam zijn als bestuurder of manager bij een organisatie, die een subsidierelatie heeft met de gemeente Oosterhout of leverancier is van zorg of ondersteuning.

  • 5.

    Leden van de adviesraad nemen zitting zonder last en ruggespraak. Leden vertegenwoordigen niet een bepaalde doelgroep, maar zitten op grond van brede betrokkenheid bij de samenleving en kennis en affiniteit met een of meer beleidsterreinen in de adviesraad.

  • 6.

    De leden van de adviesraad nemen deel op persoonlijke titel. Mocht er sprake zijn van mogelijke belangenverstrengeling door andere al dan niet professionele activiteiten van het betreffende lid, dan neemt het lid geen deel aan het adviestraject over het betreffende onderwerp en onthoudt zich van een eventuele stemming over dat onderwerp.

  • 7.

    Het college benoemt de leden via een openbare sollicitatieprocedure op advies van een selectiecommissie. In de selectiecommissie zijn het college en leden van de adviesraad vertegenwoordigd. De eerste keer dat leden voor de adviesraad worden geworven neemt een onafhankelijke deskundige derde partij zitting in de selectiecommissie in plaats van leden van de adviesraad. Het college kan een voordracht gemotiveerd afwijzen.

  • 8.

    Het college streeft bij de samenstelling van de adviesraad naar een evenredige vertegenwoordiging van leden met affiniteit met de beleidsterreinen, Jeugdwet, Participatiewet en Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 9.

    De zittingsduur van de leden en de voorzitter bedraagt drie jaar. Een herbenoeming is één keer mogelijk.

  • 10.

    Het lidmaatschap van de adviesraad eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij wijziging van de persoonlijke omstandigheden als gevolg waarvan sprake wordt van de onder lid 2, 3 of 4 van dit artikel genoemde onverenigbaarheden;

    • c.

      na het verstrijken van de zittingsduur;

    • d.

      bij overlijden;

    • e.

      na een ontslagbesluit van het college op verzoek van de adviesraad. In het uitvoeringsreglement zijn gronden voor een ontslag verzoek benoemd.

Artikel 7. Werkwijze en Uitvoeringsreglement

  • 1.

    De vergaderingen van de adviesraad zijn openbaar. De deuren kunnen op verzoek van de leden worden gesloten, maar uitsluitend bij besluit van meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 2.

    De werkwijze van de adviesraad wordt vastgelegd in een Uitvoeringsreglement. Dit reglement wordt door college in samenwerking met de adviesraad opgesteld en door het college vastgesteld.

  • 3.

    Wijzigingen in het Uitvoeringsreglement kunnen door de adviesraad of het college worden voorgesteld en dienen ter goedkeuring aan het college te worden voorgelegd.

  • 4.

    De adviesraad brengt jaarlijks vóór 1 april aan het college en de raad verslag uit van zijn werkzaamheden en bevindingen. Dit verslag bevat tevens de financiële verantwoording van de besteding van het hierna in artikel 9 bedoelde budget. Dit jaarverslag wordt in het in artikel 5 lid 8 van deze verordening bedoelde overleg geagendeerd en met het college besproken.

Artikel 8. Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven.

Artikel 9. Budget en faciliteiten

Jaarlijks stelt de raad, op verzoek van de adviesraad , een budget beschikbaar om de taken als vastgelegd in deze verordening te kunnen uitvoeren. Een verslag van de besteding van het budget vormt onderdeel van het jaarverslag. Het budget is bedoeld voor de volgende doeleinden en wordt nader toegelicht in het uitvoeringsreglement:

  • a.

    vergaderfaciliteiten zoals vergaderruimten, kopieer- en postmogelijkheden;

  • b.

    een vergoeding voor de leden van de adviesraad. Deze vergoeding wordt jaarlijks toegekend. Wanneer een voorzitter of lid slechts een deel van het jaar actief is zal de vergoeding naar rato worden vastgesteld. Er wordt niet gekozen voor presentiegeld. De voorzitter spreekt leden aan die onvoldoende functioneren. De hoogte van de vergoeding is opgenomen in het uitvoeringsreglement;

  • c.

    faciliteiten voor deskundigheidsbevordering en documentatie;

  • d.

    faciliteiten voor publiciteit.

Artikel 10. Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    Het college benoemt een ambtelijk secretaris voor de adviesraad .

  • 2.

    De ambtelijk secretaris staat de adviesraad bij de uitvoering van zijn taak terzijde. Het maximaal aantal uren wordt in het uitvoeringsreglement opgenomen.

  • 3.

    In het uitvoeringsreglement wordt nader geregeld hoe de ambtelijk secretaris verantwoording aflegt met betrekking tot de ondersteunende taken die voor de adviesraad worden uitgevoerd.

  • 4.

    Per onderwerp zorgt het college voor inhoudsdeskundige medewerkers die de adviesraad voorzien van de nodige informatie zodat de adviesraad zijn taak kan uitoefenen.

Artikel 11. Geheimhouding

  • 1.

    Indien de adviesraad de beschikking heeft over concept-beleidsstukken, waarvan de behandeling in het college van burgermeester en wethouders nog niet heeft plaatsgevonden, dan geldt voor deze stukken een geheimhoudingsplicht.

Artikel 12. Evaluatie

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per drie jaar door het college geëvalueerd.

  • 2.

    Het college stuurt de in lid 1 genoemde evaluatie aan de raad.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt één dag na de bekendmaking in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Sociale Adviesraad Oosterhout.

Algemene toelichting

 

In lijn met het beleidskader verbindend bestuur en de wettelijke bepalingen voor het betrekken van ingezetenen bij beleidsontwikkeling binnen het sociaal domein is de taakbepaling van de adviesraad vormgegeven. De taken van de adviesraad kennen een onderscheid tussen het leveren van gevraagd advies en ongevraagd advies.

 

Op regelmatige basis stellen adviesraad en college thema’s vast waarover ze een adviestraject willen uitvoeren. Voor de thema’s waar overeenstemming over wordt bereikt wordt een gevraagd adviestraject uitgevoerd.

Gevraagd advies

 

De taken met betrekking tot gevraagd advies bestaan uit drie fases. Met als doel om een brede vertegenwoordiging van burgers te organiseren:

 

  • Fase 1 – Startgesprek: aanvliegroute

Een startgesprek wordt gevoerd op basis van (1) voorstel inrichting participatieproces conform de uitgangspunten binnen verbindend bestuur en (2) een concept-projectplan, -nota of -aanpak.

 

De adviesraad wordt gevraagd mee te denken over de voorgestelde invulling van het participatieproces. Ook wordt besproken welke uitvoerende rol de adviesraad eventueel in de uitvoering van het participatieproces wil spelen. Uiteraard zijn de leden van de adviesraad gedurende het hele participatieproces welkom om deel te nemen een activiteiten die onderdeel uitmaken van het participatieproces.

 

In het startgesprek wordt ook nader gesproken over het onderwerp op basis van een concept projectplan, nota of aanpak. De adviesraad denkt mee en geeft eventueel inhoudelijke aandachtspunten mee om aandacht aan te besteden in het participatieproces.

 

  • Fase 2 – Samenspraak: participatieproces in uitvoering

In de verordening ‘Verbindend Bestuur’ is aangegeven hoe inwoners kunnen worden betrokken bij het beleidsproces van de gemeente. Op basis van inhoud en invulling wordt het participatieproces ingestoken. In overleg hebben verantwoordelijk ambtenaren en adviesraad afspraken gemaakt over wie, op welke manier en richting welke partijen invulling wordt gegeven aan het participatieproces.

 

De regels in de verordening Samenspraak en Inspraak zijn redelijk algemeen geformuleerd: per beleidsonderwerp zal steeds opnieuw een afweging worden gemaakte welke procedure het meest geschikt is en hoe die het best kan worden toegepast. Dat vloeit voort uit het uitgangspunt dat elke situatie anders is en dat steeds maatwerk is vereist.

 

  • Fase 3 – Advies

Op basis van de uitkomsten van het participatieproces en de concept-nota, -aanpak of -projectplan waarin de uitkomsten van het participatieproces zijn verwerkt, wordt de adviesraad om een advies gevraagd.

 

De gemeente is eindregisseur en betrekt dit advies bij het collegevoorstel. Indien het collegevoorstel aanzienlijk afwijkt van het concept waarin de uitkomsten van het participatieproces zijn verwerkt bespreekt de gemeente dit zo nodig met de adviesraad.

 

In het collegevoorstel wordt het doorlopen participatieproces, het advies van de adviesraad, de keuze van de gemeente en de eventuele afwijking van het advies beargumenteerd opgenomen.

 

In het volgende overzicht is deze taakbepaling schematisch weergegeven.

* de rol van de adviesraad in de daadwerkelijke uitvoering van het participatieproces (fase 2) is afhankelijk van de keuzes en afspraken die ten aanzien van het proces in het startgesprek (fase 1) worden gemaakt.

Ongevraagd advies

 

De adviesraad heeft wettelijk het recht om naast gevraagd advies (bovenstaand proces) ook ongevraagd advies uit te brengen. In het geval de adviesraad advies wil uitbrengen over andere thema’s, dan de thema’s die in gezamenlijkheid zijn vastgesteld, is er sprake van ongevraagd advies.

 

Een ongevraagd advies wijkt af van een gevraagd advies, omdat enkel fase drie van toepassing is. De adviesraad geeft een advies aan het college over het betreffende onderwerp of thema. Het college brengt de gemeenteraad op de hoogte van het uitgebrachte advies (conform beleidskader verbindend bestuur).