Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Haarlem 2017 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Parkeerverordening Haarlem 2017 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2017 | 15-12-2017 | Nieuwe regeling | 11-05-2017 | 2017/128997 |
De raad van de gemeente Haarlem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;
vrachtauto: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
gehandicaptenvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
bedrijf: een onderneming die is ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en waaruit volgens het uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat de onderneming (natuurlijke persoon of rechtspersoon) een vestiging heeft in het gereguleerd parkeergebied van de gemeente Haarlem;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een gehandicaptenvoertuig, een kampeerauto, een vrachtwagen dan wel een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het gehandicaptenvoertuig, een kampeerauto, een vrachtwagen dan wel het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:
is aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990, of
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.
ontheffing: een door of namens burgemeester en wethouders te verstrekken ontheffing waarmee zonder het betalen van parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 2 onder a van de verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting Haarlem, een gehandicaptenvoertuig dan wel een motorvoertuig mag worden geparkeerd op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaats;
eigen parkeergelegenheid: parkeerplaats(en) die specifiek ter beschikking staan ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen bij een woonadres of bedrijf. Aan het hebben van eigen parkeergelegenheid wordt het volgende gelijkgesteld: als de bewoner van het betreffende woonadres middels koop of huur had kunnen beschikken over parkeergelegenheid gerealiseerd in het kader van het nieuw- of verbouwcomplex;
parkeerrecht: kentekenregistratie in het digitale parkeerbelastingbestand waarbij is voldaan aan parkeerbelastingplicht voor het gebruik van parkeerapparatuurplaatsen op basis van of krachtens deze verordening door middel van parkeervergunningen/ontheffingen, bijzondere vergunningen/ontheffingen, tijdgebonden parkeerrechten en/of door middel van het in werking stellen van de parkeerapparatuur;
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing op alle aanvragen voor een vergunning/ontheffing ingevolge deze verordening.
Afdeling II. Plaatsen voor vergunning-/ontheffinghouders, vergunning/ontheffing en vergunning-/ontheffingbewijzen
Deze vergunning/ontheffing als bedoeld in artikel 4, lid 1 voor het betreffende kenteken kan worden verleend aan de houder van een gehandicaptenvoertuig dan wel een motorvoertuig, niet zijnde een kampeerwagen, vrachtauto of groot voertuig, wanneer deze:
ingeschreven staat op een woonadres in een gebied dat in het vigerend besluit parkeerregulering is aangewezen als zone B of zone S, met dien verstande dat:
ingeschreven staat op een woonadres in een gebied dat in het vigerend besluit parkeerregulering is aangewezen als zone C, met dien verstande dat als de bewoner eigen parkeergelegenheid heeft, deze parkeerplaats of parkeerplaatsen in mindering wordt of worden gebracht op het aantal te verstrekken parkeervergunningen;
Aanvrager wordt geacht te beschikken over eigen parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a., sub II en b., sub III, indien de aanvrager woont op een nieuw- of verbouwcomplex dat voldoet aan de parkeernorm, zoals bedoeld in artikel 2.5.30 van de Haarlemse Bouwverordening, dan wel in het betreffende bestemmingsplan.
Het college kan aan bewoners van het gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn een vergunning afgeven waarmee voor maximaal drie uur aaneengesloten in dit gebied geparkeerd kan worden. Per woonadres worden maximaal twee vergunningen verstrekt. Deze vergunning wordt verstrekt aan de bewoner aan wie een vergunning voor de eerste auto, als bedoeld in lid 2 jo. artikel V van het Besluit Parkeerregulering, is afgegeven. Is op een woonadres geen vergunning, als bedoeld in lid 2, afgegeven dan wordt de vergunning, als bedoeld in dit lid, verstrekt aan de bewoner die het langst op dat woonadres verblijft.
Het college kan op verzoek een tijdelijke vergunning/ontheffing verlenen voor het parkeren op belanghebbenden-/parkeerapparatuurplaatsen. Deze tijdelijke vergunning/ontheffing wordt verleend aan:
diegene die in het huwelijk treedt in een door het college aangewezen trouwlocatie gelegen in een gebied met parkeerapparatuurplaatsen en / of belanghebbendenplaatsen, indien en voorzover in het aanwijzingsbesluit trouwlocatie voorzien is in de mogelijkheid van een tijdelijke vergunning, op de dag van het huwelijk;
Een tijdelijke vergunning als bedoeld in lid 6 kan niet worden verstrekt indien het betreft een parkeerbelastingplaats binnen zone B, zoals aangewezen in het Besluit parkeerregulering. Uitzondering hierop vormen de tijdelijke vergunning: a. als bedoeld in lid 6, onder c., indien en voorzover in het aanwijzingsbesluit trouwlocatie van het college is voorzien in de mogelijkheid van een tijdelijke vergunning; b. als bedoeld in lid 6, onder d.
Het college kan aan een vergunning/ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning/ontheffing voor autodate kan het college tevens voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Afdeling V. Overige, overgangs- en slotbepalingen
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot afdeling II en afdeling III van deze verordening. In deze nadere regels worden onder andere de voorwaarden voor de afgifte van vergunning/ontheffing en voor bedrijven uitgewerkt.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.