Organisatie | Woudenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels voor speelautomaathallen Verordening speelautomatenhallen Woudenberg |
Citeertitel | Verordening speelautomatenhallen Woudenberg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2017 | nieuwe regeling | 18-05-2017 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
Hoofdstuk 2 Speelautomatenhalvergunning
Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te houden, indien in het bedrijf geen beheerder of bedrijfsleider aanwezig is die op de vergunning vermeld staat.
De exploitant vraagt de vergunning voor een speelautomatenhal aan onder overlegging van:
een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, waaruit blijkt dat de beheerders en de bedrijfsleiders beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.
Artikel 9 Wijziging beheerder/bedrijfsleider
Indien een wijziging plaatsvindt in de vergunning ten aanzien van de vermelde beheerder(s) of bedrijfsleider(s), dient de ondernemer binnen vier weken nadat deze situatie is ontstaan, een aanvraag tot wijziging van de vergunning in, onder overlegging van het bewijsstuk als bedoeld in artikel 5, onder d en e.
Artikel 10 Wijziging exploitant/ondernemersvorm
In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname/wijziging ondernemersvorm van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd. De bestaande vergunning vervalt indien niet binnen vier weken na de overdracht een aanvraag voor een nieuwe vergunning is ingediend.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Toelichting verordening speelautomatenhallen
De in artikel 1 gegeven omschrijving van 'weg' is ruimer dan die van de wegenverkeerswetgeving en omvat met name ook de kampeerplaatsen.
De kampeerplaatsen worden in het bijzonder vermeld, omdat in kantines op campings speelautomaten mogen worden opgesteld, wanneer het inrichtingen betreft in de zin van artikel 30 c van de wet. De begrippen behendigheidsautomaat en kansspelautomaat zijn in artikel 1 van het Speelautomatenbesluit opgenomen. De omschrijving is gelijkluidend aan artikel 1, onder d en e van de verordening.
De BIBOB toets, zoals die in de gemeentelijke beleidslijn omtrent BIBOB is vastgelegd, zal ook bij vergunningen in het kader van deze verordening worden toegepast.
Het motief dat aan het vergunningvereiste ten grondslag ligt is de openbare orde, meer in het bijzonder de leef- en woonsituatie, te beschermen. Bij de weigeringsgronden wordt hierop nader ingegaan.
Het motief dat aan het vergunningvereiste ten grondslag ligt is de openbare orde, meer in het bijzonder de leef- en woonsituatie, te beschermen.
De exploitant kan tevens eigenaar en beheerder zijn, maar het is ook mogelijk dat deze hoedanigheden niet samenvallen. De bescheiden die moeten worden overgelegd zijn afhankelijk van de concrete situatie die zich voordoet.
De onder c bedoelde verklaring kan bij voorbeeld een huurcontract zijn, waaruit de beschikkingsbevoegdheid blijkt.
Het aangeven van het aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten in de plattegrond, als bedoeld onder a, staat in verband met artikel 21 van het Speelautomatenbesluit.
g. De KEMA certificering is ontwikkeld in samenspraak met diverse belanghebbende en deskundigen op het gebied van speelautomaten. Halfjaarlijks worden door de KEMA audits uitgevoerd om te bezien of de betrokken speelautomatenhal aan de gestelde criteria voldoen en er worden veelal ook voorstellen gedaan om tot verbetering van alle bedrijfsprocessen te kunnen komen. KEMA kan bepalen dat een speelautomatenhal niet voldoet aan de gestelde criteria en haar goedkeuring verder onthouden aan een KEMA-keur exploitatie. De ondernemer krijgt een herstelkans, als de ondernemer niet slaagt zal het KEMA keur certificaat worden ingetrokken. Door verlies van het KEMA keur certificaat zal de vergunning worden ingetrokken.
Ingevolge lid 1 kan de vergunning uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is deze niet overdraagbaar. De ondernemer is de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert. De vergunning is persoonlijk en is gekoppeld aan de hoedanigheid van de ondernemer.
Het bepaalde onder a levert een extra weigeringsgrond op. Het vereiste onder b dient om een speelautomatenhal duidelijk van de openbare weg af voor een ieder herkenbaar te maken. Tevens om te voorkomen dat in een achteraf lokaal van een gebouw, waarin bij voorbeeld een horecabedrijf wordt uitgeoefend, een speelautomatenhal wordt geëxploiteerd en deze automatenhal mede of uitsluitend via het andere bedrijf bereikbaar zou zijn.
De strekking van de verordening is het afwenden van een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving van de hal.
De jurisprudentie op artikel 30 van de Wet op de kansspelen geeft blijk dat bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een speelautomatenhal acht mag worden geslagen op de mogelijke gevolgen voor het leefklimaat.
In het bepaalde onder e komt tot uiting dat de vergunning dient te worden geweigerd, wanneer gevreesd moet worden dat de woon- en leefsituatie door de vestiging van (nog) een hal op ontoelaatbare wijze zal worden aangetast. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat, het winkelniveau aldaar en van de wijk waarin de speelautomatenhal is gelegen of zal komen te liggen. In de beoordeling van de aanvrage wordt de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan betrokken.
Het is ook mogelijk om een vergunning te weigeren, wanneer er sprake is van een op ontoelaatbare wijze aantasten van het karakter van een (deel van) winkelstraat/-buurt/-centrum. Dit kan bij voorbeeld het geval zijn in een winkelstraat met winkels van een 'exclusief' karakter. Door de vestiging van een automatenhal zal er sprake (kunnen) zijn van een ontoelaatbaar spanningsveld, waardoor een te grote inbreuk mag worden gevreesd op de bestaande functie van de winkelstraat.
Onder f is als weigeringsgrond opgenomen dat er geen sprake mag zijn van strijd met een geldend bestemmingsplan. In dit verband dient gewezen te worden op de mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing die het bestemmingsplan nogal eens biedt, alsook de mogelijkheid van een anticipatieprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 50, achtste lid, van de Woningwet.
Deze mogelijkheden beperken de burgemeester niet in de weigeringsmogelijkheid, maar het is een zaak van behoorlijk bestuur om, voordat tot weigering van de vergunning wordt overgegaan, de mogelijkheid van ontheffing, vrijstelling of anticipatie in overweging te nemen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt handelen op grond van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan beschouwd als handelen in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. Doel van dit lid is de koppeling van de vereiste vergunning met het planologisch regime. Vereist is dus niet dat de locatie waar vergunning voor wordt gevraagd is aangewezen als speelautomatenhal in het bestemmingsplan, maar dat een bestemmingsplan de vestiging niet mag uitsluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat op basis van deze verordening een vergunning moet worden verleend, terwijl later op grond van strijd met het bestemmingsplan tegen de vestiging moet worden opgetreden.
Met betrekking tot de in lid 2, genoemde intrekkingsgrond (intrekking in verband met gewijzigde omstandigheden of inzichten) zij opgemerkt, dat bij gebruikmaking daarvan de motivering aan zware eisen dient te voldoen. Het betreft immers omstandigheden waarop de betrokken ondernemer doorgaans geen invloed kan uitoefenen. Voorts mag hij er op vertrouwen dat een aan hem verleende vergunning normaal gesproken in stand blijft temeer gelet op de financiële consequenties.
Indien een wijziging plaatsvindt ten aanzien van een beheerder(s)/bedrijfsleider(s) dient een wijziging van de vergunning te worden aangevraagd met overlegging van een verklaring omtrent gedrag en een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen. Bij een wijziging in ondernemer/exploitant dient een geheel nieuwe vergunning te worden aangevraagd.
Het eerste lid van het onderhavige artikel beoogt aan de erfgenamen bij overlijden van een ondernemer enig respijt te geven om zich te beraden over de al dan niet voortzetting van het bedrijf. Ingevolge het bepaalde in artikel 6, eerste lid, is de vergunning niet overdraagbaar en dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd door degene die de exploitatie voortzet.
In afwachting hiervan behoeft de bedrijfsuitoefening niet te worden gestaakt, mits de aard van de inrichting en overige omstandigheden ongewijzigd blijven.
Bij wisseling van ondernemerschap geldt eveneens dat de bedrijfsuitoefening niet behoeft te worden gestaakt gedurende de beslissingsperiode op een nieuwe aanvraag. Ook hier geldt als voorwaarde, evenals in het eerste lid, voor het voortzetten van de exploitatie dat de aard van de inrichting en de wijze van exploitatie ongewijzigd blijven.