Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Horst aan de Maas

Verordening duurzaamheidssubsidie voor starters gemeente Horst aan de Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHorst aan de Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening duurzaamheidssubsidie voor starters gemeente Horst aan de Maas
CiteertitelVerordening duurzaamheidssubsidie voor starters gemeente Horst aan de Maas
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is met ingang van 01-07-2019 ingetrokken bij de vaststelling op 21-05-2019 van de Verordening stimuleringsregeling woningverduurzaming gemeente Horst aan de Maas.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-05-201701-07-2019nieuwe regeling

09-05-2017

gmb-2017-86306

2017.031.B

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening duurzaamheidssubsidie voor starters gemeente Horst aan de Maas

 

raadsbesluit

 

Bijlage van gemeentebladnummer 2017.031.B.

 

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017, gemeentebladnummer 2017.031.B;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende:

 

Verordening duurzaamheidssubsidie voor starters

gemeente Horst aan de Maas

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

1. Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

  • b.

    starter: iemand die voor de eerste keer een eigen woning koopt en daarvan zelf de hoofdbewoner wordt. Als de woning door meer dan één persoon wordt gekocht dan geldt voor alle kopers dat het hun eerste koopwoning is en dat zij hoofdbewoner worden. Overal waar in deze verordening wordt gesproken over een starter wordt daaronder ook verstaan meerdere starters die samen een huis kopen;

  • c.

    woonplan: een advies over het verduurzamen van een bestaande woning;

  • d.

    bestaande woning: een grondgebonden woning of een appartement in de gemeente Horst aan de Maas die al wordt bewoond, of bewoond is geweest. Als het een pand is met een dubbele functie (bijvoorbeeld woning en bedrijfsruimte ineen) dan valt alleen het woongedeelte onder deze verordening. Nog te realiseren nieuwbouw aan een bestaande woning (zoals aanbouw/bijbouw of dakkapellen) wordt meegenomen in het woonplan, maar voor deze nieuwbouw wordt geen duurzaamheidssubsidie verstrekt.

     

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2 Doel

Het doel van de subsidieregeling is starters te stimuleren om de bestaande woningvoorraad in de gemeente Horst aan de Maas te verduurzamen. Daarbij ligt de nadruk op het stimuleren van energiebesparende maatregelen.

 

Artikel 3 Werkwijze op hoofdlijnen

De starter vraagt een woonplan aan. Een door de gemeente aangewezen adviseur stelt het woonplan op, in overleg met de starter. Het woonplan geeft aan op welke manier de bestaande woning verduurzaamd kan worden en wat daarvoor de beste volgorde is. Vervolgens kan de starter bij de gemeente subsidie aanvragen voor het uitvoeren van maatregelen uit het woonplan. De subsidie is een percentage van de totale investering tot een vastgesteld maximum. De subsidie is stapelbaar met andere subsidies.

 

Artikel 4 Bevoegdheid

Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Uitvoering houdt mede in het bepalen van de procedure voor het aanvragen van een woonplan en de duurzaamheidssubsidie, het opdracht geven aan een adviseur voor het opstellen van woonplannen; het vaststellen van het subsidiepercentage en het minimum- en het maximum subsidiebedrag per woning; het nemen van besluiten op subsidieaanvragen; het intrekken en/of wijzigen van subsidievaststellingsbesluiten en het overgaan tot terugvorderingen van verstrekte subsidies.

 

Hoofdstuk 3 Woonplan

Artikel 5 Termijn aanvragen woonplan

  • 1.

    De woning waarvoor het woonplan wordt aangevraagd is of wordt gekocht vanaf 1 januari 2017.

  • 2.

    Het woonplan wordt aangevraagd voorafgaand aan de koop, of binnen 6 maanden na de aankoopdatum van de woning.

  • 3.

    Voor woningen gekocht in de periode van 1 januari 2017 tot de ingangsdatum van deze verordening kan tot 6 maanden na de ingangsdatum van deze verordening een woonplan worden aangevraagd.

     

Artikel 6 Aanvraag woonplan

  • 1.

    De aanvraag voor een woonplan wordt gedaan op een door het college voorgeschreven wijze.

  • 2.

    Alle (toekomstige) hoofdbewoners worden in de aanvraag voor het woonplan genoemd.

  • 3.

    Als de woning al is gekocht, kan alleen voor die woning een woonplan worden aangevraagd.

  • 4.

    Als er nog geen woning is gekocht, dan kan per starter voor maximaal twee woningen een gratis woonplan worden aangevraagd. Als de starter vervolgens een andere woning koopt en daarvoor duurzaamheids-subsidie wil aanvragen, betaalt de starter het opstellen van het woonplan voor die woning zelf.

  • 5.

    Bij het aanvragen van een woonplan worden controlevragen gesteld. Als uit de controlevragen blijkt dat de woning of de starter(s) niet voldoen aan de voorwaarden wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

     

Artikel 7 Opstellen woonplan

  • 1.

    Het woonplan wordt opgesteld door een door het college aangewezen adviseur.

  • 2.

    De starter verleent alle medewerking aan deze adviseur, zodat deze een woonplan op kan stellen dat aansluit bij de woning en bij de woonwensen en -plannen van de starter. Dit houdt in elk geval in dat de starter samen met de adviseur de woning bezoekt en dat de starter ervoor zorgt dat de adviseur bij dat bezoek toegang heeft tot de volledige woning.

  • 3.

    Als de starter bepaalde bouw- of installatiemaatregelen op basis van doe-het-zelf kan en wil uitvoeren, geeft de starter dit door aan de adviseur, zodat deze hier in het woonplan rekening mee kan houden.

  • 4.

    Het concept-woonplan wordt in een adviesgesprek met de starter besproken en daarna definitief gemaakt.

  • 5.

    De starter tekent voor ontvangst van het definitieve woonplan.

     

Artikel 8 Inhoud woonplan

  • 1.

    Het woonplan geeft aan welke maatregelen de starter kan nemen om de woning te verduurzamen, wat deze maatregelen kosten, welke maatregelen de starter op basis van doe-het-zelf zelf kan/wil uitvoeren, welke subsidiemogelijkheden er zijn en wat de maatregelen opleveren (financieel en anderszins).

  • 2.

    Het woonplan adviseert over de beste volgorde voor de uitvoering van de duurzaamheidsmaatregelen. Die volgorde is enerzijds gebaseerd op de plannen, wensen en mogelijkheden van de starter. En anderzijds op de zogenaamde Trias Energetica. Dat betekent dat maatregelen om het energiegebruik te beperken het belangrijkst zijn, maatregelen om zelf duurzaam energie op te wekken daarna komen en het efficiënt gebruiken van fossiele brandstoffen de laatste stap is.

     

Hoofdstuk 4 Subsidie voor duurzaamheidsmaatregelen

Artikel 9 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Er kan subsidie worden aangevraagd voor alle maatregelen die zijn genoemd in het woonplan. Uitgangspunt daarbij is dat de maatregelen worden uitgevoerd conform de geadviseerde volgorde in het woonplan. Als er geen woonplan is opgesteld, dan wordt de subsidieaanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Er kan per woning maar één keer subsidie worden aangevraagd.

  • 3.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het college, uitsluitend via een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Als bijlage wordt afschrift van de ondertekende koopovereenkomst meegestuurd.

  • 4.

    In het kader van de beoordeling van de subsidieaanvraag kan het college desgewenst andere gegevens vragen.

     

Artikel 10 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie bedraagt 40% van de totale investering, tot een maximum van € 6.000,- subsidie per woning.

  • 3.

    Het minimumsubsidiebedrag is € 1.000,- per woning. Dit betekent dat een starter voor minimaal € 2.500,- aan duurzaamheidsmaatregelen moet nemen, anders wordt er geen subsidie toegekend.

  • 4.

    Bij doe-het-zelf werkzaamheden vallen alleen de aantoonbare kosten van derden onder deze subsidieverordening, zoals kosten voor de aanschaf van materiaal of de huur van installaties of gereedschappen. Eigen uren voor doe-het-zelf werkzaamheden worden niet gesubsidieerd en tellen niet mee bij het bepalen van de totale investering.

  • 5.

    Het college is bevoegd om de percentages en de bedragen onder 2. en 3. te wijzigen als uit een evaluatie van de verordening blijkt dat daar aanleiding voor is.

     

Artikel 11 Voorlopige toekenning en uitbetaling eerste helft van de subsidie

  • 1.

    Het college beslist op een subsidieaanvraag binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag. De artikelen 4:20a tot en met 4:20f van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn niet van toepassing.

  • 2.

    Bij een positieve beslissing wordt de helft van het toepasselijke subsidiebedrag direct uitgekeerd, door overmaking op het bankrekeningnummer van de subsidieaanvrager.

     

Artikel 12 Termijn en voorwaarde uitvoering maatrelen

  • 1.

    De aangevraagde maatregelen moeten binnen 2 jaar na aankoop van de woning zijn uitgevoerd.

  • 2.

    Voor woningen gekocht in de periode van 1 januari 2017 tot de ingangsdatum van deze verordening geldt dat de maatregelen binnen 2 jaar na de ingangsdatum van deze verordening moeten zijn uitgevoerd.

  • 3.

    Bedrijven die worden ingeschakeld voor het uitvoeren van de maatregelen, het leveren van installaties of materialen moeten zijn ingeschreven bij de KvK.

     

Artikel 13 Melden afronding werkzaamheden en controle

  • 1.

    Na afronding van de werkzaamheden meldt de starter dit binnen 4 weken aan de gemeente, op een door het college voorgeschreven manier.

  • 2.

    Nadat de afronding van de werkzaamheden is gemeld, of nadat de termijn van 2 jaar voor het uitvoeren van de maatregelen is verlopen, kan een door het college aangewezen adviseur een controle uitvoeren in de woning.

  • 3.

    De starter verleent alle medewerking aan deze controle. Informatie die nodig is om te controleren dat de maatregelen zijn uitgevoerd conform de aanvraag (zoals een specificatie van de RC-waarde van isolatiemateriaal) wordt door de starter aangeleverd.

     

Artikel 14 Definitieve toekenning subsidie en uitbetaling 2e helft subsidie

  • 1.

    Het college stelt de subsidie definitief vast binnen acht weken na ontvangst van de melding dat de werkzaamheden zijn afgerond.

  • 2.

    De definitieve subsidievaststelling wordt gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten voor de aangevraagde en correct uitgevoerde maatregelen.

  • 3.

    Bij een positieve beslissing wordt het restant van de verleende subsidie direct uitgekeerd, door overmaking op het bankrekeningnummer van de subsidieaanvrager.

     

Artikel 15 Intrekking of wijziging subsidievaststelling

  • 1.

    Het college kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:

    • a.

      op de gronden als bedoeld in artikel 4:46 en 4:49 van de Awb;

    • b.

      indien een apparaat/maatregel binnen twee jaar na aanschaf en installatie wordt verwijderd;

    • c.

      Indien de koopovereenkomst als bedoeld in artikel 9 lid 3 om welke reden dan ook wordt ontbonden of op andere wijze wordt beëindigd.

  • 2.

    Bij de intrekking vordert het college het subsidiebedrag terug, vermeerderd met de wettelijke rente gerekend vanaf het moment van uitbetaling van het subsidiebedrag.

     

Artikel 16 Toezicht

Ten behoeve van de uitvoering van deze regeling kan het college toezichthouders aanwijzen als bedoeld in artikel 5:11 van de Awb.

 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen, waarin de toepassing van deze verordening voor één of meerdere subsidieaanvragers tot een onbillijke situatie leidt, kan het college afwijken van deze verordening.

  • 2.

    In alle gevallen waarin in deze verordening niet voorziet, neemt het college een beslissing.

 

Artikel 18 Inwerkintreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening duurzaamheidssubsidie voor starters gemeente Horst aan de Maas.

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 mei 2017

De raad voornoemd,

De voorzitter,

ir. C.H.C. van Rooij

De griffier,

mr. R.J.M. Poels