Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de aanleg, het houden, het onderhouden, het gebruik en het verwijderen van leidingen in de openbare ruimten in de gemeente Leusden |
Citeertitel | Leidingenverordening Leusden 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
1. Verlegregeling Leusden 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2010 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 18-02-2010 Leusder Krant, 17-03-2010 | 2010/245 |
De raad van de gemeente Leusden,
gelezen het voorstel van het college van 19 januari 2010, nummer 2010/245
gelet op de artikelen 149, 154, en 156 van de Gemeentewet;
Verordening op de aanleg, het houden, het onderhoud, het gebruik en het verwijderen van leidingen in de openbare ruimten in de gemeente Leusden (Leidingenverordening Leusden 2010).
In deze verordening wordt verstaan onder:
leiding : een buis bestemd voor het transport van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen, of een kabel, gelegen in, op of boven de grond, met uitzondering van bovengrondse hoogspanningskabels, of in kunstwerken, met alle daarbij behorende voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, afsluiters, brandkranen, kasten, etc.;
Deze verordening is niet van toepassing op kabels, bedoeld in de Telecommunicatiewet en op leidingen die onderdeel zijn van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer of deel uitmaken van drukapparatuur als bedoeld in het Warenwetbesluit drukapparatuur.
In geval van reparaties en het maken van huisaansluitingen met een maximale lengte van 25 meter in de openbare ruimte, geldt een ten opzichte van de vorige leden verkorte procedure. Het college verleent voor de beoogde werkzaamheden vergunning indien ten minste vijf werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden door de leidingexploitant melding is gedaan door middel van een door het college vastgesteld formulier. Aan de toestemming kunnen door het college voorwaarden worden gesteld. Artikel 8, tweede lid, is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Een krachtens deze verordening verleende vergunning geldt, voor zover van toepassing, tevens als een vergunning op grond van artikelen 2.4 en 2.5 van onze Algemene plaatselijke verordening.
Artikel 7 Beslistermijn en aanhouding
Het college houdt een beslissing op de aanvraag voor een leidingvergunning aan, indien er geen grond is om de vergunning te weigeren en voor de aanleg, verplaatsing of verwijdering van de leiding tevens een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening is vereist, tenzij
Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en verwijdering van leidingen en medegebruik van voorzieningen, alsook over de afmeting van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een leidingennetwerk.
Artikel 9 Wijziging en intrekking
Het college kan de vergunning onverminderd het bepaalde in artikel 8, derde lid, wijzigen of intrekken, indien:
na het verlenen van de vergunning naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning niet kan worden tegemoetgekomen;
Degene die een schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid afgeeft, wordt gedurende de tijd dat de leiding na opzegging in de openbare ruimte aanwezig is, beschouwd als leidingexploitant, tenzij de leiding is overgedragen of wordt geëxploiteerd of beheerd door een andere persoon, in welk geval laatstgenoemde persoon als leidingexploitant wordt beschouwd.
In afwijking van het tweede lid wordt in geval van een persoonsgebonden vergunning als bedoeld in artikel 6, derde lid, de vergunninghouder als leidingexploitant beschouwd tot het moment dat hij schriftelijk aan het college verklaart van de vergunning geen gebruik meer te willen maken, de exploitatie van de leiding staakt en de leiding verwijdert of de leiding waar de vergunning betrekking op heeft in eigendom overdraagt en hij daarvan schriftelijk melding heeft gedaan bij het college, met dien verstande dat hij het bewijs van de overdracht kan leveren.
Artikel 11 Documenten en werkzaamheden
Het college kan de leidingexploitant verplichten binnen een door het college vast te stellen termijn na verlening van de vergunning en voor de beoogde aanvang van de feitelijke werkzaamheden voor de aanleg, wijziging of verwijdering van de leiding bij het college, overeenkomstig het Handboek, documenten in te dienen.
Artikel 12 Uitvoering werkzaamheden
Indien door de leidingexploitant werkzaamheden aan leidingen in de openbare ruimte worden uitgevoerd, brengt het college de kosten voor nader herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van die openbare ruimte die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de leidingexploitant in rekening.
Artikel 13 Ondergrondse obstakels
Het college kan bij gebleken ondergrondse obstakels in of nabij het tracé van de leiding aan de leidingexploitant maatregelen opdragen ter bescherming van de belangen waartoe deze verordening strekt en opschorting van de werkzaamheden gelasten. De kosten van de te nemen maatregelen komen ten laste van de leidingexploitant.
Het college kan, indien daartoe aanleiding bestaat, de leidingexploitant verplichten periodiek aan het college een door een onafhankelijk en deskundig bureau opgesteld rapport te verstrekken, waarin wordt aangetoond dat de leiding voldoet aan de beperkingen en voorschriften waaronder de vergunning is verleend.
Indien blijkt dat een leidingexploitant als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 9 aanhef en onder g, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot diens normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college op verzoek aan hem een vergoeding toe.
VERONTREINIGING, GEVAAR EN HINDER
De leidingexploitant is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging, gevaar of hinder kunnen optreden, onmiddellijk conform de procedures als bedoeld in het Handboek te melden en alle maatregelen te treffen teneinde verdere verontreiniging, schade of hinder te voorkomen.
Het college kan bij gebleken of ernstige dreiging van verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het tracé van de leiding opschorting gelasten van de exploitatie van de betreffende leiding en, indien sprake is van een vergrote kans op verontreiniging, gevaar of hinder door belendende leidingen, de exploitatie van laatstgenoemde leidingen.
Indien het college van oordeel is dat een schriftelijke toestemming dan wel reeds verleende vergunning als bedoeld in het eerste lid niet voldoet aan de voorschriften bij of krachtens deze verordening kan het college de leidingexploitant een termijn stellen waarbinnen de leidingexploitant het college nadere informatie over de leiding dient te verschaffen of een aanvraag voor een vergunning moet indienen, bij gebreke waarvan de schriftelijke toestemming bij een door het college te bepalen tijdstip komt te vervallen.