Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2017 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Met de inwerkingtreding van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning 2017 wordt het Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2017 vastgesteld op 23 maart 2017 ingetrokken.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-05-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 14-02-2017 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede;
gelet op de artikelen 6.1, 6.2, 9.4 en 11.3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Enschede 2017, waarin aan ons de bevoegdheid is overgedragen om nadere regels te stellen;
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
Artikel 2.1 Hoogte van persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij het huishouden
1.2 Bij de modules wasverzorging, maaltijdverzorging, regie en zorg voor minderjarig kinderen wordt in de onderstaande tabellen per activiteit benoemd wat het persoonsgebonden budget bedraagt als de ondersteuning beroepsmatig wordt geboden:
Factor meer hulp: Thuiswonende kind(eren) jonger dan 16 jaar | |
Factor meer hulp: Extra bewassing in verband met overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies, etc. |
Module Zorg voor minderjarige kinderen
2.1 Bij de modules wasverzorging, maaltijdverzorging, regie en zorg voor minderjarig kinderen wordt in de onderstaande tabellen per activiteit benoemd wat het persoonsgebonden budget bedraagt als de ondersteuning beroepsmatig wordt geboden:
Factor meer hulp: Thuiswonende kind(eren) jonger dan 16 jaar | |
Factor meer hulp: Extra bewassing in verband met overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies, etc. |
Module Zorg voor minderjarige kinderen
3.1 Bij de modules wasverzorging, maaltijdverzorging, regie en zorg voor minderjarig kinderen wordt in de onderstaande tabellen per activiteit benoemd wat het persoonsgebonden budget bedraagt als de ondersteuning beroepsmatig wordt geboden:
Factor meer hulp: Thuiswonende kind(eren) jonger dan 16 jaar | |
Factor meer hulp: Extra bewassing in verband met overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies, etc. |
Module Zorg voor minderjarige kinderen
Artikel 2.4 Hoogte van persoonsgebonden budget voor vervoer, samenhangend met ondersteuning maatschappelijke deelname
Het persoonsgebonden budget voor vervoer, samenhangend met ondersteuning maatschappelijke deelname bedraagt:
Het persoonsgebonden budget voor vervoer, samenhangend met ondersteuning maatschappelijke deelname, bedraagt:
Artikel 2.6 Hoogte van persoonsgebonden budget voor beschermd wonen
* deze functies worden alleen vergoed bij overgangscliënten met CIZ ZZP GGZ-C indicatie. Het overgangsrecht geldt tot einde indicatiedatum of uiterlijk tot en met 31-12-2019.
Indien er sprake is van een wooninitiatief op initiatief van ouders dan kan de toeslag kleinschalig wonen worden toegekend. Deze toeslag wordt toegekend voor extra huisvestingskosten die noodzakelijk zijn om het wonen en de zorg binnen het wooninitiatief mogelijk te maken voor cliënten die hierop zijn aangewezen (op aangeven van ‘Centrale toegang opvang en beschermd wonen Twente’ / Cimot).
Artikel 2.7 Algemene bepaling - gewijzigde omstandigheden tijdens gebruiksduur
Indien de cliënt verhuist naar een andere gemeente of overlijdt, dient hij respectievelijk zijn nabestaande(n) binnen een redelijke termijn de restwaarde van de voorziening aan de gemeente terug te betalen. Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, reparatie en verzekering wordt verrekend met de nog niet verstreken termijn.
Indien de cliënt de met een persoonsgebonden budget aangeschafte voorziening binnen de gebruiksduur niet meer gebruikt, omdat deze niet meer passend is, wordt de restwaarde van deze voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget. De restwaarde van de voorziening wordt berekend volgens de afschrijvingsmethodiek zoals vermeld in lid 1. Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, reparatie en verzekering wordt verrekend met de nog niet verstreken termijn.
Artikel 3.1 Maatwerkvoorziening – kostprijzen
Factor meer hulp: Thuiswonende kind(eren) jonger dan 16 jaar | |
Factor meer hulp: Extra bewassing in verband met overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies, etc. |
Module Zorg voor minderjarige kinderen
b. In afwijking van sub a wordt voor bepaalde trapliften uitgegaan van de in de geldende raamovereenkomst vermelde tarieven voor herverstrekking.
Hoofdstuk 4 Ondersteuning gericht op het wonen
Artikel 4.1 Hoogte van het persoonsgebonden budget voor woonvoorziening, rolstoel of ander verplaatsingsmiddel
Artikel 4.2 Hoogte van het persoonsgebonden budget voor bepaalde trapliften
Het persoonsgebonden budget voor bepaalde trapliften bedraagt de in de geldende raamovereenkomst vermelde tarieven (voor herverstrekking).
Artikel 4.5 Aan voucher of persoonsgebonden budget voor woningaanpassing verbonden voorwaarden
Het college verleent slechts een voucher of een persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing indien:
Artikel 4.7 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting en huurderving
Artikel 4.8 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor onderhoud, keuring en reparatie
Alleen de werkelijk gemaakte kosten van onderhoud, keuring en reparatie aan de hieronder genoemde producten of onderdelen komen in aanmerking voor een voucher of persoonsgebonden budget:
Artikel 4.9 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget bij cara-sanering
De voucher of het persoonsgebonden budget voor woningsanering betreft uitsluitend de kosten die noodzakelijk zijn voor vervanging van vloerbedekking en/of gordijnen in verband met cara of allergische aandoeningen. De voucher of het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op de in lid 2 en lid 3 van dit artikel genoemde bedragen en afschrijvingspercentages.
Artikel 4.11 Afschrijftermijnen
Bij toepassing van artikel 9.5 lid 4 onder f van de verordening, gelden de afschrijftermijnen zoals vermeld in de nota ‘Beleid huurverhoging na woningverbetering’ van de Huurcommissie.
Artikel 4.12 Terugbetaling meerwaarde na aanbouw en uitbreiding aan de woning
De eigenaar van een woning, die krachtens de wet een voucher heeft ontvangen voor een aanbouw aan de woning, dient bij verkoop van de woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de aanbouw, deze verkoop te melden. Deze verplichting geldt ook voor de eigenaar die de woning door vererving heeft verkregen.
De meerwaarde is een percentage van de verkoopprijs van de woning, dat wordt afgeleid van twee taxaties door een onafhankelijk taxateur. Deze taxaties drukken de waarde van de woning uit zoals deze is direct voor en direct na het realiseren van de aanbouw. Het percentage wordt bepaald door het verschil tussen beide taxaties.
Hoofdstuk 5 Ondersteuning gericht op verplaatsen binnen de leefomgeving en sport
Artikel 5.3 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor aanpassing aan auto, gesloten buitenwagen of ander verplaatsingsmiddel
De hoogte van de voucher of het persoonsgebonden budget voor aanpassing van een auto, gesloten buitenwagen of ander verplaatsingsmiddel is gelijk aan het bedrag van een door het college goedgekeurde kostenbegroting.
Artikel 5.5 Gebruik van Regiotaxipas
Bij het collectief vervoer gelden de volgende voorwaarden: