Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende nadere regels omtrent subsidie Openstellingsbesluit Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven |
Citeertitel | Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Artikel 11 en de toelichting daarop vervalt met terugwerkende kracht tot 15 mei 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2017 | 29-10-2020 | artikel 11, toelichting | 14-08-2017 | 2017-000406 | |
18-05-2017 | 26-06-2017 | nieuwe regeling | 09-05-2017 | 2017-000406 |
Gepubliceerd te Arnhem
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning
P.G.G. Hilhorst - secretaris
Meer informatie
Provincieloket, telefoonnummer (026) 359 99 99, e-mailadres: post@gelderland.nl.
Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten op het gebied van de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4.1, onderdeel a van de Verordening.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Verordening bevat de aanvraag om een subsidie een kaart met een duidelijke begrenzing en oppervlakte van het projectgebied.
Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13 van de Verordening komen de kosten van de aankoop van gronden niet in aanmerking voor subsidie.
Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening de volgende selectiecriteria:
De haalbaarheid van het project.
De haalbaarheid van het projectplan tot opstellen van een verkavelingsplan zal beoordeeld worden door in samenhang de volgende aspecten te bezien:
De mate waarin er draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten, maar kan ook aangetoond worden met het al aanwezig zijn van een samenwerkingsintentie van de belangrijkste partijen of het aantonen van de betrokkenheid van met name de ondernemers en andere eigenaren/gebruikers wiens gronden deel uit maken van het te verkavelen plangebied;
De urgentie van het project, wat blijkt uit de mate waarin verbeteren van de verkaveling van landbouwbedrijven bijdraagt aan tijdige realisatie van (inter)nationale en provinciale doelen rondom water, natuur (N2000), Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), biodiversiteit, klimaatopgaven en landschap.
Artikel 9 Toepassing en weging van de selectiecriteria
Gedeputeerde Staten bepalen het aantal punten voor een aanvraag als volgt:
Er worden vier aspecten beschouwd waarop een aanvraag positief kan scoren en daarmee per aspect een punt kan behalen. De som van de behaalde punten bepaalt de totaalscore voor dit criterium. De drie aspecten zijn:
Het projectplan is opgesteld door een projectleider/bureau met voldoende ervaring; in het projectplan zijn voldoende eisen gesteld aan de kwaliteit van de nog aan te wijzen projectleider/kavelruilcoördinator, dan wel is aangegeven dat de aangewezen projectleider/kavelruil coördinator met betrekking tot de subsidiabele activiteiten over voldoende kwaliteit beschikt, kwaliteit houdt in voldoende aantoonbare expertise in de vorm van genoten opleiding en (meer dan vijf jaar) relevante ervaring in relatie tot de inhoud van het project;
Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden voorgelegd aan een adviescommissie als bedoeld in artikel 1.14 van de verordening.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven.
Bij de Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven
Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken, is een blijvende investering in de landbouwstructuur noodzakelijk. Door deze investeringen kan de efficiëntie van de sector worden verhoogd. Daarom zet de provincie met de POP3 regeling ‘Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ in op de ontwikkeling van een duurzame en concurrerende landbouw in Gelderland.
Voor de grondgebonden landbouw is een goede ruimtelijke structuur van de landbouwbedrijven een belangrijke voorwaarde. De provincie richt zich met de regeling op verbetering van de verkaveling (de omvang, ligging en de vorm van de kavels) door uitruil en de juiste aanpassingen van percelen.
Naast verbetering van de bedrijfsefficiëntie kan de kavelruil ook bij dragen aan de realisatie van inter(nationale) en provinciale doelen rondom water, Klimaat, Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), biodiversiteit, Natuur (Natura-2000), en in stand houden van het landschap
Alle projecten moeten voldoen aan de (inter)nationale wet- en regelgeving, zoals onder meer de voorwaarde dat project moet passen binnen vigerende bestemmingsplannen, waardoor negatieve effecten beperkt blijven. Een efficiëntere bedrijfsvoering kan leiden tot vermindering van de emissies. Dit heeft een direct positief effect op de kwaliteit van bodem, water en lucht. Het schoner worden van het leefmilieu, betere luchtkwaliteit, meer groen, minder geuremissies en minder verkeersbewegingen, heeft op zijn beurt weer indirecte positieve effecten op het woon- en leefklimaat.
De ‘Regeling investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ is een nadere invulling van de algemene bepalingen (hoofdstuk 1) uit de provinciale Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland. Aanvragen dienen ook te voldoen aan de criteria uit hoofdstuk 1.
Voor het provinciale beleidskader wordt verwezen naar de Omgevingsvisie van de Provincie Gelderland.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Ontwikkelingen in de landbouw raken in een stroomversnelling. Als gevolg van regelgeving door de overheid en het vervallen van de melkquotering wordt verwacht dat meer bedrijven hun activiteiten zullen beëindigen. Daardoor kan er meer beweging op de grondmarkt komen waardoor enerzijds kansen ontstaan voor bedrijven die zich verder ontwikkelen en anderzijds kan dat leiden tot verdere versnippering van de verkaveling.
Kavelruilprojecten zijn gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid en waterhuishouding. Ook kan een goede verkaveling het mogelijk maken dat er meer gebruik gemaakt wordt van beweiding (“Koeien in de wei”) in plaats van zomerstalvoedering. Het gaat daarbij om de volgende concrete kosten:
Dit zijn uitgaven gericht op verdere draagvlakontwikkeling, inhuur van kavelruilcoördinatoren en andere experts, faciliteren aankoop ruilgronden, opstellen en uitvoeren van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures, vacatiegelden voor gebiedscommissies, projectmanagement; kadaster- en notariskosten;
Dit zijn uitgaven voor graven en dempen van sloten, met elkaar verbinden van percelen, aanpassen van drainage, aanleg of verbetering van dammen en kavelpaden, aanpassen van het wegenstelsel, aanpassen van de waterhuishouding.
Voor de selectie van POP3 projecten wordt gewerkt met een tendersystematiek. Alle in de openstellingsperiode ingediende projecten worden gerangschikt aan de hand van tevoren bekend gemaakte selectiecriteria en de tevoren bekend gemaakte weging van die criteria. . Hierbij geldt dat alle te financieren projectvoorstellen de van tevoren bekend gemaakte minimale puntenscore moeten behalen. De best scorende projecten staan bovenaan en komen naar volgorde van plaatsing in aanmerking voor financiering binnen de beschikbare budgetruimte.
Artikel 8 Toepassing en weging van de selectiecriteria
Het maximale aantal te behalen punten voor kosteneffectiviteit uit artikel 9a bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 3.
Hierbij zijn de subsidiabele proces- en procedurekosten en de subsidiabele investeringen voor een betere bewerkbaarheid en bereikbaarheid omgeslagen per geruilde hectare, het uitgangspunt. De POP adviescommissie zal de ingediende aanvragen per tender tegen elkaar afwegen, waarbij gelet wordt op de hoogte van de kosten per hectare verkaveling. Het project waarbij de kosten per hectare het laagst liggen zal de hoogste score behalen binnen dit criterium. Deze bedragen zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Op deze wijze worden de aanvragen binnen dit criterium gerangschikt.
Het maximale aantal punten voor haalbaarheid uit artikel 9 b. bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 2. .
Het maximale aantal punten voor de mate van effectiviteit uit artikel 9c bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 2. Omdat verkaveling naast landbouwstructuurverbetering ook kan bijdragen aan de realisatie van andere (inter)nationale doelen, is zowel voor de mate van effectiviteit als voor urgentie gekozen om een wegingsfactor 2 toe te passen.
De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit:
de verbetering in verkavelingsstructuur die bereikt kan gaan worden, te meten door het verschil in ‘uitgangskwaliteit’ én te behalen ‘eindkwaliteit’ (van het gebied waar het ruilverkavelingsproces plaats zal gaan vinden. De effectiviteit van herverkaveling blijkt uit de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van de kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels.
Voor de berekening van de bijdrage aan het beleidsdoel landbouwstructuurverbetering dienen de volgende onderdelen ogenomen te worden in het projectplan:
Zowel voor de nul situatie als voor het beoordelen van de effectiviteit van de kavelruil dient de hierna genoemde klasse indeling mate van verkaveling te worden opgenomen.
Klasse indeling mate van verkaveling:
Het maximale aantal punten voor Urgentie uit artikel 9 d. bedraagt 4 punten met een wegingsfactor 2. Omdat verkaveling naast landbouwstructuurverbetering ook kan bijdragen aan de realisatie van andere (inter)nationale doelen, is zowel voor de mate van effectiviteit als voor urgentie gekozen om een wegingsfactor 2 toe te passen.
Hierbij gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden door de herverkaveling geïdentificeerd zijn als opgaven die op grond van het provinciale (sectorale of integrale) beleid noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is. Zo zijn er (inter)nationale doelstellingen die voor een bepaalde einddatum gerealiseerd dienen te zijn en waar de verbetering van de verkavelingsstructuur aan bijdraagt of noodzakelijk voor is.
De mate waarin de activiteit bijdraagt aan behoud van weidegang, verbetering van het milieu, de waterhuishouding, klimaat of natuur en landschap, blijkt uit de uit te voeren maatregelen die in het verkavelingsproject ten aanzien van deze doelen worden genomen. In het projectplan wordt beschreven welke positieve effecten er voor weidegang, milieu, waterhuishouding en landschap of natuur ontstaan door het herverkavelingsinstrument in te zetten. Relateer dit aan de relevante provinciale beleidsnota’s met betrekking tot de termijn waarop die maatregelen gerealiseerd dienen te worden.
Hiervoor is een beschrijving nodig van:
Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het doel van deze systematiek is om alle projecten onderling te vergelijken en de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt bereikt, de projecten met de lagere scores geen subsidie zullen ontvangen. Mocht het plafond niet worden bereikt dan worden alle projecten, die de minimumscore hebben behaald, gesubsidieerd. De systematiek van toekenning van punten aan selectiecriteria en de weging daarvan staat hieronder in tabelvorm weergegeven.
In de openstelling is precies aangegeven welke termijn voor de indiening van aanvragen wordt gehanteerd. De start- en einddatum worden hierbij strikt in acht genomen. Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld en in een bepaalde rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat door de adviescommissie aan het project is toegekend.