Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende Wmo- Beleidsregels Hulp in het huishouden Gemeente Deventer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende Wmo- Beleidsregels Hulp in het huishouden Gemeente Deventer
CiteertitelWmo- Beleidsregels Hulp in het huishouden Gemeente Deventer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel met betrekking tot bestaande klanten huishoudelijke hulp Wmo 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-2017nieuwe regeling

02-05-2017

gmb-2017-77184

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende Wmo- Beleidsregels Hulp in het huishouden Gemeente Deventer

Inleiding

De Wmo-beleidsregels en het Wmo-besluit vormen een nadere uitwerking van de Wmo-verordening 2015 en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en zijn hiermee onlosmakelijk verbonden.

 

In de Wmo 2015 staat onder andere dat een cliënt pas in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening wanneer hij niet voldoende zelfredzaam is of in staat tot participatie. In deze beleidsregels wordt nader beschreven wat onder hulp bij het huishouden wordt verstaan. De beleidsregels bieden een juridische en praktische ondersteuning om te bepalen wanneer een voorziening huishoudelijke hulp moet worden verleend.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

 

Op grond van de Wmo 2015 zijn gemeenten onder meer verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet in staat zijn zelfstandig een gestructureerd huishouden te voeren (artikel 1.1.1 Wmo 2015 en artikel 2.1.1 Wmo 2015).

 

In de Wmo 2015 is geen concrete definitie gegeven van een gestructureerd huishouden. Het voeren van een gestructureerd huishouden omvat in ieder geval de zorg voor:

  • het schoon en op orde houden van het huishouden;

  • het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding.

 

Het begrip hulp bij het huishouden in de Wmo 2015 is ruim. Niet alleen het resultaat schoonmaken wordt hieronder verstaan, maar ook andere resultaatgebieden. In deze beleidsregels worden onder het begrip hulp bij het huishouden de volgende vijf resultaatgebieden verstaan:

 

Maatwerk huishoudelijke ondersteuning (bouwsteen)

  • 1.

    Schoon en leefbaar huis.

  • 2.

    Beschikken over schoon linnen- en beddengoed en schone kleding.

  • 3.

    Het klaarzetten of bereiden van primaire levensbehoeften.

 

Regie op een gestructureerd huishouden (bouwsteen)

  • 1.

    Thuis zorgen voor kinderen onder 6 jaar.

  • 2.

    Organiseren van huishoudelijke taken.

 

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht, de Wmo-verordening en het Wmo-besluit.

Hoofdstuk 2 Doel van de ondersteuning

 

Het streven is om de cliënt op het niveau van participatie en zelfredzaamheid te brengen dat bij zijn situatie past. Daarbij zijn vooral van belang de situatie van de cliënt voordat hij getroffen werd door zijn beperkingen, evenals de situatie van personen in vergelijkbare omstandigheden en in dezelfde leeftijdscategorie die geen beperkingen hebben.

 

Aanvaardbaar wil aan de andere kant zeggen, dat de cliënt zich er soms bij neer moet leggen dat er belemmeringen blijven, of dat hij zich enige beperkingen zal moeten getroosten. De compensatie beperkt zich in die zin tot wat noodzakelijk is in het licht van zelfredzaamheid en participatie, en breidt zich niet uit tot wat de persoon noodzakelijk vindt in het kader van smaak, of betekent niet per definitie dat hij bijvoorbeeld alle hobby’s moet kunnen praktiseren die hij voorheen uitoefende.

 

Het doel van de ondersteuning is dat de cliënt kan participeren en zo veel mogelijk zelfredzaam is. Daarbij moet het huishouden geen obstakel zijn.

Hoofdstuk 3 Afwegingskader

 

Hulp bij het huishouden als maatwerkvoorziening wordt alleen geboden wanneer er geen andere oplossingen zijn die problemen op dit leefgebied kunnen oplossen. Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Onderzocht wordt of de cliënt op eigen kracht of met hulp van zijn of haar netwerk het gewenste resultaat kan bereiken. Er wordt ook gekeken of er algemeen gebruikelijke voorzieningen, voorliggende, algemene of marktvoorzieningen zijn die tot het resultaat kunnen leiden. Pas als dat niet of onvoldoende het geval is, zal onderzocht worden in welke mate het gemeentelijk aanbod in ondersteuning kan voorzien.

 

In de navolgende tekst staat beschreven welke elementen tijdens het gesprek in ieder geval worden afgewogen. Activiteiten die door de cliënt zelf kunnen worden uitgevoerd behoren tot de eigen verantwoordelijkheid. In de dagelijkse praktijk kan dit ook betekenen dat een deel van het huishouden door de cliënt wordt uitgevoerd en voor een ander deel ondersteuning wordt geboden.

Een andere vorm van het benutten van eigen mogelijkheden is het verlenen van medewerking aan een zo efficiënt mogelijke ondersteuning. Dit betekent dat van de cliënt mag worden verwacht dat hiermee rekening wordt gehouden bij de inrichting van de woning en planning van huishoudelijke werkzaamheden. Te denken valt aan het zo mogelijk voorbereiden van de was en het ergonomisch verantwoord inrichten van de woning.

 

Was men al gewend om voor eigen rekening huishoudelijke hulp in te huren, dan is het enkele feit dat er zich beperkingen voordoen geen reden om een beroep te doen op gemeentelijke ondersteuning.

Wel moet worden meegewogen of door het ontstaan van beperkingen financiële mogelijkheden wegvallen of de ondersteuning door de ‘gebruikelijk aanwezige’ schoonmaak niet meer toereikend is.

 

Ook als gebruikelijke hulp aanwezig is, biedt het college geen of minder ondersteuning bij het schoonhouden of organiseren van het huishouden. In de afzonderlijke ‘Wmo beleidsregels gebruikelijke hulp’ (zie hoofdstuk 3) is een juridische en praktische uitwerking gemaakt om onderscheid te maken tussen gebruikelijke hulp en bovengebruikelijke hulp waarvoor de gemeente een voorziening moet verlenen, wanneer er geen sprake is van mantelzorg. Kortheidshalve wordt naar deze Beleidsregels (boven)gebruikelijke hulp verwezen.

 

Er zijn voorzieningen in de handel die niet speciaal bedoeld zijn voor personen met een beperking maar die wel (deels) kunnen voorzien in het realiseren van het resultaat schoon huis. Deze voorzieningen behoren tot het normale uitgavenpatroon voor personen met of zonder beperking. We noemen dit algemeen gebruikelijke voorzieningen. Als het probleem met inzet van algemeen gebruikelijke voorzieningen kan worden opgelost en deze voorziening in het individuele geval ook daadwerkelijk beschikbaar is voor een cliënt, biedt het college geen of minder ondersteuning bij het schoon houden van het huis. Tot deze voorzieningen behoort in ieder geval een wasmachine.

 

Voorliggende voorzieningen zijn voorzieningen die beschikbaar zijn voor een burger op basis van andere wetten dan de Wmo 2015. Zo wordt vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) ook huishoudelijke hulp geboden. Op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) is er

o.a. kinderopvang of buitenschoolse opvang geregeld, waar mensen gebruik van kunnen maken. Daarnaast kennen we nog collectieve voorzieningen, dit zijn voorzieningen die voor een aangewezen groep mensen beschikbaar zijn, bijvoorbeeld bewoners van een serviceflat of bewoners van een bepaald appartementen complex. Diensten die verleend worden kunnen bijvoorbeeld zijn: ramen zemen, gebruik van wasserette, boodschappenservice etc.

 

Verder wordt afgewogen of de ondersteuning (deels) door de inzet van algemene voorzieningen kan worden geboden. Het gaat hierbij om initiatieven die algemeen of voor brede doelgroepen toegankelijk zijn. Het gaat zowel om particuliere als gesubsidieerde (markt)initiatieven. Voorwaarde is dat een dergelijke voorziening feitelijk toegankelijk is. Hiermee wordt bedoeld dat de voorziening redelijkerwijs door de cliënt kan worden bekostigd en er daadwerkelijk geschikte hulp geleverd kan worden onder redelijke voorwaarden. Daarnaast moet er tussen de gemeente en de aanbieder van de algemene voorziening een juridische relatie bestaan (subsidie/contract/aanbesteding).

 

Als dat laatste niet het geval is maakt de cliënt gebruik van een gewone marktvoorziening binnen zijn “eigen kracht”. Voorbeelden van algemene voorzieningen/marktvoorzieningen zijn bijvoorbeeld de was- service, de boodschappen- service en het eten van de maaltijd op een ontmoetingsplek.

 

Tenslotte zal (meer) gebruik worden gemaakt van de expertise van ergotherapeuten. Ergotherapie kan door het geven van adviezen bijdragen aan het eenvoudiger en draaglijker maken van dagelijkse activiteiten. Hierdoor kan de zelfredzaamheid van de cliënt worden verbeterd en de cliënt in staat worden gesteld zijn of haar participatiedoelen te bereiken.

Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorziening hulp in het huishouden ondersteuning

 

Gemeentelijke ondersteuning bij het voeren van een schoon en leefbaar huis, neemt de verantwoordelijkheid van de cliënt niet over, maar helpt de cliënt op weg om het resultaat te behalen. Het resultaat van de ondersteuning is dat de cliënt beschikt over een schoon en leefbaar huis. Dit betekent dat men gebruik moet kunnen maken van een schone woonkamer, als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimtes, de keuken, sanitaire ruimtes en de gang/ trap. De genoemde ruimtes dienen met enige regelmaat schoongemaakt te worden. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle vertrekken wekelijks schoongemaakt moeten worden. Het betekent dat het huis niet vervuilt en periodiek schoon wordt gemaakt om zo een algemeen aanvaard basisniveau van schoon te realiseren.

 

Als ondersteuning door het college bij het schoon houden van het huis noodzakelijk blijkt, wordt een maatwerkvoorziening toegekend. Deze maatwerkvoorziening heet ‘Schoon Huis’. Deze maatwerkvoorziening bestaat in principe uit basisuren die, als dat noodzakelijk is, aangevuld worden met extra uren.

Hoofdstuk 5 Schoon Huis

 

Het huis dient zodanig schoon te zijn dat het niet vervuilt en zo een algemeen aanvaard basisniveau van schoon houden wordt gerealiseerd op basis van een gemiddeld huishouden. Uit objectief,

onafhankelijk onderzoek 1 is gebleken dat 105 uur op jaarbasis nodig is om het resultaat ‘Schoon Huis’ te behalen.

 

De normering roept spanning op met de wens om individueel maatwerk te bieden om juist niet uit te gaan van een vastgestelde norm. Een dergelijk spanningsveld wordt weggenomen als de norm ondersteunend is aan, maar niet leidend is voor het beoordelingsproces in het gesprek tussen gemeente en cliënt. Met andere woorden: als het wordt gebruikt als vertrekpunt voor het gesprek. Het soort en de omvang van de ondersteuning blijft namelijk te allen tijde afhankelijk van de individuele situatie van de cliënt (maatwerk).

 

De basisuren worden in principe toegekend als uit het onderzoek is gebleken dat ondersteuning bij het huishouden noodzakelijk is. Met de basisuren kan het huis schoon gehouden worden op het door de gemeente gedefinieerde niveau van schoon. De basisuren richten zich op het uitvoeren van het lichte en zware schoonmaakwerk. Denk aan het afnemen van stof, stofzuigen, reinigen van ramen, vloeren en sanitair en bedden verschonen. Via de basisuren krijgt de cliënt de beschikking over 105 uren ondersteuning per jaar, die naar eigen inzicht ingezet kunnen worden voor het realiseren van het resultaat ‘Schoon Huis’. De cliënt stemt zelf met de door hem gekozen aanbieder af met welke taken en met welke frequentie dit wordt ingevuld.

 

De vaststelling van het noodzakelijk aantal uren vindt plaats in een individuele weging en wordt afgestemd op de individuele situatie (maatwerk). Dat kan ook betekenen dat de client met minder dan 105 basisuren kan volstaan omdat bijvoorbeeld een beroep wordt gedaan op (een deel van hun) ‘eigen kracht’ of sociale netwerk.2

 

Natuurlijk is het ook denkbaar dat de basisnorm onvoldoende is vanwege bijzondere (medische) omstandigheden van de cliënt. In dat geval is het mogelijk aanvullende uren te krijgen. Zie hiervoor hoofdstuk 6.

 

Voor alle resultaten geldt dat de cliënt de ondersteuning/indicatie krijgt in uren per week of bij een tijdelijke toekenning het aantal uren naar rato.

Hoofdstuk 6 Aanvullende uren op maat

 

Wanneer als gevolg van objectiveerbare (medische) beperkingen cliënten onvoldoende ondersteund worden door de basisuren bij het realiseren van een schoon huis of als er een ander noodzakelijk resultaat behaald moet worden, kunnen er aanvullende uren ingezet worden. Via een zorgvuldig, individueel onderzoek wordt bepaald of de cliënt aanvullende uren nodig heeft.

 

In dit onderzoek wordt gekeken of via de eigen mogelijkheden, de algemene en voorliggende voorzieningen in combinatie met een eventuele inzet van de basisuren voor een schoon huis voldoende oplossing wordt geboden. De grootte van het huis(houden) is, in het algemeen, geen aanleiding om aanvullende uren toe te kennen. Ook de aanwezigheid van dieren (uitgezonderd hulphonden e.d.) zijn in het algemeen geen aanleiding voor het toekennen van aanvullende uren. De gevolgen hiervan op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor behoort, in de eerste plaats, tot de eigen verantwoordelijkheid van de client. Het onderhoud van de tuin wordt eveneens niet tot het huishouden gerekend. Dat geldt ook voor het wassen van de auto en het schoonmaken van de stoep. Ook ruimten die niet of nauwelijks worden gebruikt worden niet meegenomen in de beoordeling.

 

We onderscheiden twee vormen van aanvullende uren:

  • 1.

    aanvullende uren Schoon Huis (zie hoofdstuk 7),

  • 2.

    aanvullende uren regie op een gestructureerd huishouden (zie hoofdstuk 8).

 

 

Hoofdstuk 7 Aanvullende uren Schoon Huis

 

De volgende resultaten vallen onder de aanvullende uren van een Schoon Huis:

 

7.1 Een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren

Deze aanvullende uren kunnen ingezet worden als cliënt vanwege geobjectiveerde medische/fysieke belemmeringen onvoldoende resultaat kan bereiken met het slim inzetten van de basisuren die beschikbaar zijn voor het realiseren van een schoon huis, maar inhoudelijk geen ander resultaat behaald moet worden. Aanleiding voor de inzet van deze aanvullende uren kan zijn ernstige fysieke beperkingen waardoor betrokkene geen mogelijkheden heeft zelf enige huishoudelijke werkzaamheden te verrichten. Ook kan er sprake zijn van medische beperkingen waardoor een meer dan gebruikelijke hygiëne noodzakelijk is, of medische/fysieke beperkingen die leiden tot een snellere vervuiling van het huis. De extra noodzakelijke schoonmaak dient een medische/fysieke oorzaak te hebben, welke aantoonbaar is.

 

Daarnaast kan de aanwezigheid van kinderen onder de 13 jaar leiden tot een snellere vervuiling van het huis. Deze extra vervuiling dient door de ouders in redelijkheid tot het noodzakelijke beperkt te worden, maar kan aanleiding zijn aanvullende uren op maat toe te kennen. Voor het hanteren van de leeftijdsgrens van 13 jaar is aansluiting gezocht bij het Protocol voor huishoudelijke hulp van het CIZ uit 2006 3 . Door middel van een zorgvuldig onderzoek wordt bekeken of de medische/fysieke beperking van de cliënt leidt tot de noodzaak voor het realiseren van een hoger niveau van hygiëne of een intensievere ondersteuning bij het schoonmaken. Ook wordt bekeken of er andere noodzakelijke factoren zijn die buiten de beïnvloedingsfeer van de cliënt liggen en meegewogen moeten worden.

Ook hier geldt dat eerst wordt onderzocht of de cliënt via de eigen mogelijkheden, het eigen netwerk en de eigen kracht in combinatie met de basisuren in staat is (een deel van) het noodzakelijke hoger niveau van hygiëne of schoonmaken te realiseren.

 

7.2 Beschikken over schoon linnen- en beddengoed en schone kleding

Ondersteuning ten behoeve van dit resultaat wordt geboden als de cliënt een belemmering heeft bij het op orde en schoon houden van het linnen- en/of beddengoed en kleding. Het doel van dit resultaat is de beschikking hebben over schoon linnen- en beddengoed en/of over schone kleding. De verzorging van de was zoals bedoeld binnen dit resultaatgebied omvat het machinaal wassen, laten drogen en opvouwen van kleding en linnen- en beddengoed. Verwacht mag worden dat de cliënt beschikt over een wasmachine.

 

Als die er niet is, behoort het realiseren van een wasmachine tot de verantwoordelijkheid van de cliënt. Daarnaast wordt van de cliënt verwacht dat de reikwijdte van de ondersteuning tot een minimum wordt beperkt door bijvoorbeeld de aanschaf van een wasdroger of kleding die niet gestreken hoeft te worden. Van betrokkene wordt tevens verwacht dat hij/zij redelijkerwijs al het mogelijke heeft gedaan om het ontstaan van extra zware was te beperken. Bijvoorbeeld door het gebruik van incontinentiemateriaal of anti-allergieproducten.

 

Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Er wordt binnen dit resultaatgebied gekeken naar wat de cliënt zelf nog kan en in welke mate het sociaal netwerk ondersteuning kan bieden. Daarbij kan gedacht worden aan de vraag of de cliënt met behulp van de mensen om hem of haar heen kan zorgen voor schone en draagbare kleding. Is er bijvoorbeeld een familielid of zijn buren bereid de was wekelijks te doen? Zijn er algemene of voorliggende voorzieningen aanwezig die tot het gewenste resultaat kunnen leiden? Als er bijvoorbeeld door de inzet van een was- service het gewenste resultaat behaald kan worden hoeft de gemeente hierin niet te ondersteunen. Als het noodzakelijke resultaat desondanks niet wordt behaald kan het nodig zijn aanvullende uren op maat te verstrekken.

 

7.3 Het klaarzetten of bereiden van primaire levensbehoeften

Onder maaltijdverzorging wordt verstaan het verzorgen van de broodmaaltijd, koffie en thee zetten en de warme maaltijd opwarmen. Het uitgangspunt voor het te behalen resultaat is dat indien nodig 1 keer per dag de broodmaaltijd wordt bereid en klaargezet en 1 keer per dag een warme maaltijd wordt opgewarmd en/of klaargezet.

 

Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Is er een huisgenoot aanwezig die in staat is de maaltijd klaar te zetten of op te warmen? Is bijvoorbeeld een kind of één van de buren in staat een maaltijd klaar te zetten of op te warmen? Ook wordt er in het onderzoek gekeken of voorliggende voorzieningen zoals kant en klaar maaltijden van de supermarkt, mee-eten bij een verzorgingshuis, maaltijdbezorging aan huis etc. oplossingen bieden. Daarbij dient ook betrokken te worden of de persoon aanspraak kan maken op ondersteuning via de zorgverzekering. Indien een persoon niet (meer) in staat is zelf of met hulp van de omgeving maaltijden te verzorgen en voorliggende voorzieningen niet of onvoldoende tot de noodzakelijke oplossing leiden, kan ondersteuning door de gemeente worden verstrekt.

Hoofdstuk 8 Gestructureerd huishouden

 

De volgende resultaten vallen onder aanvullende uren regie op een gestructureerd huishouden:

 

8.1 Thuis zorgen voor kinderen onder 6 jaar

Het zorgen voor kinderen is een taak van ouder en/of verzorgers. Dat geldt ook voor ouders die door beperkingen niet in staat zijn hun kinderen te verzorgen. Elke ouder is zelf verantwoordelijk voor de opvang en (het organiseren van de noodzakelijke) verzorging van zijn of haar kinderen. Uitgangspunt is hierbij dat bij uitval van een van de ouders de andere ouder deze zorg of zijn aandeel in de zorg daar waar mogelijk overneemt. Het college ondersteunt alleen als ouders door acuut ontstane problemen een oplossing nodig hebben voor kinderen tot en met de leeftijd van 5 jaar. De ondersteuning is dus per definitie tijdelijk, in afwachting van een definitieve oplossing.

 

Een indicatie wordt afgegeven met een maximale duur van 3 maanden om ouder(s) of verzorger(s) de mogelijkheid te bieden in een oplossing te voorzien. Van ouders mag worden verwacht dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om die oplossing zo snel mogelijk te vinden. Daarbij dient ook betrokken te worden of de cliënt aanspraak kan maken op ondersteuning via zijn/haar zorgverzekering.

 

Individuele ondersteuning voor structurele opvang van kinderen is niet mogelijk binnen de Wmo. De zorg voor kinderen omvat het wassen, douchen, aankleden, verschonen van luiers en het voeden van baby's. Het passen op kinderen valt niet onder dit resultaat. Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Zijn er algemene, collectieve/markt- of voorliggende voorzieningen aanwezig die tot het gewenste resultaat kunnen leiden? Of kan de cliënt op eigen kracht, of met behulp van de mensen om hem heen zorgen voor de kinderen?

 

8.2 Organiseren van huishoudelijke taken

Ondersteuning bij het organiseren van huishoudelijke taken wordt ingezet wanneer de cliënt niet tot zelfregie en planning van de werkzaamheden in staat is. Behalve dat er huishoudelijke taken moeten worden overgenomen heeft de hulp aansturende en regietaken. Daarbij geldt voor de hulp een extra verantwoordelijkheid bij het signaleren van ongewenste situaties of toenemende kwetsbaarheid bij de cliënt. Ook kan ondersteuning bestaan uit het helpen handhaven, verkrijgen of herkrijgen van structuur in het huishouden. Het doel van het voeren van de regie over het huishouden is het schoonhouden van het huis, maar ook het ondersteunen bij het organiseren van het huishouden. Het overnemen van de regie over het huishouden kan noodzakelijk zijn als in redelijkheid niet meer van de cliënt verwacht kan worden dat hij zelfstandig beslissingen neemt (bijv. een terminale situatie) of als disfunctioneren dreigt. Dat kan zich uiten in vervuiling (van de woning of van kleding), verwaarlozing (eten en drinken) of ontreddering van zichzelf of van afhankelijke huisgenoten waardoor het functioneren in huis maar ook buitenshuis belemmerd wordt. De hulp dient bij het uitoefenen van de ondersteuning zoveel mogelijk de cliënt te betrekken bij het maken van keuzes.

Daarbij dient aangesloten te worden bij de capaciteiten, intellectuele vaardigheden en leervermogen van de cliënt. Bij een deel van deze groep zal geen sprake zijn van ontwikkelvermogen, eerder van afnemende zelfredzaamheid. Bewaken of het nog verantwoord is dat de cliënt zelfstandig woont, is daarom onderdeel van het resultaatgebied (signaleren en doorgeven aan de gemeente).

 

De zorgaanbieder is verantwoordelijk (ook bij een combinatie van uren huishoudelijk ondersteuning en uren Regie op een gestructureerd huishouden) om dit bij de desbetreffende cliënten te organiseren en uit te voeren.

Hoofdstuk 9 Omvang, vorm en normering aanvullende uren

 

De vaststelling van het noodzakelijk aantal uren vindt plaats in een individuele weging en wordt afgestemd op de individuele situatie. De uren worden op maat toegekend en zijn altijd aanvullend op de basisuren: Schoon Huis. De cliënt krijgt de ondersteuning verstrekt in uren per 4 weken. Voor het individueel vaststellen van de benodigde uren wordt gebruik gemaakt van de tabel: Normering huishoudelijke taken (bijlage1). Deze is gebaseerd op het Protocol voor huishoudelijke hulp van het CIZ uit 2006. Deze tabel geldt als richtlijn. De aard van de ondersteuning, frequentie en intensiteit wordt afgestemd op het minimaal te behalen noodzakelijke resultaat. Hierbij is het uitgangspunt dat de ondersteuning via de goedkoopste en meest efficiënte wijze vorm krijgt.

Bijlage 1 Schema opbouw maatwerkvoorziening schoon huis

In schema ziet de opbouwvan de maatwerkvoorziening ‘Schoon Huis’er als volgt uit:

 

Bijlage 2 Richtlijnen individuele weging aanvullende uren

Richtlijn 1: Individuele weging aanvullende uren ‘Schoon Huis’ 

Resultaat

Taken

Het gaat om een niet limitatieve lijst4

Norm

De aanwezigheid van meerdere aandoeningen leidt niet (automatisch) tot

een cumulatie aan uren. Deze is een richtlijn, de afweging wordt individueel gemaakt.

Een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren

Extra lichte en zware taken uitvoeren of extra bewassing van linnen- en beddengoed bij:

  • Medische geobjectiveerde allergieën voor huisstofmijt/ ernstige klachten t.g.v. COPD problematiek;

  • hogere vervuilingsgraad door gebruik noodzakelijke hulpmiddelen;

  • bedlegerige patiënten;

  • extra bewassing of schoonmaak i.v.m. incontinentie, overmatige transpiratie, s

  • peekselverlies, spugen;

  • extra schoonmaak i.v.m. ernstige beperkingen in gebruik van armen en handen.

Op basis van 30 minuten per week is de richttijd 26 uur per jaar

Beschikken over schoon beddengoed en schone kleding

  • Kleding wassen en centrifugeren in wasmachine;

  • Deze drogen in droogmachine of ophangen;

  • Vouwen en opbergen;

  • Indien noodzakelijk strijken

  • Op basis van 30 minuten per week bij een eenpersoonshuishouding, is de richttijd 26 uur per jaar

  • Op basis van 45 minuten per week bij een meerpersoonshuishouden is de richttijd 39 uur per jaar).

Het klaarzetten of bereiden van maaltijden

  • Broodmaaltijd bereiden en klaarzetten;

  • Koffie/ thee zetten;

  • Warme maaltijd opwarmen

Uitgaande van 30 minuten per dag, 5 dagen in de week, is de richttijd 130 uur per jaar).

 

4 Een limitatieve of uitputtende opsomming is een opsomming waarop geen uitbreiding mogelijk is.

 

Richtlijn 2: Individuele weging aanvullende uren ‘Regie op een gestructureerd huishouden’

 

Resultaat

Taken

Het gaat om een niet limitatieve lijst

Norm

  • De aanwezigheid van meerdere aandoeningen leidt niet (automatisch) tot een cumulatie aan uren.

  • Deze norm is een richtlijn, de afweging wordt individueel gemaakt.

(Samen met client) organiseren van huishoudelijke taken

  • Opslaan en beheer levensmiddelen;

  • Organisatie huishoudelijke activiteiten;

  • Helpen handhaven, verkrijgen of herkrijgen van structuur in het huishouden;

  • Signalerende, aansturende en regie taken.

Op basis van 30 minuten per week is de richttijd 26 uur per jaar).

Thuis zorgen voor kinderen onder de 6 jaar

  • Helpen/ ondersteunen bij de persoonlijke verzorging van de kinderen (bijv. tandenpoetsen, aan/ uit kleden, wassen, luier verschonen);

  • Hulp bij eten en/ of drinken bij baby’s en kinderen;

  • Broodmaaltijd bereiden/ warme maaltijd opwarmen/ flesje melk bereiden voor baby.

Uitgaande van 40 uur per week, is de maximale normtijd 160 uur per 4 weken.

(Indicatie kan maximaal afgegeven worden voor 12 weken).

 

Bijlage 3 Richtlijn normering regie gestructureerd huishouden

A Normering activiteiten ten behoeve van de verzorging van kinderen.  

Deze normtijden worden gebruikt bij het berekenen van de totale benodigde tijd voor de activiteiten met betrekking tot kinderen. Hiervoorwordt de normtijdvermenigvuldigd met het aantal keer per dag en het aantal keer per week. Dit levert dan de totaaltijd op van de activiteiten met betrekking tot kinderen.

 

Activiteit

Uren

 

 

Naar bed brengen

10 min per keer per kind

Uit bed halen

10 min per keer per kind

Wassen en kleden

30 min per dag per kind

Eten en/of drinken geven

20 min per maaltijd

Babyvoeding (flesje/potje)

10 min per keer per kind

Naar school/crèche brengen/halen

15 min per keer per gezin (halen en brengen per voet)

 

Het is hierbij mogelijk om taken te combineren. Als kinderen op hetzelfde tijdstipnaar bed gaan, telt dat voor 1 keer en niet per kind. De frequentie is gerelateerd aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind.

 

B Dagelijkse organisatie van het huishouden.  

 

Activiteit

Uren

 

 

administratieve werkzaamheden t.b.v. klant

 

organisatie huishoudelijke activiteiten

 

plannen en beheren van middelen

m.b.t. het huishouden

 

 

Totaal 30 min p.w

 

Factoren meer/minder werk:

  • -

    Communicatieproblemen;

  • -

    Aantal huisgenoten, vooral kinderen < 16;

  • -

    (psychosociale) problematiek bij meerdere gezinsleden.

 

Bijlage 4 Individuele afweging “minder” uren schoon huis

 


1

Eindrapportage Empirisch onderzoek Normering van de basisvoorziening ‘Schoon Huis’ uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM d.d. 12 augustus 2016. Tevens is de benodigde tijd per schoonmaakactiviteit berekend aan de hand van tijdsmetingen.

2

Zie bijlage 4.

3

Zie pagina 10 van het Protocol voor huishoudelijke hulp van het CIZ uit 2006.