Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Flevoland

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende Openstelling POP3 maatregel Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFlevoland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende Openstelling POP3 maatregel Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap
CiteertitelOpenstelling POP3 maatregel Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Flevoland/389957/389957_4.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-03-201709-06-2017nieuwe regeling

21-03-2017

prb-2017-1372

2046088

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende Openstelling POP3 maatregel Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 21 maart 2017 onder nummer 2038074 het volgende besluit hebben genomen:

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende Openstelling POP3 maatregel Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland

 

Overwegende dat:

 

Het wenselijk is dat landbouwers; grondeigenaren; grondgebruikers; landbouworganisaties; natuur- en landschapsorganisaties; provincies; waterschappen; gemeenten en samenwerkingsverbanden van voorgenoemde partijen kunnen investeren voor biodiversiteit, natuur en landschap in Flevoland;

 

Zij gebruik willen maken van de mogelijkheid die artikel 1.3 van de Subsidieverordening POP3 Flevoland biedt om een openstellingsperiode, een subsidieplafond en nadere regels vast te stellen;

 

Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020.

 

Besluiten:

Artikel 1. Openstellingsperiode

Open te stellen: Hoofdstuk 2 Maatregelen §5 ‘Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap’ van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020 – verder te noemen de uitvoeringsregeling – voor de periode van 18 april 2017 tot en met 9 juni 2017 voor het indienen van aanvragen.

Artikel 2. Subsidieplafond

 

Het subsidieplafond voor de in artikel 1 genoemde periode bedraagt € 2.000.000,- bestaande uit 50% ELFPO middelen en 50% provinciale cofinanciering.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor niet productieve hydrologische maatregelen en niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor natuur, landschap, biodiversiteit.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor niet productieve hydrologische maatregelen en niet-productieve investeringen als bedoeld in het eerste lid, wanneer daarbij sprake is van een aangetoonde directe link met de landbouw.

Artikel 4. Begunstigde

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    landbouwers;

  • b.

    grondeigenaren;

  • c.

    grondgebruikers;

  • d.

    landbouworganisaties;

  • e.

    natuur- en landschapsorganisaties;

  • f.

    provincies;

  • g.

    waterschappen;

  • h.

    gemeenten;

  • i.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

  • 1.

    Kosten zijn slechts subsidiabel indien zij gemaakt zijn nadat de aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid komen voorbereidingskosten ook voor subsidie in aanmerking indien zij gemaakt zijn binnen één jaar voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 3.

    De voorbereidingskosten kunnen uitsluitend bestaan uit

    • a)

      kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs;

    • b)

      kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

    • c)

      kosten van haalbaarheidsstudies;

    • d)

      personeelskosten of inbreng eigen arbeid, voor zover de kosten betrekking hebben op werkzaamheden zoals bedoeld onder de leden a), b) en c) van dit artikel.

  • 4.

    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      De kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

    • b.

      De kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • c.

      De kosten van tweedehands installaties tot maximaal de marktwaarde;

    • d.

      De kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

    • e.

      De kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

    • f.

      De kosten van haalbaarheidsstudies;

    • g.

      Niet verrekenbare of niet compensabele BTW;

    • h.

      Personeelskosten.

Artikel 6. Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. Geen subsidie wordt verleend indien de na de beoordeling berekende subsidie lager is dan € 20.000,-. De te verlenen subsidie bedraagt maximaal € 200.000,-.

Artikel 7. Selectiecriteria

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling POP3 subsidies de volgende criteria:

  • 1.

    Kosteneffectiviteit

    Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op/ de mate waarin de doelstelling(en) van het vigerende Flevolands beleid in de openstelling worden behaald.

     

    Score

    1 punt: de totale subsidiabele kosten zijn zeer hoog ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

    2 punten: de totale subsidiabele kosten zijn hoog ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

    3 punten: de totale subsidiabele kosten zijn redelijk ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

    4 punten: de totale subsidiabele kosten zijn zeer redelijk ten opzichte van het effect op de doelstelling(en) van de openstelling.

     

  • 2.

    Mate van effectiviteit van de activiteit

    De effectiviteit van de activiteit is afhankelijk van de te bereiken, in het openstellingsbesluit gespecificeerde, doelstelling(en) in een gebied en de mate waarin de activiteit beoogt aan het bereiken van die doelstelling(en) bij te dragen.

     

    Score:

    1 punt: Resultaten van het project dragen matig bij aan de doelstellingen

    2 punten: Resultaten van het project dragen voldoende bij aan de doelstellingen

    3 punten: Resultaten van het project dragen goed bij aan de doelstellingen

    4 punten: Resultaten van het project dragen zeer goed bij aan de doelstellingen.

     

  • 3.

    Kans op succes

    Of een project haalbaar is, kan worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van het projectplan en is mede afhankelijk van de concrete situatie/omstandigheden waar het project plaats zal vinden.

    Er wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten

    • -

      de in het plan opgenomen vereiste kwaliteit (deskundigheid, ervaring) van de projectleider,

    • -

      hoe realistisch is het plan (mate waarin het project al is voorbereid – bijvoorbeeld grond reeds is verworven en natschade is geregeld / snel in uitvoering kan worden genomen),

    • -

      zijn relevante partijen in voldoende mate bij de uitvoering van het plan betrokken / is voldoende aannemelijk dat rechthebbenden mee zullen werken,

    • -

      kent het project een realistische planning, opzet en begroting.

  • Score

    1 punt bij onvoldoende score op genoemde aspecten

    2 punten bij redelijke score op genoemde aspecten

    3 punten bij een goede score op genoemde aspecten

    4 punten bij een zeer goede score genoemde aspecten.

Artikel 8. De puntensystematiek

  • 1.

    Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.5.5 van de Uitvoeringsregeling de volgende wegingsfactoren:

    • a.

      voor het criterium kosteneffectiviteit genoemd in artikel 7 is de wegingsfactor 2;

    • b.

      voor het criterium mate van effectiviteit van de activiteit in artikel 7 is de wegingsfactor 3;

    • c.

      voor het criterium kans op succes genoemd in artikel 7 is de wegingsfactor 2;

Artikel 9. Adviescommissie

Gedeputeerde Staten stellen voor de rangschikking van de subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling een adviescommissie in als bedoeld in artikel 1.14 van de Uitvoeringsregeling POP3 Flevoland.

Artikel 10. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Uitvoeringsregeling POP3 Flevoland wordt subsidie geweigerd als het gewogen aantal behaalde punten, zoals berekend op basis van artikel 8, lager is dan 16.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin hij wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 21 maart 2017.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter,

Toelichting

 

De maatregel ‘niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap’ uit het POP3 2014-2020 Flevoland wordt opengesteld.

 

Met deze openstelling kunnen partijen subsidie aanvragen om te investeren in biodiversiteit, natuur en landschap in Flevoland.

 

De te verlenen subsidie bedraagt maximaal € 200.000,- en minimaal € 20.000,-. Het subsidiepercentage voor deze openstelling bedraag 100%.

 

De openstellingsperiode loopt van 18 april 2017 tot en met 9 juni 2017. In deze periode kunnen aanvragen worden ingediend. De behandeling van de subsidieaanvragen loopt via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl). Uiterlijk 22 weken na sluiting van de openstelling worden de beschikkingen afgegeven.

 

De openstelling volgt vigerend Flevolands beleid. Deze is te vinden op:

www.flevoland.nl/loket/provinciaal-omgevingsplan-Flevoland-2006

www.flevoland.nl/loket/kaarten/Natuurbeheerplan-Flevoland

 

Deze maatregel is gericht op niet-productieve investeringen voor herstel - en inrichtingsmaatregelen voor natuur, landschap en biodiversiteit. Niet productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouw- of bosbouwbedrijf tot gevolg hebben. Daarbij wordt gedacht aan inrichtingsmaatregelen voor specifieke soorten, aanleg en inrichting van landschapselementen zoals bijvoorbeeld houtwallen, singels en poelen, inrichting van weidevogelkerngebieden, inrichtingsmaatregelen voor hydrologische maatregelen en daarvoor noodzakelijke ICT- of technische voorzieningen.

 

Door synergie te zoeken met andere gebiedsopgaven, daarbij allianties te zoeken met andere gebiedspartijen en de inzet van innovatieve technieken kunnen de verdroogde gebieden herstellen en kan worden voldaan aan de Europese biodiversiteitverplichtingen. De niet productieve investeringen kunnen complementair zijn aan het agrarisch natuurbeheer. Zo kunnen bepaalde voorzieningen, bijvoorbeeld houtwallen die aangelegd worden, vooraf gaan aan het beheer voor biodiversiteit.

 

Deze maatregel is inzetbaar voor het gehele plattelandsgebied van Nederland, ook in gebieden met een meer intensieve landbouw en die gekenmerkt worden door een geringe biodiversiteit. Investeringen vinden echter voornamelijk plaats in- of in de invloedssfeer van gebieden met een hoge natuur-of landschappelijke waarde, en zijn gericht op het herstellen of verhogen van de natuur- of landschapswaarde.

 

Artikel 7 en 8

 

Er is gekozen voor een selectie van de projecten op basis van criteria Kosteneffectiviteit, Mate van effectiviteit van de activiteit en Kans op succes. Er is gekozen voor deze drie criteria omdat deze de weging van de projecten goed faciliteren.

 

Er wordt geen gebruik gemaakt van een geografisch criterium en investeringslijst omdat een investeringslijst sterk aanbodgericht is. De selectie van de projecten zal plaatsvinden via een zogenaamde ‘tender-methode’: alle binnen de in artikel 1 genoemde projecten worden, indien ze voldoen aan de subsidievoorwaarden, beoordeeld en er zal een puntentoekenning plaatsvinden. Indien de score tenminste gelijk is aan het minimum aantal punten (artikel 8) komen de projecten voor subsidie in aanmerking. De projecten worden vervolgens gerangschikt aan de hand van het puntentotaal, waarbij de projecten aflopend (hoog naar laag aantal punten) worden gerangschikt. Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend voor alle voor in subsidie in aanmerking komende projecten, dan worden de projecten gerangschikt op hoogte van de score. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op criterium Mate van effectiviteit van de activiteit. Voor zover dit onvoldoende onderscheidend is kan loting plaatsvinden.

 

Kosteneffectiviteit

Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstellingen van het vigerende beleid worden behaald.

 

Dit criterium heeft een wegingsfactor 2, met een maximaal te behalen score van 4.

De provincie hecht waarde aan kosteneffectieve uitwerking bij het realiseren van POP-projecten.

 

Mate van effectiviteit van de activiteit

De mate van effectiviteit van de activiteit van investeringen is gerelateerd aan de doelstellingen van de openstelling. De bijdrage die het ingediende project aan de doelstelling van de openstelling levert zal worden bepaald door te bezien in welke mate de activiteit bijdraagt aan het doel/ de doelstellingen van de openstelling.

 

Dit criterium heeft een wegingsfactor 3, met een maximaal te behalen score van 4.

De provincie hecht grote waarde aan dat de projecten daadwerkelijk bijdragen bij het realiseren van haar beleidsdoelen.

 

Kans op succes / haalbaarheid

De kans op succes is gerelateerd aan de kwaliteit van het projectplan en de concrete omstandigheden.

Dit criterium heeft een wegingsfactor 2, met een maximaal te behalen score van 4. De provincie hecht waarde aan de haalbaarheid van de te beschikken projecten.