Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Provincie Groningen 2016 – 2020 |
Citeertitel | Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Provincie Groningen 2016 - 2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2019 | paragraaf 6.1, 7.4 | 21-05-2019 | |||
01-04-2017 | 30-05-2019 | nieuwe regeling | 14-03-2017 | 665928 |
1. Doelstelling van het inkoop- en aanbestedingsbeleid 4
2. De Inkoopfunctie - Begripsbepalingen 5
2.2 Overheidsopdracht voor Werken 5
2.3 Overheidsopdracht voor Leveringen 5
2.4 Overheidsopdracht voor Diensten 5
3. Juridische uitgangspunten 7
3.1 Wet- en regelgeving inkopen en aanbesteden 7
3.4 Toepassen van inkoopvoorwaarden Leveringen en Diensten 8
4. Ethische, ideële en sociale uitgangspunten 9
4.6 Sociale eisen aan leveranciers 10
4.8 Midden en Klein Bedrijf / Regionale leveranciers 11
4.9 Innovatie / launching customer 11
5. Organisatorische uitgangspunten. 12
5.2 Inkoop van leveringen en diensten 12
5.4 Bundeling van inkoopvolumes 12
5.5 Inkoopsamenwerking met externen 12
6. Economische uitgangspunten 13
6.1 Te hanteren aanbestedingsprocedures 13
7.2 Regelmatige evaluatie van het inkoop- en aanbestedingsbeleid 16
Het nieuwe Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de provincie Groningen is aangepast ten eerste omdat de Aanbestedingswet is gewijzigd. Maar dat is niet de enige reden. Wij hebben ons beleid ook aangepast om meer invulling te kunnen geven aan de eigen wensen en provinciale doelen, zoals verwoord in het college-akkoord 2015-2019 van het huidige college.
De aanbestedingswet 2012 is inmiddels geëvalueerd. Samen met de op 26 februari 2014 door het Europese Parlement vastgestelde nieuwe Europese Richtlijn heeft dit geleid tot de "gewijzigde Aanbestedingswet 2012". Deze wet is op 1 juli 2016 van toepassing geworden op alle inkopen en aanbestedingen.
In de wet is een aantal wijzigingen opgenomen, waaronder het vervangen van de Eigen Verklaring door het Uniform Europees Aanbestedingsdocument en het vervallen van het grootste deel van de 2B-diensten voor bijvoorbeeld inhuur van personeel. Ook is er meer ruimte gecreëerd voor dialoog, duurzaamheid en innovatie. Bovendien is de verplichting in de wet opgenomen om per 1 juli 2017 de gehele procedure bij Europese aanbestedingen digitaal te laten verlopen. De provincie is daar op voorbereid door nu al gebruik te maken van de digitale aanbestedingstool van Negometrix voor zowel Werken, Leveringen als Diensten.
Veel zaken zijn echter ongewijzigd gebleven. Maatschappelijke kosten, een gedegen marktonderzoek en proportionele eisen en wensen wegen nog steeds zwaar mee in elke aanbestedingsprocedure. Ook de motiveringsplicht bij het afwijken van de standaard en het vastleggen daarvan in inkoopdossiers staat nog recht overeind. Ook wordt er weer maximaal ingezet op het realiseren van organisatie- en politieke doelen zoals MKB (regionaal)-vriendelijke aanbesteden, duurzaamheid, Social Return, innovatie, circulair inkopen en het stimuleren van de noordelijke economie.
We hebben echter ook wat aangepast naar aanleiding van een evaluatie van de werking van het vigerende inkoopbeleid. Een voorbeeld dat ik graag wil benadrukken is de wens van de provincie om als launching customer te handelen. Een ander voorbeeld is dat we meer invulling willen geven aan circulair inkopen. Ook is de klachtenregeling nu beter verwoord in het beleid opgenomen.
We hopen met dit beleid een mooie stap te kunnen zetten in de doorontwikkeling van ons inkoopbeleid !
1. Doelstelling van het inkoop- en aanbestedingsbeleid
Het inkoop- en aanbestedingsbeleid geeft sturing aan de inkoopfunctie. Het beleid vormt het kader waarbinnen publieke gelden, uit te geven door de provincie Groningen, op objectieve, transparante en non-discriminatoire wijze worden besteed. Het uitgangspunt is dat elke inkoop wordt uitgevoerd binnen de kaders van dit beleid.
Het inkoop- en aanbestedingsbeleid voldoet aan zowel de Europese als aan de Nationale wetgeving en draagt bij aan een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige uitvoering en zorgt ervoor dat het proces transparant verloopt. Toepassing van het beleid en de daarbij passende procedures betekent dat de juridische en financiële risico’s worden geminimaliseerd, de kans op fraude wordt beperkt en de integriteit wordt bewaakt.
Het inkoopproces (en het aanbesteden in het bijzonder) brengt lasten met zich mee voor zowel de inschrijvers als de aanbestedende dienst (de provincie Groningen). Inschrijvers worden enerzijds geconfronteerd met administratieve lasten als gevolg van wet- en regelgeving (bijvoorbeeld het bestuderen van aanbestedingsdocumenten) en anderzijds met overige lasten die direct verband houden met de inhoud van de opdracht. De aanbestedende dienst wordt geconfronteerd met uitvoeringslasten als gevolg van diezelfde wet- en regelgeving, zoals het opstellen van aanbestedingsdocumenten en het beoordelen van de offertes. Voor de administratieve en uitvoeringslasten streeft de provincie Groningen er naar deze tot een minimum te beperken. We doen dit door o.a. eenduidige aanbestedingsdocumenten op te stellen en beneden de Europese drempel zo veel mogelijk onderhands aan te besteden. Bij aanbestedingen vragen we niet meer informatie dan strikt noodzakelijk en staan eisen, wensen en voorwaarden in verhouding tot de omvang van de opdracht. Daarnaast streven we er naar de lasten te beperken door zo veel mogelijk aanbestedingen digitaal uit te voeren en zo veel mogelijk maatschappelijke waarde te creëren.
Door het toepassen van dit beleid wordt een bijdrage geleverd om de beleidsdoelstellingen vanuit het College als duurzaamheid, Social Return en MKB-vriendelijk/regionaal aanbesteden te realiseren.
De doelstelling van het inkoop- en aanbestedingsbeleid luidt:
2 De Inkoopfunctie - Begripsbepalingen
Om de relatie tussen inkoop en aanbesteden helder te krijgen, is allereerst nodig te weten wat precies onder deze begrippen moet worden verstaan. Verder komt in dit hoofdstuk het inkoopproces aan de orde.
2.2 Overheidsopdracht voor Werken
Een overheidsopdracht voor werken wordt volgens artikel 1.1 van de Aanbestedingswet gedefinieerd als:
Een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen één of meer aannemers en één of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:
de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken die betrekking hebben op één van de in bijlage II van richtlijn 2014/24/EU bedoelde activiteiten 1
2.3 Overheidsopdracht voor Leveringen
Een overheidsopdracht voor een levering wordt volgens artikel 1.1 van de Aanbestedingswet gedefinieerd als:
Een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen één of meer aannemers en één of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:
2.4 Overheidsopdracht voor Diensten
Een overheidsopdracht voor een dienst wordt volgens artikel 1.1 van de Aanbestedingswet gedefinieerd als:
Een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen één of meer aannemers en één of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder overheidsopdracht voor werken.
De Aanbestedingswet geeft ook een regeling voor het geval er sprake is van een gemengde opdracht. Indien bijvoorbeeld een opdracht betrekking heeft op zowel de aanschaf van producten in de zin van Leveringen als op dienstverlening in de zin van Diensten, dan wordt de opdracht beschouwd als een Dienst indien de waarde van de opdracht voor dienstverlening groter is dan de waarde van de opdracht voor leveringen en vice versa.
Inkoop is een procesmatige activiteit, die bestaat uit zeven fasen, te weten; inventariseren, specificeren, selecteren, contracteren, bestellen, bewaken en nazorg.
De fasen 1 tot en met 4 van het inkoopproces worden gezien als het tactische deel van het inkoopproces.
De fasen 5 tot en met 7 van het inkoopproces worden gezien als het operationele deel van het inkoopproces.
Aanbesteden is een wijze van inkopen van werken, diensten of leveringen die plaatsvindt in het tactische deel van het inkoopproces (fase 2 tot en met 4). Tijdens een aanbesteding worden de verschillende fasen van het tactische inkoopproces gestructureerd doorlopen.
3.1 Wet- en regelgeving inkopen en aanbesteden
De provincie Groningen is een aanbestedende dienst en is daarom gehouden aan Europese en nationale wetgeving 2 op het gebied van inkopen en aanbesteden.
De relevante Europese wet- en regelgeving betreft de Europese Richtlijn 2014/24/EU van het Europese Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van de Richtlijn 2004/18/EG (hierna: de Richtlijn). Nederland heeft deze richtlijn geïmplementeerd in de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 die op 1 juli 2016 in werking is getreden. Deze richtlijn geeft vorm aan de begrippen openbaarheid, transparantie en objectiviteit. Openbaarheid betekent dat provinciale opdrachten bekend zijn bij het gehele Europese bedrijfsleven. Transparantie wordt bereikt door het toepassen van uniforme procedures en inschrijftermijnen voor Europees aanbesteden en het bekendmaken van beoordelingscriteria. Objectiviteit ontstaat door het opstellen van niet-discriminerende beoordelingscriteria voor het selecteren van aanbieders. Het is in de praktijk niet altijd even duidelijk wat onder deze begrippen moet worden verstaan. Vaak kan aan de hand van de rechtspraak worden afgeleid wat de praktische invulling van deze begrippen is.
De Richtlijn is in de Nederlandse gewijzigde Aanbestedingswet 2012 geïmplementeerd op 1 juli 2016. Deze wet is van toepassing op alle inkopen en aanbestedingen. Daarnaast hanteert de provincie voor de aanbesteding van werken het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016).
Niet alleen de hiervoor genoemde specifieke wetgeving is van belang voor inkopen en aanbesteden.
Met het in werking treden van de Aanbestedingswet zijn ook de voorschriften uit de herziene Gids Proportionaliteit onderdeel van de wet geworden.
Uiteraard zijn tevens de regels van het Burgerlijk Wetboek (o.a. precontractuele trouw, redelijkheid en billijkheid) en het bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, Wet openbaarheid van bestuur) van toepassing. Daarnaast is zowel de jurisprudentie van het Europese Hof van justitie als de Nederlandse rechtspraak van belang.
De provincie wenst bij de aanbestedingsprocedure / opdrachtverlening voor ICT, Bouw en Milieu gebruik te kunnen maken van de Wet Bevorderingen Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: Wet Bibob). De Wet Bibob beoogt onder meer te voorkomen dat door aanbesteding / opdrachtverlening van overheidsopdrachten als bedoeld in de Wet Bibob, de overheid mogelijke criminele activiteiten faciliteert.
Alle overheden zijn wettelijk verplicht hun nationale en Europese aanbestedingen via het elektronische systeem voor aanbestedingen te publiceren. In de huidige praktijk wordt hiermee TenderNed bedoeld.. De aanbestedingen van de provincie worden op de wettelijk voorgeschreven manier gepubliceerd.
Vanaf 1 juli 2017 is het voor Europese aanbestedingen verplicht om de gehele procedure digitaal te laten verlopen. De provincie maakt hiervoor gebruik van een elektronisch aanbestedingssysteem.
3.4 Toepassen van inkoopvoorwaarden Leveringen en Diensten
De provincie Groningen verklaart de Algemene Inkoopvoorwaarden provincies van toepassing op Leveringen en Diensten. De Algemene Voorwaarden gelden niet automatisch tussen partijen, maar dit moet expliciet worden overeengekomen. De Algemene Voorwaarden van de leverancier worden nadrukkelijk van de hand gewezen.
In specifieke gevallen kan in overleg met BJC en CI op onderdelen worden afgeweken van de Algemene Inkoopvoorwaarden.
In enkele (provinciale) subsidieregelingen is voor aanvragers de plicht opgenomen om eventuele uit te zetten opdrachten aan te besteden conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de provincie. Deze toepassing ziet slechts op het aanbestedingsschema zoals opgenomen in paragraaf 6.2
figuur 2. Dit geldt niet voor aanbesteders die zelf aanbestedende dienst zijn in de zin van de Aanbestedingswet omdat de Aanbestedingswet op deze categorie uit zichzelf al van toepassing is.
De provincie heeft een klachtenmeldpunt ingesteld, waar een (potentiële) inschrijver een klacht over een lopende aanbesteding kan indienen.
Dit kan via het adres: aanbestedingsklachten@provinciegroningen.nl
Het indienen van een klacht heeft geen opschortende werking voor de betreffende aanbesteding.
Daarnaast is er een landelijke onafhankelijke commissie van aanbestedingsexperts ingesteld die een niet-bindend advies geeft over aanbestedingsgeschillen. Hiermee wordt beoogd dat de experts in korte tijd een oordeel kunnen vellen over geschillen die vervolgens zonder rechtsgang worden beslecht. Eén van de voorwaarden is echter dat de ondernemer zijn klacht eerst heeft voorgelegd aan de provincie die vervolgens een redelijke termijn moet hebben gekregen om daarop te reageren.
Het standaard klachtenformulier van deze landelijke commissie is te vinden op www.commissievanaanbestedingsexperts.nl
4. Ethische, ideële en sociale uitgangspunten
Ethische, ideële, maatschappelijke en sociale uitgangspunten geven aan welke waarden en normen de provincie Groningen wil uitdragen in het inkoop- en aanbestedingsbeleid.
De provincie Groningen kan hier eigen keuzes maken. Wel zijn alle overheden gebonden aan de fundamentele beginselen van het VwEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en behoorlijk bestuur (waaronder transparantie, openbaarheid, objectiviteit en zorgvuldigheid).
De in de navolgende paragrafen benoemde uitgangspunten zijn gebaseerd op en geïnspireerd door het college-akkoord 2015-2019. Hierin staat o.a.:
"Onze ambitie is om in Groningen voorop te lopen in het realiseren van een circulaire, duurzame en innovatieve economie. Onze inzet is gericht op het versterken van het MKB, het versterken van de innovatiekracht, meer groene banen en meer werkgelegenheid voor inwoners."
De relatie tussen bestuurders, ambtenaren en leveranciers is puur zakelijk, iedereen moet privé en zakelijk gescheiden houden. Ambtenaren, betrokken bij inkooptrajecten, melden daarom onmiddellijk bij hun leidinggevende indien de uit te nodigen of te contracteren leverancier een familielid is dan wel indien er sprake is van enige relatie. De betrokken ambtenaar kan dan tijdelijk ontheven worden van zijn of haar inkooptaken met betrekking tot het onderhavige project en/of betrokken leverancier(s).
Integriteit is gediend met een transparante organisatie waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden helder zijn toegedeeld en die een sluitend systeem van controle en verantwoording kent.
Voor de provincie Groningen is er op het punt van integriteit het nodige geregeld in onder meer de Ambtenarenwet, de Provinciewet en de rechtspositie voor ambtenaren. Daarnaast kunnen o.m. genoemd worden de Gedragscode Integriteit voor zowel bestuurders als ambtenaren en de klokkenluiderregeling.
De provincie Groningen heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Sinds 2010 is haar eigen beleid reeds gericht op het behalen van 100% duurzaamheid. Zij stelt op dit punt niet alleen eisen aan bedrijven, zij stelt die ook aan zichzelf. De definitie die de provincie Groningen bij inkoop hanteert is: ‘het toepassen van milieu- en sociale aspecten in alle fasen van het inkoopproces, zodat dit uiteindelijk leidt tot de daadwerkelijke levering van producten, diensten of werken die aan deze milieu- en sociale aspecten voldoen’
Hiermee geeft de provincie Groningen aan dat haar inkoopbeleid duidelijk op duurzaamheid is gericht. Voor haar inkooptrajecten heeft de provincie Groningen de verklaring van deelname aan het landelijk programma 'duurzaam inkopen' van PIANOo ondertekend. Daarmee geeft de provincie Groningen aan de duurzaamheidscriteria van PIANOo als vast criterium op te nemen in alle fasen van het inkoopproces. Daarnaast worden (daar waar mogelijk en toegestaan binnen de wettelijke mogelijkheden) extra criteria toegevoegd om de markt te prikkelen verder te gaan dan de door PIANOo opgestelde criteria.
Interne duurzaamheidaspecten zijn:
De mate waarin de duurzaamheidaspecten worden betrokken in zowel selectie- als gunningcriteria wordt per productsoort vastgelegd in de aanbestedingsdocumenten.
Hierbij dient bij elke inkoop een transparante afweging gemaakt te worden tussen "people - planet - profit / prosperity.
Sinds 2012 neemt de provincie deel aan de aanpak Duurzaam GWW en heeft zij in februari 2014 de Green Deal Duurzaam GWW ondertekend. De provincie heeft zich daarmee verplicht om bij infrastructurele projecten de aanpak Duurzaam GWW toe te passen en daarna te evalueren. Op 17 januari 2017 heeft de ondertekening plaatsgevonden van het vervolg hierop, namelijk de Green Deal Duurzaam GWW 2.0. Deze Green Deal loopt tot 2020 en betekent dat de provincie zich committeert aan het gestelde hoofddoel dat duurzaamheid in 2020 een integraal onderdeel zal zijn van alle spoor- grond-, water- en wegenbouwprojecten, duurzaamheid een vaste plek heeft gekregen in haar werkprocessen, de ketensamenwerking actief wordt gestimuleerd en het gedachtegoed van de Green Deal Duurzaam GWW actief zal worden uitgedragen.
Op het gebied van circulair inkopen speurt de provincie de markt af naar nieuwe mogelijkheden en worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd en waar mogelijk toegepast. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de vloerbedekking die is aangeschaft tijdens de renovatie van het provinciehuis en de tweedehands bureaus die zijn voorzien van nieuwe bladen.
4.6 Sociale eisen aan leveranciers
Naast duurzaamheidaspecten worden ook sociale eisen aan leveranciers gesteld. Aspecten als discriminatie van werknemers of leveranciers, gebruikmaking van kinderarbeid, ontoereikende arbeidsomstandigheden of andere onethische praktijken worden niet getolereerd.
Social Return betreft afspraken tussen overheden en opdrachtnemers om meer werkplekken voor leerlingen (Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)), instroom van personen vanuit de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en werklozen (kortom: mensen met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt) te realiseren. De provincie Groningen past daar waar mogelijk en doelmatig Social Return toe en maakt voor de toepassing daarvan binnen de mogelijkheden van wet- en regelgeving o.a. gebruik van certificeringen en de diensten van het Bureau Social Return van de gemeente Groningen en het UWV. Echter, we houden hierbij wel oog voor de kanttekeningen die hier vanuit verschillende kanten bij worden geplaatst met betrekking tot het aspect verdringing.
In principe past de provincie Social Return bij aanbestedingen toe volgens onderstaand schema:
Diensten Ja > €. 250.000,-- 5% van de loonsom
Werken Ja > €. 250.000,-- 5% van de aanneemsom
Werken (kapitaalsintensief) Ja > €. 1.000.000,-- 7% van de loonsom
(in de praktijk zijn dit de GWW-werken en komt dit overeen met 2% van de aanneemsom. De provincie past deze regel op die manier voor de GWW-aanbestedingen toe)
Waarbij per aanbesteding wordt beoordeeld of:
4.8 Midden en Klein Bedrijf / Regionale leveranciers
De provincie Groningen wil, indien zich daar geen zwaarwegende belangen tegen verzetten, bij aanbestedingen zo veel mogelijk kansen creëren voor het MKB (volgens de Europese norm) en regionale leveranciers. Zij doet dit door daar waar mogelijk en verstandig opdrachten in percelen aan te besteden die qua aard en omvang passen bij het Midden en Kleinbedrijf. Bij onderhandse aanbestedingen (bij Leveringen en Diensten tot aan het drempelbedrag voor Europees aanbesteden) zullen zo veel als mogelijk leveranciers uit de regio worden betrokken. De provincie Groningen hoopt daarmee een extra stimulans te geven aan de noordelijke economie en werkgelegenheid. Uit analyses blijkt dat de provincie zeer succesvol is op dit punt en meer dan 60% van haar beïnvloedbare inkoopomzet realiseert bij het MKB in de drie noordelijke provincies. Dit percentage ligt voor de landelijke bestedingen van de provincie zelfs boven de 90%. De provincie heeft het streven deze percentages minimaal te handhaven en daar waar mogelijk nog te verhogen o.a. door het toepassen van de in hoofdstuk 6.4 genoemde groslijstensystematiek.
4.9 Innovatie / launching customer 3
De provincie Groningen wil daar waar het kan en zinvol is innovatie stimuleren en alle ruimte geven. Dit gaan we o.a. doen door invulling te geven aan het begrip "launching customer". Als launching customer gaan we actief op zoek naar vernieuwing (nieuwe ideeën, nieuwe producten en/of diensten en nieuwe bedrijven) door middel van een goede marktoriëntatie en functioneel specificeren in plaats van op een traditionele wijze de gewenste producten of diensten technisch te omschrijven.
5. Organisatorische uitgangspunten.
De inkoopfunctie is niet centraal bij één afdeling belegd. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de wijze waarop de inkoop van leveringen, diensten en werken is georganiseerd.
Onder inkoop van werken bij de provincie Groningen vallen de aanbestedingen van infrastructurele projecten. Met andere woorden de aanbesteding van projecten die te maken hebben met het onderhoud en de aanleg van kunstwerken, wegen en kanalen. De inkoop c.q. aanbesteding van deze werken is een specifieke deskundigheid die is ondergebracht bij de afdelingen Beton en Waterbouw, Wegenbouw en Beheer en Onderhoud (de "blauwe afdelingen").
Uitgangspunt voor dit inkoopbeleid is dat de verantwoordelijkheid voor dit type aanbestedingen bij deze afdelingen is belegd.
5.2 Inkoop van leveringen en diensten
Onder de inkoop van leveringen en diensten vallen bij de provincie goederen en diensten die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Deze goederen en diensten worden middels het gecoördineerde inkoopmodel ingekocht. Bij Concern Inkoop is de begeleiding ondergebracht van de (strategische en) tactische inkooptaken t.b.v. de gehele organisatie. De materiedeskundigheid wordt ingebracht door de functionele afdeling. Samen vormen de inkoper van FZ en de materiedeskundige van de functionele afdeling het inkoopteam dat de aanbesteding trekt. Dit team kan eventueel worden uitgebreid met experts van binnen of buiten de organisatie.
Daarnaast maakt de provincie voor het inhuren van specifiek personeel, dat niet via de bestaande contractpartners kan worden geworven, gebruik van de marktplaats InhuurNoord.
Ondanks het feit dat inkoop op meerdere plaatsen in de organisatie plaats vindt is er sprake van samenwerking tussen de verschillende afdelingen middels het concern breed Inkoopberaad. In de praktijk uit zich dit door intensieve informatie en kennisuitwisseling.
5.4 Bundeling van inkoopvolumes
De provincie Groningen zal niet onnodig inkoopvolumes bundelen. Waar dat echter wel gewenst is zal zij deze keuze (als aangegeven in de Aanbestedingswet) motiveren.
5.5 Inkoopsamenwerking met externen
Naast de samenwerking van afdelingen binnen de provinciale organisatie is ook de samenwerking met andere organisaties van groot belang.
In dat kader werkt de provincie Groningen op inkoopgebied specifiek samen met de provincie Drenthe. Op basis van een gemeenschappelijke inkoopkalender wordt per aanbesteding bekeken in hoeverre deze zich er toe leent om gezamenlijk voorbereid en/of uitgevoerd te worden.
Daarnaast is de provincie Groningen (Concern Inkoop) actief betrokken in verschillende samenwerkingsverbanden, zoals met de overige provincies, diverse gemeenten uit de provincie Groningen en/of (semi-)overheidsorganisaties in de stad Groningen.
De provincie streeft er naar een voortrekkersfunctie te vervullen in dergelijke samenwerkingsverbanden.
In dit hoofdstuk wordt een relatie gelegd tussen drempelbedragen en de in principe te volgen procedures bij inkoop en aanbesteding. Voor Europese aanbestedingen gelden de Europese drempelbedragen. Voor aanbestedingen beneden de wettelijke Europese drempelbedragen, gelden de interne richtbedragen voor de provincie zoals die in dit inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn vastgelegd (zie paragraaf 6.1).
6.1 Te hanteren aanbestedingsprocedures
In de Aanbestedingswet is opgenomen dat middels een inkoopstrategie wordt bepaald welke procedure in het specifieke geval van de voorliggende aanbesteding zal worden toegepast. Indien er bijvoorbeeld sprake is van een grensoverschrijdend karakter, terwijl het drempelbedrag voor Europees aanbesteden nog niet is overschreden, dient er toch Europees te worden aanbesteed. De onderliggende drempelbedragen kunnen daardoor in alle gevallen niet meer als harde grenzen worden gehanteerd. De bandbreedte waarbinnen de diverse procedures kunnen worden toegepast wordt bepaald door de tabel Leveringen/diensten Decentrale overheid en de tabel Werken in artikel 3.4.2 van de Gids Proportionaliteit.
Leveringen en Diensten: Voor opdrachten met een waarde onder de € 25.000,- stelt de provincie zich op het standpunt dat de argumenten voor het vragen om meer dan één offerte in het algemeen niet opwegen tegen de lasten die voor ondernemers en de aanbestedende dienst voortvloeien uit het organiseren van een aanbesteding met meerdere inschrijvers. De provincie sluit hiermee aan bij de overweging in de Gids Proportionaliteit, die stelt dat voor kleine opdrachten de enkelvoudig onderhandse opdrachtverstrekking in algemene zin de meest aangewezen procedure lijkt.
Opdrachten met een waarde ≥ € 25.000,- dienen altijd gemeld te worden bij Concern Inkoop, waarna Concern Inkoop op basis van de criteria uit voorschrift 3.4A van de Gids Proportionaliteit tot een bindend maatwerkadvies komt inzake de te volgen aanbestedingsprocedure. Bij het formuleren van dit advies slaat Concern Inkoop in ieder geval acht op de volgende aspecten:
Opdrachten voor leveringen en diensten met een financiële waarde gelijk aan of hoger dan de Europese aanbestedingsdrempel dienen Europees aanbesteed te worden.
Werken: Voor opdrachten met een waarde onder de € 150.000,- stelt de provincie zich op het standpunt dat de argumenten voor het vragen om meer dan één offerte in het algemeen niet opwegen tegen de lasten die voor ondernemers en de aanbestedende dienst voortvloeien uit het organiseren van een aanbesteding met meerdere inschrijvers. De provincie sluit hiermee aan bij de overweging in de Gids Proportionaliteit, die stelt dat voor kleine opdrachten de enkelvoudig onderhandse opdrachtverstrekking in algemene zin de meest aangewezen procedure lijkt.
Voor opdrachten boven de € 150.000,- tot € 2.000.000,- geldt in het algemeen dat de grotere waarde van de opdracht rechtvaardigt dat meer leveranciers kunnen inschrijven. Om ook hier een balans te houden met de lasten die dit voor leveranciers en de provincie met zich mee brengt geldt de Meervoudig Onderhandse procedure hier als het meest aangewezen. Tevens biedt deze procedure de meeste kansen voor het MKB.
Echter uit de motivering van de keuze van de procedure kan blijken dat ook bij een hogere waarde (tot maximaal €. 3.000.000,-) een Meervoudig Onderhandse procedure de meest aangewezen procedure lijkt. In dat geval dient een toetsing van deze motivering door Concern Inkoop plaats te vinden gebaseerd op de criteria die genoemd zijn in Voorschrift 3.4A in de Gids Proportionaliteit
De provincie acht voor Werken de volgende drempelwaarden proportioneel:
Algemeen: Het toepassen van een hogere procedure als hierboven omschreven is te allen tijde toegestaan. Dit is in ieder geval van toepassing indien uit de inkoopstrategie blijkt dat dit noodzakelijk is. De motivering voor de keuze van de procedure op basis van bovenstaande aspecten dient in het aanbestedingsdossier te worden opgenomen.
Het bovenstaande is onderstaand nogmaals schematisch weergegeven.
Figuur 2: Aanbestedingsprocedures
De Europese drempelbedragen worden tweejaarlijks door de Europese Commissie aangepast en zijn exclusief BTW. Alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
Bij een aanbesteding kan een keuze worden gemaakt uit onderstaande vier aanbestedingsvormen. Bij iedere vorm staat aangegeven in welke mate er concurrentie optreedt:
Indien conform de Aanbestedingswet wordt aanbesteed kan bij alle aanbestedingen toepassing worden gegeven aan artikel 2.18 en 2.19 van de wet. Bij gebruikmaking van de percelenregeling, als bedoeld in deze artikelen, mag daarmee voor de betreffende percelen (tot een in de wet bepaalde hoogte) van de wet worden afgeweken. Voor deze percelen mag een enkelvoudige aanbestedingsprocedure plaatsvinden.
De provincie Groningen heeft als uitgangspunt dat zij bij al haar aanbestedingen van de percelenregeling gebruik kan maken.
Bij de selectie van aanbieders bij Onderhandse aanbestedingen voor cultuurtechnische- en civieltechnische Werken maakt de provincie Groningen gebruik van het systeem van groslijsten 5 .
Als gunningcriterium wordt de "economisch meest voordelige inschrijving" (EMVI) toegepast.
De economisch meest voordelige inschrijving wordt vastgesteld op basis van de:
Indien gekozen wordt voor gunnen op basis van de laagste prijs of voor laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit, wordt dit in de aanbestedingsdocumenten gemotiveerd.
De provincie Groningen hanteert de in de Aanbestedingswet opgenomen opschortende termijn
(Alcatel periode) van tenminste 20 kalenderdagen na de datum waarop de mededeling van de gunningsbeslissing is verzonden voor Nationale en Europese aanbestedingen. Voor meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedures wordt afhankelijk van de situatie geen of een kortere periode gehanteerd.
Naast de in de voorafgaande paragrafen beschreven activiteiten in de verschillende fasen van het inkoopproces zijn er voor de uitvoering van het inkoopbeleid ook nog een aantal algemene bepalingen van belang.
Voor alle inkopen die volgens de meervoudig onderhandse of hogere procedure worden aanbesteed dient door de inkoper (van CI of van de functionele afdeling) een inkoopdossier te worden aangelegd.
Het inkoopdossier is o.a. van belang in het licht van de “reguliere accountantscontrole”.
Het inkoopdossier dient alle relevante informatie van het complete inkoopproces (aanbestedingstraject) te bevatten.
7.2 Regelmatige evaluatie van het inkoop- en aanbestedingsbeleid
Inkoop- en aanbestedingsbeleid is, net als ieder ander beleid, geen vaststaand gegeven, maar een dynamisch uitgangspunt. Om het beleid actueel te houden en te zorgen voor een hoge gebruiks-waarde, is het noodzakelijk dit beleid regelmatig te evalueren en waar nodig aan te passen aan de veranderde wetgeving en/of jurisprudentie en aan de veranderingen in de provinciale organisatie. De verantwoordelijkheid voor het actueel houden van dit inkoopbeleid ligt bij Concern Inkoop.
Verder is het wenselijk om na de invoering van dit inkoopbeleid ook een evaluatie uit te voeren samen met de gebruikers in de organisatie. Vervolgens zal gemiddeld eens in de 4 jaar het inkoopbeleid worden geëvalueerd. Daarnaast zullen wettelijke veranderingen door worden gevoerd zodra ze van toepassing zijn geworden.
De centrale toetsing van het inkoop- en aanbestedingsbeleid is, voor wat betreft de toepassing van de juiste aanbestedingsprocedure (zie figuur 2, paragraaf 6.2), de verantwoordelijkheid van de afdelingscontrollers van F&C. De uitvoering wordt intern getoetst. De accountant ziet hierop toe. Hiertoe dienen de ter zake doende stukken volgens de in de organisatie geldende procedures gearchiveerd te zijn.
Toestemming om af te wijken van het bindend advies van Concern Inkoop voor opdrachten voor leveringen en diensten kan alleen gegeven worden door het directieteam (DT). De betrokken afdeling verzoekt het DT daartoe om toestemming tot afwijking, met mededeling van de redenen en de consequenties in het kader van wet- en regelgeving die tot het verzoek leiden. Hierbij dient altijd rekening gehouden te worden met wettelijke kaders zoals beschreven in hoofdstuk 3.
Toestemming om af te wijken van dit beleid kan alleen gegeven worden door GS. De betrokken afdeling verzoekt GS daartoe om toestemming tot afwijking, met mededeling van de redenen en de consequenties in het kader van wet- en regelgeving die tot het verzoek leiden. Hierbij dient altijd rekening gehouden te worden met wettelijke kaders zoals beschreven in hoofdstuk 3.
De teksten van de betreffende wet- en regelgeving kunnen worden teruggevonden op www.europadecentraal.nl of www.pianoo.nl.
Informatie over de toepassing van deze systematiek in het algemeen kan verkregen worden op de website van de provincie Groningen. Vragen die betrekking hebben op specifieke aanbestedingen dienen gesteld te worden bij de Nota van Inlichtingen van die aanbesteding of aan de in de aanbesteding genoemde contactpersoon.