Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

Marktverordening gemeente Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Dordrecht
CiteertitelMarktverordening gemeente Dordrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Originele bekendmaking in Gemeenteblad 23-12-2014

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201509-05-2018Nieuwe regeling

16-12-2014

gmb-2017-45218

SBH/1304251

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening gemeente Dordrecht

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 oktober 2014, kenmerk SBH/1304251;

 

gelet op artikel 147, lid 1 en 149 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende

Marktverordening gemeente Dordrecht

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

anciënniteitslijst:

Een lijst van houders van een vergunning voor een vaste standplaats, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerste een vergunning voor een vaste standplaats werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die ze verhandelen;

b.

branche-indeling:

de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelengroep;

c.

college:

het college van burgemeester en wethouders;

d.

dagplaats:

een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, indien een vaste standplaats niet wordt ingenomen, dan wel niet als vaste standplaats is toegekend;

e.

markt:

de door het college ingestelde warenmarkt;

f.

marktkramenexploitant:

de door het college aangewezen exploitant die zorg draagt voor het plaatsen van marktkramen en bijbehorend materiaal;

g.

marktmeester:

de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

h.

marktterrein:

het door het college aangewezen gebied zoals aangegeven op de kaarten bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

i.

standplaats:

de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

j.

standwerken:

de activiteit waarbij de vergunninghouder met een aansprekende uiteenzetting probeert artikelen te verkopen aan het om hem heen verzamelde publiek;

k.

standwerker:

iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen;

l.

standwerkerplaats:

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

m.

uitzoekhandel:

handel waarbij de consument kan kiezen uit meerdere soorten van één product;

n.

vaste standplaats:

de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

o.

vergunninghouder:

degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

p.

verkoopwagen/markavan

een uitklapbare en/of uitschuifbare marktwagen;

q.

wachtlijst:

het college houdt een lijst bij van de kandidaten voor een vergunning voor een vaste standplaats, die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn.

 

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle door het college ingestelde markten die op gezette tijden worden gehouden met uitzondering van eventueel door het college ingestelde private markten.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op markten, evenementen en braderieën, die conform afdeling 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 2:24 t/m 2:26) vallen onder ‘Evenementen’.

Artikel 3 Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      indien van toepassing, mededeling dat een anciënniteitslijst, wachtlijst, loting of selectiestelsel van toepassing is;

    • d.

      aanduiding van de wijze waarop vergunningen voor een vaste standplaats, een dagplaats of standwerkerplaats kunnen worden verstrekt;

    • e.

      nadere regels die op de markt van toepassing zijn.

  • 2.

    Op de kaart moet zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor vergunninghouders van een vaste standplaats;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor één of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantal vergunningen voor vaste standplaatsen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor vergunninghouders van een dagplaats;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor de houders van een standwerkvergunning.

  • 3.

    Als een standplaats, bestemd voor de vergunninghouder van een vaste standplaats zestig minuten voor aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een vergunning voor een dagplaats worden afgegeven.

  • 4.

    Het inrichtingsplan is gedurende de markttijd op het marktterrein of in de nabije omgeving van het marktterrein aanwezig en in te zien.

Artikel 4 Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden op een markt zonder vergunning voor een vaste standplaats of dagplaats van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Het is verboden op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden.

  • 3.

    Een vergunning voor een vaste standplaats geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 5.

    Een vergunning voor een dagplaats geldt voor één dag en voor de vermelde standplaats op de vergunning.

  • 6.

    Aan een vergunning kunnen door het college voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7.

    Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 8.

    Een vergunning wordt geweigerd wanneer bij de behandeling van de aanvraag van de vergunning blijkt dat niet wordt voldaan aan het bepaalde in het vorige lid en/of als aan een aanvrager eerder een vergunning is verleend, maar deze is ingetrokken omdat hij zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog, of in het verleden meerdere bij of krachtens deze verordening gestelde bepalingen heeft overtreden.

Artikel 5 Mandaatverboden

  • 1.

    De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het wijzigen van inrichtingsplannen en het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning van een vaste standplaats kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2 VERGUNNINGEN VOOR EEN VASTE STANDPLAATS

Artikel 6 Vrijgekomen standplaats en standplaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt een anciënniteitslijst wordt gehanteerd voor de toekenning van een vergunning voor een vaste standplaats, geldt het volgende:

  • 1.

    Vergunninghouders van een vaste standplaats worden door het college ingeschreven op een anciënniteitslijst.

  • 2.

    De anciënniteit van een kind van de vergunninghouder, die te kennen geeft later de standplaats van de vergunninghouder te willen overnemen, vangt aan op het moment dat het kind zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst en vanaf dat tijdstip ook daadwerkelijk wekelijks meewerkt op de markt op de standplaats van de vergunninghouder.

  • 3.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door een vergunninghouder van een vaste standplaats, kan deze op verzoek worden toegewezen aan de vergunninghouder op de anciënniteitslijst aan wie gelet op de inschrijvingsdatum het eerst een vergunning is verleend.

  • 4.

    Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen de hoogstgeplaatste vergunninghouder in aanmerking, die aan dit vereiste voldoet.

  • 5.

    Als er niemand op de wachtlijst staat ingeschreven die aan het vereiste in het vorige lid voldoet, dan kan iemand anders van de wachtlijst in aanmerking komen, waarbij voorrang wordt verleend aan een branche die nog niet op de markt is vertegenwoordigd.

Artikel 7 Vrijgekomen standplaats volgens wachtlijst

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt een wachtlijst wordt gehanteerd voor de toekenning van een vergunning voor een vaste standplaats, geldt het volgende:

  • 1.

    Het college schrijft een aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan lid 7 en 8 van de in artikel 4 gestelde vereisten, en aan hem op het tijdstip van de aanvraag geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2.

    Op de wachtlijst worden bij iedere aanvrager vermeld:

    • a.

      naam en voornamen, geboortedatum en plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag is binnengekomen;

    • c.

      de branche waartoe de aanvrager behoort of de soort artikelen die zij verhandelen;

    • d.

      op welke wijze de aanvrager de standplaats wil innemen (met behulp van kraam, verkoopwagen of markavan).

  • 3.

    De aanvrager ontvangt een schriftelijke bevestiging van het verzoek tot plaatsing op de wachtlijst, dan wel een verlenging hiervan, met het verzoek de verschuldigde legeskosten te voldoen. Nadat de (jaarlijkse) kosten door de aanvrager zijn voldaan, is de inschrijving definitief.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks binnen de op de factuur vermelde betalingstermijn zijn voldaan.

  • 5.

    De inschrijving op de wachtlijst van een kind of werknemer van een vergunninghouder van een vaste standplaats met als doel om de vergunninghouder te zijner tijd op te volgen, blijft eveneens gehandhaafd als het kind of de werknemer een vrijgekomen standplaats in dezelfde branche om die reden niet aanvaardt.

  • 6.

    De inschrijving op de wachtlijst kan worden beëindigd (dit wordt het doorhalen van de inschrijving genoemd):

    • a.

      wanneer een vergunning voor een vaste standplaats wordt verleend en ingenomen;

    • b.

      op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

    • c.

      bij overlijden van de ingeschrevene;

    • d.

      wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend en hij deze niet aanvaardt, met uitzondering van de ingeschrevene zoals vermeld in lid 5 van dit artikel;

    • e.

      indien niet aan de vereisten van lid 7 en 8 van artikel 4 wordt voldaan;

    • f.

      indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks vóór 1 februari schriftelijk heeft verlengd;

    • g.

      bij het niet voldoen van de jaarlijkse kosten binnen de op de factuur vermelde betalingstermijn;

    • h.

      als geconstateerd is dat de vergunninghouder zijn plaats heeft verkocht.

  • 7.

    Als er ruimte is om een vergunning voor een vaste standplaats toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de ingeschrevene die het langst op de wachtlijst staat en voldoet aan de vereisten voor toekenning.

  • 8.

    Vervolgens komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst.

Artikel 8 Selectiestelsel

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van een vergunning voor een vaste standplaats, geldt het volgende:

  • 1.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vergunningen voor een vaste standplaats kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 2.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenst toevoeging aan het markassortiment vormt (maximaal 20 punten);

    • b.

      de uitstraling van de kraam, verkoopwagen, markavan (maximaal 20 punten);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (maximaal 20 punten);

    • d.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (maximaal 20 punten).Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 4.

    Het college kan de aanvragen om advies voorleggen aan een door hen te benoemen commissie.

Artikel 9 Loting

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt loting wordt gehanteerd voor de toekenning van een vergunning voor een vaste standplaats, geldt het volgende:

  • 1.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vergunningen voor een vaste standplaats kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 2.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving.

  • 3.

    Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde, die voldoet aan de vereisten in lid 7 en 8 van artikel 4.

  • 4.

    Gaat het om een bepaalde branche of artikelgroep, dan wordt per branche of artikelgroep geloot.

  • 5.

    De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

Artikel 10 Overschrijven vergunning vaste standplaats

  • 1.

    In geval van beëindiging van het bedrijf, overlijden, ondercuratelestelling of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan het college de vergunning voor de vaste standplaats overschrijven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde. Met behoud en overdracht van de opgebouwde anciënniteit.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor die betreffende vaste standplaats krijgen, indien hij ten minste vijf jaar onafgebroken in het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt op de markt en zich gedurende dezelfde periode jaarlijks heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste en tweede lid, kan een kind van de vergunninghouder een vergunning voor een vaste standplaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar onafgebroken in het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt op de markt en zich gedurende dezelfde periode jaarlijks heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 4.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste, of tweede lid, kan een werknemer van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats en het aantal kramen dat in de basis aan de vergunninghouder werd uitgegeven krijgen, indien hij ten minste vijf jaar onafgebroken in het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt op de markt en zich gedurende dezelfde periode jaarlijks heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 5.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na beëindiging van het bedrijf, na het overlijden van de vergunninghouder of nadat blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 6.

    De aanvraag tot overschrijving wordt geweigerd als:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen;

    • b.

      niet wordt voldaan aan een eis waaraan een houder van een vergunning voor een vaste standplaats volgens deze verordening moet voldoen.

  • 7.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 11 Intrekking, wijziging en vervallen vergunning vaste standplaats

  • 1.

    Het college trekt een vergunning voor een vaste standplaats in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder;

    • b.

      binnen twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 10.

  • 2.

    Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder of degene die hem vervangt, of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende twee maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet;

    • e.

      bij overtreding van de vergunningsvoorschriften;

    • f.

      als er waren op de markt worden verkocht, die in strijd zijn met de Warenwet.

  • 3.

    Ingeval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 12 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk bij aanvangstijd van de markt heeft ingenomen en volledig verkoopklaar is, vervalt de vergunning voor de rest van de dag, tenzij de marktmeester op tijdig verzoek van de vergunninghouder de standplaats voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 12 Persoonlijk innemen standplaats; vervanger

  • 1.

    De houder van een vergunning voor een vaste standplaats neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in.

  • 3.

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger.

  • 4.

    Een schriftelijke of digitale aanvraag daartoe vermeld de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 5.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

  • 6.

    Het is de vergunninghouder verboden zich, behoudens toestemming van de marktmeester, langer dan 240 minuten van zijn standplaats te verwijderen. Gedurende zijn afwezigheid mag zijn standplaats niet onbeheerd achtergelaten worden en is hij verplicht om bij aanvang en bij afsluiting van de marktdag de hem toegewezen standplaats persoonlijk in te nemen.

Hoofdstuk 3 VERGUNNING VOOR EEN DAGPLAATS EN STANDWERK-VERGUNNING

Artikel 13 Vergunning voor een dagplaats

  • 1.

    Een vergunning voor een dagplaats kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vergunning voor een vaste standplaats, omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 12.

  • 2.

    Voor een vergunning voor een dagplaats komen in aanmerking degenen die voorafgaand aan deze marktdag bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroep en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat uitsluiting niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De vergunningen voor een dagplaats worden verstrekt op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 5.

    Een vergunning voor een dagplaats kan niet worden overgedragen.

  • 6.

    De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 14 Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 13, tweede tot en met zesde lid.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kan worden gekozen voor een lotingstelsel. Om deel te nemen aan de loting dient een standwerker zich een half uur voorafgaand aan de aanvangstijd van de markt, te melden bij de marktmeester.

  • 3.

    Voor een standwerkerplaats komen in aanmerking standwerkers die geen prijskaarten, meet- en weegapparatuur en uitzoekbakken gebruiken.

  • 4.

    Degene die een standwerker zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de inschrijving.

  • 5.

    Een product of artikel voor een standwerkerplaats wordt maar één keer per vier weken ingeschreven.

  • 6.

    Per standwerkerplaats mag slechts één product of artikel worden aangeboden.

  • 7.

    Het college kan nadere regels stellen betreffende het bepaalde in dit artikel.

Artikel 15 Uitsluiting standwerker of vergunninghouder dagplaats

  • 1.

    Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd uitsluiten, indien deze of een persoon die hem bijstaat:

    • a.

      het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt of heeft overtreden;

    • b.

      zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • c.

      niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

    • d.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet;

    • e.

      direct of indirect de goede gang van zaken op de markt in gevaar brengt of verstoort.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 16 Bijstand

De vergunninghouder kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 17 Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 18 Aan- en afvoer van goederen

  • 1.

    Het is verboden voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, tijdens de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die door het college in de vergunning is aangegeven.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt zijn standplaats verkoopklaar in tot de sluitingstijd van de markt, tenzij het college op aanvraag toestemming heeft verleend om de standplaats eerder te verlaten.

Artikel 19 Markt schoonhouden

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd.

  • 2.

    De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren via een afvalinzamelaar of afvalverwerker.

  • 3.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en naaste omgeving na afloop van de markt schoon achter te laten.

Hoofdstuk 5 HANDHAVING

Artikel 20 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 21 Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 22 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 23 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de "….Marktverordening" blijven van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend.

  • 2.

    De bestaande anciënniteit- en wachtlijsten worden gelijkgesteld met de anciënniteit- en wachtlijsten in de zin van deze verordening.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ".…Marktverordening" is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 24 Intrekking oude regeling

De "Marktverordening 2004" wordt ingetrokken. De op de oude marktverordening gebaseerde regelgeving vervalt daarmee automatisch ook, tenzij dit is opgenomen in de overgangsbepalingen.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Marktverordening gemeente Dordrecht".

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2014.

De griffier, De voorzitter,

M. van Hall A.A.M. Brok