| Organisatie | Noord-Holland |
|---|---|
| Organisatietype | Provincie |
| Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 28 februari 2017, nr. 913529 / 913535, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2017. |
| Citeertitel | |
| Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp | innovatie, economie, technologie |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2018
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 15-03-2017 | 15-03-2017 | nieuwe regeling | 28-02-2017 | PB NH 2017-16 | |
| 15-03-2017 | 01-01-2018 | art. 23 | 07-03-2017 | PB NH 2017-17 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Overwegende dat het gewenst is om door middel van subsidieverlening duurzame innovaties in het MKB te bevorderen ten einde het bevorderen van een duurzame, vernieuwende en ondernemende economie;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten ter rechtvaardiging van staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing acht:
- artikel 25 en 28 van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187).
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2017
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);
b. innovatieprogramma’s topsectoren: thema’s zoals omschreven in de landelijke MIT programma’s en plannen voor de topsectoren die bij het Ministerie van Economische Zaken ter inzage liggen en op de website van RVO.nl zijn te raadplegen.
c. experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, onder 86 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;
d. haalbaarheidsproject: een project dat bestaat uit het verrichten van een haalbaarheidsstudie of een combinatie van een haalbaarheidsstudie en industrieel onderzoek of een experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, onder respectievelijk 85, 86 en 87 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;
e. industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als bedoeld in artikel 2, onder 85 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;
f. innovatieadviesdienst: innovatieadviesdienst als bedoeld in artikel 2, onder 94 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;
g. MKB-onderneming: kleine en middelgrote ondernemingen als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;
h. adviesorganisatie: een organisatie die deskundigheid heeft op het gebied van de in deze regeling te subsidiëren activiteiten en die als bedrijfsactiviteit adviesopdrachten uitvoert.
Om voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
a. een van de begunstigden heeft een vestiging, waar bedrijfsactiviteiten plaats vinden, in de provincie Noord-Holland;
b. de activiteiten passen binnen de innovatieprogramma’s topsectoren:
3. tuinbouw & uitgangsmaterialen;
c. de uitvoering van de activiteit waarvoor subsidie wordt verleend en de daarmee beoogde te realiseren innovatie mogen geen onevenredige inbreuk maken op de economische, ecologische of sociale dimensie van duurzaamheid.
Artikel 4 Algemene vereisten aan de subsidieaanvraag
Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
a. een begroting van de kosten van de activiteit;
b. een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
c. een projectplan met een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;
d. een samenvatting van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede schriftelijke toestemming dat deze samenvatting kan worden gebruikt voor een ieder toegankelijke publicaties.
Artikel 5 Algemene weigeringsgronden
Subsidie wordt geweigerd indien:
a. de activiteit niet financieel haalbaar is;
b. de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;
c. aanvrager een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);
d. tegen aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt.
1. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
2. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.
3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
a. het verkrijgen van een innovatieadviesdienst; of
Artikel 8 Vereisten innovatieadviesdienst
Om voor subsidie voor het verkrijgen van een innovatieadviesdienst als bedoeld in artikel 7, onder a, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
a. het project wordt uitgevoerd door een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding of een onafhankelijke adviesorganisatie;
b. het project betreft het adviseren over een toepassingsgerichte kennisvraag van de aanvrager met betrekking tot de vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten.
Artikel 9 Vereisten haalbaarheidsproject
Om voor subsidie voor een haalbaarheidsproject als bedoeld in artikel 7, onder b, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
1e tenminste 60% uit een haalbaarheidsstudie;
2e ten hoogste 40% uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling;
b. de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft zijn in technische of financiële zin voldoende risicovol om het haalbaarheidsproject te rechtvaardigen;
c. het project geeft voldoende inzicht in het economisch perspectief en de uitvoerbaarheid van de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft.
Artikel 10 Subsidiabele kosten
1. Subsidie voor het verkrijgen van een innovatieadviesdienst als bedoeld in artikel 7 onder a, wordt verstrekt voor de kosten genoemd in artikel 28, tweede lid onder c van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
2. Subsidie voor het uitvoeren van een haalbaarheidsproject, als bedoeld in artikel 7 onder b, wordt verstrekt voor de kosten genoemd in artikel 25, derde en vierde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
3. Indien personeelskosten van de aanvrager onderdeel uitmaken van de kosten, als bedoeld in het tweede lid, worden deze berekend middels een loonkosten plus vaste-opslag-systematiek, een integrale kostensystematiek of een vast uurtarief van maximaal € 60,-.
1. De subsidie voor het verkrijgen van een innovatieadviesdienst als bedoeld in artikel 7, onder a, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,-.
2. De subsidie voor het uitvoeren van een haalbaarheidsproject als bedoeld in artikel 7, onder b, bedraagt 40% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 25.000,-.
3. In afwijking van de voorgaande leden wordt, indien reeds uit andere hoofde subsidie wordt verstrekt voor dezelfde subsidiabele kosten, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan op grond van artikel 28 respectievelijk 25 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening is toegestaan.
4. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies minder dan € 5.000,-.
Artikel 12 Specifieke weigeringsgronden
Onverminderd artikel 5 wordt subsidie als bedoeld in artikel 7 geweigerd indien aan de aanvrager reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor het verkrijgen van een innovatieadviesdiensten en het uitvoeren van een haalbaarheidsprojecten, als bedoeld in artikel 7 vast op € 1.200.000,-.
Artikel 14 Periode en beslistermijn
1. Een aanvraag om subsidie op grond van deze paragraaf is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 11 april tot en met 7 september 2017 voor17:00 uur is ontvangen.
2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze paragraaf.
Artikel 15 Volgorde van behandeling
1. Aanvragen om subsidie op grond van deze paragraaf, worden behandeld op volgorde van ontvangst.
2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
Aan de subsidieontvanger wordt in ieder geval de verplichting opgelegd om de activiteiten waarvoor subsidie is verleend uiterlijk een jaar na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening af te ronden.
Artikel 17 Subsidiabele activiteit
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden verstrekt voor het uitvoeren van een Research & Development-samenwerkingsproject.
Artikel 18 Vereisten Research & Development-samenwerkingsproject
Om voor subsidie voor een Research & Development-samenwerkingsproject in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
a. aanvrager neemt deel aan een samenwerkingsverband van twee of meer MKB-ondernemingen;
b. het samenwerkingsverband, bedoeld onder a, is opgericht ten behoeve van de uitvoering van het project;
c. het samenwerkingsverband, bedoeld onder a, heeft geen rechtspersoonlijkheid;
d. de kwaliteit van het samenwerkingsverband is toereikend om het project uit te voeren;
e. geen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband neemt meer dan 70% van de subsidiabele kosten voor zijn rekening;
f. het project is gericht op industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan;
g. het project draagt bij aan het creëren van economische waarde voor de deelnemers in het samenwerkingsverband, de topsectoren, en de daarmee samenhangende positieve gevolgen voor de Noord-Hollandse en Nederlandse economie;
h. ten minste 50% van de subsidiabele kosten van het project worden gedragen door de aanvrager of de andere deelnemers die zijn gevestigd in Noord-Holland;
Artikel 19 Vereisten subsidieaanvraag
Onverminderd artikel 4 bevat een aanvraag om subsidie op grond van deze paragraaf een:
a. beschrijving van de deelnemers waarmee wordt samengewerkt in het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 onder a;
b. samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemers waaruit tenminste de verdeling van de projectactiviteiten, financiën en te ontvangen subsidie blijkt .
Artikel 20 Subsidiabele kosten
1. Subsidie wordt verstrekt voor de kosten genoemd in artikel 25, derde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
2. Indien personeelskosten van een van de deelnemers onderdeel uitmaken van de kosten, als bedoeld in het eerste lid, worden deze berekend middels een loonkosten plus vaste-opslag-systematiek, een integrale kostensystematiek of een vast uurtarief van maximaal € 60,-.
1. De subsidie op grond van deze paragraaf bedraagt 35% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000.
2. De subsidie per begunstigde bedraagt minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,-.
3. In afwijking van de voorgaande leden, wordt indien reeds uit andere hoofde subsidie wordt verstrekt voor dezelfde subsidiabele kosten, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan op grond van artikel 25 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening is toegestaan.
4. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies minder dan € 50.000,- voor de uitvoering van een Research & Development-samenwerkingsproject, als bedoeld in deze paragraaf.
Artikel 22 Specifieke weigeringsgronden
Onverminderd artikel 5 wordt subsidie als bedoeld in artikel 17 geweigerd indien aan aanvrager of een van de deelnemers van het samenwerkingsverband reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor het uitvoeren van een Research & Development-samenwerkingsproject, als bedoeld in artikel 17, vast op € 2.640.000,-.
Artikel 24 Periode en beslistermijn
1. Een aanvraag om subsidie op grond van deze paragraaf is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 3 juli tot en met 7 september 2017 voor 17:00 uur is ontvangen.
2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze paragraaf.
1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden tijdige en volledige aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen op grond van deze paragraaf, gerangschikt op een prioriteitenlijst waarbij aanvragen met een hoger aantal punten voorgaan op aanvragen met een lager aantal punten.
2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:
a. de te verwachten technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces of dienst te waarderen met maximaal 30 punten;
b. de te creëren economische waarde voor de deelnemers in het samenwerkingsverband, voor de innovatieprogramma’s topsectoren of de economie in de provincie Noord-Holland te waarderen met maximaal 30 punten;
c. de kwaliteit van de samenwerking, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie te waarderen met maximaal 30 punten;
d. het aantal sectoroverstijgende combinaties en combinaties van de innovatieprogramma’s topsectoren die niet conventioneel zijn te waarderen met maximaal 10 punten.
3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst eindigen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.
2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2018.
3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2017.