Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Verordening op de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst
CiteertitelVerordening op de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-2017Nieuwe regeling

13-03-2017

gmb-2017-43889

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst

De raad van de gemeente Enschede,

 

Gelezen het voorstel van het Raadspresidium van 6 maart 2017 corsanummer 1700035234;

 

gelet op artikel 84 van de gemeentewet

 

besluit vast te stellen de volgende verordening: de Verordening op de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Onder de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst wordt verstaan een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • -

    Commissie: de raadsadviescommissie Ondergrond van de Toekomst

  • -

    Raad: de raad van de gemeente Enschede

  • -

    Fractie: een politieke groepering in de raad

  • -

    Presidium: het presidium van de raad als bedoeld in artikel 4 van het Reglement van orde gemeenteraad Enschede

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie heeft tot taak om rechtstreeks aan de raad advies uit te brengen over hoe de gemeente Enschede haar invloed en zeggenschap op de diepe ondergrond kan vergroten, ook passend in de nieuwe Omgevingswet;

  • 2.

    De commissie wordt in ieder geval vooraf in de gelegenheid gesteld advies te geven over voorstellen betreffende de diepe ondergrond die in de raad aan de orde komen.

  • 3.

    De commissie wordt voor zaken die haar bevoegdheid betreffen en binnen haar taakstelling, genoemd in het eerste lid van dit artikel, vallen, tijdig betrokken bij de beleidsvoorbereiding in die zin dat zij zich kan uitspreken over te stellen prioriteiten en aandachtspunten.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal 10 leden.

  • 2.

    Een lid van de commissie kan zich laten vervangen door een ander lid van zijn fractie. Voor fracties die op grond van de verkiezingsuitslag met één of twee leden in de raad zijn vertegenwoordigd, geldt dat deze hun zetel ook kunnen bezetten door één van de reeds benoemde commissieleden.

  • 3.

    De raad benoemt een externe voorzitter voor de commissie. De raad wijst tevens uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter is geen lid van de commissie en heeft tot taak de vergadering te leiden, de orde tijdens de vergadering te handhaven en deze verordening te doen naleven.

    De griffier dan wel een griffiemedewerker is commissiegriffier. Deze is geen lid van de commissie.

  • 4.

    Tot leden van de commissie zijn door de raad benoembaar:

    • a.

      leden van de raad;

    • b.

      personen die geen lid van de raad zijn, maar een specifieke deskundigheid bezitten betreffende de ondergrond.

  • 5.

    De leden onder 4.a. dienen een redelijke afspiegeling te vormen van de samenstelling van de raad.

  • 6.

    Ten aanzien van de commissieleden bedoeld in het vierde lid, onder b, is het Rechtspositiebesluit raads-/commissieleden niet van toepassing.

  • 7.

    De leden van de commissie worden zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van deze verordening benoemd door de gemeenteraad. De benoeming geldt tot het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 8.

    Voor een commissielid bedoeld in het vierde lid, onder a, eindigt het lidmaatschap wanneer hij tussentijds ophoudt lid van de raad van de gemeente Enschede te zijn.

  • 9.

    Voor personen met een specifieke deskundigheid eindigt het lidmaatschap tussentijds wanneer hij de raad hierom schriftelijk verzoekt ofwel de commissie van mening is dat de specifieke deskundigheid niet (meer) bijdraagt aan het uit te brengen advies.

  • 10.

    In een tussentijds ontstane vacature benoemt de raad binnen drie maanden na het ontstaan ervan een nieuw lid.

 

Hoofdstuk II De werkwijze

Artikel 4 Dag, uur en plaats van de vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert indien de voorzitter dat nodig oordeelt of ten minste twee leden, met opgave van redenen, dit verzoeken. In het laatste geval belegt de voorzitter een vergadering voor een tijdstip gelegen binnen een periode van veertien dagen, gerekend vanaf de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen.

Artikel 5 Agenda en oproeping voor de vergadering

  • 1.

    De voorzitter stelt voor de vergadering de agenda in concept vast. Daarin worden tevens de agendapunten opgenomen die door tenminste twee leden, met opgave van redenen, bij de voorzitter zijn aangemeld. Tijdens de vergadering stelt de voorzitter de agenda vast.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden ten minste vijf werkdagen tevoren tot de vergadering op, spoedeisende gevallen uitgezonderd. De oproeping vermeldt dag, tijdstip, plaats en concept-agenda van de vergadering.

Artikel 6 Verhindering vergadering bij te wonen

  • 1.

    De leden die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen, laten dat tevo¬ren weten aan de commissiegriffier.

Artikel 7: Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan in uitzonderlijke gevallen worden afgeweken wanneer de commissie op voorstel van de voorzitter of één der leden besluit dat een vergadering of een deel daarvan besloten zal zijn. De beraadslaging daarover vindt achter gesloten deuren plaats.

  • 3.

    In geval van een besloten vergadering beslist de commissie over de aanwezigheid van andere personen dan de leden van de commissie, de voorzitter en de commissiegriffier. Aan het eind van een besloten vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het besprokene en de eventuele betrokken stukken.

Artikel 8: Aankondiging vergaderingen

  • 1.

    Dag, tijdstip en plaats van de vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging op de gemeentelijke internetsite, waarbij tevens de digitaal beschikbare vergaderstukken worden geplaatst;

Artikel 9: Verslaglegging

  • 1.

    Van de vergadering van de commissie wordt door de commissiegriffier een besluitenlijst gemaakt die in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aan de commissie wordt voorgelegd.

Artikel 10: Voorstel van orde

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

Artikel 11: Besluitvorming en stemming

  • 1.

    Na behandeling van een agendapunt sluit de voorzitter het onderwerp af en doet daarbij zonodig een voorstel inzake de verdere afhandeling van het onderwerp.

 

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 12: Vergoeding

  • 1.

    Aan de voorzitter en commissieleden, zijnde geen raadsleden, wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 13 Beslissing in geval van onduidelijkheid verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of wanneer een artikel voor meerdere uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist:

  • a.

    voor zover het betreft de werkwijze van de commissie: de voorzitter;

  • b.

    voor zover het betreft de bevoegdheden van de commissie: de raad op voorstel van het raadspresidium;

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt.

 

Vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2017

de Griffier, de Voorzitter,