Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent faunaschade Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2016 |
Citeertitel | Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-2017 | 15-03-2017 | nieuwe regeling | 28-02-2017 | 2031138 |
Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 28 februari 2017 onder nummer 2029903 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
het wenselijk is om ter invulling van de in hoofdstuk 6 van de Wet natuurbescherming opgenomen bevoegdheid van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht beleidsregels vast te stellen;
gelet op artikel 6:1 van de Wet natuurbescherming;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016:
De taxateur stelt, met inachtneming van de door BIJ12 vastgestelde taxatierichtlijnen, van zijn bevindingen een rapport samen en ondertekent dat. De eindverantwoordelijke persoon van het bureau waarvoor de taxateur werkzaam is, parafeert het taxatierapport voor interne controle en zendt het taxatierapport aan BIJ12. Bij de eindtaxatie overhandigt de taxateur het formulier ‘bevestiging taxatie grondgebruiker’ aan de aanvrager of deponeert het bedoelde formulier in de brievenbus van de aanvrager of zendt dit per e-mail aan de aanvrager.
Uitsluitend aanvragers die hun hoofdbestaan of een substantieel gedeelte van hun bestaan vinden of plegen te vinden in de landbouw, kunnen voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Wanneer een aanvrager verplicht is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een gecombineerde opgave te doen, is dat een aanwijzing dat hij zijn hoofdbestaan of een substantieel gedeelte van zijn bestaan in de landbouw vindt of pleegt te vinden.
De hoogte van de tegemoetkoming wordt door gedeputeerde staten vastgesteld na kennisneming van het door de aanvrager ingezonden aanvraagformulier met bijlagen, het door de taxateur opgestelde taxatierapport eventueel voorzien van opmerkingen van de aanvrager en eventueel overige op de aanvraag betrekking hebbende stukken.
Voor gewassen, teelten, overige producten, of bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren, welke door de plaats, het moment of de wijze van telen of houden, bijzonder kwetsbaar zijn voor schade veroorzaakt door natuurlijk in het wild levende beschermde diersoorten, kunnen gedeputeerde staten een verhoogd eigen risico instellen.
In de volgende gevallen wordt geen tegemoetkoming verleend:
Indien de schade is aangericht door een natuurlijk in het wild levende beschermde diersoort welke krachtens artikel 3.15, eerste lid van de wet bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen als soort welke in het gehele land schade veroorzaakt en voor het verontrusten en doden van de schadeveroorzakende diersoort een vrijstelling geldt.
Indien de schade is aangericht door een natuurlijk in het wild levende beschermde diersoort welke krachtens de provinciale verordening op grond van artikel 3.15, derde lid van de wet is aangewezen als soort die schade veroorzaakt en voor het bestrijden van die soort een vrijstelling geldt, tenzij aan deze vrijstelling voorwaarden, beperkingen of clausules zijn verbonden waardoor de vrijstelling feitelijk gelijk gesteld moet worden aan een ontheffing verleend op basis van artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid of artikel 3.17, eerste lid van de wet.
Voor schade veroorzaakt door een natuurlijk in het wild levende beschermde diersoort waarvoor een ontheffing krachtens artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid of 3.17, eerste lid van de wet is verleend, waarbij in de verleende ontheffing geen bepalingen zijn opgenomen die de schadebestrijding in de weg staan.
In afwijking van artikel 3, eerste en derde lid komt schade aangericht door de wolf aan hobbymatig gehouden schapen en geiten tevens in aanmerking voor een tegemoetkoming. Artikel 3, tweede lid is niet van toepassing als het gaat om schade aangericht door de wolf mits de aanvrager een particulier is die geen onderneming drijft.