Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels in het kader van de waarderingsubsidies van de gemeente Zederik |
Citeertitel | Nadere regels in het kader van de waarderingsubsidies van de gemeente Zederik |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Z.10928 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2016 | 01-01-2021 | Niet ingegeven | 13-12-2016 |
Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders in de vergadering van 13 december 2016.
Op basis van artikel 14, vijfde lid (aanvraag structurele waarderingssubsidie) en art. 15 derde lid (aanvraag incidentele waarderingssubsidie) van de Algemene Subsidieverordening Zederik 2016 (ASV), vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2016, stelt het college de volgende nadere regels vast.
Deze nadere regels treden in werking op de dag van vaststelling door het college.
Deel A. De uitzonderingsregels op de Algemene Subsidieverordening Zederik 2016
1. Waarderingssubsidies worden voortaan geregeld in de Nadere regels
Artikel 1: Afwijking van art. 14, 2e lid ASV
Indien de structurele waarderingssubsidie gebaseerd is op een vast bedrag per organisatie of per lid, kan de beschrijving van de activiteiten summier blijven (korte omschrijving is voldoende) en hoeft er geen begroting te worden overlegd, tenzij dit toch expliciet wordt vermeld in de hierna (in deel B) beschreven Nadere regels per beleidsthema / activiteitensoort.
Artikel 2: Afwijking van art. 14, 3e lid ASV
Indien de structurele waarderingssubsidie gebaseerd is op een vast bedrag per organisatie of per lid, hoeft er geen financieel verslag te worden overlegd, tenzij dit toch expliciet wordt vermeld in de hierna (in deel B) beschreven Nadere regels per beleidsthema / activiteitensoort.
Artikel 3: Afwijking van art 4, 1e lid en art. 15 2e lid, onder a, ASV:
Indien het een incidentele waarderingssubsidie voor een burgerinitiatief (Deel B onder y.) betreft, hoeven geen documenten overlegd te worden, zoals bedoeld in art. 15, tweede lid, onder a (i.c. statuten, huishoudelijk reglement, uittreksel Kamer van Koophandel).
Deel B. Nadere Regels per beleidsthema / activiteitensoort
N.B. alle hierna genoemde bedragen zijn de waarderingssubsidies op jaarbasis (tenzij expliciet een ander tijdvak wordt genoemd).
a. Jeugd- en jongerenverenigingen
Doelstelling van het integrale jeugdbeleid is:
Doelstelling van subsidiering van jeugd- en jongerenverenigingen is om de leefbaarheid in alle kernen voor de jeugd te optimaliseren.
Jeugd- en jongerenverenigingen.
Activiteiten die bijdragen aan een zinvolle vrije tijdsbesteding van jeugdigen en jongeren die in verenigingsverband worden georganiseerd.
Organisaties dienen een lijst in te dienen van de leden per 1 oktober van het jaar waarin de aanvraag plaatsvindt.
b. Schoolgymnastiek basisscholen
Het bieden van ruimte voor schoolgym voor de leerlingen van de plaatselijke basisscholen, zodat deze basisscholen aan de gestelde normuren binnen de gemeente Zederik kunnen voldoen.
Aantal normuren (op basis van de verdeling normuren conform de Eindrapportage leerlingprognose basisonderwijs, die elke 2 jaar wordt vastgesteld).
Per normuur: € 40,– (excl. BTW) x 40 weken p.j.
c. Stimulering bewegingsonderwijs basisscholen
Het verbeteren van de gezondheid van de schoolgaande jeugd door het stimuleren van extra beweging.
Er geldt een subsidieplafond van € 5.000,–
Een school kan het bedrag besteden aan bewegingsonderwijs in de breedste zin van het woord. De subsidie kan ondermeer ingezet worden voor:
Per school geldt een vast bedrag van € 500,–.
d. Stimulering muziekonderwijs basisscholen
Stimulering van muziekonderwijs op basisscholen
Er geldt een subsidieplafond van € 9.000,–
Het uit (laten) voeren van muzikale activiteiten op school
Per school is een vast bedrag van € 500,00 beschikbaar. Voor de 9 basisscholen gezamenlijk is dat € 4.500,00. Het restant bedrag ad € 4.500,00 wordt omgeslagen naar een bedrag per leerling. Als teldatum zal gelden 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
e. Stimulering amateuristische kunstbeoefening
Het stimuleren van deelname van inwoners aan cultuur en recreatie. Extra aandacht is er voor het stimuleren van deelname door jeugdigen voor het bespelen van een muzikaal instrument.
Het betreft: muziek-, zang-, toneel- en historische verenigingen en het schuttersgilde
Het mogelijk maken voor hun leden van amateuristische wijze kunstbeoefening
Organisaties dienen een lijst in te dienen van de leden c.q. jeugdleden (indien relevant voor het subsidiebedrag), per 1 oktober van het jaar waarin de aanvraag plaatsvindt.
Voor de verschillende soorten amateurkunst gelden de volgende bedragen (in €):
Bedrag per spelend/actief volwassen lid1 | |||||
f. Stimulering Sportbeoefening
Het stimuleren van sport, waarbij extra aandacht is voor sportdeelname van jeugdigen. Daarnaast vindt de gemeente sport- en andere verenigingen essentieel voor de leefbaarheid en een goede sociale samenhang. Dit geldt ook voor organisaties die zich specifiek richten op sport- en recreatieactiviteiten voor gehandicapten.
Sportverenigingen en organisaties specifiek gericht op sport- en recreatieactiviteiten voor gehandicapten.
Activiteiten op het gebied van sportieve recreatie2 en/of het organiseren van internationale amateursportuitwisseling.
Lijst van de jeugdleden3 per 1 oktober van het jaar waarin de aanvraag plaatsvindt (kopie zoals gestuurd aan landelijke koepelorganisatie). Organisaties specifiek gericht op sport- en recreatieactiviteiten voor gehandicapten dienen een deelnemerslijst in.
Voor de verschillende soorten sport gelden de volgende bedragen (in €):
Bedrag per gehandicapte deelnemer uit Zederik: € 48,37
Bedrag accommodatie Giessenruiters: € 5.062,–
In stand houden van de dorpshuizen ten behoeve van het verenigingsleven in de gemeente
Activiteiten, gericht op ontmoeting, ontspanning, culturele ontplooiing.
Huisvestingskosten t.b.v. het gebruik/de huur van de ondergrond
Het bevorderen van de sociale participatie in de samenleving
De Oranjeverenigingen van de gemeente Zederik
De jaarlijkse subsidie bestaat uit een basisbedrag. Vijfjaarlijks ontvangen de Oranjeverenigingen een vast bedrag voor het organiseren van het vijfjaarlijks feest.
Voor de verschillende Oranjeverenigingen gelden de volgende bedragen (in €):
i. Stimulering recreatie en toerisme
Het behouden en vergroten van het toeristisch-recreatief aanbod met behoud van regionale kwaliteiten en van kernkwaliteiten groen, rust en ruimte.
Subsidiabele activiteiten, subsidieontvangers en subsidiebedrag
Het bieden van informatie/bemiddeling, promotie/marketing en productontwikkeling op toeristisch gebied. | ||
Organisatie van de wandel- en fietsmeer-daagse in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden |
In stand houden van molens als cultureel erfgoed binnen de gemeente.
Stichting tot instandhouding Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (SIMAV)
De renovatie en instandhouding van de drie molens binnen de gemeentegrenzen die worden beheerd door de subsidieontvanger. De drie molens zijn:
De subsidie bestaat uit een bedrag van € 0,38 per inwoner en een bedrag van € 661,– per molen.
Het bevorderen van ontmoetingsmogelijkheden voor de Veteranen van Zederik. Het deelnemen aan Zederikse 4 mei-ceremonies en het overbrengen van kennis over ervaringen uit oorlogen en vredesmissies op schoolkinderen.
Stichting Veteranen van Zederik
Het organiseren van de jaarlijkse Zederikse veteranendag. Het organiseren van overige bijeenkomsten voor de Zederikse veteranen. Het verzorgen van een lesprogramma op Zederikse basisscholen. Het roulerend deelnemen aan de jaarlijkse dodenherdenkingen in Ameide, Meerkerk, Lexmond en Hei- en Boeicop.
De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 132,–.
Het bevorderen van aandacht voor cultuur, alsmede het toegankelijk maken van cultuur binnen de dorpshuizen en voor de jeugd op de basisscholen.
Het uitlenen van kunstwerken aan basisscholen en dorpshuizen binnen de gemeente Zederik.
De subsidie bedraagt een vast bedrag van € 600,–.
m. Criminaliteitspreventie HALT
Doelstelling van het integrale jeugdbeleid is:
Subsidiering van Bureau HALT draagt bij aan het voorkomen, signaleren en aanpakken van problemen. Criminaliteitspreventie verbetert tevens de leefomgeving.
Preventieve activiteiten die bijdragen aan het behalen van de doelstelling. Het ministerie van Justitie financiert de wettelijke repressieve taken van bureau HALT.
De subsidie bestaat uit een bedrag van € 0,2633 per inwoner.
Ouderen de mogelijkheid te bieden om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in de eigen woonomgeving.
Subsidieontvangers, subsidiabele kosten en subsidiebedragen
Subsidiabele kosten bankkosten c.a.4 | |||
Het bezorgen van de maaltijden thuis door vrijwilligers.
o. Belangenbehartiging ouderen
Ouderen de mogelijkheid te bieden om aan de samenleving deel te nemen en zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in de eigen woonomgeving.
Belangenbehartiging en het organiseren van activiteiten.
p. Ontmoetingsactiviteiten ouderen
Ouderen de mogelijkheid te bieden om aan de samenleving deel te nemen en zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in de eigen woonomgeving.
Het organiseren van activiteiten, gericht op ontmoeting, door plaatselijke ouderencomités.
De activiteiten richten zich op inwoners van 65 jaar en ouder.
De belangenbehartiging van de minima in de gemeente Zederik
Cliëntenraad Minimabeleid Zederik
De belangenbehartiging van ouderen in de gemeente Zederik. Ouderen de mogelijkheid te bieden om aan de samenleving deel te nemen.
Ouderen de mogelijkheid te bieden om aan de samenleving deel te nemen.
Het uitvoeren van de ouderenvervoersregeling, gebruik makend van de MolenHopper
Subsidiabele kosten en subsidiebedrag
Er worden maximaal 10 ritten per maand per persoon vergoed volgens onderstaande tabel.
Tarieven5 MolenHopper | ||
Bevorderen dat inwoners die als gevolg van ziekte, handicap of gevorderde leeftijd lichamelijke beperkingen hebben en voor wie als gevolg daarvan sociaal isolement dreigt, aan de samenleving deel kunnen nemen. Daarnaast het behartigen van de belangen van deze doelgroep.
Zederikse afdelingen van de Zonnebloem.
Activiteiten die bijdragen aan het voorkomen van een sociaal isolement van de doelgroep.
Vast bedrag per afdeling van € 132,–.
u. Stichting Platform gehandicapten Zedje
Bevorderen dat inwoners die als gevolg van ziekte, handicap of gevorderde leeftijd lichamelijke beperkingen hebben en voor wie als gevolg daarvan sociaal isolement dreigt, aan de samenleving deel kunnen nemen.
Stichting Platform gehandicapten Zedje
Op verzoek van de gemeente Zederik meedenken bij het vormgeven van beleid op de terreinen Wet Maatschappelijke Ondersteuning, gehandicaptenbeleid, sociale woningbouw, vervoer, toegankelijkheid en uitgankelijkheid van openbare gebouwen en openbare ruimte, arbeid en sociale zekerheid en gezondheidszorg.
Door het opleiden van E.H.B.O.-ers de medemens die in nood verkeert naar vermogen te helpen.
E.H.B.O.-verenigingen in de gemeente Zederik
Het organiseren van E.H.B.O. cursussen voor beginners en herhalingscursussen voor haar leden, en zorg dragen voor de aanwezigheid van hulpverleners bij evenementen.
De verenigingen overleggen een recente ledenlijst per 1 oktober van het jaar waarin de aanvraag plaatsvindt.
Het organiseren van de activiteit Beursvloer.
Het organiseren van de activiteit Beursvloer.
Het ondersteunen van slachtoffers
Slachtofferhulp Nederland, regio Zuidwest
Het bieden van slachtofferhulp aan inwoners van Zederik
y. Incidentele waarderingssubsidies inzake burgerinitiatieven (tot en met 2019)
Meer inzetten op de eigen kracht van dorpen, wijken en buurten en de ontwikkeling van nieuwe ideeën en plannen vanuit inwoners ondersteunen en faciliteren.
Voor ieder dorp geldt een basisbedrag van € 500. Vervolgens is per dorp een bedrag toebedeeld op basis van het aantal inwoners. Verdeling van de dorpsbudgetten voor de jaren 2017, 2018 en 2019 is als volgt.
Jaarlijks 20.000 euro, in beginsel verspreid over de dorpen:
Groepen inwoners en organisaties zonder winstoogmerk.
Aanvragen van groepen inwoners moeten altijd verlopen via een rechtspersoon.
Initiatieven ter bevordering van de leefbaarheid en sociale samenhang in de dorpen komen in aanmerking voor ondersteuning. Een aanvraag kan betrekking hebben op de leefbaarheid (gebruiks- en belevingswaarde van een wijk of buurt) of op andere thema’s (bijvoorbeeld cultuur, sport/gezondheid, wijkeconomie en duurzaamheid). Te denken valt aan kookclubs waar kwetsbare mensen kunnen eten, een inloophuis, een rolstoelpool, bezoek- of wandelproject, vernieuwen van een centrale plek in het dorp, et cetera.
De beoordelingscommissie informeert de initiatiefnemers binnen 8 weken na inzending of de aanvraag aan de gestelde toetsingscriteria voldoet (zie onderstaand) en in behandeling wordt genomen. Indien er gezien de inhoud van de aanvraag meer tijd en/of informatie nodig is om deze te beoordelen, zal dit worden afgestemd met de aanvrager.
De subsidie bedraagt maximaal het bedrag dat beschikbaar is per dorp per kalenderjaar. Indien het de initiatieven ten goede komt kan de beoordelingscommissie besluiten het budget dorpsonafhankelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer er gedurende het jaar blijkt dat het (restant) budget van een dorp niet wordt aangesproken, maar wel gebruikt kan worden voor de uitvoering van een reeds ingediend initiatief uit een ander dorp.
z. Incidentele waarderingssubsidies in het kader van de Lokale Sociale Agenda Zederik: Inloopvoorzieningen en Noodfonds (2016 en 2017)
Regionale of plaatselijke organisaties.
Activiteiten die passen binnen de volgende agendapunten zoals beschreven in de Lokale Sociale Agenda Zederik:
Voor de inloopvoorzieningen geldt een maximum subsidiebedrag van € 5.000,00 per aanvraag. Het budget bedraag € 40.000,00 per jaar in de jaren 2017, 2018 en 2019. De aanvragen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst.
Voor het noodfonds geldt een maximum subsidiebedrag van € 3.500,00 per jaar voor de jaren 2017 en 2018. Het bedrag is bestemd voor één organisatie.
Deel C. Toelichting op de Nadere regels
1. Waarderingssubsidies worden voortaan geregeld in de Nadere regels
Op basis van de Algemene Subsidieverordening Zederik 2016 (ASV), vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2016, is de regeling voor de zogenaamde waarderingssubsidies gewijzigd. Voordien werden de waarderingssubsidies geregeld in de Subsidiebeleidsregels (2014).
De hierna volgende artikelen uit de ASV 2016 zijn van belang:
Art. 1, onder l: ‘Waarderingssubsidie: een subsidie die verstrekt wordt uit waardering voor het uitvoeren van activiteiten zonder dat de subsidie per se een directe relatie heeft met de hoogte van de kosten van de activiteiten. De grondslag voor subsidiering is geregeld in de Nadere regels ingevolge artikel 3, lid 2, onder b. Onderscheid bestaat tussen een structurele en incidentele waarderingssubsidie.’
Art. 3, tweede lid, onder b: ‘Het college is bevoegd om Nadere regels vast te stellen ten behoeve van de waarderingssubsidies. Deze regels worden ter kennis gebracht aan de raad.’
Voor de waarderingssubsidies komen er Nadere regels (op basis van artikel 3, tweede lid, onder b.), waarin in grote lijnen dezelfde regels (en bedragen per subsidieontvanger) zijn opgenomen als in de Subsidiebeleidsregels 2014 het geval was. Met dien verstande dat:
de indieningstermijn voor de subsidieaanvraag gewijzigd wordt van 1 juni naar 1 oktober (zie 14, eerste lid ASV), waardoor de subsidieaanvraag synchroon loopt aan de teldatum;
Vergeleken met de Subsidiebeleidsregels 2014 zijn de Nadere regels uitgebreid met:
De beleidsregel voor toegankelijkheid van gebouwen is komen te vervallen. Hier is de afgelopen jaren geen subsidie meer voor aangevraagd.
Een waarderingssubsidie is over het algemeen een kleinere subsidie voor het uitvoeren van activiteiten waarbij de gemeentelijke sturing gering is. Dit in tegenstelling tot de productsubsidies, waarbij de gemeente stuurt op concreet resultaat van de activiteiten.
Een vrijwilligersorganisatie kan in aanmerking komen voor een waarderingssubsidies (als men onder de criteria van de Nadere regels per activiteitensoort – zie deel B – valt), tenzij het college van B&W bepaalt dat gezien de aard van de organisatie of de activiteit een productsubsidie meer geschikt is. Uiteraard moeten de subsidieontvangers ook aan de regels van de ASV voldoen.
In deze Nadere regels geldt het gelijkheidsbeginsel: voor vergelijkbare organisaties wordt de subsidieopbouw op dezelfde manier bepaald.
In de subsidiering van plaatselijke organisaties wordt geen onderscheid gemaakt tussen leden die wel of die niet afkomstig zijn uit Zederik. Wanneer hiervan wordt afgeweken staat dit vermeld in de betreffende regels.
In de regels worden soms criteria gesteld aan de deelnemers. Wanneer een ledenlijst gevraagd wordt, geldt voor de inrichting van de lijst dat deze in ieder geval duidelijkheid moet geven over het totaal aantal leden, resp. jeugdleden of ouderen. Daarbij hanteert de gemeente het volgende onderscheid:
Het eigen vermogen van de vrijwilligersorganisatie vormt geen belemmering voor het verkrijgen van een waarderingssubsidie. Op deze manier worden organisaties niet gestraft voor het organiseren van activiteiten die extra geld opbrengen voor de organisatie.
3.1 Aanvraagtermijn waarderingssubsidies
In de oude ASV was de indieningtermijn voor de structurele waarderingssubsidies 1 juni. In de ASV 2016 is deze datum gewijzigd in 1 oktober (art. 14, eerste lid). Dat geeft de subsidieaanvragers meer mogelijkheden om de aanvraag beter af te stemmen op het nieuwe subsidiejaar. Daar waar er sprake is van te overleggen gegevens over aantallen leden, is de termijn daarvoor (oorspronkelijk 1 januari van het jaar vóór het subsidiejaar) ook verzet naar 1 oktober, zodat deze termijnen voortaan synchroon lopen.
Voor de incidentele waarderingssubsidies blijft de indieningtermijn minimaal 8 weken voorafgaand aan de activiteit (art. 15, eerste lid).
3.2 Vereisten subsidieaanvraag
In de ASV Is hierover het volgende geregeld voor de structurele waarderingssubsidie.
Bij de aanvraag dienen overgelegd te worden:
In art. 14, vijfde lid is bepaald dat bij de Nadere regels het college van B&W mag afwijken van art. 14, tweede lid. Dat betekent dat het college minder, maar ook méér documenten kan vragen, afhankelijk van de (soort) activiteiten het betreft.
Als algemene regel geldt in de Nadere regels dat de beschrijving van de activiteiten veelal summier kan blijven en er normaliter géén begroting nodig is, als de subsidie gebaseerd is op een vast bedrag per organisatie of per (categorie) lid. Als er wel een nadere beschrijving van de activiteiten of een begroting nodig is, dan is dat expliciet opgenomen in de subsidiecriteria van deel B.
Zoals in de ASV is vermeld (art. 15 derde lid) kan bij de aanvraag van een incidentele waarderingssubsidie afgeweken worden van het bepaalde in artikel 15, tweede lid, onder a.
Als algemene regel geldt in de Nadere regels dat het bij incidentele waarderingssubsidies voor burgerinitiatieven niet verplicht is om de meest recente statuten, het huishoudelijk reglement en een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel waaruit de bestuurssamenstelling blijkt, te overleggen.
4. Subsidievaststelling, verslagverplichting en controle
De ASV bepaalt dat de waarderingssubsidie direct wordt vastgesteld (art. 16, eerste lid). Subsidieverlening en -vaststelling vallen dus samen. Er is dus – na afloop van het subsidiejaar of de gesubsidieerde activiteit – geen aparte subsidievaststelling meer nodig.
Niettemin moet soms bij een structurele waarderingssubsidie een verslag over de uitgevoerde activiteiten worden ingediend, en een financieel verslag (art. 14, derde lid). Deze verantwoording wordt gelijktijdig met de nieuwe subsidieaanvraag ingediend. Maar ook hier geldt weer dat het college van B&W van deze bepaling mag afwijken bij de Nadere regels (art. 14, vijfde lid), en dat gebeurt feitelijk ook.
Als algemene regel geldt in de Nadere regels dat er normaliter géén (financieel) verslag nodig is, als de subsidie gebaseerd is op een vast bedrag per organisatie of per lid.
Als er wel een (financieel) verslag nodig is, dan is dat expliciet opgenomen in de subsidiecriteria van deel B.
Een ontvanger van een incidentele subsidie is verplicht aan te geven indien de activiteit niet of maar deels heeft plaatsgevonden; als dat het geval is kan de subsidievaststelling worden ingetrokken of gewijzigd (art. 16, tweede lid).
Relevant is verder nog artikel 16, derde lid: ‘Het college behoudt zich het recht voor om bij incidentele en structurele waarderingssubsidies steekproefsgewijs te onderzoeken of het doel van de activiteit waarvoor de subsidie is verstrekt, ook is gerealiseerd.’