Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 7 februari 2017, nummer 81A63392 tot vaststelling van de Gedragscode ambtelijke integriteit 2017 |
Citeertitel | Gedragscode ambtelijke integriteit 2017 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2017 | 01-03-2017 | nieuwe regeling | 07-02-2017 | 81A63392 | |
01-03-2017 | Wijziging | 07-02-2017 | 81A63392 |
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
Overwegende dat het wenselijk is, met het oog op het adequaat functioneren van de overheid, gedragsregels inzake de ambtelijke integriteit vast te stellen;
Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;
Gelet op de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;
De navolgende Gedragscode ambtelijke integriteit vast te stellen:
Artikel 1 Kernbegrippen van ambtelijke integriteit
Provinciale ambtenaren stellen bij hun handelen de kwaliteit van de provinciale dienstverlening centraal. Integriteit is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de provincie, en in het verlengde daarvan de belangen van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Ambtelijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover rekenschap af te leggen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de ambtelijke integriteit in een breder perspectief:
Het handelen van een ambtenaar is altijd en volledig gericht op het belang van de provincie en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Ambtenaren zijn vakmensen op hun terrein. Zij beschikken over de juiste kennis en vaardigheden en weten met nieuwe situaties om te gaan. Zij houden hun vak bij en nemen, waar nodig, initiatief.
Het handelen van een ambtenaar wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
De ambtenaar krijgt en neemt de verantwoordelijkheid die bij zijn functie past en is bereid daarover verantwoording af te leggen aan collega's, leidinggevenden, provinciebestuur en de burger.
Op een ambtenaar moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een ambtenaar is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
PARAGRAAF 2 GEDRAGSREGELS AMBTELIJKE INTEGRITEIT
Artikel 6. Verrichten van incidentele diensten voor derden in werktijd (houden van presentatie of lezing e.d.)
Artikel 7. Draaideurconstructies
Ambtenaren kunnen, anders dan bij hoge uitzondering, niet worden ingehuurd om tegelijkertijd als externe voor de provincie werkzaamheden te verrichten Voormalige provinciale ambtenaren worden niet binnen twee jaar na ontslag ingehuurd voor het verrichten van provinciale werkzaamheden.
PARAGRAAF 3 BESTAANDE WETTELIJKE EN RECHTSPOSITIONELE GEDRAGSREGELS INZAKE INTEGRITEIT
Een groot aantal gedragsregels die van belang zijn in verband met de integriteit van de provinciale ambtenaar is al neergelegd in wettelijke en rechtspositionele voorschriften.
Wetboek van Strafrecht (WvS):
verduistering (artikel 359);
vervalsing (artikel 360);
verduistering, beschadiging, vernieling van akten, bewijsmateriaal, bescheiden e.d. (artikel 361);
fraude en corruptie (artikel 362 en 363).
Verder kan worden genoemd de verplichting voor de ambtenaar om aangifte te doen van misdrijven (artikel 162 Wetboek van Strafvordering).
In de Ambtenarenwet zijn diverse zaken ten aanzien van de integriteit geregeld.
De Ambtenarenwet bevat de algemene verplichting voor de provincie en haar medewerkers om zich te gedragen als een goed werkgever, onderscheidenlijk een goed ambtenaar.
Verder verplicht de Ambtenarenwet de provincie om een procedure vast te stellen voor de melding van vermoedens van misstanden in de organisatie en biedt de Ambtenarenwet de 'klokkenluider' rechtsbescherming.
Tenslotte is in de Ambtenarenwet geregeld dat de ambtenaar verplicht is tot geheimhouding van hetgeen hem i.v.m. zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt.
De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP)
In meer algemene zin is geregeld dat de provincie en de ambtenaren verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen, dat de ambtenaar verplicht is zich te gedragen naar de maatregelen van orde en dat de ambtenaar disciplinair gestraft kan worden als hij opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt.
Daarnaast is in de CAP, onder meer ter uitvoering van de verplichtingen in de Ambtenarenwet, een aantal specifieke gedragsregels opgenomen. Die hebben betrekking op:
De hierboven genoemde verboden hebben overigens niet steeds een absoluut karakter.
Om te voldoen aan de wettelijke verplichting uit de Wet Huis voor Klokkenluiders is in de CAP in de bijlage de regeling opgenomen voor de procedure en bescherming bij melding van vermoedens van een misstand.