Organisatie | IJsselstein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente IJsselstein 2010 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente IJsselstein 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente IJsselstein, art. 2.1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2011 | 31-12-2010 | Nieuwe regeling | 16-11-2010 Internet | collegebesluit 2010-35506 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Eigen bijdragen (eigen aandeel in de kosten)
Hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen
De vervoersvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 5.1, lid 1 onder b, c, d en e van de Verordening worden in natura in bruikleen verstrekt. |
Een woonvoorziening in natura, zoals bedoeld in artikel 6.1, lid 1 van de Verordening, wordt in bruikleen verstrekt. |
Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van een voorziening
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. | |||
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente IJsselstein 2010 |
Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van IJsselstein d.d. 19 januari 2010
BIJLAGE I voorzieningen waarvan de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie worden vergoed (artikel 4.1, lid 2 en 4.2, lid 7 van de Verordening)
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan die hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt in euro’s:
*) Balansliften worden niet meer nieuw gemaakt. Beginkeuringen zullen dus niet meer voorkomen. Bestaande balansliften kunnen wel periodiek gekeurd en onderhouden worden. Het Lifentinstituut berekent de kosten voor periodieke keuring van balansliften op basis van een uurtarief.
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor keuring door het Lifteninstituut (voorrijkosten + keuringstarieven) vermenigvuldigd met een factor 2 (er komen twee personen), vanwege de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma. Gebaseerd op tarieven 2002 voor veiligheidskeuringen uitgevoerd door het Lifteninstituut (niet gewijzigd per januari 2007).
Op bovenstaande tarieven voor onderhoud kunnen maximaal de hieronder genoemde toeslagen van toepassing zijn:
BIJLAGE II afschrijvingstabel in verband met sanering woning ingevolge artikel 4.1, lid 4, onder a van de Verordening
Een voorziening in verband met sanering van de woning wordt vastgesteld als percentage van de werkelijke kosten van de voorziening. Dit percentage wordt gebaseerd op de mate waarin de aanwezige (te saneren) voorzieningen zijn afgeschreven.
Artikelen van 8 jaar en ouder komen niet voor een vergoeding in aanmerking, omdat de gebruiksduur van deze artikelen wordt geacht te zijn verstreken, waardoor de kosten voor vervanging als algemeen gebruikelijk worden beschouwd.
BIJLAGE III aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt op grond van artikel 4.4 van de Verordening
Op grond van artikel 4.4. van de Verordening is het mogelijk om een tegemoetkoming te verstrekken voor de kosten van het verwerven van extra grond voor het plegen van aanbouw of uitbreiden van een bestaand verstrek, indien dit gezien de belemmeringen, ontstaan uit de beperkingen van de persoon ten behoeve waarvan de aanvraag wordt ingediend, noodzakelijk is. Voor niet-zelfstandige woonruimte wordt in dit kader geen vergoeding verstrekt. Het aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt is (per vertrek in een zelfstandige woning) gemaximeerd volgens onderstaande tabel:
A: Maximaal aantal m2 per vertrek in zelfstandige woning, waarvoor vergoeding kan worden verleend
Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden dan wel bij het aanpassen van bestaande paden in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming, bedraagt ten hoogste 20m2. BIJLAGE IV als subsidiabel aan te merken kosten van woonvoorzieningen van bouwkundige en woontechnische aard
Tot de kosten van aanpassingen van bouwkundige en woontechnische aard worden uitsluitend gerekend:
het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium zoals bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld, worden deze kosten als subsidiabel aangemerkt. Het betreft dan veelal ingrijpende woningaanpassingen;
de administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de persoon met beperkingen en voor zover het totaal van de kosten onder 1 tot en met 10 meer dan € 930,00 bedraagt: 10% van die kosten met een maximum van € 348,00. Het vergoeden van die kosten kan gezien worden als stimulans voor het verkrijgen van medewerking van de verhuurder.
Ad 1. en 2.: Voor zover de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen materiaalkosten als (volledig) subsidiabel aangemerkt.