Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Katwijk

Verordening auditcommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKatwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening auditcommissie
CiteertitelVerordening auditcommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-2017nieuwe regeling

26-01-2017

gmb-2017-17170

832458

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening auditcommissie

Verordening regelende de taken, de samenstelling en de werkwijze van de auditcommissie

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. lid:

lid van de auditcommissie;

 

b. burgerlid:

lid van de raadscommissie dat geen lid van de gemeenteraad is, zoals geregeld in de Verordening raadscommissie;

 

c. voorzitter:

voorzitter van de auditcommissie of diens vervanger;

 

d. commissiegriffier:

secretaris van de auditcommissie of diens vervanger;

 

e. griffier:

griffier van de raad of diens vervanger;

 

f. vergadering:

vergadering van de auditcommissie.

Hoofdstuk 2 Taken, lidmaatschap, voorzitterschap en ondersteuning

Artikel 2 Instelling raadscommissies (vervallen)

 

Artikel 3 Taken

  • 1.

    De auditcommissie adviseert de raad en voert overleg met het college over:

    • a.

      de opdrachtverlening voor de accountantscontrole, zoals bedoeld in artikel 2 van de Controleverordening;

    • b.

      de rapportages van de accountant, zoals bedoeld in leden 1 en 4 van artikel 7 van de Controleverordening;

    • c.

      de benoeming, het ontslag en het op non-actief stellen van de leden van de rekenkamercommissie, zoals bedoeld in artikelen 4, 8 en 9 van de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie;

    • d.

      het onderzoeksplan en verzoeken om onderzoek te doen, zoals bedoeld in artikel 13 van de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 2.

    De auditcommissie fungeert voor de accountant en de rekenkamercommissie als vertegenwoordiger van de raad.

  • 3.

    De auditcommissie kan voor de voorbereiding of de uitvoering van bijzondere taken of opdrachten uit haar midden een subcommissie aanwijzen. De subcommissie rapporteert aan de auditcommissie.

  • 4.

    De auditcommissie laat zich informeren door het college, ambtenaren, inwoners, instellingen, bedrijven of anderszins deskundigen over voorstellen en onderwerpen de gemeentefinanciën betreffend.

Artikel 4 Lidmaatschap

De raad benoemt op voordracht van de fracties de leden en de plaatsvervangend leden van de auditcommissie. Het lidmaatschap is beperkt tot de leden van de raad en de burgerleden van de raadscommissie. Elke fractie kan maximaal een lid en een plaatsvervangend lid voordragen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de auditcommissie uit zijn midden. Indien zowel de voorzitter als een plaatsvervanger verhinderd zijn, wordt het voorzitterschap waargenomen door het langstzittende lid van de raad in de vergadering. Indien meer leden in de vergadering even lang raadslid zijn, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het voorbereiden en het afhandelen van de vergadering

    • b.

      het leiden van de vergadering;

    • c.

      het handhaven van de orde;

    • d.

      het doen naleven van deze verordening;

    • e.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een burgerlid eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De raad kan een burgerlid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 3.

    Een burgerlid kan te allen tijde ontslag nemen. Het burgerlid doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.

  • 4.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 5.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het burgerlid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    Ter ondersteuning van iedere vergadering fungeert een commissiegriffier. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig. De griffier beslist wie de commissiegriffier bij afwezigheid vervangt.

  • 2.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en ambtenaren

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder in een vergadering, waarvoor zij niet zijn uitgenodigd, willen deelnemen aan de beraadslagingen, doen zij hiertoe een verzoek aan de voorzitter. De raadscommissie beslist op dit verzoek.

  • 3.

    De burgemeester en de wethouders kunnen zich ambtelijk laten ondersteunen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De auditcommissie vergadert volgens een jaarlijks vergaderschema.

  • 2.

    De auditcommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. De voorzitter voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste vijf werkdagen vóór een vergadering aan de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden uiterlijk tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur vóór aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur vóór de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de auditcommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de auditcommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

Artikel 12 Onderwerpen die meer commissies aangaan (vervallen)

 

Artikel 13 Inzage in de agenda en de stukken

  • 1.

    De agenda en de stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder ter inzage beschikbaar gesteld. De voorzitter maakt hiervan melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage beschikbaar worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, zijn de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken slechts voor de leden ter inzage en is het maken van een afschrift van deze stukken niet toegestaan.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Artikel 15 Presentielijst (vervallen)

 

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter noemt op het vastgestelde uur de namen van de aanwezige leden en opent de vergadering, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen ook anderen dan de leden van de auditcommissie, burgemeester en wethouders gebruik maken van het spreekrecht aan het begin van de vergadering, gedurende maximaal tien minuten, waarbij elke inspreker maximaal twee minuten het woord krijgt.

  • 2.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit aan de voorzitter van de auditcommissie. Hij vermeldt daarbij ten minste zijn naam en adres .

  • 3.

    De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De inspreker richt zich tot de voorzitter, vanaf een door de voorzitter aangewezen plaats. De auditcommissie kan aan de insprekers nadere toelichting vragen op hun inbreng.

Artikel 18 Notulen

  • 1.

    De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden zo snel mogelijk aan de leden toegezonden. De ontwerp-notulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering worden de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders en alle overige personen die het woord gevoerd hebben, kunnen een voorstel doen tot wijziging van de notulen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot wijziging dient vóór de vaststelling van de notulen te worden ingediend.

  • 4.

    De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de andere leden van de commissie, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van hen die het woord hebben gevoerd;

    • d.

      de conclusie van de beraadslaging;

    • e.

      de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de auditcommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.

  • 6.

    De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19 Spreekregels

  • 1.

    Een lid, de burgemeester, een wethouder en de commissiegriffier spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 21 Aantal spreektermijnen (vervallen)

 

Artikel 22 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de auditcommissie terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan de auditcommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1.

    De auditcommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de auditcommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen ten einde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De auditcommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Conclusie van de beraadslaging

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of een voorstel voldoende is behandeld, sluit hij de beraadslaging, tenzij de auditcommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de auditcommissie op voorstel van de voorzitter over de inhoud van de conclusie.

  • 3.

    De conclusie bevat beknopt de standpunten van de fracties, of desgewenst van de leden.

  • 4.

    Als de conclusie een advies aan de raad betreft om een voorstel in een raadsvergadering te behandelen, vermeldt de conclusie ook de standpunten van de fracties, of desgewenst van de leden, over de behandelwijze in de raad.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 29 Wanneer besloten vergadering

  • 1.

    De deuren worden gesloten als tenminste een vijfde van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 2.

    De auditcommissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    De auditcommissie kan slechts besloten vergaderen over onderwerpen die personen betreffen en over zaken die de financiële belangen van de gemeente of derden kunnen schaden indien ze op dat moment openbaar zouden worden behandeld en over zaken die de gemeente in het kader van de WOB niet openbaar hoeft te maken.

  • 4.

    Indien in bijzondere situaties andere dan de in lid 3 genoemde onderwerpen vertrouwelijk aan de orde dienen te komen, wordt de besloten vergadering voortgezet als tenminste driekwart van het aantal aanwezige leden vervolgens hiertoe beslist.

Artikel 30 Notulen

De notulen worden zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden. Bij de vaststelling neemt de auditcommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen.

Artikel 31 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de auditcommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De auditcommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 32 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de auditcommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de auditcommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers​

Artikel 33 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 34 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 35 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen​

Artikel 36 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de auditcommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening auditcommissie’.

Artikel 38 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 3 februari 2017.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van 26 januari 2017.

De griffier

De voorzitter