Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende Openstelling POP3 maatregel 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen |
Citeertitel | Openstelling POP3 maatregel 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/flevoland/389957/389957_4.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2017 | 01-02-2017 | 31-03-2017 | artikel 2 | 09-05-2017 | 2066424 |
02-02-2017 | 18-05-2017 | nieuwe regeling | 25-01-2017 | 2016691 |
Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 24 januari 2016 onder nummer 2016673 het volgende besluit hebben genomen:
Besluit tot Openstelling van Hoofdstuk 2 Maatregelen § 2 ‘Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen’ van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020
Gedeputeerde Staten van Flevoland;
Het wenselijk is dat landbouwers fysiek kunnen investeren in innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen;
Zij gebruik willen maken van de mogelijkheid die artikel 1.3 van de Subsidieverordening POP3 Flevoland biedt om een openstellingsperiode, een subsidieplafond en nadere regels vast te stellen;
Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020.
Artikel 1. Openstellingsperiode
Open te stellen: Hoofdstuk 2, Maatregelen § 2 ‘Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen’ van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020 – verder te noemen de uitvoeringsregeling – voor de periode van 20 februari 2017 tot en met 31 maart 2017 voor het indienen van aanvragen.
Het subsidieplafond voor de in artikel 1 genoemde periode bedraagt € 4.000.000,- bestaande uit 50% ELFPO middelen en 50% provinciale cofinanciering.
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de activiteit betrekking heeft op tenminste één van de volgende thema’s:
maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
Artikel 5. subsidiabele kosten
Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:
Indien toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel naar het oordeel van gedeputeerde staten zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.
Gedeputeerde staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de
Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Flevoland de volgende criteria, die nader zijn beschreven in de toelichting bij dit besluit:
Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstelling(en) zoals beschreven in de openstelling worden behaald.
De kans op succes wordt bepaald door de volgende aspecten in samenhang te bezien:
De mate van effectiviteit van investeringen is gerelateerd aan de doelstelling van de openstelling. De bijdrage die het ingediende project aan de doelstelling van de openstelling levert zal worden bepaald door te bezien in welke mate de activiteit bijdraagt aan het doel/ de doelstellingen van de openstelling.
Artikel 8. de puntensystematiek
Na sluiting van de openstellingstermijn worden alle aanvragen beoordeeld op basis van de selectiecriteria uit artikel 7 en in een bepaalde rangorde op een lijst geplaatst. Het puntentotaal per project wordt samengesteld uit de te behalen punten op basis van deze methodiek:
Criterium 5.a: 1-4 punten, gewicht 3
Criterium 5.b: 1-4 punten, gewicht 2
Gedeputeerde Staten stellen voor de rangschikking van de subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Flevoland een adviescommissie in als bedoeld in artikel 1.14 van de Uitvoeringsregeling POP3 Flevoland.
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland van 25 januari 2017.
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris,
de voorzitter,
De maatregel ‘Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen’ uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) wordt opengesteld.
Met deze openstelling kunnen agrarisch ondernemers subsidie aanvragen voor fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van hun bedrijf. Subsidies kunnen betrekking hebben op onder andere nieuwe marktconcepten; gesloten kringlopen; energiegebruik; klimaatadaptatie; dierenwelzijn/ gezondheid en biodiversiteit.
De te verlenen subsidie bedraagt maximaal € 100.000. Het subsidiepercentage voor deze openstelling bedraagt 40%, de aanvrager moet 60% uit eigen middelen bijdragen.
De openstellingsperiode loopt van 20 februari 2017 tot en met 31 maart 2017. In deze periode kunnen aanvragen worden ingediend. De behandeling van de subsidieaanvragen loopt via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Uiterlijk 22 weken na sluiting van de openstelling (medio 3e kwartaal 2017) worden de beschikkingen afgegeven.
De openstelling volgt vigerend Flevolands beleid. Deze is te vinden op:
https://www.flevoland.nl/Loket/Provinciaal-Omgevingsplan-Flevoland-2006
Artikelsgewijze toelichting: Artikel 7 Selectiecriteria
Er is gekozen voor een selectie van de projecten op basis van criteria kosteneffectiviteit, kans op succes, mate van effectiviteit en mate van innovativiteit.
Daarbij stimuleren wij geen projecten die behoren bij een goede bedrijfsvoering landbouw praktijk om aan wettelijke verplichtingen te voldoen, of aan wettelijke verplichting die in voorbereiding zijn. Te denken is dan bijvoorbeeld aan inrichtingen voor bestaande normoverschrijdingen vanaf het erf richting oppervlaktewater.
Er wordt geen gebruik gemaakt van een investeringslijst. Een investeringslijst is sterk aanbodgericht en biedt geen maatwerk of keuzemogelijkheden voor de ondernemer voor zijn specifieke bedrijfssituatie. Deze regeling heeft vooral tot doel de ondernemer uit te dagen om te kiezen voor een investering die het best tot zijn
De selectie van projecten zal plaatsvinden via een zogenaamde ‘tender-methode’: alle binnen de in artikel 1 genoemde periode ingediende projecten worden, indien ze voldoen aan de subsidievoorwaarden, beoordeeld en er zal een puntentoekenning plaatsvinden. Indien de score tenminste gelijk is aan het minimum aantal punten (artikel 8) komen de projecten voor subsidie in aanmerking. De projecten worden vervolgens gerangschikt aan de hand van het puntentotaal, waarbij de projecten aflopend (hoog naar laag aantal punten) worden gerangschikt. Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend voor alle voor subsidie in aanmerking komende projecten, dan worden de projecten gerangschikt op hoogte van de score. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op criterium 7c en als dit niet volstaat criterium 7a. Voor zover dit onvoldoende onderscheidend is kan loting plaatsvinden.
Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin de doelstelling(en) zoals beschreven in de openstelling worden behaald.
De gekozen invulling van dit criterium maakt het mogelijk dat projecten met de hoogste ‘value for money’ het beste scoren.
In deze openstelling is ervoor gekozen om geen gebruik te maken van een investeringslijst. Om die reden worden er geen normbedragen opgenomen voor investeringen, maar wordt er beoordeeld op basis van de kosteneffectiviteit. Kosteneffectiviteit wordt bepaald door de totaal aangevraagde subsidiabele kosten te relateren aan het effect op of de mate waarin wordt bijgedragen aan de thema’s zoals beschreven in de openstelling. Hierbij wordt gekeken naar de thema’s uit artikel 3 lid 2 a t/m g. De kosten van een investering kunnen zeer hoog zijn, maar tegelijk kan de investering ook heel effectief zijn (door de investering wordt een hele kringloop gesloten en de investering draagt ook bij aan andere thema’s). Zijn de kosten van de investering relatief hoog ten opzichte van het effect (het gaat om een relatief kostbare investering met bijvoorbeeld een beperkt effect op één thema), dan zal de kosteneffectiviteit matig zijn.
De wegingsfactor is 3 omdat wij de kosteneffectiviteit van hoog belang vinden.
b de kans op succes / haalbaarheid
Dit criterium betreft de kans dat de investering een hoog effect sorteert op het bedrijf en tot voorbeeld voor andere ondernemers kan dienen. De regeling heeft tot doel om de uitrol van bewezen innovaties verder te verspreiden onder het peloton van landbouwers ten behoeve van de verduurzaming van de landbouwsector. Er wordt beoordeeld op de volgende aspecten, waarbij de aspecten a t/m c hetzelfde gewicht wordt toegekend, maar tevens in samenhang worden bekeken:
De aanvrager dient hiertoe in het projectplan aan te geven of en op welke wijze hij via media of ondernemerskringen communiceert over de investering of aantoont dat de leverancier of andere erfbetreders communiceren over het type investering en het belang ervan.
De wegingsfactor is 2 omdat wij de kans op haalbaarheid van hoger belang vinden dan de innovativiteit.
De mate van effectiviteit van investeringen is gerelateerd aan de doelstelling van de openstelling. De bijdrage die het ingediende project aan de doelstelling van de openstelling levert zal worden bepaald door te bezien in welke mate de activiteit bijdraagt aan het doel/de doelstellingen van de openstelling.
De beleidsdoelen van provincie Flevoland zijn uitgewerkt in de in artikel 3 lid 2 genoemde thema’s. Dit criterium betreft de mate waarin een bijdrage wordt geleverd aan deze thema’s
De wegingsfactor is 3 omdat wij de kosteneffectiviteit van hoog belang vinden.
De mate van innovativiteit blijkt uit de mate waarin de investering uniek is voor Nederland en waarin het zich onderscheidt van alternatieven. Om de mate van innovativiteit te beoordelen wordt in samenhang gekeken naar:
De wegingsfactor is 1 omdat wij de andere criteria van hoger belang achten dan de innovativiteit.
* onder concept wordt verstaan: een product, proces, werkwijze of wijze van bedrijfsvoering.