Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zederik

Verordening op het benoemen van de openbare ruimte, het nummeren van verblijfsobjecten volgens de “Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen” en begrenzen van het gemeentelijk grondgebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZederik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het benoemen van de openbare ruimte, het nummeren van verblijfsobjecten volgens de “Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen” en begrenzen van het gemeentelijk grondgebied
CiteertitelVerordening naamgeving, nummering en begrenzing
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening naamgeving, nummering en begrenzing

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 149 Gemw

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-01-201701-01-2021nieuwe regeling

27-09-2010

gmb-2017-6566

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het benoemen van de openbare ruimte, het nummeren van verblijfsobjecten volgens de “Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen” en begrenzen van het gemeentelijk grondgebied

 

De raad der gemeente Zederik;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 juni 2010;

 

gezien het advies van de commissie Ruimte, Economie en Duurzaamheid d.d. 8 september 2010;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is een regeling vast te stellen over het benoemen van openbare ruimten, nummeren van verblijfsobjecten en het begrenzen van het gemeentelijk grondgebied en dat de bevoegdheid hiertoe thans bij het college berust op grond van artikel 108 en 147 van de Gemeentewet en het mandaat welke door de raad is afgegeven aan het college d.d. 20 april 2009;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende Verordening op het benoemen van de openbare ruimte, het nummeren van verblijfsobjecten volgens de “Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen” en begrenzen van het gemeentelijk grondgebied.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. openbare ruimte:

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, terreinen, plantsoenen en alle wateroppervlakten die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar onderdeel van uitmaken;

 

b. bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld om ter plaatse te functioneren;

 

c. pand:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel met wanden omsloten ruimte vormt, duurzaam met de grond verbonden is en een eigen afsluitbare toegang heeft;

 

d. complex:

een afgebakend samengesteld geheel van meer panden (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes, enzovoort);

 

e. afgebakend terrein:

een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt;

 

f. ligplaats:

een deel van het openbare water dat door burgemeester en wethouders is aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark;

 

g. standplaats:

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

 

h. verblijfsobject:

één of meerdere zelfstandige eenheden van een pand;

 

i. woonplaats:

een deel van de gemeente, vastgesteld door een woonplaatsgrens;

 

j. kern:

een deel van de woonplaats, vastgesteld door een bebouwde komgrens;

 

k. wijk:

de gehele of een deel van een woonplaats, vastgesteld door een wijkgrens;

 

l. buurt (buurtschap):

de gehele of een deel van een wijk, vastgesteld door een buurtgrens;

 

m. nummer:

een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfer;

 

n. adres:

een benaming, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummer-aanduiding;

 

o. college:

het college van burgemeester en wethouders van Zederik;

 

p. raad:

de raad van Zederik;

 

q. rechthebbende:

ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder;

 

r. uitvoeringsvoorschriften:

nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Begrenzen en benoemen van gemeentelijke en openbare gebieden

De raad kan de naam van de gemeente wijzigen.

Het college moet de gemeente verdelen in woonplaatsen en deze aanduiden met nummers en namen.

Het college moet de woonplaatsen verdelen in kernen en deze aanduiden met nummers en namen.

 

Het college moet een woonplaats verdelen, al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken, buurten en buurtschappen en deze aanduiden met nummers en namen.

Het college moet de openbare ruimte en kan gemeentelijke bouwwerken benoemen en deze aanduiden met nummers en namen.

Het college kan ingrijpen bij het ontstaan van onlogische en onvindbare situaties en hiervoor een herindeling uitvoeren, waarbij zowel de oude als de nieuwe naam gedurende een jaar na besluit mag worden gebruikt.

 

Het college kan de onder lid 6 genoemde termijn verlengen.

Artikel 3 Toekennen en laten vervallen van nummers

Het college moet aan een verblijfsobject een nummer toekennen, ongeacht dat de gemeente geen rechthebbende is.

Het college kan het onder lid 1 genoemd besluit te allen tijde intrekken, wanneer er geen reden meer is om het verblijfsobject te nummeren.

Het college kan ingrijpen bij het ontstaan van onlogische en onvindbare situaties en hiervoor een herindeling uitvoeren, waarbij zowel het oude als het nieuwe nummer gedurende een jaar na besluit mag worden gebruikt.

Het college kan de onder lid 3 genoemde termijn verlengen.

Artikel 4 Taken van het college bij het aanbrengen, wijzigen en verwijderen van naam- en nummerborden

Het college brengt, via eigen organisatie of de rechthebbende, op doeltreffende wijze, aan een verblijfsobject dat een nummer heeft gekregen, het nummerbord aan in de uitvoering welke standaard, door het college, is vastgesteld en draagt hier zorg voor.

De door het college aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht op een manier zoals het college dit voorgeschreven heeft en draagt hier zorg voor.

Het college laat het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen zes weken na het besluit aanbrengen op een wijze zoals in artikel 8, eerste lid, is bepaald.

Indien een pand en/of verblijfsobject nog niet is voltooid, wordt het nummerplaatje binnen zes weken na de voltooiing aangebracht.

Het college zal het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, binnen zes weken na het besluit verwijderen door eigen organisatie of de rechthebbende.

Het college kan de in het derde, vierde en vijfde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 5 Bevoegdheden en verboden voor derden betreffende naam- en nummerborden

Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden:

enige aanduiding, als bedoeld in artikelen 3 en 4 te verwijderen, wijzigen, beschadigen, verplaatsen of onleesbaar te maken;

aan delen van de openbare ruimte en aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken namen toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen;

aan zijn onroerende zaak nummers toe te kennen en deze in het maatschappelijke verkeer te hanteren of op zichtbare wijze aan te brengen;

om in het openbaar nummertoevoegingen te gebruiken en deze in het maatschappelijke verkeer te hanteren of op zichtbare wijze aan te brengen;

Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht;

De rechthebbende van een verblijfsobject dat een nummer heeft gekregen, mag de gemeente verzoeken om binnen zes weken het nummerbord te verplaatsen, zolang de duidelijkheid vanaf de openbare weg gehandhaafd blijft;

 

De rechthebbende mag naast de door de gemeente aangebrachte nummerbord aan zijn onroerende zaak een siernummerbord plaatsen, mits het nummer overeenkomt met de door het college gegeven nummer.

Artikel 6 Toelaten werkzaamheden m.b.t. naam- en nummerborden

Indien het college het nodig oordeelt dat naam- of nummerborden aan een bouwwerk, een pand, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en in overeenstemming met de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

 

Het college geeft tevoren mondeling of schriftelijk kennis aan de rechthebbende, als bedoeld in het eerste lid, van hun voornemen over te gaan tot het doen aanbrengen of wijzigen van naam- en nummerborden.

Artikel 7 Zorgplicht over naam- en nummerborden

De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de naamborden vanaf de openbare weg te allen tijde duidelijk leesbaar blijven.

De rechthebbende van het genummerde verblijfsobject moet ten allen tijde zorg dragen voor de zichtbaarheid van het nummerbord vanaf de openbare weg.

De rechthebbende van het genummerde verblijfsobject moet, wanneer het nummerbord beschadigd of slecht leesbaar is, het college waarschuwen en verzoeken om een nieuw nummerbord.

Artikel 8 Voorschriften

Het college stelt nadere uitvoeringsvoorschriften vast voor de wijze van benoemen en nummeren en voor het aanbrengen van naam- en nummerborden in een door hen vastgesteld handboek. Deze uitvoeringsvoorschriften worden in de aanvraag opgenomen, dan wel in de beslissing op de aanvraag;

Het college moet met het oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers zich aan de huidige wetgeving “Basisregistratie Adressen en Gebouwen” houden.

Artikel 9 Strafbepaling

Overtreding van artikel 5, eerste lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 6 en 7 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie;

De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 11 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van openbare ruimten, nummeren van verblijfsobjecten en het begrenzen van het gemeentelijk grondgebied.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Namen en nummers, die op grond van de in artikel 11 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het inwerking treden van deze verordening bestaan.

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening naamgeving, nummering en begrenzing" van de gemeente Zederik.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 27 september 2010.

De griffier, De voorzitter,

TOELICHTING VERORDENING NAAMGEVING, NUMMERING EN BEGRENZING GEMEENTE ZEDERIK

 

Grenzen, namen en nummers vervullen een essentiële functie in het maatschappelijke verkeer; niet alleen voor dienstverlenende instanties, maar ook voor het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. De burger heeft eveneens belang bij goede adressering van zijn woonverblijf. Hij wenst immers vindbaar te zijn.

 

Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur een wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties immers geordend op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van wezenlijke betekenis voor het koppelen van geautomatiseerde bestanden en voor het maken van selecties uit deze bestanden. Het begrenzen van de gemeente, het benoemen van delen van de openbare ruimte en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten zijn een taak van de gemeente en dienen daarom met zorg te worden omgeven.

 

Dit alles wordt ook de ‘vindbaarheidsketen’ genoemd.

 

Wettelijke grondslag

Volgens de Grondwet, artikel 124, lid 1 wordt voor provincies en gemeenten de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake hun huishouding aan hun besturen overgelaten

 

Volgens de Gemeentewet 1992, artikel 108, lid 1 en artikel 147 is de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente overgelaten aan het gemeentebestuur.

 

Volgens het Staatsblad 2002, 111 is met de inwerkingtreding van de Wet Dualisme zijn de bestuurlijke bevoegdheden, die in de Gemeentewet zijn opgenomen, bij het college gelegd.

 

Het begrenzen van het gebied binnen de gemeente, benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van verblijfsobjecten vormt een onderdeel van de gemeentelijke huishouding. Benoeming door andere (bestuurlijke) organen is bij deze verordening verboden. Wel kan een hogere overheid deze bevoegdheid naar zich toe trekken, maar alleen via een provinciale verordening of een wettelijke regeling. Verdere uitwerking van deze grondslag is te vinden in de verordening “Naamgeving, nummering en begrenzing”.

 

Op 1 juli 2009 is de Wet “Basisregistratie Adressen en Gebouwen” van kracht geworden. Deze wetgeving omschrijft exact hoe om te gaan met naamgeving, nummering, begrenzing en registratie van deze gegevens. Voor detaillering wordt naar deze wetgeving verwezen.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In artikel 1 is een nummer gedefinieerd als een nummer bestaande uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter. Het is niet mogelijk Romeinse cijfers op te nemen. Ook een toevoeging van een cijfercombinatie is mogelijk. De gemeente Zederik hanteert de volgende definitie voor een nummer:

 

Een nummer bestaat uit één of meer Arabische cijfers met een eventuele toevoeging van een letter of cijfers. Toevoeging van Romeinse cijfers worden niet gehanteerd.

 

In artikel 1 is onder de term openbare ruimte ook wateren opgenomen. De gemeente Zederik beperkt de naamgeving van wateren tot de volgende categorieën:

alle door het waterschap of gemeente aangegeven A-watergangen;

alle door het waterschap of gemeente aangegeven kanalen;

alle door de gemeente vastgestelde belangrijke overige watergangen en wateren;

alle recreatie- en viswateren;

uit historisch en maatschappelijk oogpunt belangrijke wateren.

 

Artikel 2 Begrenzen en benoemen van gemeentelijke en openbare gebieden

Lid 1

De raad kan de gemeentenaam wijzigen, ongeacht of de naam eerder bij wet is vastgelegd. De raad zal de gevolgen daarvan, zowel maatschappelijke als financiële, in zijn besluitvorming mee moeten wegen. Het raadbesluit tot wijziging van de gemeentenaam zal ter kennisgeving naar de Minister van Binnenlandse Zaken en het provinciaal bestuur moeten worden verzonden.

 

De datum van ingang moet tenminste een jaar na het raadsbesluit liggen. De voorgeschreven termijn van invoering stelt de minister en het provinciaal bestuur in staat bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Daarnaast heeft de gemeente dit jaar nodig om de administratie aan te passen.

 

Lid 2

De gemeente Zederik is ingedeeld in meerdere woonplaatsen. Het college is gemandateerd om een woonplaatsnaam of -grens in te stellen of te wijzigen bij besluit. Hierbij moet aan de regelgeving en convenant worden gehouden, zoals deze is opgenomen in de Wet “Basisregistratie Adressen en Gebouwen”.

 

De woonplaats moet niet verward worden met een kern, omdat deze alleen de bebouwde komgrens aangeeft voor andere wetstoepassingen. Een woonplaats kan uit meerdere kernen bestaan, welke afzonderlijk benoemd kunnen worden, zoals bedoeld in artikel 2, lid 3.

 

Lid 3

Een woonplaats kan verdeeld worden in kernen. Dit om de vindbaarheid van adressen te verbeteren. Voor de postbezorging geldt de woonplaatsnaam, maar bij weergave van de kern- of buurtschapnaam geeft dit geen problemen.

 

Het college kan besluiten over de naam en grens van een kern. Een kern is het gebied wat vastgesteld is door een kombesluit. Na besluit moet dit ter kennisgeving verzonden worden naar het provinciaal bestuur.

 

Lid 4

In de verordening komt het benoemen van de wijken en buurten terug wat tot de bevoegdheid van het college wordt gerekend. Dit omdat het indelen van het gemeentelijke grondgebied primair gemeentelijke doeleinden dient. Bij het instellen of wijzigen van de wijk- en buurtindeling hoort de gemeente wel te overleggen met het CBS.

 

De woonplaatsen in gemeente Zederik worden alleen onderverdeeld in buurten en buurtschappen. De woonplaats is op zich een wijk, omdat anders de indeling te kleinmazig wordt.

 

De grens van een kern, welke onder lid 3 wordt aangeduid, is ook de grens bij het indelingen van kernen in buurten. Verdere verdeling in buurten geschied op historische of natuurlijke grenzen.

 

Een buurtschap is een aanduiding voor een groep van bebouwing, waarbij geen komgrensbesluit ter grondslag ligt of kan liggen. Vaak komen dergelijke namen en grenzen voort uit historische indelingen welke in stand worden gehouden. Een dergelijke indeling is nodig, om het buitengebied binnen een woonplaats beheerbaar te houden.

 

In veel gemeenten wordt de wijk- en buurtindeling verfijnd tot bouwblokken. Een indeling naar bouwblok is van belang voor de verwerving van onroerende zaken, voor bouwblokonderzoek, het opstellen en wijzigen van bestemmingsplannen, het opstellen van voorbereidingsbesluiten, voor stratentabellen en voor statistisch onderzoek, maar ook voor de vuilophaaldienst, inentingsdistricten, gebiedsindeling van sociale instellingen et cetera. Er bestaan geen voorschriften voor de aanduiding van bouwblokken. Dit betekent dat gemeenten die de wijk- en buurtindeling willen verfijnen tot bouwblokken, naar eigen inzicht nummers kunnen hanteren bij het aanduiden van bouwblokken.

 

Lid 5

In het vijfde lid is het benoemen van de openbare ruimte geregeld. De openbare ruimte omvat meer dan alleen straten, plantsoenen en wegen. Zo worden bijvoorbeeld ook waterlopen, sierwateren, bruggen, viaducten, metrostations, dijken, meren en plassen veelal van een naam voorzien. Het benoemen van de openbare ruimte is een facultatieve bevoegdheid van het college. Hij benoemt de openbare ruimte indien dat naar zijn oordeel nodig is.

 

Lid 6 en 7

Bij het gebruik van de bevoegdheid tot naamgeving en nummering moeten burgemeester en wethouders rekening houden met de belangen van in het bijzonder bewoners en bedrijven. Wijziging van een naam of van het nummer treft de belangen van bewoners en bedrijven. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een gemeentelijke gehoudenheid tot het regelen van de gevolgen van de wijzigingsbesluiten.

 

Een aantal punten is hierbij van belang:

Tussen het besluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging dient voldoende tijd te liggen zodat de bewoners en de bedrijven zich op de gewijzigde naam of het veranderde nummer kunnen voorbereiden. Hoe langer deze periode is, hoe minder de gemeente gehouden is tot compenserende maatregelen. In zijn algemeenheid verdient het aanbeveling in een vroegtijdig stadium contact op te nemen met de betrokken bedrijven. De Algemene wet bestuursrecht kent deze verplichting op grond van artikel 4:8.

Voor de gevallen waarin de gemeente gehouden kan worden geacht tot het vergoeden van de gemaakte kosten is geen algemene norm aan te geven waaruit de hoogte of de vorm van de vergoeding kan worden afgeleid.

Indien de wijziging bewoners betreft en er een korte voorbereidingsperiode geldt, dan is het beschikbaar stellen van een aantal adreswijzigingkaarten in de meeste gevallen een redelijke vorm van schadeloosstelling.

Bedrijven die ook bij een voorbereidingsperiode van één jaar onevenredig in hun belangen worden getroffen kunnen een aanspraak maken op vergoeding van een deel van de door hen te maken kosten.

Daarbij zijn de volgende aspecten te wegen:

de bevoegdheid van de gemeente om tot wijziging te besluiten;

het maatschappelijke risico dat een bedrijf dientengevolge is toe te rekenen;

de lengte van de voorbereidingsperiode;

de specifieke aspecten van het bedrijf;

de voorraad naar buiten gerichte kantoorbescheiden en productonderdelen met adresvermelding;

de actualiteit van de onder e genoemde zaken;

het gemiddelde gebruik of de omzet per tijdsperiode van de onder e genoemde zaken;

de mogelijkheid tot bedrijfseconomische en fiscale afschrijving van de onder e genoemde zaken.

 

De in het tweede lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot het benoemen van de openbare ruimte bij burgemeester en wethouders indienen. Een dergelijke aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn in ieder geval de hoofdstukken 3 en 4 van de Awb van toepassing (algemene en bijzondere bepalingen over besluiten).

 

Artikel 3 Toekennen en laten vervallen van nummers

Dit artikel regelt het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen door het college van burgemeester en wethouders. Dit geldt niet voor andere bouwwerken, panden die niet duurzaam met de grond verbonden zijn, complexen en afgebakende terreinen.

Hier is niet voor de term ‘huisnummer’ gekozen omdat bij bedrijven, ligplaatsen en standplaats niet kan worden gesproken van een ‘huisnummer’.

Het ligt niet voor de hand dat een gemeente de kosten die gepaard gaan met de uitwerking van dit artikel bij de eigenaar van het betreffende verblijfsobject in de vorm van leges in rekening brengt. Er is immers niet duidelijk sprake van een individueel belang.

 

Lid 1

De wetgeving “Basisregistratie Adressen en Gebouwen” stelt de verplichting voor het nummeren van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen. De afweging wordt gemaakt door de definitie van verblijfsobject te hanteren en daarbij het objectenhandboek, welke bij de wet is toegevoegd, te gebruiken.

 

De in het eerste lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot nummertoekenning bij het college kunnen indienen. Ook deze aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn dan ook in ieder geval de hoofdstukken drie en vier van de Awb van kracht.

 

Lid 2

Wanneer het blijkt dat een pand en/of verblijfsobject gesloopt wordt of dat een eventuele onderverdeling van het pand in verblijfsobjecten is vervallen, kan het college beslissen om het nummer, welke onder lid 1 is toegekend, te laten vervallen. Hiervoor zal de gebruiker en eigenaar van het pand en/of verblijfsobject op de hoogte moeten worden gebracht.

 

Lid 3 en 4

Zie voor de toelichting onder artikel 2, lid 6 en 7.

 

Artikel 4 Taken van het college bij het aanbrengen, wijzigen en verwijderen vannaam- en nummerborden

Lid 1

Het aanbrengen van nummerborden is per gemeente verschillend geregeld. Voor de gemeente Zederik is dit geregeld dat het nummerbord wordt besteld en opgestuurd aan de rechthebbende. Deze wordt verplicht om het nummerbord aan te brengen.

 

In het eerste lid is vastgelegd dat een verblijfsobject een door het college toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Daarmee wordt het college de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers aan verblijfsobjecten. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers, die door het college zijn toegekend, ook ter plaatse zijn terug te vinden.

 

Lid 2

Naamborden zullen in overeenstemming met de wens van het college worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente.

 

Lid 3, 4 en 6

In het derde lid is bepaald dat het door het college van burgemeester en wethouders toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het pand en/of verblijfsobject nog niet is voltooid, is in het vierde lid een andere termijn gesteld. Het zesde lid geeft het college de mogelijkheid de in het derde en vierde lid genoemde termijn te verlengen.

 

Lid 5 en 6

In het vijfde lid is bepaald dat het door het college van burgemeester en wethouders onttrokken nummer binnen een bepaalde termijn moet worden verwijderd. Het zesde lid geeft het college de mogelijkheid de in het vijfde lid genoemde termijn te verlengen.

 

Artikel 5 Bevoegdheden en verboden voor derden betreffende naam- en nummerborden

Lid 1

Het eerste lid verbiedt een ieder die daartoe niet bevoegd is namen en nummers toe te kennen aan delen van de openbare ruimte en aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken door deze zichtbaar ter plaatse aan te brengen.

 

Ook verbiedt het een ieder die daartoe niet bevoegd is nummers toe te kennen aan onroerende zaken die privébezit zijn, door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Overtreding van het eerste lid wordt strafbaar gesteld.

 

Lid 3

Wanneer een rechthebbende vindt dat het naam- of nummerbord verplaatst moet worden, moet hij het college vragen om de verplaatsing. Hierna kan het college bepalen op welke plaats het betreffende naam- of nummerbord herplaatst kan worden.

 

Lid 4

Vooral het door de burger aanbrengen van een siernummer aan zijn onroerende zaak is de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien heeft onderzoek van een grote gemeente aangetoond dat niet alleen ‘eigen nummers’ worden toegekend aan verblijfsobjecten maar dat dikwijls ook nummers ontbreken, niet leesbaar zijn of zo abstract zijn vormgegeven, dat zij niet meer aan de criteria van ‘doeltreffendheid’ voldoen. Daarom stelt de gemeente eisen vast aan nummerborden. Deze dienen te worden uitgewerkt in de technische uitvoeringsvoorschriften.

 

Een siernummer mag, wanneer het reguliere nummerbord bevestigd blijft aan het genummerde verblijfsobject op de locatie, zoals omschreven in deze verordening.

 

Artikel 6 Toelaten werkzaamheden m.b.t. naam- en nummerborden

Lid 1

In het kader van de dienstverlening dienen naam- en nummerborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar te worden aangebracht. Dit is mogelijk door de borden te bevestigen aan bouwwerken die op andermans terrein ten behoeve van de naamgeving mogen worden geplaatst. Het artikel houdt echter ook rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar door derden worden aangebracht. Om te voorkomen dat de leesbaarheid van de aangebrachte borden door hoog opschietend groen, zonneschermen of reclameborden wordt belemmerd, is bepaald dat de eigenaar ervoor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

 

Lid 2

Wanneer borden aan een bouwwerk, een pand, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, zal de rechthebbende op de hoogte gesteld moeten worden van de plaatsing. De voorgestelde plaatsing kan dan bespreekbaar worden gesteld met een uiteindelijke mogelijkheid tot bezwaar van de rechthebbende.

 

Artikel 7 Zorgplicht over naam- en nummerborden

Lid 1 en 2

Het eerste en tweede lid regelen dat de rechthebbende zorg moet dragen voor de zichtbaarheid van de naam- en nummerborden, welke aan zijn verblijfsobject zijn bevestigd. Ook naamborden, welke op zijn erf geplaatst zijn vallen binnen deze twee leden.

 

Door begroeiing, zonnewering of gestalde objecten kan de zichtbaarheid van het naam- of nummerbord worden belemmerd. De gemeente kan hier de rechthebbende op aanspreken en verzoeken tot verandering van de ontstaande situatie.

 

Lid 3

Wanneer het nummerbord beschadigd, slecht leesbaar of zelfs verwijderd is, moet de rechthebbende van het genummerde verblijfsobject overgaan tot plaatsing van een nieuw nummerbord.

 

Wanneer blijkt dat de beschadiging of het ontbreken van het nummerbord moedwillig is ontstaan door de rechthebbende, worden de kosten voor een nieuw nummerbord bij de rechthebbende in rekening gebracht.

 

Artikel 8 Voorschriften

Lid 1

Het eerste lid biedt de mogelijkheid nadere technische uitvoeringsvoorschriften te geven. Er kan in dit verband worden gedacht aan algemene eisen aan het te gebruiken materiaal, evenals aan een aantal andere technische zaken zoals de methode van nummering en maatvoering van de borden.

 

Lid 2

Het tweede lid biedt het college de mogelijkheid nadere administratieve voorschriften te geven. De basis van de administratieve voorschriften is opgenomen in de Wet “Basisregistratie Adressen en Gebouwen”.

Deze passage is om verschillende redenen in de verordening opgenomen. In de eerste plaats vervullen naam- en nummergegevens een zeer wezenlijke functie in het maatschappelijke verkeer. De dienstverlening (rampenbestrijding, hulpdiensten, postbezorging, etcetera) kan niet zonder deze informatie. In de tweede plaats zijn tal van gemeentelijke registraties geordend op de volgorde van naam en nummer. In de derde plaats is een systematische en eenduidige verstrekking van naam- en nummergegevens aan vele instanties noodzakelijk.

 

Artikel 9 Strafbepaling

Het is gebruikelijk om de tweede categorie als strafbaarstelling op te nemen. Hierdoor krijgt de rechter in zijn beslissingsbevoegdheid als strafrechter een grotere keuze en meer mogelijkheden om de belangen van het strafbaar feit af te wegen naar de omstandigheden waaronder het is begaan. Het feitelijk opleggen van een straf blijft uiteindelijk een bevoegdheid van de rechter.

Door alleen maar de tweede categorie aan te wijzen is er sprake van een sterke vereenvoudiging in regelgeving die voor iedere justitiabele rechtszekerheid geeft betreffende de maximale strafmaat.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van bekendmaking, middels publicatie in gemeentelijk nieuwsblad.

 

Artikel 11 Vervallen oude regels

Dit artikel regelt het vervallen van de oude regels en voorschriften. Deze regels en voorschriften dienen met name te worden genoemd. Er kan niet worden volstaan met de zinsnede 'met de inwerkingtreding van deze verordening komen alle eerdere regels en voorschriften te vervallen'. Het artikel spreekt verder voor zich.

 

Artikel 12 Overgangsbepaling

Het principe van het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van gebouwen, complexen, onbebouwde terreinen, ligplaatsen en standplaatsen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der jaren hebben vele voorschriften gegolden. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle namen en nummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals geregeld krachtens artikel 8. Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen blijven gehandhaafd. Het college heeft wel de mogelijkheid om aanpassing van de nummers te eisen.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening naamgeving, nummering en begrenzing" van de gemeente Zederik en is volledig aangepast aan de werkwijze en regelgeving binnen de gemeente Zederik.