Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | de verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Soest |
Citeertitel | Beheersverordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Soest |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | begraafplaats |
Geen
artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | Nieuwe regeling | 17-12-2009 Soester Courant 30-12-2009 | RV 09-63 / PUZA/2009/672355 |
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaats(en):de gemeentelijke algemene begraafplaatsen in de woonkernen Soest en Soesterberg (respectievelijk Veldweg en Kampdwarsweg);
b. particulier graf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend aan een natuurlijk óf rechtspersoon (de rechthebbende), tot het daarin doen begraven en begraven houden van twee lijken, en/of het doen bijzetten van 1 asbus (met of zonder urn). Een particulier graf wordt uitgegeven voor een periode van 20 jaar, waarna telkenmale een verlenging mogelijk is van 10 jaar;
c. algemeen graf: wordt per graflaag uitgegeven voor een periode van 10 jaar. Er is geen verlenging van grafrecht mogelijk. Het bestuursorgaan bepaalt wie in het graf wordt begraven. Het graf blijft op naam staan van de gemeente. ;
d. voorkeursgraf: een particulier graf, dat afwijkend van de volgorde van uitgifte ter beoordeling van de beheerder kan worden uitgegeven c.q. gereserveerd, in overleg met de opzichter, tegen betaling van 50% boven op het uitgiftebedrag;
e.urnengraf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend aan een natuurlijk óf rechtspersoon, tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen. Een urnengraf wordt uitgegeven voor een periode van 10 jaar, waarna telkenmale een verlenging mogelijk is van 10 jaar;
f. urnennis: een nis, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend aan een natuurlijk óf rechtspersoon, tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, bevattende de as van een overledene. Een urnennis wordt uitgegeven voor een periode van 10 jaar, waarna telkenmale een verlenging mogelijk is van 10 jaar;
g. particulier kindgraf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend aan een natuurlijk óf rechtspersoon, tot het doen begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen, alsmede van overleden kinderen tot 6 jaar;
h. asbus: een bus ter berging van de as van een overledene. Op de bus worden de naam en de voorletters van de overledene, alsmede een registratienummer, vermeld;
i. urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;
j. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemde plaats waarop as wordt verstrooid (Veldweg Soest);
k. grafbedekking: gedenkteken en/of vaste- en winterharde beplanting op een graf of gedenkplaats;
l. rechthebbende: de natuurlijke persoon óf rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf, urnengraf, of urnennis;
m. belanghebbende: de natuurlijke óf rechtspersoon, aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel diegene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
n beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen. De beheerder is bevoegd namens het college de in óf krachtens de verordening bedoelde grafrechten te vestigen;
o. opzichter: de ambtenaar die op de begraafplaatsen toezicht houdt en de dagelijkse werkzaamheden op de begraafplaats coördineert en begeleidt;
p.bestuursorgaan: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Soest;
q. grafakte: de overeenkomst waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het bestuursorgaan een grafrecht is overeengekomen;
r. grafrecht: dit recht geeft de bevoegdheid lijken in een bepaalde ruimte te (laten) begraven en begraven te houden.
s. uitvoeringsregels grafbedekkingen: In de uitvoeringsregels wordt beschreven aan welke vereisten een grafbedekking of de afdekplaat voor een urnennis moet voldoen.
t. wettelijke grafrusttermijn: volgens de Wet op de Lijkbezorging geldt een grafrusttermijn van tien jaar vanaf de begraafdatum van de laatste persoon begraven in het graf. Met andere woorden; binnen 10 jaar nadat de laatste persoon begraven is in een graf, moet dat graf met rust gelaten worden.
Hoofdstuk II Indeling en administratie van de begraafplaatsen
De administratie bevat een register van alle overledenen die begraven zijn op de begraafplaats of wiens asbus is bijgezet op de begraafplaatsen of wiens as is verstrooid op de begraafplaatsen, met hun namen, geboortedatum en datum van overlijden. In dit register wordt tevens vermeld de dag van begraving/bijzetting/asverstrooing, het gedeelte van de begraafplaats waarin dit is geschied en het nummer van het graf c.q. de urnennis. Daarnaast zijn in dit register de naam en het adres van de rechthebbende of belanghebbende opgenomen. Dit register is niet openbaar.
Hoofdstuk III Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van as is op werkdagen van maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur. Op zaterdag kan er uitsluitend begraven worden, van 09.00 tot 12.00 uur. Uitgezonderd officiële feestdagen. De standaard tijd ter beschikking van een begrafenis is 60 minuten. Bij overschrijding van die 60 minuten, wordt er een extra tarief in rekening gebracht.
Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de opzichter, werkzaamheden voor derden aan de grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. De steenhouwers dienen het tijdelijk af te halen monument, in verband met een toekomstige bijzetting, mee te nemen. Zowel bij het (tijdelijk) afhalen van een monument, alsook bij het plaatsen van een monument dient de steenhouwer zich vooraf te melden bij de opzichter. Zodra het monument is geplaatst dient de steenhouwer zich af te melden bij de opzichter;
Het maken van foto’s op de begraafplaats voor commerciële doeleinden is niet toegestaan. Het fotograferen van een monument kan uitsluitend plaatsvinden, indien de rechthebbende van het graf daarvoor toestemming heeft gegeven, tenzij de foto gemaakt wordt door de gemeente Soest ten behoeve van haar begraafplaatsadministratie.
Hoofdstuk IV Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:
Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Zie ook artikel 28 lid 3. Het bestuursorgaan bepaalt wie in welk graf begraven wordt. Zij behoudt in juridische zin de beschikking over het graf. Algemene graven worden niet uitgegeven, het bestuursorgaan geeft alleen gelegenheid tot het doen begraven van een lijk. In een algemeen graf worden maximaal drie lijken begraven.
Particuliere graven worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaar. Deze termijn begint te lopen op de datum waarop het graf wordt uitgegeven. Deze termijn kan telkens met een termijn van 10 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn, wordt ingediend. In een particulier graf worden maximaal twee lijken begraven en maximaal één asbus bijgezet.
In een urnennis kunnen maximaal twee asbussen geplaatst worden. Een nis dient afgedekt te
worden met een zogenaamde “afdekplaat”, die moet voldoen aan de vereisten zoals genoemd in “de uitvoeringsregels grafbedekkingen”. Een urnennis wordt uitgegeven voor een periode van 10 jaar en kan daarna telkenmale voor een periode van 10 jaar worden verlengd.
Hoofdstuk V Vereisten voor begraving of bijzetting
De rechthebbende of belanghebbende die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, uiterlijk om 12.00 uur schriftelijk (digitaal) kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden niet als werkdag.
alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijke overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene, dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de opzichter. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de opzichter geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, indien zij hun wens daartoe uiterlijk vóór 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Rechthebbenden of belanghebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de “witte lijst”van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
De toegepaste tarieven voor de rechten voor de uitgifte van (urnen-)graven en urnennissen, rechten voor het begraven, opgraven en herbegraven, rechten voor bijzetten en bijgezet houden van asbussen en verstrooiing van as, rechten voor het onderhoud van graven en overige rechten, worden jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad en openbaar gemaakt in de tarievenlijst behorende bij de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten” .
Een recht op een particulier graf, urnengraf of urnennis kan worden overgedragen, door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende of belanghebbende kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na overlijden van de rechthebbende of belanghebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het bestuursorgaan het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf, urnengraf óf urnennis dat inmiddels is geruimd. De nieuwe rechthebbende is in een dergelijk geval opnieuw uitgiftekosten verschuldigd.
Indien de rechthebbende van een urnennis, een urnengraf óf een particulier graf met daarin een asbus, de uitgiftetermijn niet wenst te verlengen, dan dient de rechthebbende de urn(nen) (op afspraak) af te halen op de begraafplaats, binnen twee weken nadat de termijn is verlopen. Indien de rechthebbende hier geen uitvoering aan geeft c.q. niets van zich laat horen, dan mag aangenomen worden dat hij/zij afstand doet van de urn(nen). De beheerder is vervolgens gerechtigd de as te (laten) verstrooien op het strooiveld en de hiervoor vastgestelde leges aan de voormalige rechthebbende in rekening te brengen.
Hoofdstuk VIII Einde grafrechten
1.Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van het bestuursorgaan, van het recht op het (urnen-)graf of de urnennis. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doet het bestuursorgaan mededeling aan de rechthebbende.
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken, beplanting of andere voorwerpen kunnen gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd, nadat de opzichter daarover is ingelicht. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze zaken meer maken.
Hoofdstuk IX Gedenktekens, grafbeplanting en onderhoud.
Een gedenkplaatje bevestigd op de gedenkzuil op het strooiveld op de gemeentelijke begraafplaats (aan de Veldweg te Soest) wordt 10 jaar na de bevestigingsdatum, van gemeentewege verwijderd. Een (standaard) gedenkplaatje is uitsluitend verkrijgbaar op het gemeentehuis, voor een jaarlijks vastgesteld tarief.
Iedere rechthebbende van een particulier graf, urnengraf of urnennis en iedere belanghebbende bij een algemeen graf, is jaarlijks een verplicht bedrag verschuldigd voor onderhoud, ongeacht de werkzaamheden die de rechthebbende of belanghebbende zelf uitvoert op of rondom het graf. De tarieven worden jaarlijks opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad en vastgelegd in “de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten”. De jaarlijks verplichte onderhoudsbijdrage wordt op de gemeentelijke begraafplaats te Soesterberg gefaseerd ingevoerd, namelijk in geval van de uitgifte van een nieuw (urnen)graf of nieuwe urnennis, zodra er een bijzetting plaatsvindt in een bestaand graf, in geval van verlenging van het grafrecht óf bij overschrijving van het grafrecht.
Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te (laten) herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerkingen komende voorwerpen, of zo nodig de gehele grafbedekking, doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of belanghebbende en vervalt daarna aan het bestuursorgaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht kan worden.
De verwijdering vindt niet eerder plaats, dan nadat de rechthebbende per brief is ingelicht (op het adres zoals bekend bij het bestuursorgaan), over de verwaarloosde toestand van de grafbedekking en er binnen de gestelde termijn geen actie is ondernomen door de rechthebbende. De oproeping geschiedt door een mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats indien het adres van de rechthebbende niet bekend is bij het bestuursorgaan. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbenden of belanghebbende.
Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het bestuursorgaan direct maatregelen treffen. De daarmee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de rechthebbende óf belanghebbende.
mededeling aan de rechthebbende of belanghebbende van gemeentewege verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende c.q. belanghebbende indien deze daartoe tevoren een schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij het bestuursorgaan.
10.In geval van ernstige verwaarlozing van een graf kan het bestuursorgaan besluiten om het grafrecht vervallen laten verklaren en het graf te laten ruimen. Dit is mogelijk, zodra het 10 jaar geleden is dat de laatste persoon in het graf is begraven.
Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of een bijzetting van een asbus in een particulier graf, een urnengraf, algemeen graf of urnennis, geschiedt voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende. De werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door een daartoe erkend bedrijf.
Een rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen, dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting of voorwerpen vanwege het bestuursorgaan – op kosten van het bestuursorgaan – tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
10.Hoofdstuk X Ruimen van (urnen)graven
De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken, worden begraven in een door het bestuursorgaan aangewezen gedeelte van de begraafplaats. (¹
In geval van ruiming van een urnennis, urnengraf óf particulier graf met een asbus, dient de rechthebbende de de asbus(sen) op te komen halen. Indien men aangeeft geen interesse meer te hebben in de asbussen óf men laat niets van zich horen, dan zal de as verstrooid worden op kosten van de rechthebbende.
Het bestuursorgaan kan de rechthebbende op een particulier graf toestemming verlenen om de overblijfselen van de overledenen die zich bevinden in het graf waarop het uitsluitend recht betrekking heeft, te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde ruimte te doen plaatsen, dan wel opnieuw te doen begraven in een ander graf.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf, kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn het bestuursorgaan schriftelijk verzoeken bij de ruiming, de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een graf elders. Het voornemen van het bestuursorgaan om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, door middel van een aankondiging op het publicatiebord, ter kennis van de rechthebbende of belanghebbende gebracht. Tevens zal iedere belanghebbende, op zijn/haar thuisadres, zoals bekend bij de administratie, persoonlijk aangeschreven worden.
Ingezetenen en personen die in de gemeente een belang hebben, kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij het bestuursorgaan een schriftelijke klacht indienen. Het klaagschrift moet minimaal de naam van de klager bevatten, een omschrijving van de feitelijke handeling en een indicatie van datum of periode waarop deze betrekking heeft
Hoofdstuk XIII Overige bepalingen
Door vestiging van een nieuw grafrecht of nieuw gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of belanghebbende zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.
Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig, op verzoek aan de rechthebbende of belanghebbende, verstrekt.
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.
De verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen prevaleert boven de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten, in geval van strijdigheid van bepalingen.