Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening regio Land van Cuijk en Boekel |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening regio Land van Cuijk en Boekel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Afvalstoffenverordening regio Land van Cuijk en Boekel 2000.
Gemeentewet, art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2012 | 09-11-2017 | Gewijzigde regeling | 13-12-2011 Graafse Courant, 3-1-2012 | MIL | |
25-11-2004 | 04-01-2012 | Nieuwe regeling | 28-09-2004 Graafse Courant, 13-10-2004 | Geen. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
detaillist van wit- en bruingoed: degene die wit- en bruingoed, waarop het Besluit beheer wit- en bruingoed van 21 april 1998 (Stb. 238) van toepassing is, in de regio Land van Cuijk en Boekel ter beschikking stelt aan personen, die hiervan ten behoeve van hun particuliere huishouden gebruik gaan maken;
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.
Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 10 Frequentie en wijze van inzamelen
In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval eenmaal per twee weken afzonderlijk nabij elk perceel ingezameld door middel van verzamelcontainers ten behoeve van de volgende aansluitingen:- Reed van Batavia 2, 4, 6, 8 en 10;- Boreel de Mauregnaultstraat 2, 4, 6, 7, 8, 10, 14 en 22;- Achter de Marsstal 2, 8, 14, 16 en 18;- Essinklaan 4, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 24, 26, 28, 30, 32, 34, 36, 38, 40, 42, 44, 46, 48, 50, 52, 54, 56, 58, 60, 62, 64, 66, 68, 70, 70a, 74, 76, 78 en 80;- Poternen 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25, 27, 29, 31, 33, 35, 37 en 39;- St. Jorisstraat 1, 1a, 1b, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 22 en 26;- Hamstraat 7, 9, 11 en 19;- Raamoever 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 en 26.
Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:
a. groente-, fruit- en tuinafval;
g. ferro- en non-ferrometalen;
k. asbest en asbesthoudend afval;
g. Andere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen die door de bestuurscommissie aanvullend zijn vastgesteld.
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan de bestuurscommissie regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Hoofdstuk 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
De bestuurscommissie kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door artikel 5.10, lid 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.