Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 Berg en Dal |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | leges |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-01-2017 | 01-01-2018 | wijzigingsregeling | 15-12-2016 | Z-16-47069 | |
31-12-2016 | 26-01-2017 | Nieuwe verordening | 15-12-2016 |
De raad van de gemeente Berg en Dal;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 2, tweede lid en artikel 7 van de Paspoortwet
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.
De Legesverordening 2016 Berg en Dal laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van d.d. 14 juli 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal op 15 december 2016.
De raadsgriffier,
De voorzitter,
Tarieventabel Legesverordening 2017 Berg en Dal
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk/ geregistreerd partnerschap dat niet op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879 (Stb. 72) kosteloos wordt voltrokken: | |||
op alle dagen, behalve op vrijdag, zaterdag en op zon- en feestdagen | |||
op zon- en feestdagen behoudens kerstdagen, paas- en pinksterdagen | |||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk/ geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek | |||
Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats vindt op een andere locatie dan het gemeentehuis niet zijnde een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1.1.2 vindt er een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats van | |||
Indien op verzoek van het bruidspaar gekozen wordt voor een externe ambtenaar van de burgerlijke stand geldt een toeslag van | |||
indien het een gekalligrafeerde uitvoering betreft, wordt het tarief onder 1.1.3.1 verhoogd met | |||
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen voor de voltrekking van een huwelijk/geregistreerd partnerschap, per getuige | |||
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de registers van de Burgerlijke Stand, voor ieder daaraan besteed kwartier | |||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd. |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||||
met dien verstande dat indien de aanvraag via de daartoe bestemde mogelijkheid in de productencatalogus op de internetsite www.bergendal.nl is ingediend, het tarief per verstrekking bedraagt | ||||
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen: | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||||
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen | ||||
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vervaardigen van een spreadsheet met gegevens uit de basisregistratie personen voor ieder daaraan besteed kwartier | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van gegevens uit de basisregistratie personen door middel van selectie basis tarief van € 103,60 vermeerderd met € 0,10 per regel. |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiesregister
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |||
tot het verstrekken van een fotokopie of een pdf bestand van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: | |||
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan of een pdf bestand, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan op: | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: | |||
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen | |||
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet | |||
van de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 | |||
het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 | |||
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publieke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: | |||
het relatiebestand adres kadastraal perceel, per gelegde relatie | |||
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van kadastrale informatie middels de gemeentelijke aansluiting op het kadasternetwerk, per inlichting | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens van een geregistreerd object, pand of verblijfsobject voor niet wettelijk bepaalde afnemers, | |||
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |||
tot het verkrijgen van een of meerdere gewaarmerkte kopieën per vijfvoud |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een noodurgentieverklaring als bedoeld in artikel 10b van de Huisvestingsverordening Berg en Dal 2016 bedraagt | |||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een mantelzorgurgentieverklaring als bedoeld in artikel 10b van de Huisvestingsverordening Berg en Dal 2016 bedraagt |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |||
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet | |||
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandswet |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |||
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: | |||
voor een periode van 12 maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat | |||
voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd | |||
voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
Hoofdstuk 17 Kabels en Leidingen
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een instemmingsbesluit ingevolge de Verordening Werkzaamheden Kabels en Leidingen Groesbeek 2015 bedraagt | |||
Het bovenstaande tarief wordt, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, verhoogd met coördinatiekosten per meter (m1) te leggen kabels en leidingen, behalve indien het nieuwbouwtrajecten betreft. | |||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding ingevolge de Verordening Werkzaamheden Kabels en Leidingen Groesbeek 2015 bedraagt | |||
Het in 1.17.1.1 en 1.17.2 genoemde tarief wordt indien over een melding coördinatieoverleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met | |||
Het in 1.17.1.1 en 1.17.2 genoemde tarief wordt indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |||
Indien een begroting als bedoeld in 1.17.3.1 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | |||
Indien een aanvraag wordt ingediend en aan de aanvrager in een periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt met een geldigheidsduur korter dan vijf jaar (art 51 lid 2 BABW), wordt de voor die eerdere aanvraag van die gehandicaptenparkeerkaart in rekening gebrachte leges met de op grond van artikel 1.18.1 verschuldigde leges verrekend. | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een gehandicaptenparkeerplaats | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1980 | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |||
bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De hoogte van de bouwkosten wordt bepaald aan de hand van het boekwerk ‘Basisbedragen gebouwen’ van het Nederlands Bouwinstituut (NBI), uitgever Moors Bouw Calculatie Prijzen, uitgave 2016. Indien het bouwwerk niet in het boekwerk staat vermeld, zullen de bouwkosten ambtshalve worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met wat de bouwkosten zouden zijn voor zo goed mogelijk vergelijkbare werken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Bij de berekening van de bouwkosten worden de totale bouwkosten voor het bouwwerk naar beneden afgerond op een heel vijfhonderdtal. Bovenbedoeld normblad en het boekwerk ‘Basisbedragen gebouwen’ van het Nederlands Bouwinstituut (NBI), uitgever Moors Bouw Calculatie Prijzen, uitgave 2016 liggen conform artikel 139 lid 3 van de Gemeentewet ter inzage bij de gemeente Berg en Dal en de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, Tweede Walstraat 14 te Nijmegen.’ | |||
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van het bestemmingsplan of de beheersverordening een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. | |||
hoofdfunctie: de functie(s) waarvoor gronden en/of bebouwing ingevolge de regels van het bestemmingsplan of de beheersverordening in hoofdzaak zijn bestemd. | |||
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |||
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
b. indien de bouwkosten meer dan € 8.260 en minder dan € 250.000 bedragen van de bouwkosten | |||
c. indien de bouwkosten € 250.000,– of meer bedragen, bedraagt het tarief € 6.000,– vermeerderd met | |||
In afwijking van artikel 2.3.1.1 wordt geen leges in rekening gebracht voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, indien de bouwactiviteit betrekking heeft op een geval als bedoeld in artikel 2 of artikel 3, van Bijlage II Bor, maar op grond van artikel 4a, leden 1 en 2, van Bijlage II Bor voor de bouwactiviteit een omgevingsvergunning is vereist, omdat deze plaatsvindt in, aan of bij een beschermd of een aangewezen monument of in een beschermd stads- en dorpsgezicht. | |||
Indien de onder 2.3 bedoelde omgevingsvergunning voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit ingevolge artikel 6.8, eerste lid Bor, wordt het onder 2.3.1 genoemde bedrag verhoogd met 1,9 ‰ met een minimum van € 48,– ingeval van geraamde bouwkosten van € 1,– tot en met € 500.000,–, | |||
plus van het gedeelte van de bouwsom van € 500.000,01 tot en met € 1.000.000,– | |||
plus van het gedeelte van de bouwsom van € 1.000.000,01 tot en met € 2.500.000,– | |||
plus van het gedeelte van de bouwsom van € 2.500.000,01 tot en met € 5.000.000,– | |||
plus van het gedeelte van de bouwsom van € 5.000.000,01 en meer | |||
Voor woningbouw van hetzelfde type welke in één complex worden uitgevoerd geldt bij de tariefberekening het volgende: bij complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen, wordt het tarief berekend zoals hierboven vermeld; bij complexen van 6 tot en met 10 gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 5 woningen berekend; bij complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 6 woningen berekend; bij complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 8 woningen berekend; bij complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 10 woningen berekend; bij complexen van 41 tot en met 50 gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 12 woningen berekend; bij complexen van 51 tot en met 60 gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 14 woningen berekend; bij complexen van 61 en meer gelijke woningen, wordt het tarief over de bouwsom van 16 woningen berekend. Hierbij geldt dat etage- en galerijwoningen e.d. als één bouwblok worden beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok. In het geval de aanvraag om een omgevingsvergunning naast een bouwactiviteit ook betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten en hiervoor tevens een integraal advies door het Gelders Genootschap wordt uitgebracht, geldt een factor van 1,8 x het reguliere tarief. Indien er meerdere extra disciplines voor de advisering van het Gelders Genootschap nodig zijn, geldt een factor van 2,2 x het regulier tarief. Voor illegale bouwwerken geldt de factor 1,5 x reguliere tarief. In het geval van formele behandelingen en verslaglegging adviezen vooroverleg bouw- en verbouwplannen wordt het bedrag bepaald bij de definitieve aanvraag. Ook wanneer de vergunning niet wordt verleend, zijn de kosten van het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit volledig verschuldigd. | |||
In afwijking van artikel 2.3.1.2 wordt indien de onder 2.3 bedoelde omgevingsvergunning voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit het onder 2.3.1 genoemde bedrag niet verhoogd, indien de bouwactiviteit betrekking heeft op een geval als bedoeld in artikel 2 of artikel 3, van Bijlage II Bor, maar op grond van artikel 4a, leden 1 en 2, van Bijlage II Bor voor de bouwactiviteit een omgevingsvergunning is vereist, omdat deze plaatsvindt in, aan of bij een beschermd of een aangewezen monument of in een beschermd stads- en dorpsgezicht. | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een beschikking, houdende verlenging van de termijn als bedoeld in artikel 2.23 van de Wabo | |||
Indien voor de verlening van de omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Waboartikel 3.3, derde lid en/of artikel 3.5, derde lid, van de Wabo (doorbreken aanhoudingsplicht) wordt toegepast, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in 2.3.1.1: | |||
Indien ten aanzien van een aanvraag tot een omgevingsvergunning advies van derden wordt ingewonnen, worden de onder dat punt bedoelde bedragen verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Het op deze wijze berekende legesbedrag wordt voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het berekende legesbedrag aan de aanvrager is medegedeeld. Ook wanneer de vergunning niet wordt verleend, zijn de gemaakte externe advieskosten volledig verschuldigd. | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | |||
De leges verband houdende met een aanvraag onder 2.3.1.8 komen niet voor restitutie in aanmerking. | |||
Indien de aanvraag als bedoeld onder 2.3.1.8 voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, geldt dat het ingevolge 2.3.1.2 berekende bedrag aan verschuldigde leges wordt vermenigvuldigd met factor 1,5. |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
Indien voor de verlening van de omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo artikel 3.3, derde lid en/of artikel 3.5, derde lid, van de Wabo (doorbreken aanhoudingsplicht) wordt toegepast, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in 2.3.2.1: | |||
In afwijking van artikel 2.3.2.1 en 2.3.2.2. wordt geen leges in rekening gebracht voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, indien de aanvraag betrekking heeft op het omzetten van grasland in bouwland waarbij gebruik wordt gemaakt van de techniek van de niet kerende grondbewerking, het zogenaamde mülchen, mits de grond in het najaar ingezaaid wordt met een groenbemester, bodembedekker of wintergewas |
Planologisch strijdig gebruik waarbij al dan niet sprake is van een bouwactiviteit | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º of 2º van de Wabo wordt toegepast: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en de aanvraag betrekking heeft op een op grond van artikel 6.5 Bor door de gemeenteraad aangewezen geval, waarin van de gemeenteraad geen verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo is vereist: | |||
indien de afwijking gewijzigd(e) gebruik en/of bebouwing van een bestaand bouwperceel betreft, waarbij de begrenzing van het bouwperceel niet overschreden wordt en de hoofdfunctie ter plaatse van het bouwperceel niet wijzigt: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en de aanvraag betrekking heeft op een geval, waarin de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | |||
indien de afwijking gewijzigd(e) gebruik en/of bebouwing van een bestaand perceel betreft, waarbij de begrenzing van het bouwperceel niet overschreden wordt en de hoofdfunctie ter plaatse van het bouwperceel niet wijzigt: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | |||
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | |||
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Groesbeek 2015 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |||
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | |||
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | |||
In afwijking van artikel 2.3.7.1 wordt geen leges in rekening gebracht voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit met betrekking tot monumenten, voor zover de activiteit een bouwactiviteit betreft als bedoeld in artikel 2 of artikel 3, van Bijlage II Bor en voor de bouwactiviteit geen omgevingsvergunning vereist zou zijn, indien deze niet plaatsvindt in, aan of bij een beschermd of aangewezen monument. | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Groesbeek 2015 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2., aanhef en eerste lid onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | |||
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied) | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo in samenhang met de Wet natuurbescherming (Wnb), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk: | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a, van de Wabo in samenhang met artikel 2.7, leden 2 en 3 en artikel 1.13, van de Wnb, waarbij geen beroep wordt gedaan op ontwikkelruimte uit segment 2 zoals bedoeld in artikel 1c van de Beleidsregels Toedeling ontwikkelruimte PAS Gelderland: | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a, van de Wabo in samenhang met artikel 2.7, leden 2 en 3 en artikel 1.13, van de Wnb, waarbij een beroep wordt gedaan op ontwikkelruimte uit segment 2 zoals bedoeld in artikel 1c van de Beleidsregels Toedeling ontwikkelruimte PAS Gelderland: | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a, van de Wabo in samenhang met artikel 2.7, leden 2 en 3b en artikel 2.8, negende lid, van de Wnb (toestemming voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten waarvoor geen passende beoordeling vereist is): | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a, van de Wabo in samenhang met artikel 2.7, leden 2 en 3a en artikel 2.8, eerste lid, van de Wnb (toestemming voor het realiseren van niet stikstof gerelateerde projecten of andere handelingen die mogelijk significante effecten voor habitats en soorten kunnen veroorzaken): | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a, van de Wabo in samenhang met artikel 2.7, leden 2 en 3a, artikel 2.8, eerste lid en artikel 1.13, van de Wnb (toestemming voor het realiseren van zowel stikstof als niet stiktstof gerelateerde projecten of andere handelingen die mogelijk significante effecten voor habitats en soorten kunnen veroorzaken): | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a, van de Wabo met toepassing van artikel 2.7, lid 3a en artikel 2.8, vierde lid, van de Wnb (toestemming voor toelaatbare significant negatieve effecten door het ontbreken van alternatieven, aanwezigheid van dwingende redenen van groot openbaar belang en compensatie (ADC toets)): |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: | |||
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten) Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo in samenhang met de Wet natuurbescherming (Wnb), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk: | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder k en artikel 2.17c, van de Wabo voor het (opzettelijk) verstoren, doden, vangen, plukken, bijvoeren etc. van beschermde soorten of het uitzetten van dieren of eieren: | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder k en artikel 2.17c, van de Wabo voor het (opzettelijk) verstoren, doden, vangen, plukken, bijvoeren etc. van beschermde soorten of het uitzetten van dieren of eieren, waarbij de verklaring niet ziet op het belang van één particuliere aanvrager en de verklaring ziet op het realiseren van een infrastructureel werk, van ruimtelijke inrichting op projectontwikkeling: | |||
indien een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo of andere toestemming vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder k en artikel 2.17c, van de Wabo voor een gebiedsgerichte soortenbenadering: |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |||
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |||
indien een ander bestuursorgaan dan de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
Het tarief voor een verzoek tot beoordeling van een principeverzoek door het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de vraag of het, op basis van de beoogde uitwerking van een project of (bouw)plan, bereid is medewerking te verlenen aan herziening (artikel 3.1, eerste lid Wro), wijziging (artikel 3.6, eerste lid, onder a Wro) of uitwerking (artikel 3.6, eerste lid, onder b Wro) van het bestemmingsplan dan wel een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, die slechts met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo kan worden verleend, bedraagt. Indien voor het op basis van het principeverzoek uitgewerkte project of (bouw)plan een aanvraag voor herziening, wijziging of uitwerking van het bestemmingsplan dan wel om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo volgt en deze in behandeling wordt genomen, wordt het bedrag ad € 388,00 met de daarvoor verschuldigde leges verrekend. |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid en artikel 3.6 eerste lid, onder b van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in rekening gebracht | |||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van deze aanvraag (positief) besluit tot het (laten) opstellen van een voorontwerpbestemmingsplan, wordt naast de leges in artikel 2.8.1.1 in rekening gebracht | |||
Als het college van burgemeester en wethouders besluit tot start van tervisielegging op grond van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, wordt naast de leges op grond van artikel 2.8.1.1 en 2.8.1.2 in rekening gebracht | |||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening wordt in rekening gebracht 50% van de bedragen voor de respectievelijke fasen genoemd in de artikelen 2.8.1.1 t/m 2.8.1.3. |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde aanvragen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding tot overschrijving van een verleende omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de Wabo | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor het maken van (handels)reclame als bedoeld in artikel 4:15 van de APV | |||
Indien de onder 2.10.3 bedoelde vergunning voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, wordt het onder 2.10.3 genoemde bedrag verhoogd met | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 8.3, lid 3, van het Bouwbesluit 2012 (ontheffing bouwlawaai): |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30, van de Drank- en Horecawet. | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | ||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a tweede lid van de Drank- en Horecawet | ||||
Voor de exploitatie van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de APV | ||||
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV | |||
Tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 4:6 van de APV: | |||
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunningaanvraag voor seksinrichting en/of escortbedrijf als bedoeld in Hoofdstuk 3 van de APV | ||
Voor een aanvraag als bedoeld in 3.3 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager de kosten medegedeeld, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het berekende legesbedrag aan de aanvrager is medegedeeld. Ook wanneer de vergunning niet wordt verleend, zijn de kosten volledig verschuldigd. In de genoemde tarieven worden in elk geval opgenomen:
|
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in exploitatie nemen van de hierna genoemde categorieën gelden naast genoemde tarieven; | |||
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag | ||||
tot het verkrijgen van een vergunning voor het inzamelen van geld (o.a. collecte) of goederen als bedoeld in artikel 5:13 van de APV | ||||
tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning ingevolge artikel 5:18 van de APV: | ||||
tot het verkrijgen van een vergunning voor een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de APV | ||||
Voor een aanvraag als bedoeld in 3.8.3 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager de kosten medegedeeld, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het berekende legesbedrag aan de aanvrager is medegedeeld. Ook wanneer de vergunning niet wordt verleend, zijn de kosten volledig verschuldigd. In de genoemde tarieven worden in elk geval opgenomen:
| ||||
Deze Tarieventabel behoort bij het raadsbesluit van 15 december 2016 tot vaststelling van de Legesverordening 2017 Berg en Dal.