Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 |
Citeertitel | Legesverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Z.11766/RB.170 |
• Intrekken van de “Legesverordening 2016” van 14 december 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2016 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 19-12-2016 | Z.11766/RB.170 |
gelezen het voorstel van het college van 29 november 2016;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2,1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor het zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2016/2016, 34358 (R2065), nr.A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van de wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlands identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangede Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.
Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 19 december 2016.
De griffier,
De voorzitter,
Titel 1Algemene dienstverlening
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: | ||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het benoemen van een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor 1 dag | ||
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van partnerschap in het Stadhuis Ameide bedraagt € 100,00 extra ten opzichte van de onder 1.1.1 tot en met 1.1.1.4 genoemde tarieven | ||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk danwel het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: | ||
Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een ceremonie gelden de leges zoals vermeld in artikel 1.1.1 en volgende. | ||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek | ||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek | ||
een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering | ||
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van een getuige bij de huwelijksvoltrekking, wordt per getuige een bedrag in rekening gebracht van: | ||
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een door het college aan te wijzen locatie, anders dan de reeds benoemde locatie, bedragen de leges € 300,00 extra van de onder 1.1.1 tot en met 1.1.1.4 genoemde leges. | ||
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier | ||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen. | ||
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoelt in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen. | ||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: | ||
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: | ||
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking | ||
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | ||
een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: | ||
een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: | ||
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen | ||
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet | ||
de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 | ||
het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 | ||
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieen van: | ||
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres | ||
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie | ||
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
tot het legaliseren van een handtekening en/of het waarmerken van een kopie | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet | ||
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet | ||
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet | ||
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander | ||
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: | ||
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat | ||
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat | ||
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd | ||
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet | ||
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met | ||
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met | ||
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 | ||
tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | ||
voor ontheffing op grond van artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen | ||
van een volgende aanvraag voor ontheffing op grond van artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
Hoofdstuk 20 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 (APV Zederik 2015)
De hieronder vermelde tarieven hebben betrekking op het in behandeling nemen van kennisgevingen of van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning of het verlenen van een ontheffing of een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015, in de tekst verder afgekort als APV. In onderstaande tarieventabel wordt verwezen naar de betreffende artikelen van de APV Zederik 2015 | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1 vierde lid, APV (Samenscholing en ongeregeldheden) | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, APV ((Omgevings) vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg) | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 2:29, vijfde lid, APV (Openings- en Sluitingstijden) | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, tweede lid, APV (Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren) | ||
een vrijstelling als bedoel in artikel 2:67, tweede lid, APV (Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18, tweede lid, APV (Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen.) | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:42, tweede lid, APV (verbod plaatsing reclamevoertuigen) | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8, tweede lid, APV (Parkeren van voertuigen) | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 5:13a, eerste lid, APV (Inzameling van geld of goederen en collecteren) | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 5:18, eerste lid, APV (Standplaatsvergunning en weigeringsgronden) | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 5:24, eerste lid, APV (Voorwerpen in, op of boven openbaar water en vaarwegen) | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 5:25 APV (Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen) | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34, derde lid, APV (Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken) | ||
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:36, derde lid, APV (Verboden plaatsen) | ||
een vergunning als bedoeld in artikel 5:40, eerste lid, APV (Omgevingsvergunning reclame) | ||
Voor een vergunning c.q. ontheffing op grond van de APV Zederik 2015, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere regeling een tarief is opgenomen |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | ||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | ||
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | ||
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling schetsplan/principe verzoeken
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Het moment van indienen van de aanvraag (stempeldatum ontvangst gemeente) is bepalend voor de berekening van de leges. | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 en uit oogpunt van welstand advies nodig is van de Welstandcommissie van de vereniging ‘Dorp, Stad en Land’ wordt het onder 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 genoemde bedrag als volgt verhoogd: | |||
Bouwkosten van € 25.000 - € 1.250.000,- vermeerderd met 1,8 promille van de bouwkosten | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, dient de aanvraag te worden verhoogd met: | |||
Bouwen op niet bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing | |||
Aanvullend doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar naar eerste advies | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens het bestemmingsplan voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies of toetsing van een landschapsdeskundige nodig is, dient de aanvraag te worden verhoogd met € 450,– | |||
Indien de aanvraag van een vergunning als bedoeld in Titel 2 wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, danwel in afwijking van de verleende vergunning, worden de onder Titel 2 genoemde leges verhoogd met: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2 wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning: | |||
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingsverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met: | |||
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder a of c, of 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met: | |||
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met: | |||
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: Er worden geen leges geheven voor een afwijkingsprocedure voor bouwplannen waarvan de bouwkosten minder dan € 10.000,– bedragen. | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) verhoogd met: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) verhoogd met: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) verhoogd met een tarief per uur van: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) verhoogd met: | |||
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) verhoogd met: | |||
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) verhoogd met: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) verhoogd met: | |||
Er worden geen leges geheven voor een afwijkingsprocedure voor bouwplannen waarvan de bouwkosten minder dan € 10.000,– bedragen. | |||
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenden van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) per uur: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | |||
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | |||
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | |||
indien in artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | |||
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |||
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | |||
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | |||
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | |||
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998:, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze advieskosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, waarvoor een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |||
Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3; | |||
a. externe advies moet worden ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Voorafgaand aan het verzoek om een extern advies, wordt aan de aanvrager de externe advieskosten, schriftelijk medegedeeld. | |||
b. voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt pas opdracht verstrekt tot een extern advies op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | |||
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |||
het door de extern deskundige aan de gemeente doorberekende bedrag voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport. | |||
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |||
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |||
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |||
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | |||
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |||
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening per uur: | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | ||
Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.8; | ||
a. externe advies moet worden ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Voorafgaand aan het verzoek om een extern advies, wordt aan de aanvrager de externe advieskosten, schriftelijk medegedeeld. | ||
b. voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt pas opdracht verstrekt tot een extern advies op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. |
Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
Hoofdstuk 10 Ontheffing in het kader van de Wet geluidhinder
‘Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder’ |
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30b van de Drank- en Horecawet | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | ||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | ||
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, van de Prostitutieverordening gemeente Zederik 2015, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2: | ||
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, van de Prostitutieverordening gemeente Zederik 2015: | ||
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | ||
tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 | ||
tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 | ||
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 | ||
tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 | ||
tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking