Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2017 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Verordening marktgelden 2016 wordt ingetrokken
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2016 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 15-12-2016 | (2016/498025) |
De raad van de gemeente Haarlem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Voorwerp van belasting en belastbaar feit
Onder de naam ‘marktgelden’ worden rechten geheven voor het gebruik of genot van een standplaats op de daarvoor aangewezen marktterreinen of op andere voor de openbare dienst bestemde plaatsen voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.
De marktgelden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en c, het tweede lid en het derde lid, worden geheven tot het gevorderde bedrag zoals dat blijkt uit een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt wegens overlijden van de vergunninghouder en de vergunning niet wordt overgeschreven als bedoeld in artikel 9 van de Marktverordening, bestaat aanspraak op ontheffing voor het aantal volle weken als er in het betreffende kalenderjaar na het einde van de belastingplicht nog overblijven.
Artikel 8 Tijdstip en termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen ter zake van de marktgelden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a:
per termijn, zijnde het bedrag verschuldigd voor één kalendermaand, worden betaald via PIN–transactie op de eerste verplichte betaaldag in het kalenderjaar, zoals deze op de aanslag is vermeld en vervolgens op elk van de daaropvolgende verplichte betaaldagen; indien de belastingplichtige, of zijn plaatsvervangende marktdeelnemer niet aanwezig is op enige volgens de aanslag verplichte betaaldag(en), dient de betaling van de verzuimde en niet betaalde termijn(en) op de eerstvolgende verplichte marktdag, waarop men wel aanwezig, is per PIN–transactie te worden afgerekend, gelijktijdig met de termijn voor die marktdag.
In afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en c, het tweede lid en het derde lid, middels een PIN–transactie worden betaald op het moment van doen van, of uitreiking van de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid.
In afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen ter zake van de marktgelden als bedoeld in artikel 3, vierde lid, worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het marktgeld wordt niet geheven indien op grond van de precariobelastingverordening een belasting is geheven ter zake van het innemen van een standplaats.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.