Organisatie | Leek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen van de gemeente Leek 2017 |
Citeertitel | Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2016 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 21-12-2016 | 2016008413 |
In de verordening wordt verstaan onder:
Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan het eigenaarsdeel van de onroerendezaakbelastingen.
Vermogen: Uitgesloten voor een vergoeding ingevolge het Participatiefonds zijn de minima als bedoeld onder b. met een vermogen van meer dan de in artikel 34 van de Participatiewet genoemde vermogensgrens.
Voor de vaststelling van het vermogen zijn de bepalingen van de Participatiewet en de daarop gebaseerde verordeningen uitvoeringsregelingen van de gemeente Leek van toepassing, met uitzondering van de daarin opgenomen bepalingen aangaande de door de aanvrager bewoonde eigen woning, woonwagen of woonschip.
Datum vaststelling: Het inkomen en het vermogen worden vastgesteld op de datum van de aanvraag. Bij de ambtshalve toekenning aan bijstandscliënten van een tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen wordt een peildatum gehanteerd die gelijk is aan de peildatum voor oplegging van de Onroerendezaakbelastingen.
Aan een ieder die op de peildatum een uitkering voor levensonderhoud ingevolge de Participatiewet (en/of het daarmee samenhangende Bbz) ontvangt van de gemeente Leek, waarbij het totale inkomen de inkomensgrens van 100% van de bijstandsnorm niet overschrijdt, wordt ambtshalve een tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen toegekend.
Aan een ieder die op de peildatum een uitkering voor levensonderhoud ingevolge de IOAW, IOW of IOAZ ontvangt wordt een aanvraagformulier en een brief met enige toelichting gezonden.
Uitgezonderd de personen genoemd in artikel 2.1 van deze verordening, dient door een ieder schriftelijk een verzoek om een tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen in te worden gediend middels invulling van het daartoe bestemde aanvraagformulier. Het aanvraagformulier dient voorzien van bewijsstukken binnen zestien weken na dagtekening van de aanslag van het betreffende kalenderjaar te worden ingeleverd.
De tegemoetkoming bedraagt 100% van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen en heffingen voor degenen die tot de doelgroep behoren. Voor de afvalstoffenheffing bedraagt de tegemoetkoming 100% van het vaste deel en daarnaast vergoeding voor het variabele bedrag tot een maximum aantal kilogrammen per huishouden op jaarbasis. Dit maximum wordt jaarlijks vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Degenen die een inkomen hebben van meer dan 100% van de toepasselijke bijstandsnorm, doch verder wel voldoen aan het gestelde in artikel 1 van deze verordening, dienen 80% van hun meerinkomen aan te wenden voor betaling van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen en heffingen, inclusief het vaste en variabele deel van de afvalstoffenheffing.
Voor het deel van de aanslag dat hieruit niet kan worden voldaan ontvangen zij een tegemoetkoming, met uitzondering van dat deel van de variabele kosten verschuldigd voor de aangeleverde kilogrammen dat het maximale aantal kilogrammen per huishouding, zoals genoemd in artikel 3.1 van deze verordening, overschrijdt.
Hoofdstuk 4 Bestrijding armoedeval
Degene die in het jaar voorafgaand aan de huidige aanvraag tot de doelgroep als bedoeld in artikel 1 van deze verordening behoorde en:
heeft recht op de volgende gedeeltelijke tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen:
in het eerste jaar volgend op de datum van werkaanvaarding of de datum van toekenning van de belaste premie: 66% van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen/heffingen, inclusief het vaste deel van de afvalstoffenheffing, alsmede 66% van het daadwerkelijk verschuldigde variabele bedrag, voor zover dit het in artikel 3.1 aangehaalde maximum aantal kilogrammen per huishouden niet overschrijdt.
in het tweede jaar volgend op de datum van werkaanvaarding of de datum van toekenning van de belaste premie: 33% van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen/heffingen, inclusief het vaste deel van de afvalstoffenheffing, alsmede 66% van het daadwerkelijk verschuldigde variabele bedrag, voor zover dit het in artikel 3.1 aangehaalde maximum aantal kilogrammen per huishouden niet overschrijdt.