Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Legesverordening Limburg 2017 met bijbehorende tarieventabel 2017 |
Citeertitel | Legesverordening Limburg 2017 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Legesverordening Limburg 2017 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 16-12-2016 | PB no. 127 |
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam leges worden rechten geheven, als bedoeld in artikel 223, lid 1, sub b van de Provinciewet, ter zake van het door of vanwege de provincie verlenen van de diensten, bedoeld in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel.
De leges worden geheven van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd.
De heffing van leges geschiedt door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 5 Tijdstip van betaling
De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:
Indien de aanvraag van een vergunning, ontheffing, enz. als bedoeld in de tarieventabel, wordt ingetrokken alvorens daarop is beschikt, vindt
indien het een aanvraag om een ontgrondingsvergunning of een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen betreft en indien het verzoek tot intrekking is gedaan nadat er een ontwerpbesluit is genomen, doch voordat er een definitief besluit is genomen, restitutie plaats van 60% van de leges.
Het in het eerste lid van dit artikel onder a en b bepaalde is eveneens van toepassing.
Indien de teruggaaf betrekking heeft op de activiteit bouwen vindt alleen restitutie plaats van het op grond van artikel 2.5.2.bepaalde legesbedrag. Over de overige bedragen vindt geen restitutie plaats.
Indien van een ontgrondingsvergunning of een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in het geheel nog geen gebruik is gemaakt en het besluit tot intrekking van die vergunning onherroepelijk is geworden, vindt op schriftelijk verzoek van de belanghebbende of diens rechtverkrijgende – mits gedaan binnen een jaar na datum van verlening van de vergunning – teruggaaf plaats van 50% van de geheven leges, met dien verstande, dat de leges, berekend volgens het algemene tarief, indien begonnen is met de uitvoering van de bouwwerkzaamheden, niet worden gerestitueerd.
Het in het eerste lid van dit artikel onder a en b bepaalde is eveneens van toepassing.
Indien het een aanvraag om een ontgrondingsvergunning, een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of waterwetvergunning en de aanvraag wordt op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht niet verder behandeld, vindt restitutie plaats van 80% van de geheven leges. Het in het eerste lid van dit artikel onder a en b bepaalde is eveneens van toepassing.
Leges worden niet geheven voor:
de stukken, genoemd in de tarieventabel, onder 1.2.1, desgevraagd verstrekt aan politieke groeperingen, welke zijn ingeschreven krachtens artikel G2 van de Kieswet en waarvan het bij de laatst gehouden verkiezingen behaalde aantal stemmen niet lager is dan 75% van de kiesdeler, bedoeld in artikel P5 van die wet, voor ten hoogste vijf exemplaren.
aanvragen in het kader van Natuurbeschermingswet 1998 betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura 2000-gebied.
Een onjuiste kennisgeving kan door de in artikel 227a, lid 2, sub b van de Provinciewet bedoelde provincieambtenaar ambtshalve worden verminderd.
De Legesverordening 2016, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 11 december 2015 (Provinciaal Blad 2015, nummer 8538 en gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 8 juli 2016 (Provinciaal Blad 2016, nummer 4046) wordt ingetrokken met dien verstande zij van kracht blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Indien de Wet natuurbescherming (als verwoord in het wetsvoorstel 33.348) in werking treedt, worden de onderdelen 2.5.15, 2.6 en 2.6.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:
Maastricht, aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten, gehouden op 16 december 2016.
Provinciale Staten voornoemd
de voorzitter,
de heer drs. Th.J.F.M.Bovens
de griffier,
mevrouw drs. J.J.Braam
Tarieventabel voor het jaar 2017 behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening Limburg 2017
Vergunningen, ontheffingen e.d. op grond van provinciale en wettelijke voorschriften | |||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |||
een vergunning, of een verlenging daarvan, op grond van de Ontgrondingenwet: | |||
daarenboven, afhankelijk van de hoeveelheid te ontgronden vaste stoffen;1 | |||
een wijziging van een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet: | |||
indien als gevolg van de wijziging de hoeveelheid te ontgronden vaste stoffen niet toeneemt, wordt afhankelijk van de hoeveelheid nog resterende te ontgronden vaste stoffen het volgende tarief in rekening gebracht: | |||
Indien als gevolg van de wijziging de hoeveelheid te ontgronden vaste stoffen toeneemt, wordt over de extra hoeveelheid te ontgronden vaste stoffen het in artikel 2.1.1 genoemde tarief in rekening gebracht. | |||
een vergunning, verlenging of wijziging van een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet waarbij geen uniforme openbare voorbereidingsprocedure, als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt toegepast | |||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |||
een vergunning, zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet of een wijziging van de jaarhoeveelheid en/of locatie en/of pakket van de onttrekking, met uitzondering van een wijziging van een vergunning inhoudende een vermindering van de vergunde hoeveelheid: | |||
afhankelijk van de (nieuwe) hoeveelheid te onttrekken grondwater per jaar: | |||
een wijziging van de vergunning en/of de voorschriften op aanvraag van de vergunninghouder dan wel diens rechtsopvolger, zoals bedoeld in artikel 6.22 van de Waterwet, van een vergunning als bedoeld onder a. | |||
een vergunning voor het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem (ontwikkelen duurzame energie) tot 100.000 m3 per jaar of een wijziging van een dergelijke vergunning of vergunningsvoorschriften | |||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |||
een ontheffing ingevolge artikel 87 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
Bouwkosten: de aannemingssom, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV), voor het uitvoeren van werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. | |||
Ter bepaling van de legeskosten dient bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen een begroting te worden ingediend. | |||
Het tarief bedraagt ter zake van het in ontvangst nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het onder titel 2.5 bepaalde. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan 25% van het tarief dat zou voortvloeien uit onderdeel 2.5.2 indien sprake is van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo | |||
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid , onder a, van de Wabo voor een op basis van een schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de leges die zijn geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan als onder a bedoeld verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in 2.5.2 | |||
Indien een aanvraag betrekking heeft op het vooraf inwinnen van het advies van de welstandscommissie dan worden de leges geheven conform artikel 2.5.3. Deze leges worden bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen niet nogmaals in de legesheffing betrokken | |||
Voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
indien de bouwkosten meer dan € 20.000 doch maximaal € 50.000 bedragen | |||
indien de bouwkosten meer dan € 50.000 doch maximaal € 100.000 bedragen | |||
€ 3.564,65 vermeerderd met 2,6% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 100.000 doch niet hoger dan € 400.000 | |||
€ 11.570,– vermeerderd met 1,65% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 400.000 doch niet hoger dan € 1.000.000 | |||
€ 21.790,– vermeerderd met 0,44% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000.000 doch niet hoger dan € 5.000.000 | |||
€ 39.970,– vermeerderd met 0,09% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000.000. | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5.1 en 2.5.2 bedraagt het tarief voor een welstandadvies: | |||
indien de bouwkosten meer dan € 20.000 doch maximaal € 55.000 bedragen | |||
indien de bouwkosten meer dan € 55.000 doch maximaal € 110.000 bedragen | |||
indien de bouwkosten meer dan € 110.000 doch maximaal € 440.000 bedragen | |||
indien de bouwkosten meer dan € 440.000 doch maximaal € 1.100.000 bedragen | |||
indien de bouwkosten meer dan € 1.100.000 doch maximaal € 5.500.000 bedragen | |||
indien de bouwkosten meer dan € 5.500.000 doch maximaal € 27.500.000 bedragen | |||
voor elk volgend advies is leges verschuldigd volgens a t/m h. | |||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo wordt verhoogd, indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer: | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo al in behandeling is genomen | |||
Het tarief bedraagt voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald | |||
Planologisch strijdig waarbij al dan niet tevens sprake is van een bouwactiviteit | |||
Het tarief bedraagt voor een activiteit waarbij sprake is van planologisch afwijkend gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo juncto artikel 4, onderdeel 11, bijlage II Bor wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | |||
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | |||
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) | |||
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |||
Het tarief bedraagt voor activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: | |||
indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht | |||
indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht | |||
indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, 1° en 2°, van de Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument, of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken daarvan op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht | |||
indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo voor het slopen van een bouwwerk dat krachtens provinciale of gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht | |||
Indien de aanvraag betrekking heeft op een sloopactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo voor het slopen van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning wordt verleend indien het gaat om vrijkomend puin met een inhoud tot 100 mᶟ | |||
indien bij de aanvraag sprake is van een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is wordt het tarief verhoogd met een bedrag van | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, van de Wabo voor het aanleggen of brengen van verandering in de wijze van aanleg van een weg, voor zover daarvoor tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e, van de Wabo voor het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning: | |||
indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder h, van de Wabo betrekking heeft op het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats | |||
indien de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i, van de Wabo betrekking heeft op het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats | |||
indien voor een aanvraag als bedoeld onder a of b een advies van de Welstandscommissie gevraagd dient te worden wordt het tarief verhoogd met een bedrag van | |||
Handelingen in of nabij Natura 2000-gebieden/gevolgen voor habitats en soorten | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, Natuurbeschermingswet 1998 indien de aanvraag betrekking heeft op: | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in: | |||
artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij AMvB aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving | |||
artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo voor het verrichten van een activiteit die geheel of gedeeltelijk bestaat uit andere activiteiten en die behoren tot een bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor elke fase het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven voor de activiteiten waarop de fase betrekking heeft. | |||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |||
een vergunning, zoals bedoeld in artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 indien de aanvraag betrekking heeft op: | |||
Voor een bericht, als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: het bij AMvB vastgestelde maximum. | |||
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking, voor zover niet afzonderlijk genoemd |
Deze tarieventabel 2017 behoort bij en maakt deel uit van de Legesverordening Limburg 2017.
Gelet op de Heffingsverordening ontgrondingen wordt de hoeveelheid te ontgronden vaste stoffen als volgt gedefinieerd: De hoeveelheden vaste stoffen gemeten in profiel van de ontgraving. Dit zijn bruto hoeveelheden. Alle vaste stoffen, die op basis van een vergunning vergraven kunnen worden, worden meegeteld. Naast de verhandelbare vaste stoffen tellen ook de niet verhandelbare teelaarde, dekgronden, mors e.d. mee.