Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de burgemeester van de gemeente Echt-Susteren houdende Uitstallingen – en terrassenbeleid gemeente Echt-Susteren |
Citeertitel | Uitstallingen – en terrassenbeleid gemeente Echt-Susteren |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-07-2014 | 31-07-2014 | nieuwe regeling | 31-05-2014 |
Vastgesteld op 31 mei 2014, in werking getreden op 31 juli 2014.
De gemeente Echt-Susteren wil de leefbaarheid van Echt-Susteren optimaliseren, de centra economisch aantrekkelijker maken en de uitstraling van deze centra vergroten. De gemeente wil samen met de ondernemers de verblijfskwaliteit verbeteren. Door de herinrichting van het centrum in Echt is hierin al een belangrijke stap gezet.
De kwaliteit van de openbare ruimte wordt sterk beïnvloed door de wanden en de inrichting. Hierbij kan met name gedacht worden aan het plaatsen van reclames, uitstallingen, terrassen, parasols, etc. Deze kunnen het straatbeeld verlevendigen, maar ze kunnen de kwaliteit van de bebouwde omgeving ook in negatieve zin beïnvloeden. In de praktijk zijn daar genoeg voorbeelden van te zien.
Om de inrichting van met name het openbaar gebied in de centra van Echt-Susteren te verbeteren en aantrekkelijker te maken wordt in deze notitie randvoorwaarden gegeven om een zeker kwaliteitsniveau van deze openbare ruimte en het hierbij behorende leefklimaat te garanderen.
Daarnaast wordt door het opstellen van duidelijke randvoorwaarden een goed toetsingskader gecreëerd voor het verlenen van de (horecagerelateerde) vergunningen. Tevens worden er duidelijke toetsingskaders gecreëerd voor het plaatsen van uitstallingen.
1. Richtlijnen voor terrassen en overige uitstallingen
De juridische grondslag voor het plaatsen van terrassen is binnen onze gemeente geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In artikel 2:28 van de APV is geregeld dat geen openbare inrichting mag worden geëxploiteerd zonder vergunning van de burgemeester (de zogenaamde exploitatievergunning). Bij openbare inrichtingen kan onder meer worden gedacht aan horecabedrijven, ijssalons en broodjeszaken. Op grond van de exploitatievergunning kan de burgemeester voorwaarden verbinden aan het plaatsen van een terras. Over de op te nemen voorwaarden wordt nader ingegaan in paragraaf 1.5.
Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid.
In artikel 2:10 van de APV worden regels gesteld over het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het plaatsen van reclameborden die met de activiteiten van de openbare inrichting samenhangen of het plaatsen van winkelrekken voor een winkel.
Op grond van lid 2 van het genoemd artikel kan het college in het belang van de openbare orde of de woon – en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen.
Met deze notitie worden nadere regels gesteld voor het gebruik van het openbaar gebied door inrichtingen zoals hierboven genoemd. In de praktijk gaat het hier met name om nadere regels voor het gebruik van het openbaar gebied door horecaondernemingen en winkels.
Een niet geheel met wanden omsloten zitgelegenheid waar tegen vergoeding dranken en/of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt. Een zitgelegenheid met een geplaatste luifel waarbij de zijkanten geheel zijn dichtgemaakt valt dus ook onder het begrip terras. In de zin van deze notitie wordt zulk terras aangeduid als een winterterras.
Openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid.
Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden.
Een skihut mag alleen geplaatst worden bij de volgende activiteiten:
Een skihut wordt 1werkdag, uiterlijk 2 werkdagen voor de genoemde activiteiten opgebouwd. De skihut wordt afgebroken 1 werkdag, uiterlijk 2 werkdagen na de genoemde activiteiten.
Voor het plaatsen van een skihut wordt bij de gemeente een evenementenvergunning aangevraagd.
Een skihut mag alleen geplaatst worden indien aan alle aspecten met betrekking tot brandveiligheid en overige wet- en regelgeving is voldaan.
Bij zeer bijzondere maatschappelijke activiteiten (denk bijvoorbeeld aan het EK en WK – voetbal) kan worden afgeweken van de hoofdregel dat een skihut alleen geplaatst mag worden tijdens de genoemde activiteiten. Indien een horecaondernemer van deze uitzonderingsregel gebruik wenst te maken dient dit tijdig middels een aanvraag evenementenvergunning bij de gemeente te worden aangevraagd. De gemeente beoordeelt vervolgens of van de uitzonderingsregel gebruik kan worden gemaakt. Een skihut mag nooit langer dan 31 dagen worden geplaatst.
Voor het plaatsen van terrassen en overige uitstallingen behorende bij een openbare inrichting worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Daar waar nodig dient maatwerk tot plaatsing van een terras te worden geleverd om de aantrekkelijkheid en functie van de openbare ruimte te waarborgen. Bij de invulling van het maatwerk dient een duidelijke relatie te worden gelegd met de aanwezige drukte. De beoordeling hiervan ligt bij de gemeente.
Pleinterrassen zijn toegestaan op:
Vergunningen voor terrassen worden slechts verstrekt aan openbare inrichtingen die aan alle onderstaande voorwaarden voldoen:
De inrichting van de terrassen wordt beoordeeld aan de hand van:
Voor zover geen terras wordt geëxploiteerd mogen uitstallingen alleen binnen een strook van 1,5 meter vanuit de gevel worden geplaatst. Burgemeester en wethouders kunnen van deze regeling afwijken indien er geen ruimte is voor uitstallingen c.q. de uitstalling op die plaats niet het beoogde rendement heeft.
1.5 Voorschriften en beperkingen verbonden aan een exploitatievergunning voor een openbare inrichting
Voor het plaatsen van een terras en overige uitstallingen worden aan de exploitatievergunning in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
Indien het terras langer dan 14 dagen niet wordt gebruikt dient het terrasmeubilair, afscheidingen etc. geheel opgeruimd en verwijderd te worden. Aangebrachte voorzieningen voor het monteren van terrasmeubilair, afscheiding, etc. dienen dan gelijkvloers en vlak afgewerkt te zijn met de bestrating en mogen ook anderszins geen gevaar of hinder voor de weggebruikers opleveren.
Een vergunning wordt in beginsel verleend voor onbepaalde tijd. Indien de horecaonderneming wordt overgenomen door een nieuwe horecaondernemer of er een wijziging plaatsvindt in de feitelijke situatie wordt een nieuwe vergunning verleend. Verder kan indien naar oordeel van de burgemeester bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de vergunning voor kortere tijd worden verleend.
De vergunninghouder dient maatregelen te nemen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn, teneinde te voorkomen dat de gemeente of derden tengevolge van het plaatsen of de aanwezigheid van objecten schade lijden. Eventuele schade aan gemeente- eigendom dient op eerste aanzegging binnen de daarbij te stellen termijn aan de gemeente te worden vergoed.
1.6 Vergunningprocedure exploitatievergunning
Een aanvraag voor een exploitatievergunning (onderdeel terrasvergunning) wordt beoordeeld door de behandelend ambtenaar. Indien een aanvraag wordt ingediend die qua locatie, oppervlakte of inrichting afwijkt van het bepaalde in deze beleidsregels kan advies worden gevraagd aan de welstandscommissie en verkeersdeskundige van de gemeente alsmede aan de politie en brandweer.
Overeenkomstig de legesverordening zijn voor het verkrijgen van een exploitatievergunning leges verschuldigd. Naast de legeskosten is, indien een terras is gesitueerd op openbare gemeentegrond, overeenkomstig de precarioverordening een bedrag aan precario verschuldigd. De van toepassing zijnde bedragen worden jaarlijks, eventueel aangepast, door de gemeenteraad vastgesteld.
1.7 Voorschriften voor overige inrichtingen
Voor het plaatsen van uitstallingen bij inrichtingen die niet onder het begrip openbare inrichting vallen worden de volgende regels gehanteerd:
Uitstallingen mogen alleen geplaatst worden binnen een strook van 1,5 meter vanuit de gevelgrenzen, waarbij buiten de rijloper een ongehinderde doorgang gegarandeerd is van tenminste 1.20 meter voor voetgangers, rolstoel – en rollatorgebruikers. De ongehinderde doorgang van 1.20 meter is niet van toepassing indien de rijloper is gelegen binnen een voetgangerszone;
1.8 Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Een bestaande openbare inrichting met een geldige exploitatievergunning op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels heeft het recht op voortzetting van de exploitatie van dat terras op de wijze zoals die in de vergunning is vastgesteld.
Vanaf het moment dat dit nieuwe beleid is vastgesteld en volgens de daartoe geldende regels is gepubliceerd en in werking is getreden, zijn deze nieuwe regels van toepassing voor aanvragen voor nieuwe exploitatievergunningen of verleningen van bestaande en/of wijzigingen van exploitatievergunningen.
Voor situaties waarin deze notitie niet voorziet, kunnen burgemeester en wethouders op verzoek passende regels stellen.