Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Uitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017
CiteertitelSubsidie Voorschool Hengelo 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpUitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017
Externe bijlagen1 Kwaliteitskader Hengelose voorschool 2 Oudenbijdragentabel 3 Ouderverklaring geen recht op toeslag 4 Aanvraagformulier subsidie 5 Minimale eisen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2016nieuwe regeling

29-11-2016

gmb-2016-183519

2059962

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hengelo 2011;

besluit:

vast te stellen de Uitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017 met inbegrip van de daarbij behorende bijlagen.

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Hengelose (doelgroep)peuters: in de gemeente Hengelo woonachtige kinderen van 2,5 tot 4 jaar;

  • b.

    Bestuursrechtelijke handhaving: handhaving in de vorm van een (voor)genomen besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom, bestuursdwang of een bestuurlijke boete;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    Doelgroeppeuter: kind dat op basis van de door het college nader vastgestelde criteria op indicatie van de JeugdGezondheidszorg (JGZ) of op indicatie van de Intern Pedagogisch Begeleider (IPB-er) peuteropvang in aanmerking komt voor een peuterplek VVE;

  • e.

    Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een in Hengelo gevestigde locatie voor kinderopvang waar voorschool wordt uitgevoerd en die in het LRKP staat geregistreerd als kinderdagverblijf;

  • f.

    Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst inzake de inkomensgegevens van een persoon in een bepaald belastingjaar (voorheen IB 60);

  • g.

    Integraal Kindcentrum (IKC): Een integraal centrum waarin onderwijs, peuteropvang en kinderopvang samenwerken om kinderen van 0-12 jaar een dagprogramma te bieden.

  • h.

    Kinderdagverblijf: locatie waar dagopvang voor kinderen tussen de 0 en 4 jaar wordt gerealiseerd, volgens de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en die in het LRKP staat geregistreerd;

  • i.

    Kindvolgsysteem: een volgsysteem waarmee aantoonbaar de ontwikkeling van kinderen op de vier domeinen taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling periodiek kan worden gevolgd en vastgelegd.

  • j.

    Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk aan ouders bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRKP geregistreerde kinderopvang;

  • k.

    Kwaliteitskader Hengelose Voorschool: Bijlage 1 bij deze uitvoeringsregeling, waarin de eisen die door het college worden gesteld aan de voorschool om in aanmerking te komen voor een subsidie staan opgesomd;

  • l.

    Kwaliteitstoets: toetsing aan het kwaliteitskader Hengelose Voorschool door een onafhankelijke deskundige in opdracht van de gemeente Hengelo voorafgaand aan de subsidieverlening.

  • m.

    Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) : Register waarin kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen;

  • n.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van een peuterplek voor hun kind, afgestemd op het verzamelinkomen van het huishouden;

  • o.

    Ouderbijdragentabel: een door het college opgesteld overzicht van de financiële bijdrage die ouders/verzorgers, die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, moeten betalen voor een gesubsidieerde peuterplek regulier of peuterplek VVE, waarbij de bijdrage wordt afgestemd op het gezamenlijk verzamelinkomen van het gezin (Bijlage 2);

  • p.

    Ouders: ouder(s) of verzorgers van de peuter;

  • q.

    Hengelose overdrachtsformulier: het door het college vastgestelde overdrachtsformulier met bijbehorende handleiding waarmee pedagogisch medewerkers op een systematische manier hun beeld van de ontwikkeling van een peuter beschrijven. Dit document wordt vervolgens besproken met ouders en overgedragen naar de toekomstige basisschool;

  • r.

    Peutergroep: een peutergroep bestaat uitsluitend uit peuterplekken regulier en/of peuterplekken VVE;

  • s.

    Peuterplek regulier: plek van twee dagdelen per week voor peuters vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, verspreid over minimaal 2 weekdagen, gedurende 40 weken per jaar. Het aantal uren per peuterplek per week is 5. Er wordt gewerkt met een gecertificeerd VVE programma;

  • t.

    Peuterplek VVE: plek voor doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, van vier dagdelen per week, verspreid over minimaal 4 weekdagen, gedurende 40 weken per jaar. Het aantal uren per week is 10. De plek bevindt zich op een peuteropvanglocatie die in het LRKP staat geregistreerd als VVE gecertificeerd;

  • u.

    Peuteropvang: educatieve opvang voor kinderen vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool. Peuteropvang kan bestaan uit peuterplekken regulier en/of peuterplekken VVE. De peuteropvang moet voldoen aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor de peuterplekken VVE geldt tevens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Peuteropvang wordt uitgevoerd op peuteropvanglocaties in horizontale vaste groepen van minimaal 7 en maximaal 16 peuters per groep. De opvang bestaat uit minimaal 5 uren per week verdeeld over minimaal twee dagdelen. De ontwikkeling van alle peuters wordt gevolgd door middel van een kindvolgsysteem. Uitvoering vindt plaats conform het Kwaliteitskader Hengelose Voorschool;

  • v.

    Peuteropvanglocatie: de locatie, geregistreerd als kinderdagverblijf in Hengelo in het LRKP, waar de houder peuteropvang uitvoert. De locatie is tenminste twee dagdelen per week geopend voor de peuteropvang;

  • w.

    Vereiste taalniveaus: de gehanteerde eisen aan de taalniveaus van de pedagogisch medewerkers op de peuteropvanglocaties, te weten 3F op mondelinge vaardigheden en lezen en taalniveau 2F op schriftelijke vaardigheden. Deze niveaus zijn afkomstig uit de Referentieniveaus taal van de commissie Meijerink;

  • x.

    Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag: formulier die moet worden ingevuld door ouders bij aanvraag van een peuterplek bij de peuteropvangorganisatie, indien zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag (Bijlage 3);

  • y.

    Verzamelinkomen: Door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box 1, box 2 en box 3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;

  • z.

    Voor- en vroegschoolse educatie (VVE): hier opgevat als voorschoolse educatie voor kinderen vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin via een gecertificeerd VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • aa.

    Gecertificeerd VVE-programma: een erkend programma voor voorschoolse educatie gericht op de vier ontwikkelingsdomeinen, dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands JeugdInstituut.

 

Artikel 2 Doel

Deze uitvoeringsregels hebben als doelstelling het mogelijk maken van de uitvoering van gesubsidieerde peuteropvang, inclusief VVE, voor het jaar 2017.

 

Artikel 3 De aanvrager

Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend door een houder.

 

Artikel 4 Het indienen van een aanvraag

  • 1.

    De aanvraag van een houder moet door het college zijn ontvangen in de periode ingaand op 1 december 2016 en eindigend op 15 januari 2017. De uiterste datum waarop een subsidieaanvraag door het college moet zijn ontvangen is dus 15 januari 2017.

  • 2.

    Aanvragen kunnen alleen gedaan worden voor peuterplekken in peutergroepen die uiterlijk per 1 februari 2017 zijn gestart.

  • 3.

    Alleen aanvragen die in de periode genoemd in lid 1 compleet, dus inclusief alle bijlagen, zijn ontvangen, worden in behandeling genomen.

 

Artikel 5 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Voor het aanvragen van subsidie dienen de volgende gegevens en stukken overgelegd te worden:

  • Het aanvraagformulier subsidie voorschool (bijlage 4) inclusief gevraagde bijlagen;

  • de VVE-certificaten van de pedagogisch medewerkers van de peutergroepen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dan wel bewijzen van lopende deelname aan een VVE opleiding.

  • bewijzen van de taalniveaus van de pedagogisch medewerkers van de peutergroepen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dan wel bewijzen van lopende deelname aan taalscholing die tot doel heeft de vereiste taalniveaus te bereiken.

 

Artikel 6 Doelgroepen

Subsidie kan worden aangevraagd voor de volgende peuters:

  • 1.

    Hengelose peuters die een peuterplek regulier bezetten van twee dagdelen per week, en waarvan de ouders aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: subsidie beschikbaar voor twee dagdelen per week.

  • 2.

    Hengelose peuters die een peuterplek regulier bezetten van twee dagdelen per week, en waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag: subsidie beschikbaar voor twee dagdelen per week

  • 3.

    Hengelose doelgroeppeuters die een peuterplek VVE bezetten en waarvan de ouders aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: subsidie beschikbaar voor vier dagdelen per week.

  • 4.

    Hengelose doelgroeppeuters die een peuterplek VVE bezetten, en waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag: subsidie beschikbaar voor vier dagdelen per week

  • 5.

    Houders zijn verplicht bij plaatsing van een peuter op een beschikbaar gekomen peuterplek doelgroeppeuters voorrang te geven.

 

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college subsidieert een vast uurtarief van € 10,- per uur voor peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag verminderd met de vastgestelde ouderbijdrage per uur. Het college subsidieert een uurtarief van € 2,82 per uur, gebaseerd op het verschil tussen het landelijk vastgestelde normtarief voor aanvraag kinderopvangtoeslag (€ 7,18) en het vaste tarief van € 10,-, voor peuters van ouders die wel recht hebben op kinderopvangtoeslag .

  • 2.

    Het college subsidieert per jaar per bezette peuterplek. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:

    • a.

      Voor de in artikel 6 lid 1 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 uren per week * maximaal € 10,- per uur * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage op basis van de ouderbijdragentabel uit Bijlage 2.

    • b.

      Voor de in artikel 6 lid 2 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 uren per week * maximaal € 2,82,- per uur * 40 weken

    • c.

      Voor de in artikel 6 lid 3 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar:

      • Voor de eerste twee dagdelen:

        5 uren per week * maximaal € 10,- per uur * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage op basis van ouderbijdragentabel uit Bijlage 2.

      • Voor het derde en vierde dagdeel:

        5 uren per week * maximaal € 10,- * 40 weken

    • d.

      Voor de in artikel 6 lid 4 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar:

      • Voor de eerste twee dagdelen:

        5 uren per week * maximaal € 2,82,- per uur * 40 weken

      • Voor het derde en vierde dagdeel:

        5 uren per week * maximaal € 10,- * 40 weken

  • 3.

    Het subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de eindrapportage van de houder vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken met een onderscheid naar peuterplekken van ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag en peuterplekken van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag (daaronder wordt hier begrepen het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplek (regulier en VVE) en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen) en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.

  • 4.

    Elk kwartaal dient de houder het verantwoordingsformulier van het voorliggende kwartaal in. Indien blijkt dat het aantal geplaatste peuters meer dan 20% lager is dan het in de beschikking vermelde aantal, vindt in overleg met de betrokken houder een heroverweging van de subsidie plaats. Mocht de heroverweging leiden tot een wijziging in de subsidieverlening, dan ontvangt de houder een aanvullend besluit. Het definitieve subsidiebedrag kan echter nooit hoger worden dan het eerder verleende bedrag.

 

Artikel 8 Subsidieplafond

Voor deze uitvoeringsregeling gelden twee subsidieplafonds voor het jaar 2017:

  • € 1.200.000,- voor peuterplekken bij Spring! Peuterspeelzalen.

  • € 150.000,- voor peuterplekken bij overige peuteropvangorganisaties.

Dit subsidieplafond is nog niet definitief vastgesteld door de raad. Verlaging van het subsidieplafond behoort daarom tot de mogelijkheden. Dit kan gevolgen hebben voor de aanvragen die worden ingediend op grond van deze regeling.

De subsidieverlening voor peuterplekken geschiedt volgens een aantal verdeelcriteria. Deze zijn in volgorde van prioriteit:

  • Peuteropvang die volledig aan de kwaliteitscriteria voldoet, VVE plekken biedt en samenwerkt in IKC verband.

  • Peuteropvang die volledig aan de kwaliteitscriteria voldoet en samenwerkt in IKC verband.

  • Peuteropvang die volledig aan de kwaliteitscriteria voldoet en niet samenwerkt in IKC verband.

  • Peuteropvang die nog niet volledig aan de kwaliteitscriteria voldoet en samenwerkt in IKC verband

  • Peuteropvang die nog niet volledig aan de kwaliteitscriteria voldoet en niet samenwerkt in IKC verband.

 

Artikel 9 Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt aan houders die voldoen aan de voorwaarden uit het Kwaliteitskader Hengelose Voorschool.

  • 2.

    Alle houders die een subsidieaanvraag indienen worden voor de subsidieverlening getoetst door een extern deskundige. Uit deze toets moet blijken of de houder voldoet aan de voorwaarden uit het Kwaliteitskader Hengelose Voorschool. De houder moet in ieder geval voldoen aan de minimale eisen zoals gesteld in bijlage 5.

  • 3.

    Als een houder voldoet aan de minimale eisen zoals gesteld in bijlage 5, maar nog niet volledig voldoet aan alle voorwaarden uit het Kwaliteitskader Hengelose Voorschool, kan het college besluiten, onder voorwaarden, alsnog subsidie toe te kennen. Van de houder wordt dan verwacht dat aantoonbare inspanningen worden gepleegd om in de subsidieperiode wel aan de voorwaarden te gaan voldoen. Indien deze inspanningen niet worden gepleegd, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

  • 4.

    De te subsidiëren activiteiten zijn in ieder geval op 1 februari 2017 gestart en lopen na de start tenminste door tot en met 31 december 2017.

  • 5.

    Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening Hengelo 2011 en de subsidievoorwaarden als opgenomen in deze uitvoeringsregeling,

    • a.

      kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien voor één van de Hengelose vestigingen van de houder vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt.

    • b.

      kan de subsidie in ieder geval geweigerd worden als uit de kwaliteitstoets blijkt dat de vestiging van een houder als onvoldoende is beoordeeld.

 

Artikel 10 Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplek

  • 1.

    Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplek dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag (zie bijlage 3), in combinatie met een Inkomensverklaring van (bei)de ouder(s) over 2015.

  • 2.

    De houder houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde plek is gedaan, en van bevindingen van deze toetsing.

 

Artikel 11 De ouderbijdrage

  • 1.

    De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verwachte verzamelinkomen over 2017. Dit verwachte inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring (zie artikel 10 lid 1) over 2015.

  • 2.

    Als ouders aangeven dat het verwachte inkomen in 2017 wijzigt ten opzichte van de Inkomensverklaring dan moeten zij dit melden bij de houder. Zij dienen de wijziging in inkomen te onderbouwen met relevante bewijsstukken.

  • 3.

    Na bepaling van het verwachte verzamelinkomen over 2017 stelt houder de hoogte van de ouderbijdrage vast aan de hand van de ouderbijdragentabellen uit bijlage 2.

 

Artikel 12 De subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist op een tijdig en compleet ingediende subsidieaanvraag binnen 8 weken na afsluiting van de indieningstermijn.

  • 2.

    Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft voor de betreffende peuteropvanglocatie bestuursrechtelijke handhaving van kracht wordt, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

  • 3.

    Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft tijdens controle blijkt dat de betreffende peuteropvanglocatie niet voldoet aan de wettelijke eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie dan wel de voorwaarden uit het Kwaliteitskader Hengelose Voorschool, wordt van de houder verwacht dat aantoonbare inspanningen worden gepleegd om in de subsidieperiode wel aan de voorwaarden te gaan voldoen. Indien deze inspanningen niet worden gepleegd, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

  • 4.

    Houders die subsidie ontvangen zijn verplicht om uiterlijk op de datum van de start van de te subsidiëren activiteiten op hun website een overzicht van de geldende ouderbijdragen per inkomensgroep en per soort peuterplek, die voor de betreffende peuteropvang gelden, te publiceren. Indien houder niet aan deze verplichting voldoet, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

 

Artikel 13 Verantwoording subsidie

  • 1.

    De houder levert op uiterlijk 15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari een kwartaalrapportage over het voorliggende kwartaal aan het college aan, door middel van het daarvoor vastgestelde format.

  • 2.

    De houder op grond van artikel 17 Asv is verplicht het college desgewenst inzage te geven in diens administratie betreffende onder meer:

    • Inkomensverklaringen of andere bewijzen hoogte gezinsinkomen;

    • verklaringen geen recht op kinderopvangtoeslag van ouders;

    • plaatsingsovereenkomst peuter waaruit aantal uren, soort peuterplek, ouderbijdrage en start- en (verwachte) einddatum blijken.

    • VVE-indicaties, afgegeven door de JGZ en/of IPBer peuter- of kinderopvang, voor plaatsingen van doelgroeppeuters.

 

Artikel 14 Vaststelling subsidie

De vaststelling van de subsidie vindt plaats door toepassing van de formules uit artikel 7 lid 2 op de informatie uit aanvraag tot vaststelling conform hoofdstuk 7 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hengelo 2011.

 

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college beslist in alle voorkomende gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien. Daarnaast is het college bevoegd om in bijzondere gevallen van hardheid gemotiveerd van deze regeling af te wijken.

 

Artikel 16 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling subsidie Hengelose voorschool 2017’.

 

Artikel 17 Duur van de uitvoeringsregeling

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan en blijft gelden voor zover dat voor de uitvoering van deze uitvoeringsregeling nodig is.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2016,

de secretaris, de burgemeester,