Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
markt: de door het college ingevolge artikel 160 lid 1 sub h
Gemeentewet ingestelde warenmarkt;
- b.
marktterrein: het door het college ingevolge artikel 160 lid
1 sub h Gemeentewet aangewezen terrein voor het houden van
een markt;
- c.
artikelengroep/branche: een door het college te bepalen
soort of assortiment van waren of goederen;
- d.
standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is
aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
- e.
vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd
ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;
- f.
dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking
wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als
vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;
- g.
standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder
publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een
aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de
aankoop van een artikel.
- h.
standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter
beschikking wordt gesteld om te standwerken;
- i.
vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning
is verleend voor het innemen van een standplaats;
- j.
wachtlijst/meeloperslijst: de lijst van gegadigden voor een
vaste standplaats;
- k.
anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een
vaste standplaats;
- l.
marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door
het college;
- m.
standaardkraam: marktkraam die als zodanig door het college
is erkend.
Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling
- 1.
Het college bepaalt ten aanzien van de markt:
- a.
het aantal standplaatsen;
- b.
de afmetingen van de standplaatsen;
- c.
de opstelling en indeling van de markt;
- d.
welke standplaatsen worden toegewezen als vaste
standplaats en als standwerkersplaats.
- 2.
Het college kan voor de markt vaststellen:
- a.
een lijst met artikelengroepen/branches;
- b.
een maximumaantal standplaatsen per
artikelengroep/branche;
- c.
dat bepaalde gedeelten van het marktterrein bestemd zijn
voor het verhandelen van bepaalde
artikelengroepen/branches;
- d.
dat een bepaalde artikelengroep/branche slechts vanuit
een verkoopwagen mag worden verkocht;
- e.
dat een gedeelte van het marktterrein wordt bestemd voor
verkoopwagens, mobiele kramen of enige andere soort
verkoopinrichting, anders dan de standaardkraam;
- f.
dat het op bepaalde gedeelten van het marktterrein niet
is toegestaan om voertuigen achter de kraam te
hebben.
Artikel 3 Nadere regels
Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het
bepaalde in deze verordening.
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
- 1.
Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een
krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing,
ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning
of ontheffing is vereist.
- 2.
Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of
ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden
voorschriften en beperkingen in acht te nemen.
Paragraaf 2 Vergunningen en standplaatsen
Artikel 5 Standplaatsvergunning
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder
vergunning van het college.
Artikel 6 Vereisten
- 1.
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in
aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een
aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en
die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle
publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van
bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
- 2.
Bij de aanvraag dient de aanvrager de navolgende bescheiden te
overleggen:
- a.
een recent – niet ouder dan twee maanden – uittreksel
van het Register van de Kamer van Koophandel;
- b.
een geldige registratiekaart van het Centraal
Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht;
- c.
een geldig, door een officiële instantie afgegeven, van
een goedgelijkende foto voorzien identiteitsbewijs;
- d.
twee gelijke recente pasfoto’s, conform de eisen die
gelden voor pasfoto’s ten behoeve van
identiteitsbewijzen;
- e.
een Skalcertificaat in het geval het een standplaats
betreft met biologische artikelen.
Artikel 7 Inhoud vaste standplaatsvergunning
- 1.
Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:
- a.
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het
adres en de woonplaats van de vergunninghouder;
- b.
de warenmarkt waarvoor de standplaatsvergunning
geldt;
- c.
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste
standplaats met vermelding van het nummer en de
afmetingen daarvan;
- d.
de standaardkraam of andere verkoopmaterialen die de
vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag
gebruiken;
- e.
het soort artikelen dat de vergunninghouder mag
verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder
behoort;
- f.
de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst
vergunning is verleend.
- 2.
Aan de vergunning wordt een pasfoto ter identificatie
gehecht.
Artikel 8 Inschrijving op de anciënniteitslijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een
doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de
datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is
toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort
artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche
waartoe hij behoort.
Artikel 9 Inschrijving op de wachtlijst/meeloperslijst
- 1.
Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de
wachtlijst/meeloperslijst, indien hij voldoet aan de in artikel
6 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan
worden toegewezen.
- 2.
Er zijn twee wachtlijsten/meeloperslijsten:
- a.
wachtlijst/meeloperslijst ‘food’;
- b.
wachtlijst/meeloperslijst ‘non-food’.
- 3.
Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:
- a.
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het
adres en de woonplaats van de aanvrager;
- b.
de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;
- c.
de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of
de branche waartoe hij behoort;
- d.
de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager
wil gebruiken.
- 4.
Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van
inschrijving.
- 5.
De inschrijving op de wachtlijst/meeloperslijst blijft
gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1
januari schriftelijk wordt verlengd.
Artikel 10 Doorhalen van inschrijving op
wachtlijst/meeloperslijst
De inschrijving op de wachtlijst/meeloperslijst wordt
doorgehaald:
- a.
indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks
voor 1 januari heeft verlengd;
- b.
op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
- c.
bij overlijden van de ingeschrevene;
- d.
wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste
standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van
bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;
- e.
indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 wordt
voldaan.
Artikel 11 Lengte Standplaats
- 1.
Een standplaats heeft een minimale lengte van vier strekkende
meter en een maximale lengte van 12 strekkende meter, welke
aansluitend dienen te zijn.
- 2.
Een standplaats is in principe vijf meter diep, onverminderd het
bepaalde in artikel 2 lid 1.
Artikel 12 Toewijzing vaste standplaatsen
- 1.
De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste
standplaats toegewezen.
- 2.
Een (tijdelijk) vrijgekomen vaste standplaats wordt als een
dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij
niet als vaste standplaats is toegewezen.
- 3.
Toewijzing van vaste standplaatsen vindt een maal per jaar in
november plaats, tenzij er drie of meer vaste standplaatsen
toewijsbaar zijn in welk geval toewijzing van de beschikbare
vaste standplaatsen per direct plaatsvindt.
- 4.
Het college kan besluiten in het kader van
(beleids)ontwikkelingen ten aanzien van een markt dat er een
bepaalde periode geen toewijzing van vaste standplaatsen zal
plaatsvinden.
- 5.
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats
meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats
achtereenvolgens toegewezen aan:
- a.
de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan
het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven
van standplaats te willen veranderen, in volgorde van
plaatsing op de anciënniteitslijst;
- b.
de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan
het college schriftelijk te kennen heeft gegeven in
aanmerking te willen komen voor de standplaats die
beschikbaar is gekomen als gevolg van het bepaalde onder
sub a, in volgorde van plaatsing op de
anciënniteitslijst;
- c.
degene die zich op de wachtlijst/meeloperslijst heeft
laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze
lijst.
- 6.
Indien voor de markt een regeling per artikelengroep/branchering
geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van lid 5
sub a. en b. en c. van dit artikel.
- 7.
Het college kan een artikelengroep/branche welke nog niet op de
markt is vertegenwoordigd voorrang geven op de wachtlijst als
bedoeld onder lid 5 sub c. van dit artikel. Alsdan wordt de
regeling per artikelengroep/branchering voor de markt geacht
gelijktijdig te zijn aangepast.
Artikel 13 Overschrijving vaste standplaatsvergunning
- 1.
In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van
de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden
overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de
geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met
wie hij duurzaam samenwoonde.
- 2.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van
het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de
vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten
minste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de
vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode
als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich
heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
- 3.
Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee
maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de
blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
- 4.
Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken
van het bepaalde in dit artikel.
Artikel 14 Intrekking vaste standplaatsvergunning
- 1.
Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:
- a.
op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;
- b.
bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond
van artikel 13 de vergunning wordt overgeschreven.
- 2.
Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:
- a.
indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel
onvolledige gegevens zijn verstrekt;
- b.
indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in
artikel 6 genoemde vereisten.
- 3.
Een vergunninghouder toont zonodig, maar minimaal een maal in de
vier jaar, op verzoek van het college aan dat er aan de
vereisten van artikel 6 wordt voldaan. Vergunninghouder
verstrekt daartoe de nodige bescheiden aan het college.
- 4.
Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 13 is
overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste
standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning
ingetrokken.
Artikel 15 Toewijzing dagplaats
- 1.
Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van
een vergunning door het college op het moment dat de
standplaats niet uiterlijk om 8.30 als vaste standplaats
wordt ingenomen.
- 2.
De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats
op de wachtlijst/meeloperslijst food of de
wachtlijs/meeloperslijst non-food van de gegadigden die
zich daarvoor op de dag zelf vóór 8:30 aanmelden bij de
marktmeester.
- 3.
Indien voor de markt een regeling per
artikelengroep/branchering geldt, wordt hiermee rekening
gehouden bij toepassing van lid 2. van dit artikel.
Artikel 16 Toewijzing standwerkerplaats
- 1.
Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van
loting.
- 2.
Het is een ingeschrevene op de wachtlijst/meeloperslijst niet
toegestaan deel te nemen aan de loting voor een
standwerkerplaats zolang deze inschrijving niet definitief is
vervallen.
- 3.
Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit
vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van
degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag
niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats
Artikel 17 Persoonlijk innemen standplaats en bijstand
- 1.
De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen
persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander
afstaan of in gebruik geven.
- 2.
De vergunninghouder mag zich zonder toestemming van het college
niet langer dan 2 uur (in totaal) van zijn standplaats
verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij de standplaats niet
onbeheerd achterlaten.
- 3.
De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen
bijstaan.
Artikel 18 Aantal keren innemen vaste standplaats
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste
eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn
standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in
de artikelen 19 en 20.
Artikel 19 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere
omstandigheden
- 1.
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte,
vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste
standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het
college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang
zijn afwezigheid duurt.
- 2.
De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende
marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of
telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een
schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
Artikel 20 Ontheffing en vervanging
- 1.
In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan
het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste
standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de
verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal
per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.
- 2.
Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem
vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen
door een met name genoemde persoon.
Artikel 21 Legitimatie en identiteit vergunninghouder
- 1.
Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te
nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen
dat hij de vergunninghouder is.
- 2.
De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk
zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.
Artikel 22 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
- 1.
Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer
dan 3 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de
markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te
nemen of goederen aan of af te voeren. Op overtreding hiervan
wordt door de bevoegde ambtenaar sanctie uitgevaardigd conform
de bij deze verordening gevoegde sanctiematrix.
- 2.
De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de
sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan
hiervan ontheffing verlenen.
- 3.
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk
om 8.30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats
voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de
standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem
beschikbaar houdt.
Paragraaf 4 Overige maatregelen van orde
Artikel 23 Kramen
- 1.
Vergunninghouders zijn verplicht bij de uitoefening van de
verkoop gebruik te maken van een standaardkraam, behoudens in
geval van het bepaalde in artikel 2 lid 2 sub d en e.
- 2.
Het college kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van
de in het eerste lid genoemde verplichting ten behoeve van een
verkoopwagen, mobiele kraam of een ander soort
verkoopinrichting.
- 3.
Aan een ontheffing bedoeld in het tweede lid kan het college
nadere voorschriften stellen ten aanzien van het te gebruiken
materiaal.
- 4.
De vergunninghouder, die een kraam wil, of ingevolge het eerste
lid moet gebruiken, is verplicht deze, eventueel met toebehoren,
te huren van door het college voor de desbetreffende markt
aangewezen kramenexploitant tegen de door het college
goedgekeurde tarieven.
- 5.
Het college kan aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing
nadere voorwaarden verbinden, ook van financiële aard.
Artikel 24 Elektriciteit
- 1.
Het is vergunninghouder verboden voor de verlichting van de
standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische
verlichting.
- 2.
Het is vergunninghouder verboden elektriciteit te betrekken van
een ander dan degene die door het college voor het leveren van
elektriciteit is aangewezen of om hier zelf in te voorzien.
- 3.
Het college kan, wanneer de maximumcapaciteit van de
elektriciteitsinstallatie is bereikt dan wel dreigt te worden
bereikt, bepalen dat individuele vergunninghouders dan wel alle
vergunninghouders tezamen hun afname van elektriciteit dienen te
beperken.
Artikel 25 Geluidsapparatuur
- 1.
Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van
luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van
geluid.
- 2.
Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige
geluidsapparatuur op de standplaats voor een ander doel dan
verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.
- 3.
Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste en
tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen
voorwaarden.
Artikel 26 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur
- 1.
Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen of
bak- en kookinstallaties te gebruiken.
- 2.
Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod
ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden.
Artikel 27 Verzorging standplaats en afval
- 1.
De vergunninghouder is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn
goederen zijn uitgestald binnen de aanwezen standplaats en dat
zijn standplaats, zulks ter beoordeling van het college, steeds
een verzorgde aanblik biedt.
- 2.
Het is verboden om afval op het marktterrein aan te voeren.
- 3.
De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder
verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende
verkoop op zijn standplaats vrijkomt zodanig te bewaren dat het
marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd dan wel een
onverzorgde aanblik biedt of het afval niet door onbevoegden kan
worden verwijderd. Het afval dient onmiddellijk na afloop van de
markt te worden meegenomen door vergunninghouder.
- 4.
In het geval er een systeem van (ondergrondse) afvalcontainers
beschikbaar komt is de vergunninghouder, die zich gedurende de
markt wenst te ontdoen van zijn afval, gehouden hiervan gebruik
te maken.
- 5.
De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen
verkoopplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de
markt schoon achter te laten. Het is verboden om afvalwater te
lozen op het wegdek of in een straatrioleringskolk op het
marktterrein.
Artikel 28 Afvalbakken
Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun
standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te
maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopinrichting
een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.
Artikel 29 Rij- en voertuigen
- 1.
Het is verboden zich op marktdagen met een voertuig op het
marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein
aanwezig te hebben.
- 2.
Niet onder de werking van het bepaalde in lid 1 vallen
voertuigen, waarmee goederen of waren op de markt worden of zijn
aangevoerd, mits deze staan op een plek welke door het college
is aangewezen. Verder vallen niet onder de werking van lid 1:
kinderwagens, boodschappenwagentjes, rolstoelen, scootmobielen,
rollators en vergelijkbare voertuigen.
Artikel 30 Venten, promotie en propaganda
- 1.
Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt
met goederen, waren of diensten ter verkoop of promotie rond te
rijden of rond te lopen.
- 2.
Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt
met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of
deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere
propaganda te voeren.
- 3.
Het college kan gedurende de periode van vier weken voor de
Europese, landelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen,
dan wel door het bevoegd gezag afgekondigde
bevolkingsraadplegingen, ten behoeve van het voeren van
politieke propaganda op de door het college aangewezen gedeelten
van het marktterrein een ontheffing van het bepaalde in lid 2
verlenen.
- 4.
Het college verleent maximaal een ontheffing van het bepaalde in
lid 1 voor de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet-
en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.
- 5.
Voor de houder van de ontheffing als bedoeld in lid 3 van dit
artikel zijn de bepalingen van deze marktverordening en van de
marktgeldverordening Schiedam, uitgaande van een vergunning voor
vier strekkende meter, voor zover mogelijk van toepassing.
Paragraaf 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 31 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt
gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van
ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met
openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 32 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning
Onverminderd artikel 14 en het bepaalde in bij deze verordening
gevoegde sanctiematrix kan het college een vergunning voor een vaste
standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens
voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien
de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:
- a.
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de
voorschriften van de vergunning overtreedt;
- b.
zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of
- c.
niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat
wordt geheven op grond van artikel 229 van de
Gemeentewet.
Artikel 33 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
Het college kan met inachtneming van het bepaalde in bij deze
verordening gevoegde sanctiematrix een vergunninghouder van een
dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een
dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier
marktdagen, indien deze:
- a.
het bepaalde bij of krachtens deze verordening
overtreedt;
- b.
zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
- c.
niet als standwerker actief is op een hem toegewezen
standwerkersplaats;
- d.
niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat
wordt geheven op grond van artikel 229 van de
Gemeentewet.
Artikel 34 Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet en het
bepaalde in bij deze verordening gevoegde sanctiematrix kan het
college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt
te verwijderen indien hij:
- a.
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de
voorschriften van de vergunning overtreedt;
- b.
zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of
bedrog;
- c.
niet als standwerker actief is op een hem toegewezen
standwerkersplaats.
Artikel 35 Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van
het college aangewezen personen.
Artikel 36 Aanwijzingen
De vergunninghouder is verplicht alle door of namens het college
gegeven mondelinge aanwijzingen die betrekking hebben op de
organisatie van de weekmarkt terstond op te volgen.
Artikel 37 Overgangsbepalingen
- 1.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de
marktverordening gelden als genomen krachtens deze
verordening
- 2.
De bestaande ancienniteitslijst wordt geacht de
ancienniteitslijst in de zin van deze verordening te zijn.
- 3.
De bestaande meeloperslijst non-food wordt geacht de
wachtlijst/meeloperslijst non-food in de zin van deze
verordening te zijn.
- 4.
De bestaande wachtlijst food wordt geacht de
wachtlijst/meeloperslijst food in de zin van deze verordening te
zijn.
- 5.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze
verordening een aanvraag om vergunning op grond van de
marktverordening is ingediend en voor het tijdstip van
inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de
aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening
toegepast.
Artikel 38 Intrekking oude regeling en inwerkingtreding nieuwe
regeling
- 1.
De Marktverordening Schiedam, vastgesteld op 30 mei 1994 wordt
ingetrokken.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 29 juni 2007
Artikel 39 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Schiedam
2007.