Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2017 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Verordening Hondenbelasting 2017 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2016 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 15-11-2016 | SBC/1697666 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 september 2016, kenmerk Nr. SBC/1697666;
dat het noodzakelijk is om een nieuwe, integrale Verordening op de heffing en invordering van een belasting op honden vast te stellen in verband met wijziging van de tarieven;
gelet op de artikelen 216 en 226 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2017
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op honden die binnen de gemeente worden gehouden.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen over aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting in verband met het aantal toegenomen honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, kan aanspraak worden gemaakt op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,--, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.