Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunnik

VERORDENING MARKTGELDEN 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunnik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING MARKTGELDEN 2017
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageTarieventabel Verordening marktgelden 2017

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 229 Gemw

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201704-11-2017Vervanging verordening marktgelden 2015

15-12-2016

gmb-2016-180748

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING MARKTGELDEN 2017

De raad van de gemeente Bunnik;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING MARKTGELDEN 2017

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt: de warenmarkt, welke krachtens besluit van het college van Burgemeester en Wethouders op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

b. marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

c. standplaats: de op en voor de duur van een markt door het bevoegde gezag aangewezen ruimte op het marktterrein voor het uitoefenen van de markthandel;

d. vaste standplaats: 1. een jaarstandplaats;

2. een halfjaarstandplaats;

3. een kwartaalstandplaats,

waarbij de standplaats bij toewijzing voor de gehele periode wordt bepaald en tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld;

e. dagstandplaats: een standplaats die gedurende een markt beschikbaar wordt gesteld;

f. eenheid: een strekkende meter of een vierkante meter of een gedeelte daarvan;

g. marktgeld: recht voor het hebben van een standplaats op de markt.

Artikel 2. Aard van de heffing

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen op het marktterrein van:

a. een vaste jaarstandplaats;

b. een vaste halfjaarstandplaats;

c. een vaste kwartaalstandplaats;

d. een dagstandplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

1. Het marktgeld als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder a., b. en c. wordt geheven van degene aan wie door het college van Burgemeester en Wethouders een vaste standplaats wordt toegewezen.

2. Het marktgeld als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder d. wordt geheven van degene aan wie door een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar een standplaats wordt toegewezen.

Artikel 4. Grondslag en belastingtarief

1. Het marktgeld wordt berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid van een meter wordt voor een gehele meter gerekend.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

1. De maatstaf van heffing wordt gevormd door het aantal eenheden van de ingenomen vaste standplaats bedoeld in artikel 2 aanhef onder a., b. en c.

2. Houder van een vaste standplaats is bij het innemen van een grotere standplaats dan is toegewezen, de meerdere eenheden verschuldigd waarbij het tarief voor de meerdere eenheden op dezelfde wijze wordt bepaald als het tarief voor de standplaatsen bedoeld in artikel 2 aanhef en onder d.

Artikel 6. Wijze van heffing en betaling

1. Het marktgeld als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder a., b. en c. wordt geheven bij wege van aanslag en moet in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 worden voldaan binnen 14 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

2. Het marktgeld als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder d. moet worden voldaan onmiddellijk na toewijzing van een standplaats. Deze wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of ander schriftuur.

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 7. Teruggaaf marktgeld

1. Behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel bestaat geen recht op teruggaaf van marktgeld.

2. Bij overlijden van de in artikel 3, lid 1 bedoelde belastingplichtige wordt op schriftelijke aanvraag teruggaaf van marktgeld verleend over de nog niet ingetreden kalendermaanden van het heffingstijdvak.

3. Indien belastingplichtige, als bedoeld in artikel 3, lid 1, wegens ziekte of ongeval gedurende tenminste 3 achtereenvolgende kalendermaanden geen standplaats heeft kunnen innemen, wordt op schriftelijke aanvraag teruggaaf van marktgeld verleend over de volle kalendermaanden waarin geen standplaats is ingenomen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Kwijtschelding van het marktgeld op voet van artikel 26 Invorderingswet 1990 wordt niet verleend.

Artikel 9. Nadere regels door college van burgemeester en wethouders

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

1. De “Verordening op de heffing en invordering van marktgelden in de gemeente Bunnik 2015” en de “Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden in de gemeente Bunnik 2015" van 18 december 2014 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2017’.__

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2016.

De griffier,

……………………,

De burgemeester,

…………….