Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels voor standplaatsen Beleidsregels Standplaatsenbeleid Oegstgeest |
Citeertitel | Beleidsregels Standplaatsenbeleid Oegstgeest |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het standplaatsenbeleid, vastgesteld op 28 februari 1992.
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 22 november 2016 (Z-16-18421) besloten om de regeling met terugwerkende kracht in werking te laten treden.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2016 | 11-11-2014 | nieuwe regeling | 11-11-2014 | Z-14-01644/863-1 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest:
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Winkeltijdenwet , de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oegstgeest en het standplaatsenbeleid Oegstgeest (d.d. september 2014)
"BELEIDSREGELS STANDPLAATSENBELEID OEGSTGEEST"
In de hierna volgende beleidsregels worden criteria vastgelegd die een nadere invulling geven aan de in artikel 1.8. en 5.18 van de APV vastgelegde weigeringsgronden van aanvragen voor een standplaats. Deze criteria vormen, samen met de tien weigeringsgronden uit hoofdstuk 2 van het standplaatsenbeleid en de brancheringseisen zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van het standplaatsenbeleid, het uitgangspunt voor het bepalen van welke locaties voor een standplaats in aanmerking komen en of een standplaatshouder een standplaats mag innemen.
De standplaatshouder is verplicht de schade te vergoeden, die hij door gebruik van de vergunning, aan eigendommen van de gemeente toebrengt. Ook moet de standplaatshouder alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, als gevolg van het gebruik van de vergunning schade lijden.
Om in aanmerking te komen voor een standplaatsvergunning is vereist dat de gegadigde een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is die:
zich kan legitimeren door een geldig identiteitsbewijs zoals nader aangegeven in de Wet op de identificatieplicht en in het geval van een vreemdeling volgens de Vreemdelingenwet 2000 zich door middel van een geldig verblijfsdocument aan kan tonen, dat hij/zij de bevoegdheid heeft om in Nederland te mogen verblijven en te werken c.q. te ondernemen; en
Een vaste standplaatshouder mag in de De Kempenaerstraat slechts een dag per week een plek innemen op een vaste standplaats. Het is niet toegestaan om in de De Kempenaerstraat meerdere dagen achtereen dezelfde standplaats in te nemen. Voor de standplaatsen bij de Lange Voort geldt dat het wel is toegestaan om meerdere dagen achtereen dezelfde vaste standplaats in te nemen. Voor tijdelijke standplaatsen is het toegestaan om meerdere dagen achtereen een standplaats in te nemen.
In parargraaf 8 van het standplaatsenbeleid is opgenomen wat de bestaande situatie is, wat de uitzonderingen zijn en hoe vaste standplaatsen na vertrek van de huidige vergunninghouder worden ingevuld. In deze paragraaf komen verschillende locaties in Oegstgeest aan de orde.
Artikel 6. Omschrijving standplaats in de vergunning
Een toegewezen standplaats wordt duidelijk omschreven in de betreffende vergunning. In de vergunning is duidelijk vermeld welke categorie waren verkocht mag worden op de standplaats. Eveneens wordt de maximale oppervlakte vermeld die met de standplaats mag worden ingenomen.
De standplaats moet worden ingenomen overeenkomstig de bij de vergunning behorende situatietekening.
Artikel 7. Maximale uitstallingsruimtes
De maximale afmeting die een standplaats mag innemen, verschilt per standplaats. In de tabel in hoofdstuk 3 zijn de afmetingen per standplaats weergegeven.
Artikel 9. Ontheffing en vervanging
Bij ziekte en vakantie van de vergunninghouder kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 8.
De periode van vervanging wegens ziekte van de vergunninghouder bedraagt maximaal zes maanden, gerekend vanaf de eerste dag van afwezigheid. Indien de ziekte voortduurt zal na zes maanden de vergunninghouder worden aangemeld ter keuring bij de GGD Hollands Midden of het indicatieorgaan.
De periode van vervanging wegens vakantie van de vergunninghouder bedraagt maximaal zes weken.
Indien een vergunninghouder zijn verkoopwagen aan een ander verkoopt, verhuurt of in bruikleen geeft, verschaft dat koper, huurder of gebruiker geen enkel recht op een vergunning voor deze standplaats.
Artikel 10. Intrekken/wijzigen vergunning
Een (vaste) standplaatsvergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 11. Aanwijzingen en toezicht
De daartoe aangewezen ambtenaren zijn belast met het toezicht op de in de APV en het standplaatsenbeleid Oegstgeest gegeven voorschriften en beleidsregels in verband met het innemen van een standplaats in de gemeente Oegstgeest.
Aanwijzingen die de gemeentelijke opsporingsambtenaren, GOA’s, geven in het belang van de openbare orde en veiligheid en het naleven van de vergunningvoorschriften dienen door de standplaatshouder opgevolgd te worden.
De voorwaarden voor brandveiligheid zijn in hoofdstuk 2 paragraaf 9 opgenomen voor een standplaatsvergunning.
Artikel 13. Duidelijke naam/prijsstelling
Als de voor verkoop aangeboden goederen/artikelen geprijsd worden, mag de prijsaanduiding niet tot misverstand aanleiding geven en dient voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.
Het is verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid. Het aanwezig hebben van radiotoestellen en dergelijke toestellen anders dan voor verkoop, is evenmin toegestaan.
Artikel 15. Eisen aan verkoopwagen/kraam
Een standplaatswagen/kar of kraam mag niet grondgebonden zijn en moet verplaatsbaar zijn. De goederen/artikelen mogen alleen aan de voorkant van de verkoopwagen worden aangeboden. De verkoopwagen/kraam moet in goede staat van onderhoud verkeren.
Artikel 16. Goederen/artikelen
Het is verboden goederen/artikelen te verkopen die niet op de vergunning staan, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.
Er mogen geen goederen/artikelen verkocht worden, die ondeugdelijk van samenstelling zijn of die in ondeugdelijke toestand verkeren.
Er mogen geen goederen/artikelen verkocht worden, die niet voldoen aan de eisen gesteld in de Warenwet, met uitzondering van artikel 16 van deze wet.
De standplaatshouder aan wie de vergunning is verleend voor de verkoop van eet- en drinkwaren is verplicht zijn goederen of waren zo uit te stallen dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging. Zij dienen te voldoen aan de eisen die gesteld zijn door de Voedsel- en Warenautoriteit aan de bereiding van de te verkopen producten.
De aanvrager van een standplaatsvergunning dient aan te tonen dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen uit schadevergoeding. Het gaat hier om waartoe hij krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens het aan derden toegebrachte schade.
Artikel 19. Privaatrechtelijke toestemming
Indien een standplaatshouder een plaats wil innemen op een locatie waar (een deel) op grond die niet in eigendom is van de gemeente, dient eerst schriftelijke toestemming van de rechtmatige eigenaar te worden overlegd. Voor een standplaats op privaatrechtelijke grond dient ook een standplaatsvergunning te worden aangevraagd.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven voor het in behandeling nemen van de aanvraag staan in de geldende Legesverordening.
Het precariotarief dat per vierkante meter wordt gehanteerd voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van een standplaats kan jaarlijks aangepast worden. Het precariotarief wordt vastgelegd in de legesverordening. De tarieven gelden voor het innemen van een standplaats gedurende een dag. Er wordt geen onderverdeling gemaakt voor standplaatshouders die slechts een dagdeel hun standplaats willen innemen. De hoogte van de precario is afhankelijk van de grootte van de standplaats.
Artikel 22. Energie-afrekening
Dit artikel geldt alleen indien er op de standplaats gebruikt gemaakt wordt van de stroomvoorziening.
Gebruikers betalen per dag een vergoeding voor het energiegebruik. Het energieverbruik wordt jaarlijks achteraf vastgesteld. Het totale jaarverbruik gedeeld door het aantal dagen dat een standplaats is ingenomen resulteert in een dagtarief. Dit tarief wordt rechtstreeks doorbelast aan de standplaatshouder.
Behoudens tijdelijke standplaatsen voor meerdere opeenvolgende dagen, dient de standplaats aan het eind van de dag schoon en leeg te worden achtergelaten. Het is niet toegestaan een verkoopwagen te laten staan op een standplaats. In de afgegeven vergunning wordt duidelijk aangegeven of standplaatshouders hun wagen wel of niet mogen laten staan.
Artikel 24. Verzorging van de standplaats
De standplaatshouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats, dit ter beoordeling van de GOA’s, steeds een goed verzorgd aanzien biedt. De standplaats en de onmiddellijke omgeving dient tijdens en na gebruik vrij te houden van afval. Standplaatshouders welke op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed maken, dienen aan de voorzijde van hun verkoopinrichting afvalbakken te plaatsen.
De verkoop dient op grond van de winkeltijdenwet tussen 06.00 uur en 22.00 uur plaats te vinden. Ook de opbouw en afbouw van de standplaats dient binnen deze tijden plaats te vinden. Het is niet toegestaan buiten deze tijden de standplaats in te nemen. Dinsdag kunnen op de locaties Lange Voort (met uitzondering van standplaats Irislaan 61) geen standplaatsen worden ingenomen in verband met de weekmarkt.
Artikel 26. Publicatie en overgangsregeling
De huidige standplaatshouders krijgen een afschrift van dit standplaatsenbeleid toegezonden. In een begeleidende brief wordt aangegeven wat de belangrijkste wijzigingen zijn ten opzichte van de huidige situatie. Indien er sprake is van veranderingen, wordt de standplaatshouder hierover persoonlijk geïnformeerd door een ambtenaar van de gemeente Oegstgeest. Als er sprake is van verslechterende omstandigheden voor de standplaatshouder ten gevolge van dit standplaatsenbeleid kan een overgangsregeling worden getroffen voor een maximale duur van drie maanden. Zodoende heeft de standplaatshouder de gelegenheid zijn bedrijfsvoering aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden.
Het standplaatsenbeleid, vastgesteld op 28 februari 1992, wordt ingetrokken bij de inwerkingtreding van dit beleid.