Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Beleidsregels procedure besluitvorming Wet natuurbescherming Gelderland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBeleidsregels procedure besluitvorming Wet natuurbescherming Gelderland
CiteertitelBeleidsregels procedure besluitvorming Wet natuurbescherming Gelderland
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie, natuur en landschap

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De beleidsregels procedure artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en de beleidsregels Faunabeheer en schadebestrijding Gelderland worden ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 4:81 lid 1 Awb
  2. art. 3:10 lid 1 Awb

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

06-12-2016

prb-2016-6733

2016-014580

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels procedure besluitvorming Wet natuurbescherming Gelderland

Bekendmaking van het besluit van 6 december 2016 – zaaknummer 2016-014580 tot vaststelling van een regeling

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

 

Gelet op de artikelen 3:10, eerste lid, 4:4 en 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, in samenhang met artikelen 2.7 tweede lid, 3.3 eerste lid, 3.4 tweede, 3.8 eerste lid, 3.9 tweede lid, 3.12 zevende lid, 3.17 eerste lid, 3.34 derde lid, 4.5 eerste lid en derde lid van de Wet natuurbescherming en artikel 2.7 van het Besluit natuurbescherming;

 

BESLUITEN

Artikel I  

Vast te stellen de volgende beleidsregels procedure besluitvorming Wet natuurbescherming Gelderland

 

Artikel 1  

  • 1.

    Bij de voorbereiding van beslissingen op een aanvraag om een vergunning dan wel ontheffing op grond van de artikelen 2.7, tweede lid, 3.3, eerste lid, 3.4, tweede, 3.8, eerste lid, 3.9, tweede lid, 3.17, eerste lid, 3.34, derde lid, 4.5, eerste lid en derde lid van de Wet natuurbescherming en artikel 2.7 van het Besluit natuurbescherming passen Gedeputeerde Staten afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht toe.

  • 2.

    Bij de voorbereiding van een beslissing op een verzoek tot goedkeuring van een faunabeheerplan op grond van artikel 3.12, zevende, van de Wet natuurbescherming passen Gedeputeerde Staten afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht toe.

 

Artikel 2  

  • 1.

    In afwijking van artikel 1, eerste lid, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op vergunningaanvragen van eenvoudige aard en ontheffingsverzoeken waaraan geen faunabeheerplan ten grondslag ligt.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1, eerste lid, is afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing bij wijzigingen van ondergeschikt belang van een bestaande vergunning of ontheffing.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1, tweede lid, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op wijzigingen van ondergeschikt belang van een bestaand faunabeheerplan en op het eerste faunabeheerplan met betrekking tot de jacht en vrijgestelde handelingen ter bestrijding van schadeveroorzakende dieren.

 

Artikel II  

De toelichting bij de beleidsregels procedure besluitvorming Wet natuurbescherming Gelderland als volgt vast te stellen:

 

Artikel III  

De beleidsregels procedure artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en de beleidsregels Faunabeheer en schadebestrijding Gelderland worden ingetrokken.  

 

 

Artikel IV  

De besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland,

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

 

Toelichting

Met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming dienen nieuwe beleidsregels inzake de te volgen procedure worden vastgesteld. Deze vervangen de onder de Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en Faunawet gehanteerde beleidsregels. Voor de vergunning artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet zijn destijds beleidsregels vastgesteld inhoudende dat deze besluiten worden voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals neergelegd in afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht. Vanwege de positieve ervaringen met het volgen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zetten wij deze werkwijze voort.

Gedeputeerde Staten beschikken over de bevoegdheid afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in een concreet geval toe te passen. Door dit in beleidsregels vast te stellen hoeven Gedeputeerde Staten niet meer per geval de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing te verklaren. Deze procedure houdt in dat eerst een ontwerpbesluit voor een periode van zes weken ter visie wordt gelegd. Gedurende deze zes weken kunnen belanghebbenden hun zienswijzen indienen. Daarna wordt het definitieve besluit genomen waarbij de ontvangen zienswijzen worden betrokken. Tegen dat besluit staat beroep en vervolgens hoger beroep open bij de rechtbank respectievelijk de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de bezwarenfase overgeslagen. Voor beslissingen op aanvragen om vergunning of ontheffing geldt tevens de in artikel 5.1 van de Wet natuurbescherming gestelde termijn van dertien weken met eenmalige mogelijkheid tot verlenging met zeven weken.

In artikel 2 staat aangegeven dat ingeval van eenvoudige aanvragen wordt afgezien van het volgen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Dit geldt ook voor wijzigingen van ondergeschikt belang. Met inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming dient de bestrijding van schadeveroorzakende dieren op basis van de landelijke en provinciale vrijstelling evenals de jacht op de aangewezen wildsoorten per 1 maart 2017 plaats te geschieden overeenkomstig een faunabeheerplan. Dit faunabeheerplan moet worden gemaakt rekening houdend met de eisen die de provinciale verordening daaraan stelt wat begin 2017 redelijkerwijs geen ruimte laat voor toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.