Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Echt-Susteren

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels voor schuldhulpverlening Beleidsregels schuldhulpverlening Echt-Susteren 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEcht-Susteren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels voor schuldhulpverlening Beleidsregels schuldhulpverlening Echt-Susteren 2017
Citeertitelbeleidsregels schuldhulpverlening Echt-Susteren 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Toelating tot de schuldhulpverlening.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

06-12-2016

gmb-2016-177368

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels voor schuldhulpverlening Beleidsregels schuldhulpverlening Echt-Susteren 2017

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij gemeente Echt-Susteren is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de preventie van schulden en de nazorg;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • e.

    wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Inwoners van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

  • 2.

    Inwoners onder de 18 jaar kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek.

  • 3.

    Inwoners die ondernemer zijn en te maken hebben met bedrijfsschulden, kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek.

Artikel 3. Toegang en vorm

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht.

  • 2.

    De volgende factoren kunnen een rol spelen bij het al dan niet aanbieden van schuldhulpverlening:

    • a.

      cliëntkenmerken: houding en gedrag, de aard en omvang van lichamelijke, psychische, psychosociale en verstandelijke beperkingen, de mate van zelfredzaamheid en financiële vaardigheden van verzoeker, woonsituatie;

    • b.

      financiële situatie: de aard, zwaarte en/of omvang van schulden en de regelbaarheid van schulden;

    • c.

      een eventueel eerder gebruik van of beroep op schuldhulpverlening.

  • 3.

    De vorm waarin schuldhulpverlening wordt aangeboden, kan uit de volgende onderdelen bestaan:

    • a.

      informatie-en adviestraject;

    • b.

      schuldhulpverleningstraject met als mogelijke onderdelen:

      • o

        betalingsregeling

      • o

        crisisinterventie

      • o

        budgetbeheer

      • o

        budgetcoaching

      • o

        herfinanciering

      • o

        schuldregeling.

  • 4.

    Indien het college over onvoldoende gegevens beschikt om een besluit te nemen over toelating of weigering van schuldhulpverlening, biedt het college de verzoeker een redelijke hersteltermijn, volgens artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht, om alsnog de gevraagde informatie te verstrekken of medewerking te verlenen. Als verzoeker niet binnen de redelijke hersteltermijn de gevraagde informatie aanlevert, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 4. Wacht- en doorlooptijd

  • 1.

    Indien een verzoeker zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening, vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 2.

    Indien een verzoeker met minderjarige kinderen zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening, vindt binnen twee weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 3.

    Indien er sprake is van een crisissituatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 4.

    Het college geeft de verzoeker inzicht in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken van het resultaat.

Artikel 5. Inlichtingenplicht

De verzoeker doet aan het college of de door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

Artikel 6. Medewerkingsplicht

  • 1.

    Het college stelt bij de uitvoering van de wet de identiteit van de verzoeker vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht.

  • 2.

    Een ieder is verplicht aan het college of een door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie desgevraagd een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het schuldhulpverleningsaanbod.

  • 3.

    De verzoeker is verplicht aan het college of de door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie, desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de intake en van het schuldhulpverleningstraject.

  • 4.

    De medewerking bestaat o.a. uit:

    • a.

      Het op tijd nakomen van gemaakte afspraken, al dan niet in het kader van de schuldhulpverleningsovereenkomst(en);

    • b.

      Het meewerken aan een inkomenscheck. Dit is in ieder geval verplicht voor een door de gemeente gefinancierde schuldhulpregeling of budgetbeheer;

    • c.

      Het treffen van maatregelen om de aflossingscapaciteit te verhogen, waaronder het vragen van kostgeld aan inwonende meerderjarige kinderen, het opzeggen van deelname aan loterijen en niet noodzakelijke abonnementen of verzekeringen, het verkopen van niet noodzakelijke bezittingen en het doen van een beroep op inkomensverhogende regelingen, waaronder alimentatie;

    • d.

      Het zich tot het uiterste inspannen om werk te behouden dan wel fulltime werk te verkrijgen;

    • e.

      Het volledig of zoveel mogelijk aflossen van de schulden door hiervoor alle beschikbare afloscapaciteit in te zetten gedurende de afgesproken schuldregelingstermijn;

    • f.

      Het stipt nakomen van de overeengekomen aflossingsverplichtingen;

    • g.

      Geen nieuwe financiële verplichtingen aangaan;

    • h.

      Het geven van toestemming om de voor schuldhulpverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij, dan wel te verstrekken aan derden;

    • i.

      Het nalaten van dat wat de voortgang van de schuldhulpverlening belemmert.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan schuldhulpverlening weigeren, indien verzoeker:

    • a.

      niet behoort tot de in artikel 2 beschreven doelgroep van gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • b.

      niet of in onvoldoende mate voldoet aan de inlichtingenplicht zoals neergelegd in artikel 5;

    • c.

      niet of in onvoldoende mate voldoet aan de medewerkingsplicht zoals neergelegd in artikel 6;

    • d.

      al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening;

    • e.

      fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en waardoor verzoeker in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd;

  • 2.

    Alvorens ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde informatie te verstrekken en/of medewerking te verlenen.

  • 3.

    Een vreemdeling die geen ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8 onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000 komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening.

  • 4.

    Als tijdens de integrale intake blijkt dat verzoeker door de aard van zijn beperkingen niet of onvoldoende in staat kan worden geacht om zich te houden aan de voorwaarden van een schuldhulpverleningstraject, kan schuldhulpverlening worden geweigerd.

Artikel 8. Beëindiginggronden

  • 1.

    Het college kan schuldhulpverlening beëindigen, indien verzoeker:

    • a.

      niet langer behoort tot de in artikel 2 beschreven doelgroep van gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • b.

      niet langer voldoet aan de inlichtingenplicht zoals neergelegd in artikel 5;

    • c.

      niet langer voldoet aan de medewerkingsplicht zoals neergelegd in artikel 6;

    • d.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol heeft afgerond;

    • e.

      fraude pleegt die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft;

    • f.

      op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • g.

      zich ten opzichte van medewerkers ernstig misdraagt;

    • h.

      in staat is om zijn schulden zelf te regelen, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren.

  • 2.

    Het college kan schuldhulpverlening beëindigen indien schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk geacht wordt.

  • 3.

    Alvorens ingevolge lid 1 te besluiten tot beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde informatie te verstrekken en/of medewerking te verlenen.

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2017 en worden aangehaald als “beleidsregels schuldhulpverlening Echt-Susteren 2017”.

  • 2.

    De beleidsregels “Toelating tot de schuldhulpverlening” worden met ingang van 1 januari 2017 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren op 6 december 2016.

Burgemeester en wethouders van Echt-Susteren,

Drs. G.W.T. van Balkom drs. J.W.M.M.J. Hessels

secretaris burgemeester

Algemene toelichting

 

Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking van het beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020 en vormen daarmee het kader waarbinnen schuldhulpverlening in gemeente Echt-Susteren wordt uitgevoerd.

 

Achterliggende gedachte van deze beleidsregels is dat voor iedereen duidelijk is wat de voorwaarden en weigeringsgronden zijn voor schuldhulpverlening en aan welke verplichtingen een verzoeker zich dient te houden. De gemeentelijke schuldhulpverlening valt onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Uitgangspunt is een brede toegang tot schuldhulpverlening. Iedereen met schulden kan terecht voor informatie en advies. Dit betekent dat niemand op voorhand wordt uitgesloten voor de eerste integrale intake. Ook iemand die krachtens de wet geen recht heeft op schuldhulpverlening, bijvoorbeeld omdat deze persoon niet (langer) rechtmatig in Nederland verblijft, kan informatie en advies inwinnen. Samen met verzoeker wordt nagaan wat nodig is om de financiële situatie te stabiliseren en daarbij hulp te bieden. Deze hulp kan ook bestaan uit het doorverwijzen naar instanties die verzoeker bij specifieke hulpvragen kunnen begeleiden zoals Vluchtelingenwerk of Algemeen Maatschappelijk Werk.

 

Een ander belangrijk uitgangspunt is dat er maatwerk wordt geleverd: niet iedereen heeft hetzelfde probleem en niet iedereen heeft dezelfde soort ondersteuning nodig. In deze beleidsregels wordt het aanbod van integrale schuldhulpverlening aangeduid, maar niet uitputtend beschreven.

 

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In de definitiebepaling van schuldhulpverlening is toegevoegd dat ook het voorkomen van schulden (preventie) behoort tot de schuldhulpverlening.

 

Artikel 2. Doelgroep

Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van gemeente Echt-Susteren van 18 jaar en ouder. Dat het bij het verlenen van schuldhulp moet gaan om een volwassene volgt uit artikel 1 van de wet omdat het gaat om hulp aan iemand die financiële verplichtingen is aangegaan en niet in staat is die na te komen.

Uit artikel 1 van de wet volgt dat schuldhulpverlening alleen wordt aangeboden aan natuurlijke personen i.t.t. rechtspersonen. Ondernemers met bedrijfsschulden kunnen wel in aanmerking komen voor informatie en advies.

 

Artikel 3. Toegang en vorm

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Het college kan een aanvraag in dit geval weigeren.

 

In lid 2 is het van belang dat tijdens een integrale intake samen met de verzoeker wordt bekeken wat gedaan kan worden om de financiële situatie te stabiliseren en welke hulp nodig is. Hierbij moet rekening worden gehouden met tal van factoren.

 

In lid 3 wordt een opsomming gegeven van de vormen waaruit het aanbod van het college kan bestaan. Dit is geen limitatieve opsomming omdat het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen.

 

In lid 4 wordt aangeven dat er altijd een hersteltermijn wordt geboden als het college over onvoldoende informatie beschikt om een besluit te nemen over het doen van een aanbod of het weigeren ervan. Als iemand niet binnen de hersteltermijn de gevraagde informatie aanlevert, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

 

Artikel 4. Wacht- en doorlooptijd

De wacht- en doorlooptijden volgen uit artikel 4 van de wet.

 

Artikel 5.Inlichtingenplicht

Dit artikel komt overeen met artikel 6 van de wet. Toegevoegd is de zinsnede “of de door het college ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie” omdat de inlichtingenplicht ook nagekomen moet worden aan de schuldhulpverleningsorganisatie en dan niet alleen voor wat betreft de intake, maar ook gedurende het gehele schuldhulpverleningstraject.

In dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van verzoeker om zelf tijdig de benodigde informatie en bewijsstukken te geven, zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

 

Artikel 6. Medewerkingsplicht

Dit artikel komt overeen met artikel 7 van de wet. In lid 4 is toegevoegd een aantal verplichtingen. Dit is geen limitatieve opsomming.

Een inwoner moet goed op de hoogte gesteld worden van wat van hem of haar wordt verwacht en wat de eventuele gevolgen zijn als hij of zij niet of onvoldoende meewerkt.

 

Bij lid 4 onder c worden voorbeelden genoemd van mogelijkheden om de aflossingscapaciteit te verhogen, door de inkomsten te verhogen of de lasten te verlagen. Ook dit is geen limitatieve opsomming. Met name bij het item “het verkopen van niet noodzakelijke bezittingen” dient respectvol met verzoeker te worden gecommuniceerd over mogelijkheden tot verkoop van bezittingen en dient een afweging te worden gemaakt tussen de belangen van verzoeker en van schuldeisers. Verkoop van een auto of ander voertuig is bijvoorbeeld vaak noodzakelijk om extra aflossingscapaciteit te genereren en om de lasten structureel te reduceren. Er zal echter zorgvuldig afgewogen moeten worden of het voertuig voor die persoon in verband met werk of medische redenen noodzakelijk is.

 

Artikel 7. Weigeringsgronden

De bepalingen van dit artikel komen overeen met artikel 3 van de wet.

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden geweigerd. Het gaat hier om een zogeheten kan-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van weigering af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt (lid 4).

 

Lid 1 onder a

Schuldhulpverlening kan worden geweigerd omdat verzoeker niet meer tot de doelgroep behoort vanwege verhuizing of overlijden.

 

Lid 1 onder b en c

Verzoeker kan tijdens een schuldhulptraject in een situatie komen dat hij wil afhaken of dat hij niet voldoet aan de eisen die aan hem gesteld worden met betrekking tot de inlichtingen- en de medewerkingsplicht.

 

Lid 1 onder d

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

 

In lid 2 wordt gesteld dat het college verzoeker een redelijke hersteltermijn biedt wanneer er sprake is van het niet of onvoldoende nakomen van de inlichtingen- of medewerkingsplicht. Verzoeker wordt daardoor de mogelijkheid geboden om het verzuim te herstellen. Komt verzoeker ook gedurende de hersteltermijn zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

 

Artikel 8. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het gaat hier om een zogeheten kan-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Schuldhulpverlening kan worden beëindigd omdat verzoeker niet meer tot de doelgroep behoort vanwege verhuizing of overlijden. Ook kan verzoeker tijdens een schuldhulptraject in een situatie komen dat hij wil afhaken of dat hij niet voldoet aan de eisen die aan hem gesteld worden met betrekking tot de inlichtingen- en de medewerkingsplicht.

 

In lid 3 wordt gesteld dat het college verzoeker een redelijke hersteltermijn biedt wanneer er sprake is van het niet of onvoldoende nakomen van de inlichtingen- of medewerkingsplicht. Verzoeker wordt daardoor de mogelijkheid geboden om het verzuim te herstellen. Komt verzoeker ook gedurende de hersteltermijn zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot beëindiging. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

 

Bij het beëindigen van materiële schuldhulpverlening zal altijd een zorgvuldige afweging moeten worden gemaakt. Het horen van verzoeker kan hierbij noodzakelijk zijn. In ieder geval zal moeten worden bekeken of er sprake is van verwijtbaarheid die verzoeker kan worden aangerekend of dat er omstandigheden zijn op grond waarvan het college besluit dat verzoeker de schuldhulpverlening toch mag starten, dan wel continueren.

 

Artikel 9. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze beleidsregels.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting .