Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vaarweg- en kadeverordening Helmond 2008 |
Citeertitel | Vaarweg- en kadeverordening Helmond 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | verkeer en vervoer |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-11-2012 | art. 2.1 | 06-11-2012 Gemeenteblad, 2012, 81 | Raadsbesluit, 2012, 1211069 | ||
01-01-2008 | 17-11-2012 | nieuwe regeling | 04-12-2007 Gemeenteblad, 2007, 105 | Raadsbesluit, 2007, 0756215 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
vaartuig: alle soorten van varende en drijvende voorwerpen en inrichtingen, woonschepen uitgezonderd, welke gebezigd worden voor het vervoer te water van personen en goederen, waaronder mede begrepen pleziervaartuigen, beroepsvaartuigen, sleepboten, pontons, baggermolens en -bakken, zandzuigers en zandzuigerbakken, werk- aanleg- en houtvlotten, inclusief een samenstel van vaartuigen.
bewonersligplaats: een formeel door het college als zodanig aangewezen plaats, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het langdurig afmeren van een voor bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig voor het aangrenzende pand.
Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de vaarweg
Artikel 2.1 Maximale maatvoering vaartuig
Het is de schipper van een vaartuig verboden zich met een vaartuig met een lengte van meer dan 50,50 meter, een breedte van meer dan 6,60 meter (exclusief aanloopstrips) of een diepgang van meer dan 1,90 m te begeven op de vaarweg. De breedte van het vaartuig mag met maximaal 5 cm worden verhoogd door de toepassing van aanloopstrips.
Het is de schipper van een vaartuig verboden om op de vaarweg een anker te gebruiken om een ligplaats in te nemen, het vaartuig te stoppen of met krabbend anker te varen.
Artikel 2.3 Innemen ligplaatsen, wachtplaats en laad- en losplaatsen
Op de gedeelten van de vaarweg waar het innemen van ligplaats,
bewonersligplaats, wachtplaats of laad- en losplaats is toegestaan, mag een vaartuig niet:
langer dan veertien achtereenvolgende dagen ligplaats innemen, tenzij dit langer verblijf het gevolg is van ijsgang, invriezing, abnormale waterstand of andere buitengewone omstandigheden. Deze buitengewone omstandigheden worden door het college of door de door hen hiervoor aangewezen ambtenaar beoordeeld en bepaald.
Artikel 2.6 Veroorzaken van schade
Wanneer een vaartuig schade heeft toegebracht aan enig waterstaatswerk is de schipper verplicht uiterlijk binnen één uur kennis hiervan te geven aan de dienstdoende havenmeester of de sluiswachter.
Artikel 2.8 Bescherming volksgezondheid
Indien zulks in het belang van de volksgezondheid nodig is, is de schipper verplicht op bevel van het college, onmiddellijk met zijn vaartuig de kade te verlaten en dit vaartuig naar een door de havenmeester en de sluiswachter aan te wijzen plaats over te brengen.
Hoofdstuk 3 Bijzondere bepalingen ter instandhouding van de vaarweg en kaden
Artikel 3.1 Uitvoeren en behouden van werken
Het is de schipper verboden zonder vergunning van het college in, op, of over de vaarweg of op de kaden enige werkzaamheden te verrichten of te laten uitvoeren die gericht zijn op onderhoud, reparatie, renovatie, reiniging of anderszins van het vaartuig.
Hoofdstuk 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van de bepalingen in deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 5.3 Het binnentreden van vaartuigen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd zich aan boord van een vaartuig te begeven en daarin ruimten te betreden zonder toestemming van de bewoner, schipper of andere rechthebbende.
Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de Vaarweg- en
kadeverordening 2004 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – nog gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Vaarweg- en
kadeverordening 2004 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – nog gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de Vaarweg- en kadeverordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 5.4, tweede lid.
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, blijft een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste, vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 4 december 2007.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
drs. A.A.M. Jacobs
De griffier,
mr. J.P.T.M. Jaspers
Bekend gemaakt op:
10 december 2007
De gemeentesecretaris,
Mr. A.C.J.M. de Kroon.
Toelichting van de wijzigingen
Om het leesgemak te vergroten is ervoor gekozen te werken met hoofdstukken. Dit resulteert in een andere nummering. De volgorde van de artikelen is ongewijzigd.
Verwijderd is na km. 88.900 “dat voor gebruik is opengesteld”. In praktijk bleek de verordening alleen van toepassing op het zuidelijke gedeelte van het kanaal. Het noordelijk gedeelte (vanaf de spoorbruggen tot aan de gemeentegrens met Aarle-Rixtel is bij Ministerieel besluit aan de openbaarheid ontrokken. Vervolgens is dan ook art. 2.4, handelend over zeilplanken, waterjetskies etc. niet van toepassing op dit gedeelte van de vaarweg. Dit is middels het weglaten deze tekst rechtgetrokken. De Vaarweg- en kadeverordening 2008 is van toepassing op de gehele vaarweg.
In de nieuwe concept APV Helmond 2008 zijn specifieke bepalingen opgenomen over woonschepen. Woonschepen maken geen onderdeel meer uit van deze verordening.
In deze passages is nadere invulling gegeven aan de termen ligplaats, wachtplaats en losplaats. Met name het verschil tussen een ligplaats en een wachtplaats is hierbij belangrijk.
Aan de titel en lid 1 is toegevoegd dat het ook gaat over wachtplaatsen en laad- en losplaatsten.
“Op de gedeelten van de kaden of vaarweg waar een ligplaats….” is veranderd in “op de gedeelten van de vaarweg….”. Dit omdat een boot alleen een ligplaats kan innemen in de vaarweg en niet op de kade.
De formulering is aangepast. Het gaat nu alleen om handelingen aan het vaartuig. Handelingen aan de kaden, brughoofden, etc. zijn in de nieuwe APV 2008 al opgenomen.
Hieraan is na eerste lid “onder j en k” toegevoegd. Hiermee wordt aangegeven dat alleen voor deze gedeelten ontheffing kan worden verleend en niet voor de andere bepalingen. Dit om overlast, belemmering van het scheepvaartverkeer en schade te voorkomen.
De titel is aangepast van Opsporing naar Toezichthouders omdat dit de lading beter dekt.
De titel is aangepast van Toezicht naar Het binnentreden van vaartuigen omdat het hier in dit artikel feitelijk over gaat.
Het oude artikel 2 “Uitvoering door bevoegde ambtenaren” is uit de verordening verdwenen. Dit artikel bleek overbodig. Het toezicht op deze verordening wordt geregeld via artikel 5.2 en de bevoegdheid om bestuurlijke sancties op te leggen kan beter worden geregeld via het mandaatregister.