Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Haarlemmermeer 2017. |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 27-10-2016 |
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Haarlemmermeer 2017. ("Verordening toeristenbelasting 2017").
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder verblijf: onder verblijf met of zonder overnachten wordt mede verstaan het kortstondig houden van verblijf tegen vergoeding in welke vorm dan ook.
Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente Haarlemmermeer tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente Haarlemmermeer in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
a. van degene, die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
b. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. Een belastingaanslag is invorderbaar twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. In afwijking van het eerste lid en in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is een voorlopige aanslag die is opgelegd voor de elfde maand van het belastingjaar, invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het belastingjaar overblijven. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en invordering van het liggeld voor woonschepen.
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen inspecteur, bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.