Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Pijnacker-Nootdorp 2016 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Personeel en organisatie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2016 | 01-07-2014 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 27-10-2016 | 16INT04650 |
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 13 september 2016
gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als commissielid een vaste vergoeding als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet ontvangt.
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten
Aan commissieleden, met uitzondering van de leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet, worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
De vergoeding als bedoel in het eerste en tweede lid is:
voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris.
Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer
Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 10 Zakelijke reis- en verblijfkosten
Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 14 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming
Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:
reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en
dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 15 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.