Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2017 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2016.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2016 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 16-11-2016 | 2016-1582 |
De raad van de gemeente Deventer,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 september 2016 nummer 2016-1244;
Gelet op de artikelen 147 lid 1, 216, 219, 229 eerste lid, onderdeel a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2017.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt en van degene die huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt.
Voor toepassing van het eerste lid, wordt:
gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalender-jaar.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in onderdeel 1 en 3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in onderdeel 1 en 3 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 6, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, letter a geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid van dit artikel moeten aanslagen die worden genoemd in onderdeel 1 en 3 van de tarieventabel, die worden opgelegd ná het belastingjaar én die voldoen aan de in het tweede lid genoemde criteria, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid van dit artikel moeten aanslagen die worden genoemd in onderdeel 2 van de tarieventabel, die worden opgelegd 2 jaar of meer na het begin van het belastingjaar én die voldoen aan de in het tweede lid de genoemde criteria, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
Bijlage 1 TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2017
TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2017
MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING
Behoort bij raadsbesluit d.d. 9 november 2016.