Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGELING STIMULERING VRAAGGERICHT BOUWEN |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2016 | 27-03-2021 | nieuwe regeling | 01-11-2016 | Volgno. 82-2016 |
Artikel 1 Definities en begrippen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Meerkosten: kosten die niet iets toevoegen aan de waarde van de gerealiseerde woning maar wel noodzakelijk zijn om alle stappen in het vraaggerichte bouwproces te kunnen doorlopen. Te denken valt aan: opzetten van een overleg- en besluitvormingsstructuur, het uitwerken van de uitgangspunten tot een ontwerp, de bestekkosten die worden gemaakt.
Artikel 2 Doel van de regeling
Het hoofddoel van deze regeling is dat de gemeente Maastricht, ook voor toekomstige generaties, een aantrekkelijke woonstad is. De twee doelen die deze regeling wil bereiken om aan dit hoofddoel bij te dragen zijn het stimuleren van de kwaliteit van de bestaande particuliere voorraad en inwoners meer zeggenschap te geven over het (ver)bouwen van hun woning.
Artikel 3 Algemene subsidiecriteria
De aanvrager van de subsidie inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen maakt in zijn aanvraag voldoende aannemelijk dat
a. de te verbouwen woning, voordat deze in zijn eigendom kwam, één jaar of langer te koop stond;
b. er een bouwdepot is verkregen van ten minste 5 keer het aangevraagde subsidiebedrag;
c. de aangevraagde subsidie wordt gebruikt voor structurele verbeteringen aan de woning.
De aanvrager van de subsidie inzake meerkosten maakt in zijn aanvraag voldoende aannemelijk dat
a. er draagvlak is. Er is een groep van geïnteresseerde (toekomstige) bewoners die met behulp van CPO of MO willen (ver)bouwen.
b. realisatie is vergunbaar. Het projectplan past binnen de beleidskaders en wettelijke vereisten.
Aanvullend aan de in artikel 3 benoemde algemene subsidiecriteria dient de subsidieaanvrager aannemelijk te maken dat de beoogde investering een bijdrage zal leveren aan de hoofddoelstelling onder artikel 2 alsmede aan alle van de onderstaande specifieke subsidiecriteria voor de subsidie inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen:
Aanvullend aan de in artikel 3 benoemde algemene subsidiecriteria dient de subsidieaanvrager aannemelijk te maken dat de beoogde investering een bijdrage zal leveren aan de hoofddoelstelling onder artikel 2 alsmede aan alle van de onderstaande specifieke subsidiecriteria voor de subsidie inzake meerkosten:
Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger informeert het college van B & W schriftelijk en onverwijld over:
a. afwijkingen die in de uitvoering van het oorspronkelijke plan optreden;
b. ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat het plan niet kan worden verwezenlijkt;
c. het geheel of gedeeltelijk tussentijds beëindigen van activiteiten.
De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien naar oordeel van het College van B & W:
a. De beoogde investering onvoldoende bijdrage levert aan de te behalen doelstelling geformuleerd in artikel 2; en/of
b. er niet wordt voldaan aan de algemene criteria in artikel 3; en/of
c. de beoogde investering onvoldoende bijdrage levert aan de criteria, genoemd in artikel 4; en/of
d. de aanvraag niet binnen de in artikel 10 lid 1 genoemde termijn is ontvangen, voorzien van alle gegevens en bescheiden die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag (en met inachtneming van een hersteltermijn van 7 dagen).
HOOFDSTUK 3 FINANCIËLE ASPECTEN
De enige kosten die in aanmerking komen voor subsidie op basis van deze regeling zijn de kosten voor procesbegeleiding voor de subsidie inzake procesbegeleidingskosten en de kosten voor kwaliteitsverbeteringen aan de woning voor de subsidie inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen. Het subsidieplafond is €175.000,- inzake procesbegeleidingskosten en €500.000,- inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen.
HOOFDSTUK 4 AANVRAAG EN VASTSTELLING
De volgende onderdelen dienen in ieder geval in de aanvraag voor de subsidie inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen te zijn opgenomen:
a. de koopovereenkomst met in ieder geval de pagina's waarop uw naam, adres en handtekening staan
b. een, op datum ondertekende, opdrachtverlening aan een erkende makelaar tot de verkoop van de betreffende woning. De datum van opdrachtverlening moet minimaal één jaar vóór de verkoop van de woning liggen. Gages e.d. mogen worden gecensureerd.
c. het verleende bouwdepot met in ieder geval de pagina’s waarop de voorgenomen kwaliteitsverbeteringen, uw naam, adres en handtekening, het akkoord en de handtekening van de geldverstrekker en het bedrag dat in het bouwdepot wordt gestort
d. een begroting van de te nemen kwaliteitsverbeteringen die met behulp van de subsidie en het verleende bouwdepot aan de woning worden uitgevoerd
De volgende onderdelen dienen in ieder geval in de aanvraag voor de subsidie inzake meerkosten te zijn opgenomen:
a. Een offerte(s) of rekening(en) van alle te maken of gemaakte meerkosten. Hier worden in ieder geval de te maken kosten, de te verrichten werkzaamheden, de locatie van de te (ver)bouwen woning(en) en de naam van de subsidieaanvrager vermeld
b. Een ondertekende intentieverklaring die stelt dat de subsidieaanvrager de opgedane kennis over vraaggericht bouwen openbaar maakt
Artikel 10 Termijn voor indienen aanvraag
De subsidieaanvraag kan op elk moment gedurende de looptijd van de subsidieregeling worden ingediend.
Indien het subsidieplafond is bereikt, worden de subsidieregelingen beëindigd en wordt de subsidieaanvraag niet meer in behandeling genomen.
Artikel 11 Vaststellen, rekening en verantwoording
De aanvraag tot vaststelling dient te bevatten:
a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de eventuele verschillen;
b. een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten. Hierbij valt te denken aan een financieel verslag of een jaarrekening. Of, in het geval van de subsidies inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen de declaratieformulieren van het bouwdepot aangevuld met bonnetjes, nota’s en facturen die betrekking hebben op de uit de subsidie betaalde verbeteringen aan de woning. De financiële verantwoording sluit aan op de bij de aanvraag opgegeven offerte/factuur dan wel begroting waarvoor een investeringsvoorschot is verleend. Verschillen tussen begroting en realisatie worden toegelicht;
c. bij subsidies inzake kwaliteitsverbetering d.m.v. kluswoningen een uitreksel van het BRP (Basisregistratie Personen) van de aanvrager om te bewijzen dat de aanvrager woonachtig is op het adres;
d. bij subsidies vanaf €50.000,- een accountantsverklaring. De financiële verantwoording wordt voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk wetboek, waaruit de getrouwheid van deze verantwoording blijkt en tevens tot uitdrukking komt dat aan de voorwaarden is voldaan;
e. het college van B&W kan bepalen dat ook andere dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.
Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 1 november 2016.
Artikel 5: Verplichtingen subsidieontvanger
Binnen 6 maanden na toekenning van de subsidie moet worden gestart met de uitvoering van het plan. De subsidieontvanger is verplicht alle wijzigingen ten aanzien van het ingediende plan zelf direct te melden bij de gemeente. Indien blijkt dat de uitvoering vertraging ondervindt, is het mogelijk dat de subsidie wordt teruggevorderd.
Naast de binnen deze regeling genoemde afwijzingsgronden kan de subsidieaanvraag ook afgewezen worden op grond van de weigeringsgronden van de Algemene Subsidieverordening 2015 (ASV) van de Gemeente Maastricht.
De weigeringsgronden van de ASV houden in dat de aanvraag kan worden afgewezen indien de beoogde investering: