Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogeveen

Beleidsregels aanwijzing gehandicaptenparkeerplaatsen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogeveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels aanwijzing gehandicaptenparkeerplaatsen 2009
CiteertitelBeleidsregels aanwijzing gehandicaptenparkeerplaatsen 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994
  2. Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
  3. Regeling gehandicaptenparkeerkaart
  4. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-08-2009Nieuwe regeling

14-07-2009

gmb-2016-154096

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels aanwijzing gehandicaptenparkeerplaatsen 2009

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

gelet op artikel 18 Wegenverkeerswet 1994, het Besluit administratieve bepalingen

inzake wegverkeer, de Regeling gehandicaptenparkeerkaart en de Algemene wet

bestuursrecht;

overwegende dat het college op 7 mei 1996 het beleid ten aanzien van het aanwijzen

van invalidenparkeerplaatsen heeft vastgelegd in de ‘Beleidsnotitie inzake

invalidenparkeerplaatsen’;

Besluit:

Vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels aanwijzing gehandicaptenparkeerplaatsen 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    algemene gehandicaptenparkeerplaats: een bij verkeersbesluit aangewezen openbare plaats waar het voor een ieder is toegestaan om met een gehandicaptenparkeerkaart te parkeren;

  • b.

    individuele gehandicaptenparkeerplaats: een bij verkeersbesluit aangewezen plaats waar het voor de bestuurder van het motorvoertuig met het betreffende kenteken is toegestaan om met een gehandicaptenparkeerkaart te parkeren;

  • 1.

    gehandicaptenparkeerkaart:een aan een gehandicapte verstrekte kaart volgens de Regeling gehandicaptenparkeerkaart om te mogen parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats.

Artikel 2 Aanwijzing individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • 1.

    Het college wijst een aanvraag voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats toe wanneer:

    a. sprake is van een bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen of van een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig;

    b. de onder sub a genoemde bestuurders houder zijn van een gehandicaptenparkeerkaart;

    c. uit de medische verklaring van een onafhankelijke medische instantie blijkt dat de onder sub a genoemde bestuurders minder dan 50 meter te voet kunnen afleggen;

    d. de onder sub a genoemde bestuurders hun motorvoertuig niet kunnen parkeren op het erf bij hun eigen woning en

    e. naar het oordeel van het college de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer door de aanwezigheid van de gehandicaptenparkeerplaats niet wordt belemmerd.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde aanwijzing vindt alleen plaats als de individuele parkeerplaats kan worden gerealiseerd in de directe nabijheid van de eigen woning.

Artikel 3 Aanwijzing algemene gehandicaptenparkeerplaats  

  • 1.

    Het college wijst algemene gehandicaptenparkeerplaatsen aan bij gebouwen en locaties waarin minimaal één of meerdere bestuurders die houder zijn van een geldige gehandicaptenparkeerkaart aanwezig kunnen zijn.

  • 2.

    Onder de in het eerste lid genoemde gebouwen en locaties worden in ieder geval verstaan:

    a. wooncomplexen;

    b. flats;

    c. instellingen, waaronder zorginstellingen;

    d. sporthallen;

    e. sportterreinen;

    f. winkelcentra.

  • 3.

    Het college wijst voor de in het tweede lid onder a en b genoemde gebouwen en locaties in beginsel een vergelijkbaar aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen aan als het aantal bestuurders dat houder is van een gehandicaptenparkeerkaart en dat woonachtig is in deze gebouwen.

  • 4.

    Het college wijst voor de in het tweede lid onder c tot en met f genoemde gebouwen en locaties in beginsel twee algemene gehandicaptenparkeerplaatsen per gebouw of locatie aan.

Artikel 4 Intrekken individuele gehandicaptenparkeerplaats

Het college trekt een aangewezen individuele parkeerplaats in wanneer:

  • a.

    de in artikel 2 genoemde bestuurder is verhuisd;

  • b.

    de in artikel 2 genoemde bestuurder is overleden;

  • c.

    de in artikel 2 genoemde bestuurder niet langer in het bezit is van een motorvoertuig op meer dan twee wielen of een gehandicaptenvoertuig;

  • d.

    de in artikel 2 genoemde bestuurder niet langer in het bezit is van een rechtsgeldige gehandicaptenparkeerkaart en

  • e.

    uit de medische verklaring van een onafhankelijke medische instantie blijkt dat er niet langer een medische noodzaak aanwezig is om de individuele gehandicaptenparkeerplaats in stand te houden.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking na publicatie.

  • 2.

    Op de in het eerste lid genoemde datum worden de beleidsregels inzake invalidenparkeerplaatsen van 7 mei 1996 ingetrokken.

  • 3.

    Op aanvragen tot aanwijzing van een individuele gehandicaptenparkeerplaats die zijn ingediend voor de in het eerste lid genoemde datum blijven de in het tweede lid genoemde beleidsregels van toepassing.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels aanwijzing gehandicaptenparkeerplaatsen 2009.

Aldus vastgesteld door het college van Hoogeveen op 14 juli 2009.

de secretaris, de burgemeester,