Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogeveen

Beleidsregels voor het houden van een briefadres

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogeveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het houden van een briefadres
CiteertitelBeleidsregels briefadressen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 4:81 Awb
  2. art. 65 GBA
  3. art. 66 GBA
  4. art. 67 Wet GBA
  5. art. 68 GBA
  6. art. 69 GBA
  7. art. 70 GBA
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-201231-12-2020Nieuwe regeling

15-05-2012

gmb-2016-154082

BBV00201

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het houden van een briefadres

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het inschrijven op briefadressen in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA);

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 65 tot en met 70 van de Wet GBA;

besluit:

vast te stellen de volgende

Beleidsregels voor het houden van een briefadres

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet GBA;

  • b.

    woonadres: het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, als het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of als betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste tijd overnacht;

  • c.

    briefadres: het adres waar, bij het ontbreken van een woonadres als bedoeld in artikel 1 van de wet, voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover betrokkene bereiken.

Artikel 2 Maximum aantal briefadressen per adres

Het maximum aantal briefadressen op een particulier adres is twee. Hierbij geldt een briefadres afgegeven aan een gezin als één briefadres.

Artikel 3 Maximale termijn briefadressen

Een briefadres wordt voor een periode van maximaal een half jaar toegekend. De termijn kan met maximaal twee keer drie maanden verlengd worden. Deze termijn geldt niet voor personen die verblijven in een instelling als bedoeld in artikel 67 van de wet en voor personen die op grond van artikel 58b Besluit GBA zijn vrijgesteld van het doen van aangifte van vertrek (zeevarenden).

Artikel 4 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aangifte van een briefadres op grond van artikel 49 van de wet moeten de volgende stukken overgelegd worden:

    a. een schriftelijke verklaring van de briefadresgever dat erin wordt toegestemd dat de aanvrager daar een briefadres mag houden;

    b. een kopie legitimatiebewijs briefadresgever;

    c. een schriftelijke motivering van de aanvrager, waarom hij een briefadres wil;

    d. een kopie legitimatiebewijs van de aanvrager;

    e. de volledig ingevulde vragenlijsten van zowel de aanvrager als de briefadresgever.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aangifte van een briefadres op grond van artikel 67 van de wet is het overleggen van een vragenlijst niet noodzakelijk.

Artikel 5 Beoordeling van de aanvraag

Bij de afweging of een briefadres op grond van artikel 49 van de wet wordt toegekend wordt rekening gehouden met het uitgangspunt van de wet dat personen ingeschreven moeten worden op het adres waar zij de meeste tijd verblijven. De aanvrager moet aannemelijk maken niet over een woonadres te beschikken.

Artikel 6

Het is niet mogelijk een briefadres te houden op een postbus of op een leeg adres. Onder een leegadres wordt verstaan een woonadres waarop op dat moment geen personen staan ingeschreven.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels briefadressen.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking de dag na publicatie. Een briefadres dat op de dag van inwerkingtreding reeds bestaat blijft van kracht tot 6 maanden na inwerkingtreding van deze beleidsregels, waarna door belanghebbenden verlenging gevraagd kan worden als bedoeld in artikel 3.

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen in haar vergadering op 07 mei 2012.

 

Het college voornoemd,

Secretaris Burgemeester

Henk de Vries Karel Loohuis

Bijlage - Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat een aantal begrippen. Deze begrippen sluiten aan bij de Wet GBA.

Artikel 2

Een briefadres kan alleen verleend worden op een particulier adres, waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres afgegeven aan een gezin als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal twee personen of twee gezinnen een briefadres kunnen hebben op één adres.

Artikel 3

In het algemeen is een briefadres een tijdelijk adres. Om het tijdelijke karakter te bevestigen wordt een briefadres in het algemeen voor een periode van maximaal zes maanden afgegeven. Na verloop van deze periode moet de burger worden ingeschreven op het woonadres waar hij feitelijk verblijft. Hierop is een aantal uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen hebben te maken met de onmogelijkheid van een burger om een woonadres te hebben. Te denken valt daarbij aan bijvoorbeeld schippers. Zolang ze vragen kunnen ze immers niet op een woonadres ingeschreven worden. Gedurende de periode dat ze varen kunnen zij kiezen voor een briefadres bij een particulier. Daarnaast wordt een uitzondering gemaakt voor personen die verblijven in een instelling als bedoeld in artikel 67 van de wet.

Artikel 4 en 5

Degene die aangifte heeft gedaan van een briefadres is op grond van artikel 70 van de wet verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders, desverlangd in persoon, ter zake van zijn aangifte de inlichtingen te geven en de geschriften over te leggen die van belang zijn voor de bijhouding met betrekking tot hem van de basisadministratie. Op basis van de door betrokkene verstrekte informatie wordt gekeken of er voldoende redenen zijn om een briefadres toe te kennen.

Wanneer betrokkene niet in aanmerking komt voor een briefadres dan wordt door of namens het college een afwijzend besluit genomen. Dit betekent dat de aanvrager schriftelijk bericht krijgt dat hij of zij niet wordt ingeschreven op het gevraagde briefadres. Een dergelijke mededeling is een besluit in de zin van de Awb. Dit betekent dat tegen deze afwijzing bezwaar en (hoger) beroep kan worden ingesteld. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid en voor een goede motivering van het besluit is het wenselijk om voorafgaand aan het definitieve besluit eerst een voornemen tot weigering te doen. Betrokkene krijgt dan de mogelijkheid om eerst zijn zienswijze kenbaar te maken tegen het bestaande voornemen om afwijzend op zijn verzoek te besluiten. Daarmee wordt recht gedaan aan het artikel 3:2 en 4:7 van de Awb.

Als er wel wordt ingestemd met het gedane verzoek om een briefadres dan krijgt betrokkene daarvan ook schriftelijk bericht. Dit laatste is overigens geen besluit in de zin van de Awb. Wel moet betrokkene er op worden gewezen dat het briefadres in beginsel voor de duur van een half jaar wordt toegekend. Daarna moet een verzoek om verlenging worden ingediend. Een verzoek om verlenging wordt op dezelfde manier behandeld als een eerste aanvraag om een briefadres. Een punt van aandacht tot slot is dat als er geen verzoek om verlenging wordt gedaan en door de houder van het briefadres ook op geen andere manier initiatief wordt genomen om een adreswijziging door te geven dit aanleiding kan zijn voor de uitvoerende afdeling om het briefadres in onderzoek te zetten. In het voor betrokkene meest ongunstige situatie kan dat uiteindelijk leiden tot ambtshalve uitschrijving naar “land onbekend” zoals bedoeld in artikel 47 van de Wet GBA. Deze procedure is ook een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb en in dit geval is ook bezwaar en beroep mogelijk.

Artikel 7

Voor briefadressen die al zijn toegekend vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt een overgangsperiode van maximaal 6 maanden gehanteerd. Daarna wordt een eventueel verzoek om verlenging getoetst aan deze beleidsregels. De beleidsregels gaan bij nieuwe aangiften direct werken. Dit betekent dat voor nieuwe situaties geen overgangsperiode geldt.