Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handboek Ambtelijke integriteit |
Citeertitel | Handboek Ambtelijke integriteit |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Onder gelijktijdige intrekking van de Nota Ambtelijke integriteit in de gemeente Heerenveen 2003; Regeling ambtseed en schriftelijke verklaring gemeente Heerenveen 2004
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2016 | Nieuwe regeling | 11-10-2016 | 16.2000623 |
Integer handelen hoort ‘in de bloedbaan’ te zitten van elke ambtenaar. De overheid, en dus ook onze gemeente Heerenveen, speelt namelijk een belangrijke en ingrijpende rol in het leven van de burgers. We hebben bijzondere en vaak exclusieve bevoegdheden om rechtstreeks het leven van burgers te beïnvloeden, zoals de toenemende toegang tot persoonsgegevens, het verlenen van vergunningen, het controleren van voorschriften en het heffen van belastingen. Ook is de overheid bevoegd om – desnoods met geweld – de naleving van wetten af te dwingen.
Burgers zijn dus in belangrijke mate afhankelijk van de overheid. Die afhankelijkheid schept de verplichting voor de overheid in zijn geheel en voor elke ambtenaar individueel zorgvuldig en controleerbaar te handelen. Een niet-integere overheid leidt tot het verlies van vertrouwen in die overheid waarbij burgers zich op hun beurt ook minder gebonde n voelen aan de spelregels van het maatschappelijk verkeer en de daarbij behorende waarden en normen.
In Heerenveen dragen raad, college en ambtenaren bij aan een betrouwbare overheid door integriteit steeds onderwerp van gesprek te maken, ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Daar horen ook gedragscodes en andere regels en afspraken bij.
Met dit handboek Ambtelijke integriteit willen we iedere ambtenaar die bij onze gemeente werkt1 een steuntje in de rug geven bij het ‘in de bloedbaan’ houden van integer gedrag. Want ook al werken we vanuit vertrouwen en hebben de meeste van onze medewerkers bewust en vanuit maatschappelijke betrokkenheid gekozen voor het ambtenaarschap, integer handelen vereist onderhoud door een actieve benadering. Met dit handboek alleen zijn we er dan ook niet. De komende jaren zal op verschillende manieren aandacht worden besteed aan kernwaarden, dilemma’s en andere relevante onderwerpen.
Om het belang van integriteit extra te onderstrepen wordt dit handboek – anders dan gebruikelijk – vastgesteld door zowel de directie als het college.
Want een integere organisatie, daar zorgen we met elkaar voor!
Integriteit staat al vele jaren hoog op de agenda in overheidsland. Dat is in Heerenveen niet anders. Gedragscodes, een protocol integriteitschendingen, richtlijnen voor e-mail- en internetgebruik, de ambtseed of -gelofte, een integriteitscommissie… bijna te veel om op te noemen. En dat zorgt dan in de praktijk wel eens voor problemen. Zeker de ‘papieren’ stukken zijn niet meer allemaal actueel. Soms zijn ze ingehaald door nieuwe inzichten, of door de technische ontwikkelingen. Ook is niet altijd even duidelijk waar iets te vinden is, of staat er in een eerder gemaakt document iets anders dan in een nieuwer stuk. Reden genoeg om met een handboek ‘Ambtelijke integriteit’ te komen.
Een handboek? Een boekwerk met allemaal regeltjes?? Hou toch op. Ik ben al jaren ambtenaar, dus ik weet heus wel wat ik wel of niet moet doen!
Klopt! Jij, en jouw collega’s, weten heel goed hoe je je ‘als goed ambtenaar gedraagt’.
Toch verschijnen er regelmatig berichten in de media over niet-integer handelen door overheidsdienaren. Denk eens aan de vele politici die voortijdig moesten vertrekken door integriteitkwesties. Wisten die niet wat integriteit inhield? Natuurlijk wel.
Bij ambtenaren is het niet anders. Er zijn al meer dan 700 uitspraken gepubliceerd van de Centrale Raad van Beroep over integriteitzaken met ambtenaren. Dat geeft te denken over het aantal gevallen dat niet bij de rechter komt. Zouden al die ambtenaren niet hebben geweten dat wat ze deden niet was toegestaan? Ja, dat wisten ze wel of ze hadden het kúnnen weten. En toch gebeurde het. Met opzet, of onbedoeld.
Vooral bij dat ‘onbedoeld’ wil dit handboek je helpen. Door duidelijk te maken wat wij in Heerenveen van onze ambtenaren, van elkaar en van onszelf verwachten (gedragscode). Door open te staan voor dilemma’s waar je misschien tegenaan loopt. En door helder te zijn over wat er gebeurt bij onacceptabel gedrag, zeker als dat bewust gebeurt.
Als laatste hoofdstuk van dit handboek vind je een aantal regelingen: over wat er gebeurt bij een melding van een mogelijke integriteitschending en hoe er onderzoek kan worden gedaan. Andere documenten die met integriteit hebben te maken zijn of worden opgenomen met een link naar de vindplaats.
Regelingen zijn misschien niet de meest interessante stof om te lezen, maar wel belangrijk. Want daarin staat hoe we handelen. De werkwijze is zo voor iedereen duidelijk, en wanneer het nodig is kan er snel en volgens de afspraken actie ondernomen worden.
‘De ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.’
Zo staat het in onze CAO (CAR/UWO 15:1). En bij onze aanstelling als ambtenaar hebben we dit ook beloofd toen we de ambtseed aflegden:
‘Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, integer2 en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode voor Heerenveense ambtenaren als leidraad zal hanteren.3
Het afleggen van de ambtseed of -belofte is verplicht. Maar daarmee ben je er niet. Want wat is dat, je gedragen als een goed ambtenaar? In dit hoofdstuk willen we daar antwoord op geven. Natuurlijk is dat antwoord niet volledig, maar het helpt je op wel op weg. En loop je tegen iets aan wat hier niet in staat, of wat niet duidelijk genoeg is? Praat er over met je collega’s en/of leidinggevende, met iemand van de integriteitscommissie of met een vertrouwenspersoon.4 Zo helpen we elkaar om te doen wat we hebben beloofd.
In onze gemeente gaan we uit van een aantal kernwaarden of -begrippen. We verwachten ze van iedereen: raadsleden, collegeleden en ambtenaren, hoewel niet altijd in gelijke mate.5
Deze kernwaarden komen niet zomaar uit de lucht vallen, maar vormen al jaren – ook landelijk – de basis voor goed ambtenaarschap. Of horen dat te doen. Je kunt ze gebruiken om vragen of dilemma’s waar je in je werk tegen aan loopt te beoordelen en te kijken welke oplossing of aanpak het beste aansluit bij wat er van je verwacht wordt als ambtenaar en wat het beste bij jou past. Ook anderen kunnen je daarbij helpen!
Om ons geheugen op te frissen worden de kernwaarden hier genoemd, met een korte omschrijving. Ook onze raad en ons college zijn bezig met de kernwaarden.
Omdat de rol van bestuurders en ambtenaren verschilt, kunnen de beschrijvingen soms anders zijn. Hieronder gaat het in ieder geval over ons, ambtenaren!
Als je dit zo leest denk je: logisch toch? Ja, dat is het. Toch kan het gebeuren dat je een beslissing moet nemen waarbij twee of meer kernwaarden botsen, en worstel je met het dilemma welke voorrang moet krijgen. Of je merkt dat je bij vragen steeds minder bij de kernwaarden stil staat: door werkdruk, omdat je niet lekker in je vel zit, omdat de verleiding te groot wordt… Daarom is het zo belangrijk om met elkaar te blijven praten, als het goed gaat, bij dilemma’s en vragen, maar ook als je merkt dat je collega de verkeerde kant opgaat. Dat is geen bemoeizucht, maar collegiale zorg. Want zeg nou zelf: iedereen kan toch wel eens wat hulp gebruiken om het juiste te blijven doen?
De kernwaarden zijn het fundament voor ons gedrag als goed ambtenaar. Onderdelen die daarin genoemd zijn komen in de gedragscode terug. De gedragscode gaat in op specifieke situaties, waarin het vereiste gedrag van ons als ambtenaar wordt beschreven. Dit gedrag is vaak ‘gezond boerenverstand’ maar soms ligt er wet- en regelgeving aan ten grondslag, of is het vastgelegd in de CAR/UWO. De gedragscode helpt ons om duidelijk te krijgen wat we van elkaar verwachten, maar kan nooit in elke denkbare situatie voorzien. We moeten dus altijd zelf na blijven denken en ons bewust zijn van wat het betekent ‘in het hier en nu’ ambtenaar te zijn.
1.2.1 Omgaan met vertrouwelijke informatie
Het goed omgaan met vertrouwelijke informatie is altijd een belangrijk onderwerp geweest in overheidsland. Door de overheveling van veel taken van het rijk naar gemeenten is de toegang tot privacygevoelige informatie veel groter geworden, en daarmee dus ook het belang daar zorgvuldig mee om te gaan 6 .
Binnen en buiten het werk gaan we zorgvuldig om met persoonlijke gegevens van burgers, gegevens van bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden. We respecteren de privacy van burgers, cliënten, zakelijke relaties en collega’s.
Informatie waarover het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd houden we geheim. We ‘lekken’ geen vertrouwelijke informatie en zijn oplettend zodat buitenstaanders niet uit slordigheid mee kunnen luisteren naar een vertrouwelijk gesprek over het werk, of mee kunnen kijken naar interne stukken.
1.2.2 Digitale of social media
Het gebruik van social media, ook wel digitale media genoemd, heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Dat biedt veel kansen, maar ook risico’s. Kansen, omdat je kunt laten zien dat je trots bent op je werk waardoor je bijdraagt aan een positief beeld van onze gemeente en de overheid. Ook kun je op deze manier niet-vertrouwelijke informatie en kennis delen. Daar wordt iedereen beter van! Tegelijkertijd zijn de risico’s ook groot. Iets wat je op internet hebt gezet krijg je niet of alleen met bijzonder veel moeite verwijderd.
We houden er altijd rekening mee dat digitale media openbaar zijn en dus voor iedereen toegankelijk. We realiseren ons dat we geen controle hebben over de verspreiding van informatie die op Facebook, LinkedIn, Twitter, WhatsApp enz. wordt gezet. Daardoor kunnen context en nuances die we zelf wel hebben gegeven zo maar verdwijnen bij het overnemen door anderen. Met dit in ons achterhoofd maken we correct en verstandig gebruik van digitale media. We laten ons niet onbehoorlijk uit over de gemeente, ons werk en onze collega’s.
In onze digitale communicatie maken we heel duidelijk of we een persoonlijke mening geven of het officiële standpunt van de gemeente. We houden daarbij rekening met het feit dat privémeningen tegenstrijdig kunnen zijn met het belang van de gemeente waardoor een conflict kan ontstaan. We zijn ons ervan bewust dat anderen ons altijd zien als medewerker van de gemeente.
Gebruik maken van digitale media onder werktijd is toegestaan zolang het werkgerelateerd is. Privéberichten horen in principe in privétijd thuis. Dat geldt dus ook voor telefoontjes, mails e.d. Een keer iets privé doen onder werktijd is geen probleem, zo lang het niet te vaak is en collega’s er geen last van hebben.
1.2.3 Nevenfuncties, andere privéactiviteiten en belangenverstrengeling
Naast je hoofdfunctie bij de gemeente Heerenveen vervul je misschien ook een nevenfunctie. Een bestuurlijke functie of ander vrijwilligerswerk bij een maatschappelijke organisatie of instelling laat je betrokkenheid bij de samenleving zien. Ook het hebben van een eigen bedrijfje , en vennoot- of aandeelhouderschap zijn mogelijk. Er gelden wel een aantal regels. In de Regeling melding nevenwerkzaamheden en financiële belangen7 kun hier meer over lezen, zoals wanneer je je nevenactiviteit moet melden.
Met lobbyisten van organisaties, bedrijven en industrieën gaan we terughoudend om. We laten ons bij het vaststellen en uitvoeren van beleid niet beïnvloeden door commerciële en gevestigde belangen, tenzij deze aantoonbaar het algemeen belang dienen. Dit geldt met name voor de tabaksindustrie. Op grond van afspraken in het WHO-kaderverdrag voorkomen wij dat contact met de tabaksindustrie kan leiden tot maatregelen die (in)direct kunnen aanzetten tot roken.8
Onderhandelingen voeren we zo veel mogelijk met twee personen. Dit doen we altijd wanneer het om grote bedragen gaat en/of er grote belangen spelen. We overleggen met onze leidinggevende om te bepalen wanneer dit aan de orde is. Meer informatie is te vinden in ons inkoopbeleid van de afdeling BBFJz.
1.2.4 Geschenken, aanbiedingen en uitnodigingen
Cadeautjes krijgen is leuk, zeker als waardering voor je inzet. Een muismat, een bosje bloemen, een kalender of een agenda kun je gerust accepteren. Geschenken die waarde hebben moeten kritisch bekeken en meestal geweigerd worden, evenals en uitnodigingen. Want waarom word jou dat aangeboden?
Alle geschenken, aanbiedingen en uitnodigingen die zijn aangeboden of zijn toegezegd melden we bij onze leidinggevende. Is de waarde minder dan € 50,= dan beslist de leidinggevende of het geschenk wordt teruggestuurd, geaccepteerd, of verloot onder de teamleden (kleine aardigheden uitgezonderd). Is de waarde € 50,= of meer dan wordt deze geweigerd, behalve als de gever door weigering onnodig gekwetstt zou worden. In dat geval wordt het geschenk eigendom van de gemeente en zoek je samen met je leidinggevende daar een vorm voor.9
1.2.5 Verantwoord omgaan met voorzieningen en personeelsregelingen
Beperkt privégebruik van (digitale) gemeentelijke middelen is toegestaan, zeker nu werk en privé meer door elkaar heen gaan lopen door thuis- of telewerken. Maar wie bepaalt wat beperkt gebruik is? En hoe zit het met andere gemeentelijke zaken?
We bezoeken geen pornografische, racistische of andere discriminerende websites met gemeentelijke apparatuur, niet in werktijd en niet privé. Onder werktijd bezoeken we dergelijke sites ook niet met onze eigen apparatuur. Afbeeldingen of documenten met pornografische, racistische of andere discriminerende inhoud zijn niet opgeslagen op gemeentelijke apparatuur die we in gebruik hebben.
We brengen een groot deel van onze tijd door op het werk. Daardoor kan het gebeuren dat je een collega steeds aardiger vindt. Dan ontstaan er vriendschappen en soms liefdesrelaties. Natuurlijk bepalen we zelf met welke collega’s we in onze vrije tijd omgaan. Toch houden we er rekening mee dat een (vriendschappelijke) relatie van invloed kan zijn op de omgang met andere collega’s en ons werk. Zeker als er sprake is van een hiërarchische verhouding.
1.3 Specifieke verantwoordelijkheid leidinggevenden
We hebben allemaal onze eigen verantwoordelijk om te zorgen voor een integere organisatie. Maar leidinggevenden moeten vanuit hun positie daaraan een grotere bijdrage leveren.
Concrete vermoedens van een integriteitschending melden we altijd bij onze leidinggevende en/of het bevoegd gezag.10
De kernwaarden en de gedragscode geven aan wat we van onze ambtenaren – van elkaar! – verwachten. Maar zoals al eerder gezegd kunnen deze nooit in elke denkbare situatie voorzien. Dat willen we ook niet. Niemand zit op pagina’s vol regels en voorschriften te wachten.
We gaan uit van vertrouwen en daar past dus ook ruimte voor eigen oordeel in. We moeten daarom altijd zelf na blijven denken en ons bewust zijn van hoe ons gedrag uitgelegd kan worden.
Vanuit de kernwaarden en naast de gedragscode willen we het nemen van die eigen verantwoordelijkheid ondersteunen door vuistregels mee te geven waarmee dilemma’s en vragen kunnen worden ‘getest’.
Hoofdstuk 2 Als het tóch fout gaat
Het eerste hoofdstuk van dit handboek met de kernwaarden, de gedragscode en de vuistregels helpt ons bij het goede te doen, en te voorkomen dat we onbewust en ongewild verkeerd handelen.
Want afspraken rond goed ambtenaarschap zijn niet vrijblijvend. We verwachten van elkaar dat we ons er aan houden, en bij onduidelijkheden, dilemma’s of andere lastige zaken dit handboek er bij pakken en in gesprek gaan met collega’s en leidinggevende. Zo helpen we elkaar bij de les te blijven. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid; samen staan we voor een integere organisatie.
Leidinggevenden hebben daarin zoals gezegd een specifieke verantwoordelijkheid.
Dat is nog sterker het geval wanneer het toch fout gaat. Afhankelijk van de situatie worden er sancties getroffen, of disciplinaire straffen zoals de CAR/UWO het noemt.11
Dan wordt ook het bevoegd gezag betrokken. En bij een (ambts)misdrijf wordt altijd aangifte gedaan bij de politie.
Dit tweede hoofdstuk gaat daarom verder in op de aanpak van mogelijke integriteitschendingen en op de consequenties van niet-integer handelen.
2.1 Een mogelijke integriteitschending… wat nu?
Integriteitschendingen12 kun je grofweg in drie categorieën opdelen:
Voorbeelden van schendingen zijn:
Ambtsmisdrijven zijn opgenomen in het Wetboek van strafrecht. Voorbeelden hiervan zijn:
Als ambtenaar ben je verplicht ambtsmisdrijven te melden.
Omdat het onderscheid niet altijd duidelijk is praten we in dit handboek over het verzamelbegrip integriteitschendingen. Als je een melding wilt doen hoef je niet na te denken onder welke categorie de mogelijke schending valt. Dit zoekt de integriteitscommissie uit.13
Een collega gaat regelmatig naar buiten om te roken maar is dan vaak een half uur of langer weg. Of elke keer als je bij een collega komt zit hij op een site met leuke aanbiedingen. En wat doet die andere collega met die pakken printpapier?
Het meest ‘simpel’ is aan je collega te vragen waarom hij of zij iets doet. Maar simpel staat niet voor niets tussen aanhalingstekens. Niet iedereen vindt het gemakkelijk om in zo’n situatie de collega aan te spreken. Straks wordt hij of zij boos (‘Waar bemoei je je mee!’) en je wilt natuurlijk wel graag op goede voet met elkaar blijven omgaan.
Wellicht helpt het om eens andersom te denken. Misschien is er een logische verklaring voor, en dan vindt jouw collega het vast niet vervelend dat je er naar vraagt, of kun je de ander helpen om zich te realiseren dat bepaald gedrag inderdaad wel vaak gebeurt.
Als je het echt niet durft, en je blijft er een vervelend gevoel bij houden, ga dan naar je leidinggevende14. Die kan je helpen met het bespreekbaar maken. En dan wordt ook duidelijk of er sprake is van een mogelijke schending, of dat het gaat om langzaam insluipend afglijdend gedrag waarbij een goed gesprek dit weer in goede banen leidt.
Er zijn ook andere mogelijkheden om je zorgen te uiten. Je kunt praten met een vertrouwenspersoon, of met een lid van de integriteitscommissie. Ook kun je andere deskundigen raadplegen, zoals het Huis voor Klokkenluiders, of het contactpunt rijksrecherche over ambtsmisdrijven. In de ‘Regeling melden integriteitschending’ staat meer informatie over de mogelijkheden en de verschillende rollen. Deze regeling vind je in hoofdstuk 3 van dit handboek op blz. 22.
Integriteitschendingen zijn er niet alleen in verschillende categorieën, maar ook in verschillende gradaties. De aanpak hangt natuurlijk met de schending samen, maar hangt ook af van omstandigheden en situatie. Daarom kan er niet zomaar gezegd worden: als dit gebeurt doen we dat. Dat zul je ook zien wanneer we bij de disciplinaire straffen komen. Maar het begint altijd met de vraag of je iets moet melden of niet.
Het onderstaande schema kan je daar bij helpen.
In principe zijn alle vermoedens van integriteitschendingen interne aangelegenheden waarmee vertrouwelijk wordt omgegaan volgens de vastgestelde regelingen en andere afspraken. Dat betekent ook dat er niet ‘gelekt’ mag worden naar externen zoals de pers. Als communicatie naar buiten nodig is, valt deze onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.
Maar soms vereisen de omstandigheden dat vertrouwelijke informatie naar buiten moét worden gebracht, bijvoorbeeld als de organisatie niet adequaat reageert bij een acuut gevaar voor de volksgezondheid. In de Regeling melden integriteitschending wordt daarom ook gewezen op de mogelijkheid extern te melden.
Medewerkers die te goeder trouw een mogelijke integriteitschending melden worden beschermd tegen vervelende tegenacties. En in het uiterste geval kun je vragen of de vertrouwenspersoon jou wil vertegenwoordigen, zodat je zelf anoniem blijft.
2.1.2 Zomaar melden en anoniem melden
Het zal niet vaak voorkomen, maar als je iemand bewust vals beschuldigt, bijvoorbeeld omdat je ruzie hebt of iemand een hak wilt zetten, vervalt je bescherming en loop je het risico zelf een disciplinaire straf te krijgen. Dat is namelijk ook een integriteitschending!
Als er een melding binnenkomt wordt deze eerst onderzocht op validiteit oftewel betrouwbaarheid: kan wat er gemeld wordt kloppen? En kan degene die wordt beschuldigd het gedaan hebben? Ook wordt er gekeken of het echt gaat een mogelijke integriteitschending. In de Regeling melden integriteitschending staat precies beschreven wat dit validiteitsonderzoek inhoudt.
Als duidelijk is dat de schending gedaan kan zijn door de beschuldigde, wordt er nader onderzoek uitgevoerd. Ook hiervoor hebben we een regeling, de Regeling onderzoek integriteitschending. Deze kun je vinden in dit handboek op blz. 28.
Goed, we weten nu wanneer we kunnen of moeten melden, hoe we dat moeten doen en hoe een melding wordt onderzocht. Tijd om te vertellen wat er gebeurt als iemand echt de fout in is gegaan. Want zoals gezegd: in onze organisatie werken we vanuit vertrouwen en helpen we elkaar om het goede te doen, maar als je grenzen overschrijdt kunnen er sancties volgen, zeker als het bewust of bij herhaling gebeurt.
In de onderstaande paragrafen vertellen we meer over plichtsverzuim, en over het naast elkaar kunnen lopen van een strafrechtelijk onderzoek en ons eigen onderzoek naar plichtsverzuim volgens de Regeling onderzoek. Wanneer plichtsverzuim is vastgesteld volgt een disciplinair traject. In de CAR/UWO hoofdstuk 16 vind je meer informatie over het disciplinaire traject en de mogelijke straffen.16 Deze variëren van een berisping tot strafontslag17. Welke straf wordt toegepast is afhankelijk van de schending en van de omstandigheden. Mocht je onverhoopt in een dergelijke situatie terecht komen, dan word je natuurlijk goed geïnformeerd over je rechten en plichten in de hele procedure.
De ambtenaar die zich niet als een goed ambtenaar gedraagt, maakt zich schuldig aan plichtsverzuim. Wanneer een ambtenaar geschreven regels overtreedt, zoals wet- en regelgeving en andere gepubliceerde regels en beleid18, is dit plichtsverzuim duidelijk.
Maar ook als algemeen aanvaarde normen worden geschonden kan er sprake zijn van plichtsverzuim, of die normen nu schriftelijk zijn vastgelegd of niet.
In beide gevallen – wel of niet op papier – gaat het daarbij niet alleen om ‘iets doen wat verboden is', maar ook om het nalaten van een handeling die redelijkerwijs van de ambtenaar verwacht mag worden, dus om ‘iets niet doen terwijl dat wel had gemoeten’.
Een voorbeeld daarvan is loonbeslag. Een loonbeslag komt meestal voort uit het niet betalen van rekeningen of andere schulden. Dan heb je iets niet gedaan (betalen), terwijl dat wel had gemoeten.19
De gedragscode in het eerste hoofdstuk van dit handboek helpt om duidelijker te krijgen wat plichtsverzuim kan zijn. Plichtsverzuim heeft altijd een relatie met je ambtenaarschap en het werk bij de gemeente.
Het kan voorkomen dat een ambtenaar strafrechtelijk wordt vervolgd door Justitie. Dat is op zichzelf onvoldoende grond om de ambtenaar meteen ook plichtsverzuim te verwijten. Er zal dus uit eigen onderzoek moeten blijken of er ook sprake is van ambtelijk plichtsverzuim. Daarbij mag wel gebruik gemaakt worden van documenten uit het strafrechtelijke opsporings- en vervolgingstraject (zoals een proces-verbaal) als die beschikbaar zijn.
Maar verder zijn het strafrechtelijke traject en het interne disciplinaire traject gescheiden. Daardoor is het mogelijk dat een ambtenaar twee keer voor het zelfde gestraft wordt, een keer strafrechtelijk met een vonnis door de rechter, en een keer door de werkgever omdat er sprake is van plichtsverzuim20. Ook als de rechter niet overgaat tot een veroordeling omdat het bewijs ontbreekt, kan in sommige situaties toch een disciplinaire straf volgen, bijvoorbeeld wanneer eigen onderzoek door de organisatie leidt tot ernstige twijfel over de integriteit en betrouwbaarheid van een ambtenaar.
Wanneer een ambtenaar van zijn vrijheid is beroofd in het kader van opsporing en vervolging - door voorarrest of gevangenisstraf bijvoorbeeld - volgt meestal automatisch ook een schorsing (schorsing van rechtswege). Zolang er sprake is van strafrechtelijke vervolging maar (nog) geen vrijheidsstraf is opgelegd ontbreekt dit automatisme. Het bevoegd gezag kan er wel zelf voor kiezen de ambtenaar te schorsen.
Als een ambtenaar onherroepelijk is veroordeeld tot het ondergaan van een vrijheidsstraf wegens een misdrijf is het mogelijk hem of haar op basis van de CAR/UWO direct te ontslaan. Onherroepelijk wil zeggen dat de ambtenaar geen mogelijkheid meer heeft om in beroep te gaan tegen het strafrechtelijke vonnis. Ontslag is in een dergelijke situatie mogelijk maar niet verplicht. Ook dan heeft het bevoegd gezag vrijheid van keuze.
In alle gevallen zal het bevoegd gezag dus zelf onderzoek moeten doen om plichtsverzuim vast te stellen, waarna de gepaste straf wordt opgelegd.
In dit hoofdstuk vind je regelingen die te maken hebben met integriteit. Zoals al in het begin van deze nota gezegd: niet de meest interessante informatie, maar wel belangrijk!
Dit is hoofdstuk is dynamisch. Dat betekent dat dit hoofdstuk steeds aangevuld wordt met nieuwe regelingen die met integriteit te maken hebben. Vaak nemen we die regelingen niet zelf op, maar volstaan met een link. Kom je iets tegen dat met integriteit te maken heeft, maar niet is opgenomen of een verwijzing heeft? Meld het bij de adviseur integriteit!21
Regeling melden integriteitschending
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,
een interne procedureregeling over de melding en afhandeling van mogelijke integriteitschendingen wenselijk is;
de interne procedure voorafgaat aan externe meldingsmogelijkheden;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht artikel 9:1 lid 2, de Arbeidsomstandighedenwet artikel 3, de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen, de Wet Huis voor klokkenluiders en de Wet op de ondernemingsraden artikel 27 onder K en L;
tevens gelet op de Ambtenarenwet artikel 125 quinquies, lid 1 sub f en de verwerking daarvan in artikel 15:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;
gelet op de instemming van de Ondernemingsraad;
Regeling melden integriteitschending gemeente Heerenveen,
met als citeertitel ‘Regeling melden integriteitschending gemeente Heerenveen 2016’.
In deze regeling wordt verstaan onder:
werknemer: de persoon die werkt of heeft gewerkt voor gemeente Heerenveen zoals bedoeld in artikel 1, lid h van de Wet Huis voor klokkenluiders;
werkgever: het college van burgemeester en wethouders dat handelt zoals bedoeld in artikel 1, lid g van de Wet Huis voor klokkenluiders;
integriteitschendingen en ambtsmisdrijven (niet limitatief):
Als de werkgever na het doen van een melding een voor de melder benadelende maatregel neemt, motiveert de werkgever waarom hij deze maatregel nodig acht en dat deze maatregel geen verband houdt met de te goeder trouw gedane melding.
De werknemer heeft recht op juridische bijstand wanneer hij als gevolg van het te goeder trouw melden van een integriteitschending of misstand nadelige gevolgen ondervindt in zijn rechtspositie.
Artikel 7 Taken vertrouwenspersoon
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon en de melder bespreken welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De vertrouwenspersoon maakt een verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar het bevoegd gezag.
Artikel 10 Externe meldingsmogelijkheden
Wanneer de melding betrekking had op ongewenst gedrag, zoals seksuele intimidatie, discriminatie en pesten kan de melder zich wenden tot de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Zie hiervoor ook de ‘Klachtenregeling ongewenst gedrag LKOG voor de decentrale overheid’.
Wanneer de melding betrekking had op een vermoeden van misstand kan de melder zich wenden tot het Huis voor Klokkenluiders.
Wanneer de melding betrekking had op een ambtsmisdrijf kan de melder zich wenden tot het contactpunt Rijksrecherche.
Regeling onderzoek integriteitschending
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,
een procedureregeling over de aanpak van een integriteitsonderzoek naar vermoedelijke schendingen door ambtenaren wenselijk is;
gelet op de Ambtenarenwet artikel 125quater en quinquies, het Burgerlijk wetboek artikel 7:660, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet op de ondernemingsraden artikel 27 onder K en L;
gelet op de instemming van de Ondernemingsraad;
Regeling onderzoek integriteitschending gemeente Heerenveen,
met als citeertitel ‘Regeling onderzoek integriteitschending gemeente Heerenveen 2016’.
In deze regeling wordt verstaan onder:
werknemer: de persoon die werkt of heeft gewerkt voor gemeente Heerenveen zoals bedoeld in artikel 1, lid h van de Wet Huis voor klokkenluiders;
werkgever: het college van burgemeester en wethouders dat handelt zoals bedoeld in artikel 1, lid g van de Wet Huis voor klokkenluiders;
integriteitschendingen en ambtsmisdrijven (niet limitatief):
Van het uitvoeren van een onderzoek kan alleen afgezien worden als er sprake is van een duidelijk aantoonbare schending die direct aan een persoon/personen gekoppeld kan worden en waarbij geen sprake is van twijfel of andere onduidelijkheden.
In een dergelijke situatie is de procedure van disciplinaire straffen conform CAR/UWO artikel 16 van toepassing. In lichte gevallen kan gekozen worden voor ambtelijke afdoening door de leidinggevende. Het bevoegd gezag wordt altijd geïnformeerd.
De te gebruiken onderzoeksmethoden zijn van invloed op de keuze van onderzoeker. Wanneer er mogelijk gebruik gemaakt gaat worden van observatie door camera’s of fysiek volgen van personen of goederen worden alleen externen ingehuurd die op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus een vergunning hebben gekregen.
Artikel 5 Positie beschuldigde
De beschuldigde wordt niet voorafgaand aan het onderzoek geïnformeerd indien er een risico is dat deze mogelijk bewijsmateriaal kan of zal vernietigen. De kennisgeving zal dan plaats vinden na het veiligstellen van mogelijk relevant bewijsmateriaal zoals dossiers, bestanden, stukken e.d. Toegang tot het organisatienetwerk dient te worden geblokkeerd.
Indien het niet wenselijk is dat de beschuldigde zich op de werkplek bevindt of zijn functie uitoefent kan door het bevoegd gezag een ordemaatregel worden opgelegd waarmee de beschuldigde de toegang tot het dienstgebouw wordt ontzegd, en/of waarmee de beschuldigde wordt geschorst. Een dergelijke maatregel moet altijd proportioneel zijn.
Klachtenregeling ongewenst gedrag LKOG voor de decentrale overheid
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen,
overwegende dat voor aansluiting bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag (LKOG) het vaststellen van de landelijke regeling vereist is;
overwegende dat de landelijk regeling met instemming van de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag is aangepast zodat zij aansluit bij de Heerenveense regelingen;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht artikel 9:1 lid 2, de Arbeidsomstandighedenwet artikel 3, de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen;
gelet op het belang dat er voor ambtenaren een mogelijkheid moet zijn om, naast de interne procedure, een klacht over ongewenst gedrag ook extern te kunnen melden;
gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d. ;
BESLUIT vast te stellen ten behoeve van aansluiting bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag (LKOG) de volgende aangepaste regeling:
Klachtenregeling ongewenst gedrag LKOG voor de decentrale overheid,
met als citeertitel ‘Klachtenregeling ongewenst gedrag LKOG voor de decentrale overheid 2016’
Artikel 1a Klachten over politiek ambtsdragers
Het bevoegd gezag kan in afwijking van artikel 1 onder h. de commissie ad hoc belasten met onderzoek naar en advies over een klacht, die betrekking heeft op ongewenst gedrag jegens klager van een politiek ambtsdrager van de aangesloten organisatie.
Artikel 2 Indienen van de klacht
Indien de klager de klacht indient bij het bevoegd gezag, bevestigt het bevoegd gezag de ontvangst van de klacht aan de klager en vermeldt daarbij dat de klacht zal worden doorgezonden naar de commissie die het bevoegd gezag over de afhandeling van de klacht zal adviseren. Het bevoegd gezag zendt de klacht, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk door aan de commissie.
De commissie bevestigt de ontvangst van de klacht aan de klager en stelt hem op de hoogte van de termijnen en de wijze van afdoening van de klacht. Tevens informeert de commissie het bevoegd gezag binnen twee weken dat een klacht is ontvangen. Indien de klacht rechtstreeks bij de commissie is ingediend bevat de melding aan het bevoegd gezag geen persoonsgegevens van klager, beklaagde of getuigen.
Artikel 4 Onderzoek naar de klacht
Ten behoeve van het onderzoek is de commissie bevoegd bij het bevoegd gezag alle inlichtingen in te winnen die zij voor de vorming van haar advies nodig acht. Het bevoegd gezag verschaft de commissie de gevraagde inlichtingen en stelt de commissie desgevraagd in de gelegenheid de werkomgeving te aanschouwen.
De commissie hoort de klager, de beschuldigde en de getuigen in beginsel buiten elkaars aanwezigheid. De commissie stelt klager en beschuldigde in de gelegenheid van elkaars zienswijzen, alsmede van de inhoud van de hoorgesprekken met de informant en/of de getuigen kennis te nemen en daarop te reageren.
Artikel 6 Advies over de klacht
De commissie brengt binnen acht weken na ontvangst van de klacht door de commissie advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht vergezeld van een rapport van bevindingen. Het rapport bevat een verslag van het horen.Een afschrift van het advies wordt aan klager en beschuldigde toegezonden.
Artikel 8 Omgang met persoonsgegevens
Voor de commissie alsmede de secretaris geldt de plicht tot geheimhouding van persoonsgegevens voor zover overdracht van informatie niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de taak van de commissie. Wanneer de inhoud van bepaalde informatie uitsluitend ter kennisneming door de commissie dient te blijven wordt dit aan de commissie meegedeeld.
In dit handboek ‘Ambtelijke integriteit’ helpt hoofdstuk 1 je om duidelijk te krijgen wat er van ons allemaal wordt verwacht. Vooral de zaken uit dat hoofdstuk zullen onderwerp van gesprek moeten worden.
Hoofdstuk 2 geeft je meer informatie over achtergrond en overwegingen bij de disciplinaire straffen en aanpak wanneer het onverhoopt mis gaat.
In hoofdstuk 3 staan de regelingen die met integriteit te maken hebben. Dit hoofdstuk is, zoals gezegd, dynamisch. Als er nieuwe regelingen komen die met het onderwerp integriteit te maken hebben worden ze (ook) in dit handboek opgenomen, en anders wordt er met een link verwezen naar de vindplaats.
Maar met een handboek alleen komen we er niet. Want als er niet regelmatig aandacht wordt besteed aan het onderwerp integriteit is er een risico dat het, ondanks alle goede bedoelingen, ondersneeuwt in de waan van de dag. Daarom komen er terugkerende momenten waarop specifiek aandacht aan integriteit wordt besteed: in het werkoverleg, tijdens je functioneringsgesprek, met presentaties, discussies en andere acties.
Heb je zelf leuke ideeën? Schroom niet en neem contact op met de adviseur integriteit!22
Uitwerking typen integriteitschendingen
Opdracht : Actualiseren gedragscode en regelingen m.b.t. integriteit.
Consistentie aanbrengen in en tussen de verschillende regelingen.
Voor medewerkers die toegang hebben tot specifieke gegevenssystemen zoals Suwinet en GBA gelden nog strengere regels volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Meer informatie? Klik hier.
Meer weten? Klik hier voor de regeling.
Tabaksindustrie expliciet opgenomen i.v.m. brief ministerie VWS 12 mei 2016 over uitvoering artikel 5.3 WHO-kaderverdrag. Voor meer informatie klik hier.
Informatie over disciplinaire straffen is hier te vinden.
Informatie over strafontslag is hier te vinden.