Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 11 oktober 2016, nr. 819BA561, tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden en tarieven voor het begrotingsjaar 2017 ten behoeve van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016), de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht (SVNL) en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie Utrecht (SKNL) (Openstellingsbesluit SVNL, SVNL2016 en SKNL provincie Utrecht 2017) |
Citeertitel | Openstellingsbesluit SVNL. SVNL2016 en SKNL provincie Utrecht 2017 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2016 | nieuwe regeling | 11-10-2016 | 819BA561 |
Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht;
Gelet op artikel 1.2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht 2016, 1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht en artikel 2 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap provincie Utrecht;
Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein
Paragraaf 1 Continuering natuur- en landschapsbeheer
Artikel 1 Doelgroep en activiteiten
Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor de continuering van natuur- en landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein, waarvoor
door of namens Gedeputeerde Staten subsidie is verstrekt op basis van de Provinciale Subsidieregeling natuurbeheer of de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht en waarbij deze subsidie eindigt op uiterlijk 31 december 2016;
Artikel 4 Doelgroep en activiteiten
Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor nieuw areaal voor natuur- en landschapstypen binnen een natuurterrein.
Hoofdstuk 2 Tussentijdse uitbreiding
Artikel 8 Doelgroep en activiteiten
Aan gecertificeerde beheerders als bedoeld in artikel 3.1.3, lid 4 en artikel 5.1.2.1 lid 4 van de SVNL kan subsidie als bedoeld in artikel 7.5 worden verstrekt voor uitbreiding van de subsidieverlening voor subsidies als bedoeld in:
het beheer op de terreinen waarvoor door of namens de provincie op basis van de Provinciale Subsidieregeling natuurbeheer of de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht een subsidie is verstrekt voor beheer en waarbij deze subsidie afloopt in de periode tussen 30 december 2016 en 30 december 2017; of
Hoofdstuk 3 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer (SVNL)
Artikel 9 Doelgroep en activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het uitdienen van de in 2017 nog van kracht zijnde subsidiebeschikkingen op grond van de Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer provincie Utrecht (SVNL) voor (collectief) agrarisch natuur- en landschapsbeheer voor subsidies als bedoeld in:
artikel 4.1.1.1. ten behoeve van de agrarische beheertypen met de aanduiding A01.01.01, A01.01.02, A01.01.01 onderdeel a tot en met d, A01.01.04, A01.01.05, A01.01.06, A02.01.01, A02.01.02 en A02.01.03, T01, T02, T03, T04, T08, T09.ut, T10.ut, welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid zijn aangewezen voor collectief agrarisch natuurbeheer, (agrarisch natuurbeheer in het kader van collectief agrarisch natuurbeheer);
Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,–. Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 7.5 van de SVNL is geen budget beschikbaar.
Hoofdstuk 4 Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap
Paragraaf 1 Investeringssubsidie
Artikel 10 Subsidiabele kosten
Voor subsidie als bedoeld in artikel 8 SKNL komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Het subsidieplafond bedraagt € 3.000.000, voor subsidies als bedoeld in:
artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel a (t.b.v. realisatie natuurbeheertypen op grond die functieverandering heeft ondergaan);
artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel b (realisatie landschapselementen op grond die functieverandering heeft ondergaan;
artikel 8 SKNL, vierde lid (investeringssubsidie voor programma van eenmalige investeringen), voor zover het realisatie van de natuurbeheertypen N02.01 tot en met N17.06 betreft en voor zover de percelen op de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan begrensd zijn met beheertype N00.01.
Het subsidieplafond bedraagt € 200.000, voor subsidies als bedoeld in:
artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel e (omzetting naar een ander natuurbeheertype), voor zover het een verhoging van een natuurbeheertype is conform hoofdstuk 6 van het Natuurbeheerplan;
artikel 8 SKNL, vierde lid (investeringssubsidie voor programma van eenmalige investeringen), voor zover het een verhoging van een natuurbeheertype is conform hoofdstuk 6 van het Natuurbeheerplan.
Het subsidieplafond bedraagt € 100.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 8 SKNL, derde lid, onderdeel b (realisatie van een beheerpakket landschap buiten een natuurterrein), voor zover het realisatie van de natuurbeheertypen L01.01 Poel en kleine historisch water, L01.02 Houtwal en houtsingel, L01.03 Elzensingel, L01.04 Bossingel en bosje, L01.07 Laan, L01.08 Knotboom, L01.11 Hakhoutbosje, L01.14 Rietzoom en klein rietperceel of L01.15 Natuurvriendelijke oever betreft.
Het subsidieplafond bedraagt € 3.000.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel f (verhoging natuurkwaliteit van een habitattype), voor zover de investering gericht is op de uitvoering van de PAS-herstelmaatregelen zoals vastgelegd in de PAS-gebiedsanalyse van het betreffende Natura 2000 gebied.
Paragraaf 2 Subsidie functieverandering
Artikel 13 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 15 SKNL kan worden verstrekt voor de percelen, die in het Natuurbeheerplan begrensd zijn op de ambitiekaart met beheertype N00.01.
Artikel 17 tarieven begrotingsjaar 2017
De jaarvergoeding voor de landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein als bedoeld in bijlage 1 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.
De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen als bedoeld in bijlage 2 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.
De jaarvergoeding voor de toeslagen als bedoeld in artikel 2.4 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.
Het percentage voor dit begrotingsjaar als bedoeld in artikel 44, vierde lid Subsidieregeling natuurbeheer 2000, zoals die luidde tot 1 oktober 2004, waarmee de subsidie functieverandering voor de subsidies die zijn verleend op grond van aanvragen voor de begrotingsjaren 2000 tot en met 2006 wordt verhoogd, bedraagt 0,98%.
De opslag voor prijsstijging zoals bedoeld in artikel 1.1 sub v van de SVNL2016, waarmee de tarieven in bijlage 1 worden verhoogd, bedraagt 4,35%.
Artikel 18 Subsidiabele natuurterreinen
De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verstrekt voor zover het perceel/terrein als subsidiabel is aangemerkt in het Natuurbeheerplan 2017.
Artikel 19 Voorbehoud goedkeuring Europese Commissie en Minister van Economische Zaken
Subsidieaanvragen betreffende N17.05 Wilgengriend en N17.06 Vochtig en hellinghakhout worden behandeld als aanvragen voor het type N17.01 Hakhout en middenbos zoals beschreven in bijlage 2 van de SVNL2016. Nadat goedkeuring van de Europese Commissie is verkregen voor de typen N17.05 en N17.06 zullen de nieuwe tarieven voor die beheertypen worden verwerkt in de betreffende beschikkingen via een herbeschikking.
Dit hoofdstuk regelt de openstelling van subsidie voor het beheer van natuurterreinen.
Subsidie kan aangevraagd worden voor terreinen waarvoor in het verleden al door of namens de provincie subsidie verleend is voor natuurbeheer of voor de inrichting van terreinen tot natuurterrein en voor zover deze terreinen voldoen aan de genoemde voorwaarden. Het aflopende beheer heeft dit jaar betrekking op circa 7000 ha natuurgebied, waarvoor een aflopende zesjarige beschikking moet worden verlengd. Het betreft beschikkingen van onder andere Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en diverse particuliere grondeigenaren die in 2011 zijn gestart en nu na zes jaar aflopen.
Subsidie kan aangevraagd worden voor terreinen waarvoor in het verleden nog geen subsidie door of namens de provincie subsidie verleend is voor natuurbeheer of voor de inrichting van terreinen tot natuurterrein en voor zover deze terreinen voldoen aan de genoemde voorwaarden.
Paragraaf 3 regelt de periode waarbinnen subsidie aangevraagd kan worden en de plaats waar het verzoek tot subsidie ingediend kan worden.
Hoofdstuk 2 maakt het mogelijk om voor diegenen die een lumpsum beschikking hebben binnen de SVNL een uitbreidingsaanvraag te doen waarbij terreinen toegevoegd kunnen worden aan de lopende beschikking onder dezelfde voorwaarden als de lopende beschikking. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij Staatsbosbeheer, waarvoor het subsidiecontract pas over een aantal jaren afloopt.
Dit hoofdstuk maakt het mogelijk de nog lopende contracten voor collectief agrarisch natuurbeheer op basis van de (oude) SVNL te continueren.
Dit hoofdstuk maakt het mogelijk om subsidie aan te vragen voor de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein en voor de inrichting van natuurterreinen.
Er wordt de mogelijkheid geboden om voor een aantal categorieen terreinen inrichtingsmaatregelen vergoed te krijgen.
Artikel 10 a geeft een subsidieplafond voor de inrichting van net omgevormde landbouwgrond.
Artikel 10 b geeft een subsidieplafond voor inrichtingsmaatregelen gericht op de verhoging van een bestaand natuurbeheertype naar een hoger beheertype.
Artikel 10 c geeft een subsidieplafond voor de aanleg van landschapselementen buiten natuurterreinen.
Artikel 10 d geeft een subsidieplafond voor de uitvoering van de eenmalige maatregelen genoemd in de PAS gebiedsanalyses.
Er is geen subsidie opengesteld voor inrichtingsmaatregelen gericht op verhoging van de kwaliteit binnen het bestaande beheertype. Dat betekent onder andere dat er geen subsidie beschikbaar is voor het herstel van essenhakhout dat door de essenziekte is aangetast, behalve als PAS maatregel in N2000 gebied Kolland en Overlangbroek als dat conform de gebiedsanalyse is.
In Paragraaf 2 wordt het mogelijk gemaakt om subsidie aan te vragen voor de daling van de waarde van de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein. Het opengestelde bedrag is gebaseerd op de verwachtingen van de programmabureaus.
Paragraaf 3 regelt de periode waarbinnen subsidie aangevraagd kan worden en de plaats waar het verzoek tot subsidie ingediend kan worden.
In hoofdstuk 5 worden de tarieven behorend bij de subsidieregelingen vastgesteld. Omdat de nieuwe hakhouttypen N17.05 en N17.06 nog niet zijn goedgekeurd door de EG wordt hiervoor in 2017 nog het tarief van het oorspronkelijke hakhouttype N17.01 gehanteerd.
In hoofdstuk 6 wordt aangegeven wat de voorwaarden zijn waaronder subsidie verleend kan worden naast de voorwaarden die al in de subsidieregeling en verordeningen opgenomen zijn. De nieuwe hakhouttypen kunnen pas in werking treden nadat goedkeuring van EU is verkregen. Aangezien deze goedkeuring op zijn vroegst pas in 2017 wordt verwacht kunnen de wijzigingen pas in 2018 worden geëffectueerd en verwerkt in de beschikkingen. Daartoe is in artikel 19 een voorbehoud opgenomen.