Organisatie | Avres |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels minimabeleid Avres 2016 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2022 | 01-01-2022 | 01-01-2022 | 4e wijziginging beleidsregels individuele bijzondere bijstand Avres 2016 | 17-01-2022 | |
01-01-2022 | 01-01-2022 | 01-01-2022 | Wijziging beleidsregels minimabeleid Avres 2016 | 13-10-2022 | |
01-01-2022 | Wijziging beleidsregels minimabeleid Avres 2016 | 01-12-2022 | |||
01-01-2018 | 17-01-2022 | 3e Wijziging beleidsregels Minimabeleid Avres 2016 | 29-03-2018 | ||
01-07-2017 | 01-01-2018 | 2e Wijziging beleidsregels minimabeleid | 30-03-2017 | ||
01-01-2017 | 01-07-2017 | Wijzigingsbesluit beleidsregels minimabeleid Avres 2016 | 15-12-2016 | ||
01-01-2016 | 01-01-2017 | Beleidsregels minimabeleid Avres 2016 | 10-12-2015 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. Inkomen: het inkomen zoals dat geldt voor de algemene bijstand, het netto inkomen exclusief vakantiegeld dat is genoten gedurende de maand waarin de aanvraag wordt ingediend. De artikelen 31, 32 en 33 Participatiewet zijn van toepassing
b. Vermogen: Het vermogen bestaat uit de totale waarde van alle waardevolle bezittingen, zoals spaargeld, auto, boot, caravan, waardepapieren en overige bezittingen. Gebruiksgoederen behoren niet tot het vermogen. Schulden kunnen hier van worden afgetrokken. Het in de eigen woning gelegen vermogen blijft buiten beschouwing;
c. de bijstandsnorm: de bedragen die worden genoemd in artikel 20,21 en 22 van de Participatiewet.
d. rechthebbende: de belanghebbende die voldoet aan alle voorwaarden op grond van deze regeling.
Artikel 2. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de collectieve zorgverzekering:
a. rechthebbende is inwoner van een gemeente in het Avres verzorgingsgebied
b. Het inkomen is lager dan 130% van de op grond van de wet van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag;
c. voor alleenstaande ouders is de inkomensgrens: het 130% van het voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm plus het maandbedrag wat alleenstaande ouders ontvangen als verhoging van het kindgebonden budget, exclusief vakantiegeld.
d. Het deel van het inkomen dat wordt aangewend ter aflossing van schulden op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen of een minnelijk schuldsanering natuurlijke personen, hoort niet bij de berekening van het inkomen.
Artikel 3. Bijdrage in de premie
a. Avres verstrekt een bijdrage in de premie van de deze collectieve aanvullende zorgverzekering.
b. De bijdrage als bedoeld in het tweede lid wordt door de zorgverzekeraar verrekend met de door de persoon verschuldigde premie.
c. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld.
d. De collectieve verzekering kan alleen worden afgesloten in combinatie met de basisverzekering.
e. Het is niet mogelijk om de collectieve aanvullende verzekering te combineren met een basisverzekering van een andere zorgverzekeraar.
f. De collectieve zorgverzekering en de collectieve aanvullende zorgverzekering kunnen alleen worden afgesloten bij de zorgverzekeraar waarmee Avres een collectief arrangement heeft afgesloten. Er kan gekozen worden uit de in de bijlage genoemde pakketten.
g. De gemeentelijke bijdrage (€21,57 compleet, €36,57 compleet + eigen risico) Met ingang van 1 januari 2023 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd op basis van de index van de meicirculaire gemeenten t-1.
Het recht op uitkering wordt vastgesteld op basis van het op de datum van aanvraag geldende gegevens.
Inwoners van de aan Avres deelnemende gemeenten, die een minimuminkomen hebben, kunnen op grond van het Regionaal Declaratiefonds een bijdrage krijgen in de kosten van deelname aan:
a. De aanvrager moet inwoner zijn van één van de aan Avres deelnemende gemeenten;
b. Er is geen recht als er sprake is van een Wlz indicatie zorg met verblijf.
c. Studenten zijn uitgesloten van deze regeling (student: studerende van 18 jaar en ouder, die recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF of de WTOS).
d. een inkomen gedurende het kalenderjaar (waarop de aanvraag betrekking heeft) hebben dat gelijk is of minder dan 130% van de voor hem/haar op grond van de Participatiewet geldende bijstandsnorm, exclusief vakantietoeslag.
e. voor alleenstaande ouders is de inkomensgrens: het 130% van het voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm plus het maandbedrag wat alleenstaande ouders ontvangen als verhoging van het kindgebonden budget , exclusief vakantiegeld.
f. geen vermogen bezitten dat meer bedraagt dan het op grond van de Participatiewet geldende vrij te laten vermogen (vermogen gelegen in eigen woning wordt daarbij niet meegenomen).
g. Het deel van het inkomen dat wordt aangewend ter aflossing van schulden op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen of een minnelijk schuldsanering natuurlijke personen, hoort niet bij de berekening van het inkomen.
h. Peildatum inkomen en vermogen Het recht op uitkering wordt vastgesteld op basis van het op de datum van aanvraag geldende gegevens.
i. Voorzieningenperiode: De voorzieningenperiode loopt van 1 januari tot 1 januari van het opvolgend jaar.
De hoogte van de uitkering is maximaal € 116,00 per persoon per kalenderjaar
Met ingang van 1 januari 2023 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd op basis van de index van de meicirculaire gemeenten t-1.
Kinderen tot 18 jaar die in Avres deelnemende gemeenten wonen, waarvan de ouders een minimuminkomen hebben, kunnen een bijdrage aanvragen in de kosten aanvragen voor:
Maatschappelijke participatie hieronder vallen de volgende activiteiten:
- sociaal-culturele activiteiten;
Een limitatieve opsomming van de kostensoorten die voor vergoeding in aanmerking komen is niet aanwezig. Dat zal dus per aanvraag moeten worden bezien.
Het bedrag wordt rechtstreeks overgemaakt naar de school, de vereniging of het bedrijf.
a. inwoner zijn van één van de aan Avres deelnemende gemeenten;
b. Een inkomen gedurende het kalenderjaar (waarop de aanvraag betrekking heeft) hebben dat gelijk is of minder dan 130% van het voor hem/haar op grond van de Participatiewet geldende bijstandsnorm.
c.voor alleenstaande ouders is de inkomensgrens: het 130% van het voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm plus het maandbedrag wat alleenstaande ouders ontvangen als verhoging van het kindgebonden budget , exclusief vakantiegeld.
WSNP: Het deel van het inkomen dat wordt aangewend ter aflossing van schulden op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen, hoort niet bij de berekening van het inkomen.
Minnelijke regeling: Het bovenstaande geldt ook bij een minnelijke regeling van een problematische schuldsituatie.
Loonbeslag: ook indien er loonbeslag is gelegd op het inkomen. Dat deel van het inkomen wordt niet bij het inkomen geteld.
Overige schuldenproblematiek: Schulden waarop wordt afgelost en die redelijkerwijs niet binnen een half jaar zijn afgelost. Deze aflossing hoort niet bij het inkomen.
e. geen vermogen bezitten dat meer bedraagt dan het op grond van de Participatiewet geldende vrij te laten vermogen (vermogen gelegen in eigen woning wordt daarbij niet meegenomen).
f. Voor een bijdrage voor indirecte studiekosten geldt bovendien dat het moet gaan om:
ten laste komende kinderen, waarvoor kinderbijslag wordt ontvangen en op de peildatum (1 mei van het kalenderjaar) basisonderwijs of voorgezet onderwijs in voltijd volgen. Deze datum is niet van toepassing op kinderen die met het onderwijs starten.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd op basis van de index van de meicirculaire gemeenten t-1.
Voor alle gemeenten is de vergoeding maximaal €350 per kind per kalenderjaar. Dit budget kan niet worden ingezet voor andere activiteiten.
b. in het belang van het kind kan er een hogere bijdrage verleend wordt voor de indirecte studiekosten. In het verlengde wordt dan een lagere bijdrage voor activiteiten gericht op maatschappelijke participatie verleend of omgekeerd. De totale bijdrage is nooit hoger dan de som van de normbedragen van beide voorzieningen.
c. Als er sprake is van meerdere gezinsleden die een vergoeding van Leergeld ontvangen dan kunnen de normbedragen bij elkaar worden opgeteld. Voorwaarde is dat voor ieder kind afzonderlijk een activiteit moet worden betaald.
Leergeld biedt kinderen van minimagezinnen die voor het eerst naar het voorgezet onderwijs een nieuwe computer/laptop aan.
a. Inkomen tot 130% van de geldende bijstandsnorm.
b. Het vermogen mag niet hoger zijn dan het wettelijk vrij te laten vermogen uit de Participatiewet.
c. Kinderen die voor het eerst naar de eerste klas van het voortgezet onderwijs gaan
d. Er wordt eenmalig een PC met standaard software verstrekt voor zover zij niet de beschikking hebben over een kwalitatief goede PC
e. Per kind wordt één PC verstrekt binnen een termijn van drie jaar.
f. Het DB kan in bijzondere gevallen afwijken (hardheidsclausule)
De kosten van aanschaf, vervanging of reparatie van duurzame gebruiksgoederen worden geacht in de norm te zijn begrepen. Verder is de individuele inkomenstoeslag o.a. bedoeld om deze kosten te bestrijden. Dat is de reden geen bijzondere bijstand te verlenen voor duurzame gebruiksgoederen. Op deze regel is een uitzondering gemaakt voor belanghebbenden met ten laste komende kinderen
a. het moet gaan om de aanschaf, vervanging of reparatie van duurzame gebruiksgoederen;
b. de klant moet aantonen dat deze kosten zij gemaakt
c. de belanghebbende moet ten laste komende kinderen hebben;
d. het inkomen van de belanghebbende moet gedurende 5 jaar gelijk zijn geweest of lager dan
e. 130% van de voor hem/haar geldende bijstandsnorm; plus het maandbedrag wat alleenstaande ouders ontvangen als verhoging van het kindgebonden budget
f. het bedrag mag maar één keer per 5 jaar worden verstrekt;
g. het maximaal te verstrekken bedrag is € 400,00 om niet. Met ingang van 1 januari 2023 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd op basis van de index van de meicirculaire gemeenten t-1.
h. het deel van het inkomen dat wordt aangewend ter aflossing van schulden op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen of een minnelijk schuldsanering natuurlijke personen, hoort niet bij de berekening van het inkomen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Dagelijks Bestuur van WVS De Avelingengroep van 10 december 2015,