Rechtspositionele regeling voor de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gezien het voorstel d.d. 6 juni 2016 inzake Rechtspositieregeling Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet, de CAR-UWO en het principe-akkoord CAO Ambulancezorg 2015-2019;

overwegende dat:

• •

  per 1 januari 2011 voor de gehele ambulancesector de sector CAO Ambulancezorg van toepassing is verklaard;

• •

  per 1 januari 2011 een convenant is ondertekend waarin de gemeente Dordrecht heeft verklaard dat de sector CAO Ambulancezorg wordt vastgesteld als rechtspositionele regeling en alle toekomstige wijzigingen overeenkomstig zullen worden vastgesteld;

• •

  tussen alle bij de CAO betrokken partijen is afgesproken dat de publieke diensten de sector CAO Ambulancezorg als rechtspositionele regeling zullen vaststellen en daarin boek 7, titel 10, van het Burgerlijk wetboek van overeenkomstige toepassing zullen verklaren;

• •

  de Algemene wet bestuursrecht en de Ambtenarenwet van toepassing blijven op het personeel in dienst bij de Dienst Gezondheid en Jeugd, sector ambulancedienst Zuid-Holland Zuid;

• •

  in artikel 32 derde lid, van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd is vastgelegd dat de rechtspositie en bezoldiging van het personeel van de Dienst Gezondheid en Jeugd wordt bepaald door de regels, die zijn of zullen worden vastgesteld voor het personeel in dienst van de gemeente Dordrecht;

• •

  op 3 november 2015 een principe-akkoord is gesloten tussen werkgever- en werknemerorganisaties over de sector CAO Ambulancezorg voor de periode 1 januari 2015 tot 1 januari 2019

• •

  op 19 april 2016 het college een besluit heeft genomen, maar in dit besluit hoofdstuk 16 van de CAR-UWO niet van overeenkomstige toepassing is verklaard, waardoor de DG&J zuiver juridisch gezien een medewerker niet disciplinair kan straffen;

• •

  dit laatste ongewenst is en dat daarom het collegebesluit van 19 april 2016 dient te worden vervangen door dit collegebesluit;