Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-01-2016 | 24-02-2018 | nieuwe regeling | 22-12-2015 |
In dit besluit wordt verstaan onder:
de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren.
de geldende Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren.
het bruto minimumloon per uur, berekend door het minimumloon als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder b Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag plus het percentage van de vakantiebijslag als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder b Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, te verhogen met 8,33%, en dat bedrag te delen door zesendertig.
VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN
Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
Het persoonsgebonden budget voor ‘Hulp bij het huishouden 1’ en ‘Hulp bij het huishouden 2’ bedraagt € 14,50 per uur.
Het persoonsgebonden budget voor ‘Hulp bij het huishouden 1’ en ´Hulp bij het huishouden 2’ bedraagt bij inzet van alphahulpen inclusief servicekosten € 15,20 per uur, waarvan maximaal 5% mag worden besteed aan de door een serviceverleningsbureau geboden administratieve ondersteuning.
HET VERMOGEN OM ZELFSTANDIG TE LEVEN, HET HEBBEN VAN EEN DAGSTRUCTUUR, DEELNAME AAN HET MAATSCHAPPELIJK VERKEER EN HET VOEREN VAN REGIE DAAROVER
Persoonsgebonden budget begeleiding individueel
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal 100% van het in 2014 geldende AWBZ-PGB-tarief (zijnde € 35,84 per uur) indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door:
een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven;
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Persoonsgebonden budget begeleiding groep inclusief vervoer
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal 100% van het in 2014 geldende AWBZ-PGB-tarief (zijnde € 49,63 per dagdeel) indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt per uur maximaal het wettelijk minimumloon vermeerderd met 20%, met dien verstande dat het persoonsgebonden budget per dagdeel nooit hoger is dan 80% van het in lid 1 genoemde tarief, indien de begeleiding wordt verleend door:
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat.
een persoon, niet zijnde de persoon als bedoeld onder a, waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep inclusief vervoer bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Persoonsgebonden budget begeleiding groep exclusief vervoer
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt maximaal 100% van het in 2014 geldende AWBZ-PGB-tarief (zijnde € 44,30 per dagdeel) indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt per uur maximaal het wettelijk minimumloon vermeerderd met 20%, met dien verstande dat het persoonsgebonden budget per dagdeel nooit hoger is dan 80% van het in lid 1 genoemde tarief, indien de begeleiding wordt verleend door:
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van begeleiding als bedoeld in paragraaf 4.2 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat.
een persoon, niet zijnde de persoon als bedoeld onder a, waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien de begeleiding wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Persoonsgebonden budget kortdurend verblijf
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal 100% van het in 2014 geldende AWBZ-PGB-tarief (zijnde € 101,00 per etmaal) indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels.
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal 80% van het in lid 1 genoemde tarief indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (VAR-verklaring) is afgegeven.
Het persoonsgebonden budget voor begeleiding groep exclusief vervoer bedraagt per uur maximaal het wettelijk minimumloon vermeerderd met 20%, met dien verstande dat het persoonsgebonden budget per etmaal nooit hoger is dan 80% van het in lid 1 genoemde tarief, indien het kortdurend verblijf wordt verleend door:
een persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van kortdurend verblijf als bedoeld in paragraaf 4.3 van de Beleidsregels, en waarmee de cliënt een arbeidsovereenkomst aangaat.
een persoon, niet zijnde de persoon als bedoeld onder a, waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal 20% van het in lid 1 genoemde tarief indien het kortdurend verblijf wordt verleend door een familielid in de eerste of tweede graad, dan wel een familielid in de eerste of tweede graad van de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt en waarmee de cliënt geen arbeidsovereenkomst aangaat.
Persoonsgebonden budget woonvoorzieningen
Bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een woningsanering wordt rekening gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode:
Als normbedragen worden gehanteerd:
Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, keuring en reparatie bedraagt 8% van het geaccepteerde offertebedrag met een maximum van:
Het persoonsgebonden budget voor het bezoekbaar maken van de woning bedraagt maximaal € 2.500,--.
Het persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 lid 1 sub a van de Wet op de Huurtoeslag. De periode waarvoor een vergoeding wordt verstrekt bedraagt maximaal zes maanden. Verlenging van deze termijn met drie maanden is mogelijk.
Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening, die niet valt onder een van de in de vorige leden genoemde woonvoorzieningen, wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de geaccepteerde offerte (conform het programma van eisen) of de tegenwaarde van het bedrag zoals opgenomen in normlijsten met gecontracteerde leveranciers. Indien wordt uitgegaan van een offerte, dan is de hoogte van het pgb maximaal het bedrag dat zou gelden op grond van de normlijsten woningaanpassingen, voor zover de betreffende woonvoorziening voorkomt op deze lijst.
VERPLAATSEN IN EN OM DE WONING
Persoonsgebonden budget rolstoelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden op basis van het opgestelde programma van eisen.
LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
Persoonsgebonden budget vervoersvoorziening
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening, die niet valt onder een van de in de vorige leden genoemde vervoersvoorzieningen, wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald op basis van het opgestelde programma van eisen.
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1.1Begripsomschrijvingen
Het wettelijke minimumloon is in een aantal gevallen bepalend voor de hoogte van het pgb. Bij het bepalen van het wettelijk minimumloon gaan we uit van de in de sector gebruikelijke 36 urige werkweek. De verhoging van 8,33% van het wettelijk minimumloon, inclusief vakantiebijslag, heeft te maken met de verplichte vakantiedagen.
HOOFDSTUK 4HET VERMOGEN OM ZELFSTANDIG TE LEVEN, HET HEBBEN VAN EEN DAGSTRUCTUUR, DEELNAME AAN HET MAATSCHAPPELIJK VERKEER EN HET VOEREN VAN REGIE DAAROVER
artikel 4.1Persoonsgebonden budget begeleiding individueel
De in dit artikel genoemde PGB-tarieven zijn afgeleid van de AWBZ-PGB-tarieven 2014. Uit de AWBZ-praktijk is gebleken dat het AWBZ-PGB-tarief toereikend is om (zelfs binnen de duurdere AWBZ-ZIN-tarieven) ondersteuning in te kopen. Uitgaande van de opdracht om budgetneutraal te blijven, is het niet verantwoord en niet noodzakelijk om PGB-tarieven vast te stellen, die hoger liggen dan de AWBZ-PGB-tarieven 2014. De AWBZ kende per functie (Begeleiding Individueel, Begeleiding Groep met vervoer, Begeleiding Groep zonder vervoer en Kortdurend Verblijf) één PGB-tarief. Omwille van de eenduidigheid en eenvoud bij de AWBZ (en de perceelindeling van de inkoop Wmo) is daarbij aangesloten.
In het beleidsplan en de verordening is aangegeven dat de gemeente toe wil naar een differentiatie in PGB-tarieven. Bij het differentiëren is voor de eenduidigheid aangesloten bij de indeling in de AWBZ en de differentiatie waarmee de Sociale Verzekeringsbank reeds ten behoeve van de AWBZ-PGB’s werkte. Dat heeft geleid tot de in het artikel opgenomen categorie-indeling. Voor de onderbouwing daarvan wordt verwezen naar de “Notitie Onderbouwing hoogte PGB-tarieven Jeugd en Wmo ML-Oost”.
artikel 4.2Persoonsgebonden budget begeleiding groep inclusief vervoer
Zie de toelichting bij artikel 4.1.
artikel 4.3Persoonsgebonden budget begeleiding groep exclusief vervoer
Zie de toelichting bij artikel 4.1.
HOOFDSTUK 5ONTLASTEN VAN MANTELZORGERS