Overheidsorganisatie | Gemeente Epe |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2011 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
1.Regeling gemeentelijke belastingen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2010 | 24-11-2011 | nieuwe regeling | 25-11-2010 Veluws Nieuws, 30-11-2010 | raadsbesluit 2010-23436 |
Raadsbesluit 2010registratienummer: 2010-23436
DE RAAD DER GEMEENTE EPE
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
BESLUIT
Vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2011.
1. De begripsomschrijvingen van de Marktverordening gemeente Epe 2004 is eveneens van toepassing op hetgeen in deze verordening is bepaald.
2. Deze verordening verstaat onder:
kwartaal: een aaneengesloten periode van drie maanden, ingaande 1 januari, 1 april, 1 juli, dan wel 1 oktober.
marktdag: het gedeelte van een dag waarop markt wordt gehouden.
Onder de naam ‘marktgeld’ worden rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt en voor het genot van de diensten die in verband daarmee door of vanwege de gemeente worden verleend.
1. Het marktgeld genoemd in artikel 4, eerste en tweede lid, wordt geheven aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.
2. Het marktgeld genoemd in artikel 4, derde lid, wordt geheven van de aanvrager van de dienst.
1.1. | Het tarief bedraagt voor een dagplaats per strekkende meter per dag | € | 2,75 |
1.2. | Het tarief bedraagt voor een standwerkersplaats per plaats per dag | € | 12,50 |
2. | Het tarief bedraagt voor een vaste plaats per strekkende meter per kwartaal | € | 22,75 |
3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag | ||
3.1. | tot het inschrijven op de wachtlijst | € | 38,95 |
3.2. | tot het verlengen van een inschrijving op de wachtlijst | € | 22,25 |
3.2. | tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning | € | 44,45 |
4. | Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een eenheid aangemerkt als volle eenheid. |
1. Indien voor een standplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan drie maanden het belastingtijdvak gelijk is aan het kwartaal.
2. Het belastingtijdvak voor dagplaatsen en standwerkersplaatsen is één dag.
1. In de in artikel 5 bedoelde gevallen is het marktgeld verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak.
2. Het marktgeld, bedoeld in artikel 4, lid 3.1 tot en met 3.3 is verschuldigd bij de aanvraag van de dienst.
Het marktgeld wordt geheven bij wege van aanslag of bij wege van mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
1. Het marktgeld dat bij wege van aanslag wordt geheven moet worden betaald binnen zes weken dagen na dagtekening van de aanslag.
2. Het marktgeld dat bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving wordt geheven moet worden betaald op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
1. Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel derde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
2. Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste vier marktdagen de ter beschikking staande plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal marktdagen waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt, tenzij door het college een andere plaats voor het houden van de markt is aangewezen.
Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld.
De Verordening marktgeld 2010 van 12 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgeld 2011’.
Epe, 25 november 2010
De raad voornoemd,
de plv. voorzitter, H.J. van Kessel.
de griffier, V. Smit.