Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Epe

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Epe
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Regeling gemeentelijke belastingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-201024-11-2011nieuwe regeling

25-11-2010

Veluws Nieuws, 30-11-2010

raadsbesluit 2010-23438

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

Raadsbesluit 2010registratienummer: 2010-23438

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. De begripsomschrijvingen van de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Epe 1998, zoals deze verordening laatstelijk is gewijzigd of vervangen, is eveneens van toepassing op hetgeen in deze verordening is bepaald.

  • 2. Deze verordening verstaat onder buitengewone uren:

    • a.

      maandag tot en met vrijdag: de uren vóór 09.00 uur en na 16.00 uur;

    • b.

      zaterdag, zondag, algemeen erkende feestdagen en daarmee gelijkgestelde dagen: de gehele dag.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het opvragen van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de tarieven die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.a Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het hierna onder b. bepaalde.

  • 2.b Vangt de belastingplicht voor de 16e van de maand aan, dan zijn de rechten over die maand ten volle verschuldigd; vangt de belastingplicht op of na de 16e van de maand aan, dan zijn over die maand geen rechten verschuldigd.

  • 3. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 4.a Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het hierna onder b. bepaalde, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4.b Eindigt de belastingplicht voor de 16e van de maand, dan wordt over die volle maand ontheffing verleend; eindigt de belastingplicht op of na de 16e van de maand, dan wordt over die maand geen ontheffing verleend.

  • 5. Voor de toepassing van het bepaalde in het derde onderscheidenlijk het vierde lid wordt het totaal van op één biljet verenigde aanslagen respectievelijk ontheffingen lijkbezorgingsrechten of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag respectievelijk ontheffing.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag moeten worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van het aanslabiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op het in de eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

De Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010 van 12 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2011’.

Ondertekening

Epe, 25 november 2010

De raad voornoemd,

de plv. voorzitter, H.J. van Kessel.

de griffier, V. Smit.

Tarieventabel 2011 als bedoeld in artikel 5 van de Verordening lijkbezorgingsrechten 2011

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven  
1.1.1Voor een periode van 20 jaar838,00
1.1.2Voor een periode van 50 jaar1.325,00
1.2Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven  
1.2.1Voor een periode van 5 jaar255,00
1.2.2Voor een periode van 20 jaar502,00
1.2.3Voor een periode van 50 jaar696,00
1.3Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1. met   
1.3.110 jaar wordt een recht geheven van501,00
1.3.220 jaar wordt een recht geheven van822,00
1.3.330 jaar wordt een recht geheven van1.028,00
1.4Voor het verlengen van het recht, als bedoeld in 1.2. met   
1.4.15 jaar wordt een recht geheven van127,00
1.4.210 jaar wordt een recht geheven van228,00
1.4.315 jaar wordt een recht geheven van309,00
1.4.420 jaar wordt een recht geheven van374,00
1.4.525 jaar wordt een recht geheven van428,00
1.4.630 jaar wordt een recht geheven van469,00
1.4.735 jaar wordt een recht geheven van503,00
1.4.840 jaar wordt een recht geheven van529,00
1.4.945 jaar wordt een recht geheven van551,00

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven153,00
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven305,00
2.3Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven611,00
2.4Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 224,00

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1Voor het bijzetten van een asbus of een urn   
3.1.1Van een kind beneden één jaar  
3.1.1.1In een urnennis wordt geheven47,60
3.1.1.2In een eigen graf wordt geheven95,20
3.1.2Van een kind beneden 12 jaar   
3.1.2.1In een urnennis wordt geheven95,20
3.1.2.2.In een eigen graf wordt geheven191,00
3.1.3.Van een persoon van 12 jaar of ouder  
3.1.3.1.In een urnennis wordt geheven191,00
3.1.3.2.In een eigen graf wordt geheven382,00
3.2.Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht, als bedoeld in 3.1. verhoogd met224,00

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning  
4.1.1.Voor de aanleg van een grafkelder170,00
4.1.2.Voor het plaatsen van gedenktekens, per gedenkteken133,00
4.2.Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven wordt geheven per jaar  
4.2.1.Voor gedenktekens, per gedenkteken30,70
4.2.2.Voor een grafruimte, daaronder niet het onderhoud van het gedenkteken begrepen37,85
4.3.De rechten, als bedoeld in onderdeel 4.2. kunnen worden afgekocht:  
4.3.1.voor onbepaalde tijd door voldoening van een som ineens van 1.758,00
4.3.2.voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor.   

Aantal jaren waarvoor wordt afgekochtVermenigvuldigingsfactorAantal jaren waarvoor wordt afgekochtVermenigvuldigingsfactor
11,00002615,8282
21,95692716,1466
32,87272816,4513
43,74902916,7429
54,58753017,0219
65,39003117,2889
76,15793217,5444
86,89273317,7889
97,59593418,0229
108,26883518,2468
118,91273618,4610
129,52893718,6660
1310,11863818,8622
1410,68293919,0500
1511,22284019,2297
1611,73954119,4016
1712,23404219,5661
1812,70724319,7235
1913,16004419,8742
2013,59334520,0184
2114,00794620,1563
2214,40474720,2884
2314,78444820,4147
2415,14784920,5356
2515,49555020,6513

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

5.1.Voor het op verzoek schouwen van een lijk door een gemeentelijk lijkschouwer wordt geheven232,00

Hoofdstuk 6 Inschrijving en overboeken van eigen graven en eigen urnennissen

6.1.Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven6,65
6.2.Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven6,65

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen en verstrooien

7.1.1.Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk wordt geheven611,00
7.1.2.Voor het na opgraven weer begraven, worden de in hoofdstuk 2 genoemde rechten geheven  
7.2.1.Voor het opgraven van een asbus wordt geheven381,00
7.2.2.Bij het weer terugplaatsen van de asbus worden de in hoofdstuk 3 genoemde rechten geheven  
7.3.Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven611,00
7.4.Voor het verstrooien van as op een begraafplaats wordt per asbus geheven106,00

Hoofdstuk 8 overige heffingen

8.1.Voor het gebruik van een opbaarruimte op de begraafplaats Norelbos wordt geheven per etmaal of gedeelte daarvan50,80
8.2.Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van een bronzen gedenkplaat en voor het aanbrengen van een opschrift/inscriptie daarop  
8.2.1.tot en met 40 letters, cijfers en/of lettertekens132,00
8.2.2.Vermeerderd met voor elke letter, cijfer en/of letterteken boven het aantal van 401,85
8.3.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 19 van de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Epe 19988,95

Behoort bij raadsbesluit van 25 november 2010, nr. 2010-23438

de raadsgriffier van de gemeente Epe,

V.J.S.M. Smit