Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bernheze

Verordening Starterslening Bernheze 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBernheze
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Starterslening Bernheze 2009
CiteertitelVerordening Starterslening Bernheze 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpVerordening Starterslening Bernheze 2009

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

n.v.t

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-200908-10-2015Nieuwe regeling

03-06-2009

Bernhezer, 5 juni 2009

2009/

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Starterslening Bernheze 2009

De raad van de gemeente Bernheze;

gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 28 april 2009;

 

gezien het advies van de commissie Ruimtelijk Zaken van 18 mei 2009;

 

besluit vast te stellen de:

Titeldeel 1 VERORDENING STARTERSLENING BERNHEZE 2009

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • b.

    Gemeenterekening Startersfonds Bernheze: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVn, Startersleningen kan toekennen en waarin de rente en de aflossingen over het gemeentelijk deel van deze leningen worden teruggestort;

  • c.

    Aanvrager: De aanstaande eigenaar die de aanvraag voor de Starterslening doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren voor dezelfde woning gelden beide gezamenlijk als ‘aanvrager’ waarbij tenminste één van deze aanstaande eigenaren aan de bepalingen in deze regeling moet voldoen;

  • d.

    Huishouden: Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren;

  • e.

    NHG: Nationale Hypotheek Garantie

  • f.

    Verwervingskosten: dat is de koopsom of de koop/aanneemsom met daar bovenop de bijkomende kosten zoals overdrachtsbelasting, renteverlies tijdens de bouw, notariskosten, makelaarskosten en afsluitkosten voor de lening. Bij bestaande bouw wordt hiervoor 12% van de koopsom en eventuele verbouwingskosten gerekend en bij nieuwbouw 8% over de koop/aanneemsom inclusief eventueel meerwerk.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2
  • 1

    De gemeente heeft een Gemeenterekening Startersfonds Bernheze.

  • 2

    De Gemeenterekening Startersfonds Bernheze is ondergebracht bij SVn.

Artikel 3
  • 1

    Op deze verordening is het bepaalde in de gesloten deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Bernheze en SVn van toepassing.

  • 2

    De als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening maken deel uit van deze verordening.

Artikel 4
  • 1

    Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een Starterslening toe te kennen.

  • 2

    Het college stelt de hoogte van de Starterslening vast, de lening kan maximaal minder dan 32.500,-- bedragen.

  • 3

    De Starterslening dient te worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

  • 4

    De eerste hypotheek moet worden verstrekt onder NHG.

  • 5

    De Starterslening kan niet worden verstrekt indien Koopsubsidie bew+ is toegediend.

  • 6

    Het college kan aan de toekenning van Startersleningen nadere voorschriften verbinden.

  • 7

    Het college is bevoegd het in het tweede lid genoemde bedrag aan te passen aan de BDBindex marktindicator.

Artikel 5
  • 1

    Het college maakt het door de raad beschikbaar gestelde budget over op de gemeenterekening Startersfonds Bernheze.

  • 2

    Het college kent een Starterslening toe voor zover het budget hiervoor toereikend is.

  • 3

    Aanvragen worden op datum van binnenkomst van het volledig ingevulde aanvraagformulier bij SVn afgehandeld.

  • 4

    Aanvragen die niet voldoen aan het gestelde in deze regeling worden door het college afgewezen.

  • 5

    Het college kent geen Starterslening toe voor zover een Starterslening verleend kan worden op grond van de Verordening Vrom starterslening Bernheze 2009.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6
  • 1

    Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen:

    • a.

      waarbij de aanvrager, op moment van aanvraag, in Bernheze woonachtig is dan wel de afgelopen 20 jaar tenminste 10 jaar als inwoner ingeschreven heeft gestaan en

    • b.

      waarbij de aanvrager geen koopwoning(en) in eigendom heeft en in de voorgaande periode van vijf jaar ook niet heeft gehad

    • c.

      voor het verwerven van een nieuwbouw koopwoning in de gemeente Bernheze, waarvan de verwervingskosten niet hoger zijn dan 216.000,-- euro.

    • d.

      voor het verwerven van een bestaande koopwoning in de gemeente Bernheze, waarvan de verwervingskosten niet hoger zijn dan 224.000,-- euro.

Hoofdstuk 4 Aanvraag en toekenning

Artikel 7
  • 1

    Aanvrager die, op grond van artikel 6 van deze verordening, in aanmerking komt voor een Starterslening, kunnen om een aanvraagformulier verzoeken.

  • 2

    Het college toetst of het in lid 1 bedoelde huishouden voldoet aan de in artikel 6 opgenomen criteria en stuurt binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek het aanvraagformulier toe.

  • 3

    De verdere afhandeling vindt plaats conform de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening en de Productspecificaties Starterslening die zijn vastgelegd in de SVninformatiemap.

Hoofdstuk 5 Intrekken van de Starterslening

Artikel 8
  • 1

    Het college trekt een besluit waarin wordt voorzien in de toekenning van een Starterslening in als:

    • a.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      de Starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

    • c.

      de koopovereenkomst wordt ontbonden.

  • 2

    Bij de intrekking kan het college de contante waarde van het reeds genoten en/of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk (terug)vorderen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 3

    In geval van overtreding van de voorschriften in deze verordening de eigenaar verschoonbaar is, kan het college besluiten de bovengenoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule, slotbepalingen

Artikel 9

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking op 8 juni 2009.

Artikel 11

De Verordening Starterslening Bernheze 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Starterslening Bernheze 2009.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van 3 juni 2009.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

de voorzitter,

J.H.M. van den Oever

A.A.M.M. Heijmans

Bijlage

Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening

 

Algemeen

 

In deze uitvoeringsregels worden beschreven:

Kenmerken van de Starterslening Voorwaarden aan de bancaire hypothecaire lening Definities gebruikt bij de aanvangsdraagkrachttoets en de draagkrachthertoets Startersleningen Inhoud van de aanvangsdraagkrachttoets Startersleningen Inhoud van de draagkrachthertoets Startersleningen

Kenmerken van de Starterslening

 

De Starterslening is een financieringsproduct waarvan de kosten worden gedekt uit een door de gemeente bij SVn aangehouden revolving fund; “Gemeenterekening Starterslening” . SVn

verstrekt Startersleningen binnen het kader van de van toepassing zijnde: SVn

productspecificaties Starterslening, de gemeentelijke uitvoeringsregels Starterslening, SVn

deelnemingsovereenkomst en de door de gemeente vastgestelde gemeentespecifieke

randvoorwaarden.

 

De Gemeente bepaalt algemene en bijzondere voorwaarden die van toepassing zijn.

De algemene voorwaarden betreffen:

- de doelgroep van de starters

- het marktsegment van de woningobjecten: nieuwbouwprojecten en/of bestaande woningen)

- de maximale koopprijsgrens wanneer deze lager is dan de maximale

verwervingskostengrens die NHG jaarlijks heeft vastgesteld

- de maximale hoogte van de Starterslening is. (Advies SVn maximaal 25% van de verwervingskosten van

de woning zijnde de aankoopkosten van de woning plus de bijkomende kosten conform de definitie van NHG)

- de voorwaarden die gesteld worden met betrekking tot de eerste hypothecaire lening en de Starterslening in

relatie tot de Nationale Hypotheek Garantie

 

De bijzondere voorwaarden hebben betrekking op individuele Startersleningen.

 

De Starterslening wordt verstrekt door SVn. Het rentepercentage van de lening bedraagt gedurende de eerste drie jaar 0,0%. Gedurende de eerste drie jaar is geen aflossing verschuldigd. Ingaande het 4e jaar van de looptijd wordt de rente aangepast op […] (SVn-rente 15 jaar vast vanaf de ingangsdatum lening). Het percentage staat vast tot en met het vijftiende jaar, gerekend vanaf het moment van de ingangsdatum van de lening. Voorafgaand aan het 4de, 7de, 11de en 16de jaar kan de aanvrager een draagkracht-hertoetsing aanvragen op basis van een brief die SVn circa drie maanden van tevoren toestuurt en na overmaking van de kosten hertoetsing. Indien uit deze draagkracht-hertoetsing blijkt dat de financiële draagkracht onvoldoende is om aan de marktconforme maandtermijn te voldoen, dan worden de rente en aflossing aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels. Op het moment dat de marktconforme maandtermijn is bereikt, is hertoetsen niet meer mogelijk. Indien na 15 jaar de marktconforme maandtermijn nog niet bereikt is, blijft de op dat moment door de gemeente vastgestelde maandtermijn voor de rest van de looptijd ongewijzigd. De lening wordt afgelost via jaarannuïteiten met een maandelijkse betaling van één twaalfde deel. De Starterslening en de 1e hypotheek wordt uitsluitend met Nationale Hypotheek Garantie afgesloten.

 

 

Voorwaarden aan de bancaire hypothecaire lening

 

 

De bank verstrekt de lening onder eerste hypotheek; SVn verstrekt de Starterslening onder tweede hypotheek

waarbij het volgende van toepassing is:

· Bij een nieuwbouwwoning wordt, indien de kosten en de eerste termijn kleiner zijn dan de hoofdsom van de

Starterslening, de Starterslening in een te openen Bouwkrediet bij SVn gestort. De kosten en de eerste

termijnbetaling worden direct in mindering gebracht op de hoofdsom van de Starterslening. De volgende

termijnen worden daarna gedeclareerd uit het bouwdepot van de Starterslening en vervolgens uit het

bouwdepot van de marktconforme bancaire lening.

· Indien de hoofdsom van de Starterslening kleiner is dan de kosten en de eerste termijnbetaling, wordt de

hoofdsom van de Starterslening ineens uitbetaald aan de notaris.

De bank meldt de eigen lening onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij WEW en draagt de borgtochtprovisie af voor de eerste hypotheek. De Starterslening wordt verstrekt onder hypotheek waarbij zonodig genoegen wordt genomen met een 2e hypotheek De rentevastheids periode van de bancaire hypothecaire lening moet tenminste 10 jaar bedragen. De bancaire hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan een bedrag gelijk aan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie, minus de hoogte van de Starterslening. Voor toetsing en advisering wordt de hoofdsom van de Starterslening als “contante waarde subsidie” ingevoerd. De hypothecaire inschrijving voor de eerste, bancaire lening mag niet hoger zijn dan de in dat jaar geldende maximale verwervingskosten volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. De bank verplicht zich na het ingaan van de lening geen gelden meer onder verband van de eerste hypotheekstelling ter leen te verstrekken aan de schuldenaar. Voormelde verplichting rust op de bank uitsluitend voor zolang als de door SVn aangegane Starterslening niet volledig is afgelost. De bank meldt de eigen financiering onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij het Waarborgfonds Eigen Woningen, waarbij de Starterslening als contante waarde subsidie is opgenomen. De bank draagt de borgtochtprovisie voor Nationale Hypotheek Garantie af voor de eerste hypotheek, SVn doet dit voor de Starterslening. De transportakte en de hypotheekakte voor uw eerste hypotheek en de akte voor uw tweede hypotheek (Starterslening) dienen in de gebruikelijke volgorde, maar beslist in één en dezelfde afspraak bij de notaris te passeren. Indien eigendom en eerste hypotheek eerder passeren kan de Starterslening geen doorgang vinden.

Definities gebruikt bij de aanvangsdraagkrachttoets en de draagkracht-hertoets

 

Bij de aanvangsdraagkracht toets en de draagkracht hertoets wordt gebruik gemaakt van de volgende definities:

 

1. Ontvangstdatum Datum waarop de aanvraag door SVn is ontvangen.

 

2. Aanvrager De aanstaande eigenaar die de aanvraag voor de Starterslening doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als ‘aanvrager’.

 

3. Huishouden Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen.Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

 

4. Individueel toetsinkomenVoor ieder lid van het huishouden wordt afzonderlijk het toetsinkomen vastgesteld conform de dan geldende NHG-normen

 

5. Partner 1 Het lid van het huishouden met het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum.

 

6. Partner 2 Indien het huishouden twee personen telt: degene(n) die niet het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum heeft.

Indien partner 1 feitelijk met meer dan één andere persoon een gezamenlijke huishouding voert, wordt als partner 2 aangemerkt degene –naast partner 1- met het hoogste individueel toetsinkomen.

 

7. Toetsinkomen huishouden 95% van individueel toetsinkomen partner 1 en indien van toepassing, 95% van individueel toetsinkomen partner 2.

 

8. Toetsrente Rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de ontvangstdatum van de aanvraag.

 

9. Financieringslastpercentage Het financieringslastpercentage conform de op de ontvangstdatum geldende Normen NHG, dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 en rekening houdend met de toetsrente.

Volgens de NHG norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.

 

10. Peiljaar

Indien de ontvangstdatum in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt.Indien de ontvangstdatum in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt.

 

11. Beschikbaar eigen geld 25 x belastbaar inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting in het peiljaar, van beide partners tezamen. (Op de aanslag Inkomstenbelasting staat vermeld het belastbaar inkomen. Dit is 4% van het belaste vermogen, het vermogen dus na aftrek van de vrijstelling).

 

12. Verwervingskosten Kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning zoals omschreven in de normen van de Nationale Hypotheek Garantie.

De maximale hoogte van de verwervingskosten wordt vastgesteld door de gemeente.

 

13. Genormeerde last marktconforme lening De genormeerde bruto last van de marktconforme lening aan het begin van iedere periode ingaande periode 2, berekend op basis van jaarannuïteiten, de toetsrente, het restant van de oorspronkelijke looptijd van 30 jaar en de restanthoofdsom aan het begin van de betreffende periode.

In beginsel is deze last voor de resterende jaren steeds gelijk. Indien echter één of meer van de aanvragers 56 jaar of ouder zijn, maar nog geen 65 jaar, wordt de genormeerde last zodanig naar beneden bijgesteld dat deze past bij het alsdan geldende inkomen (uitgaande van een aanname dat het inkomen dan daalt tot 70%).

 

14. Looptijd De looptijd van de Starterslening bedraagt 30 jaar, verdeeld over 5 perioden.

 

In aanvulling op de voorgaande definities worden bij de draagkracht hertoets de volgende begrippen en definities gehanteerd:

 

 

15. Ingangsdatum lening

Periode 1 gaat in op de ingangsdatum van de lening.

De ingangsdatum lening is de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de hypotheekakte wordt gepasseerd.

 

16. PeriodeEen aaneengesloten tijdvak waarin de maandelijkse som van rente en aflossing constant blijft.

De Starterslening kent 5 perioden:

Periode 1 jaar 1 t/m jaar 3

Periode 2 jaar 4 t/m jaar 6

Periode 3 jaar 7 t/m jaar 10

Periode 4 jaar 11 t/m jaar 15

Periode 5 jaar 16 t/m jaar 30

 

17. Herzieningsdatum De eerste dag van een periode met ingang van periode 2.

Een herzieningsdatum valt altijd op de eerste dag van een kalendermaand.

 

18. Peildatum De dag die drie kalendermaanden voorafgaat aan de herzieningsdatum.

 

19. Huishouden (t.b.v. draagkracht hertoets) Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem voorafgaand aan de peildatum draagkracht hertoets tenminste zes maanden een gezamenlijke huishouding voert, niet zijnde kinderen of pleegkinderen.Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

 

20. Hertoetsrente In de draagkracht hertoets voor de perioden 2, 3 en 4: de toetsrente draagkrachtaanvangstoets zoals vastgelegd in de offerte.

In de draagkracht hertoets voor de periode 5: het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast zoals geldt op de peildatum draagkracht hertoets periode 5.

 

21. Financieringslastpercentage draagkracht hertoets Het financieringslastpercentage conform de op de peildatum draagkracht hertoets geldende NHG-normen dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 en rekening houdend met de hertoetsrente.

Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.

 

22. Peiljaar draagkracht hertoets

Indien de peildatum draagkracht hertoets in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum draagkracht hertoets ligt.Indien de peildatum draagkracht hertoets in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum draagkracht hertoets ligt.

 

23.Restantlooptijd De resterende looptijd op de herzieningsdatum zijnde 30 jaar minus het aantal op de herzieningsdatum verstreken jaren van de looptijd, met de volgende uitzonderingen:

- 10 jaar bij een hoofdsom tussen EUR 5.000 en EUR 10.000;

- 5 jaar bij een hoofdsom lager dan EUR 5.000.

 

24. Marktconforme annuïteit Starterslening De jaarannuïteit van de Starterslening over de restantlooptijd en restanthoofdsom, bij gegeven hertoetsrente.

 

Inhoud van de aanvangsdraagkrachttoets Startersleningen

 

Voor de aanvangsdraagkrachttoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG-toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheek Garantie mogelijk is met een bepaald inkomen. De kosten van de aanvangsdraagkrachttoets zijn voor rekening van SVn.

Uitzonderingen op de NHG toetsingsregels:

1. Bij de aanvangsdraagkrachttoets wordt ook rekening gehouden met vermogen.

2. Het toetsinkomen dat in de aanvangsdraagkrachttoets wordt meegeteld bedraagt 95% van het individuele

toetsinkomen van partner 1 en partner-2.

3. Persoonlijke verplichtingen worden voor de aanvangsdraagkrachttoets van de Starterslening buiten beschouwing

gelaten. De persoonlijke verplichtingen worden wel meegenomen in de NHG-toets van de eerste hypothecaire lening.

 

Hoogte StartersleningDe geadviseerde hoogte van de Starterslening wordt door BO berekend zoals onderstaand aangegeven. De gemeente bepaalt de uiteindelijke hoogte van de Starterslening.

 

Hoogte Starterslening = Verwervingskosten -/- beschikbaar eigen geld -/-genormeerde marktconforme lening

 

De berekening van de genormeerde marktconforme lening is gebaseerd op een simulatie van de marktconforme lening die de aanvrager met NHG kan krijgen.

 

Indien geen van de partners op de ontvangstdatum 56 jaar of ouder is, verloopt de berekening van de genormeerde marktconforme lening als volgt:

 

Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage

Genormeerde marktconforme lening = de maximale marktconforme lening op basis van de geldende NHG-normen per peildatum aanvangsdraagkrachttoets.

 

Toets bij 56 jaar of ouderIndien per peildatum van de aanvangsdraagkrachttoets één of meer van de partners 56 jaar of ouder is, maar nog

geen 65 jaar, gelden de volgende aanvullende regels:

- Vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt rekening gehouden met een inkomen van

70%van het actuele toetsinkomen. Hierbij wordt gerekend in hele jaren vanaf de peildatum

aanvangsdraagkrachttoets. Het toetsinkomen huishouden wordt vanaf het begin van dat jaar

overeenkomstig verlaagd.

- De financieringslast moet vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt passen bij het dan

geldende toetsinkomen huishouden. Hiertoe wordt er in de berekening vanuit gegaan dat er gedurende de

eerste periode extra wordt afgelost op de eerste, bancaire hypotheek.

- In de berekening van de nieuwe normfinancieringslast vanaf het begin van het jaar waarin een partner 65 jaar

wordt, wordt steeds uitgegaan van het financieringslastpercentage van partner 1.

 

Normlast marktconforme leningAls onderdeel van de aanvangsdraagkrachttoets wordt vastgesteld hoe hoog de genormeerde last van de marktconforme lening bedraagt aan het begin van ieder van de volgende perioden. Deze bedragen zijn van belang bij de hertoetsen.

 

Toets vermogenBij de toets wordt er vanuit gegaan dat het belastbare vermogen in box 3 (dus boven de vrijstelling) wordt gebruikt als eigen geld ter financiering van de verwervingskosten.

 

Inhoud van de draagkracht hertoets Startersleningen

 

Belangrijk:

Persoonlijke verplichtingen worden bij de draagkracht-hertoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten. Wanneer SVn op de mogelijke hertoetsmomenten, op verzoek van de aanvrager, een draagkracht hertoets uitvoert, bedraagt het tarief hiervoor EUR 144,--, prijspeil 2006. Na 2006 wordt het tarief jaarlijks geïndexeerd met de consumentenprijsindex alle huishoudens (zie: scp1494b.htm: Consumentenprijsindex totalen), en wel als volgt: index september voorafgaand jaarx EUR 144,-index september 2006

De kosten van de draagkracht hertoets komen voor rekening van de aanvrager. SVn brengt deze kosten in rekening bij de aanvrager. De aanvrager tekent hiertoe vooraf een machtiging tot eenmalige automatische incasso. SVn brengt de kosten niet bij de aanvrager in rekening wanneer de gemeente in het genoemde besluit bepaalt dat de gemeente de kosten voor haar rekening neemt. In dat geval worden de kosten geboekt ten laste van de Gemeenterekening

ToetsinkomenVoor de draagkracht hertoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG-toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheek Garantie mogelijk is met een bepaald inkomen.

Het toetsinkomen dat in de draagkracht hertoets wordt meegeteld bedraagt 100% van het individuele toetsinkomen van partner 1 en partner 2.

De kosten van de draagkracht hertoets zijn voor rekening van de aanvrager.

Uitzondering op de NHG-toepassingsregels:

Persoonlijke verplichtingen worden voor de draagkracht hertoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten. Herziening rente en aflossing De normfinancieringslast op de peildatum draagkracht hertoets is de basis voor de herziening van de rente en aflossing voor de eerstvolgende periode.

 

Normfinancieringslast =

Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage hertoets

 

Beschikbare financieringsruimte =

Normfinancieringslast -/- financieringslast van de eerste, bancaire lening bij aanvang van deze lening

 

Marktconforme annuïteit Starterslening =de jaarannuïteit van de Starterslening over de restantlooptijd bij de hertoetsrente.

 

Vervolgens wordt de rente en looptijd als volgt vastgesteld:

Indien de beschikbare financieringsruimte groter is dan of gelijk is aan de marktconforme annuïteit Starterslening, geldt gedurende de restantlooptijd de genoemde annuïteit. De rente blijft vast t/m het einde van periode 4. Daarna gaat een nieuwe rentevastheids periode in van maximaal 15 jaar, met het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum van periode 5. Indien de beschikbare financieringsruimte kleiner is dan de marktconforme annuïteit Starterslening, dan geldt gedurende de eerstvolgende periode dat de financieringslast voor de Starterslening gelijk is aan de beschikbare financieringsruimte. Ingeval de eerstvolgende periode periode 5 is, dan is de financieringslast voor de Starterslening voor de resterende looptijd gelijk aan de beschikbare financieringsruimte Het rentepercentage wordt daarbij als volgt berekend:

Beschikbare financieringsruimtex 100%Hoogte Starterslening

Het rentepercentage wordt naar beneden afgerond op eentiende procent.

 

Gaat voor de betreffende periode een volledige annuïteit gelden, dan vinden er ten behoeve van de volgende perioden geen draagkracht hertoetsen meer plaats.

Wordt alleen rente berekend naast een beperkte annuïteit, dan wordt voorafgaand aan de volgende periode opnieuw de mogelijkheid tot een draagkracht-hertoets aangeboden.